Van koetshuis
naar Catshuis
kleine stap
(r
DIT ZIJN DE LEDEN
VAN HET KABINET
FORMATIE IN
47 DAGEN
SN
3
Schut en Udink
sloten de rij
Mej. Haars in
de Kamer
Na verschuivingen
'IEUWE LEIDSE COURANT
DINSDAG 4 APRIL 1967
Wat doet De Jong?
Den haag Sinds
het Catshuis de offi-
ieid| ci'èle woning van de
minister-president werd is
het in twee en een half jaar
Iüdoor twee gezinnen be-
veutvoond geweest: de familie
j?k-i Marijnen en de familie Cals.
an heide is hekenddat ze
nrJ er met veel genoegen heh-
1 hen geresideerd. Ondanks
ook opofferingen, waarvan
de voornaamste wel is de
nerveus makende gedachte,
Jïrfaf je er bij wijze van spre
uken morgen uit zal moeten.
rib#. Een klemmende zaak, zeker
nu zich in ons land de akelige
Traditie is gaan vormen, dat een
premier sterke man of niet
de volle ambtstermijn niet
neer pleegt uit te zitten.
)t nu toe lijkt het erop, dat
ns-katholieke regeringsleiders
de vervelende consequenties
fan het Catshuis minder zwaar til-
:n dan bijvoorbeeld calvinistische.
Tinze huidige premier, die als de
missionair zijn werk geduldig en in
[lie stilte blijft doen, zei al direct
t lat hij niets van het Catshuis moeri
Rebben.
Veinig fiducie
De heer P. S. J. de Jong
DOOR
Ton van der
Hammen
En meneer Biesheuvel begon al
[oor de aanvang van zijn formatie-
perk, naar achteraf is gebleken nog-
1 voorbarig, te verklaren (desge
vraagd. o jawel) dat-ie weinig fidu-
ie in dat Catshuis had. Typische a-
ulturele trekjes van neo-mannen-
Jroeders tegenover uitingen van
lijk rooms leven? Wie zal het zeg-
|en.
J In elk geval zullen we maar hopen
fat minister De Jong, die ondanks
somberste voorspellingen zo olijk
het zijn team tevoorschijn trad,
[rijmoedig de verhuizer opdracht
pi geven zijn spulletjes van het
.loetshuis naar het Catshuis over te
Irengen.
Voor hem helemaal niet zo'n gro-
stap trouwens. Hij is als bewoner
Gijan het Koetshuis bij Huis ten
losch al aan de geheel andere woon-
tijl gewend. Informeel Den Haag
leegde hem tot nu toe de tuin-
iabouter van Hare Majesteit te noe-
Ook Kamerlid van 25
OEN HAAG Nu de heer Beer-
nk, fractieleider van de CHU. de
roede Kamer gaat verlaten, zal tot
Amerlid worden benoemd mejuf-
d luw mr. E. H. Haars uit Breukelen.
Tj. Haars werd in 1913 geboren. Zij
lid van de Provinciale Staten van
'recht en advocaat en procureur in
ar woonplaats. Ook is zij secreta-
van de Centrale van c.h. vrouwen.
Voor de heer Roolvink (a.r.) zal
irden benoemd dr. A. Veerman te
swijk., rector van het christelijk
te Delft. De heer Veerman was
eerder lid van de Tweede Kamer.
is ook onder-voorzitter van de
P. De heer Bakker, die vóór hem
de lijst staat, komt uiteraard niet
lU)or een benoeming in aanmerking.
De VVD'er prof. Witteveen ruimt
ien plaats in voor de heer H. Wie-
jel, die het jongste Kamerlid zal
:ijn. Hij werd geboren op 16 juli
en is dus 25 jaar. De heer Wie-
»el was enige tijd voorzitter van de
ongerenorganisatie van de WD.
lij studeert nog aan de Gemeente-
ijke universiteit van Amsterdam.
5remier De Jong wordt opgevolgd
or kolonel J. H. Jansen uit Den
lag, mej. Klompé door mej. mr. Th.
M. Balfoort uit Nijmegen, mr.
s door dr. W. J. Schuyt, die al
rder in de Kamer zitting had,
en de heer Lardinois door de heer
J. van Laak, eveneens oud-lid van
Kamer.
men. Wel nu, dan is de overgang
tot boskabouter van de Staat der
Nederlanden (kent u Park Sorgh-
vliet? U mag er vrij wandelen)
maar een kleine stap.
Bewaakt
Intussen is het Catshuis een klein
halfjaar niet bewoond geweest. Of
eigenlijk toch weer wel, al is het
maar een pietsje. I^et hoofd van de
huishouding, naar men ons vertelde
een charmante dame, mejuffrouw
C. H. M. van den Arend, is op het
ogenblik de enige die er dag en
nacht verblijft.
Bang hoeft ze in haar eenzaam
heid niet te zijn, want ze geniet de
eer door de Koninklijke Marechaus
see te worden bewaakt. Er staan nu
eenmaal kostbare spullen, uit het
Rijksmuseum en zo. En een vrouw
is maar een vrouw.
We hadden best graag voor u een
praatje met haar gemaakt en eens
onder haar leiding door het verlaten
Catshuis gewandeld. Maar dat
mocht niet. Zoiets moet je aanvra
gen bij de Rijksvoorlichtingsdienst
die het vandaag de dag toch al on
draaglijk druk heeft met twee ge
boorten: die van het kabinet en het
Prinsje of Prinsesje. En daar kwa
men wij nu weer bij om te zeuren
over dat praatje.
HET CATSHUIS
volgende premier?
contraprestatie moest worden vol
daan: binnen tien jaar zou op het
riante terrein met het werk aan een
representatief gebouw zijn begon
nen.
Nou, dat zijn ze toen in Den Haag
compleet vergeten. Dus ging alles
weer terug naar de familie Goe-
koop, die het landgoed dan maar
aan de Amerikanen verkocht. Zij
wilden er hun ambasade op zetten.
Maar nu kwamen onze ambtelijke
molens pas flink op gang.
Terrein en Catshuis werden voor
mooi geld aangekocht. Het huis
ging voor de zoveelste maal uitbun
dig in de steigers. En daar hadden
we dan tenslotte de ambtswoning
voor de minister-president.
Die toch echt wel verplicht is om
er in te trekken, zou je zeggen. Al
was het alleen maar uit medeleven
met de belastingbetaler, die er zijn
goeie geld in heeft zitten. Maar niet
alleen daarom. Het huis heeft in de
enkele jaren van zijn nieuwe functie
bewezen vraag het betrokkenen
maar representatief best te vol
doen.
En bij verhuren: tien tegen één,
dat de tijdelijke bewoners er niet,
hoepla, uit kunnen. Is het tenslotte
zover, dan moet de boel natuurlijk
weer bijgewerkt, gewit, behangen,
bevloerd, enzovoorts, worden. En
dan die hele verhuizing er weer bo
venop
Allemaal situaties die men de
echtgenote van een premier ze
heeft immers al spanningen genoeg
te verduren gehad en op haar arme
hoofd komt deze ellende toch voor
namelijk neer niet aan mag doen.
Ideetje
Leuker
Gewichtig
Weet u wie daarover beslissen
moet in 's lands belang? Zijne Ex
cellentie de minister-president, prof.
dr. J. Zijlstra. Gewichtig hoor. Ons
verzoek is schriftelijk door de RVD
(in duplo of triplo, dat is ons niet
geopenbaard) onder woorden ge
bracht en toen (per speciale koe
rier?) naar Plein 1813 vervoerd.
Paar weekjes wachten. Toen de
telefonische mededeling ,,De minis
ter-president acht het niet opportuun
dat er over de bewoning van het
Catshuis geschreven wordt".
Zou zijn aversie zó ver gaan? Hij
moet dat Catshuis gewoon haten,
denk je daarbij onwillekeurig. Maar
goed, men kon ons nog wel het offi
ciële stencil „Enige grepen uit de
historie van het Catshuis" doen ge
worden. Hadden we trouwens al.
Daar staat in dat Vader Cats het
er in acht weken (1652) heeft laten
zetten. Kom daar nu ereis om. Niet
in zijn huidige vorm natuurlijk,
want er is in de loop der eeuwen
zeer vele malen aan geknutseld
Een opstal dat het officiële stencil
met de intrigerende aanduiding
„lusthuisje" betitelt, moest ervooi
worden afgebroken.
In 1930
Achtmaal is het grote huis bij het
voortschrijden der vaderlandse his
torie in andere handen overgegaan.
Tot de genereuze familie Goekoop,
haar naam alle eer aandoende, de
hele zaak aan de Staat schonk. Dat
was in 1930. Aan één bescheiden
Het is toch veel leuker staatshoof
den en andere hoge buitenlanders
te voeren in de intimiteit van ons
mooie Catshuis, waar de bezoeker
bovendien nog met een stukje Hol
lands gezinsleven (Jantje, presen
teer meneer es een koekje) wordt
geconfronteerd, dan die mensen in
de onpersonolijke sfeer van een
Hotel de Wittebrug te ontvangen.
Leuker? Veel te zwak uitgedrukt.
Het. Catshuis schept een informele,
ongedwongen sfeer, die het con
tact tussen hoog bezoek en rege
ringsleider alleen maar ten goede
kan komen. En ook IS gekomen.
Juist om die soort dingen is de
Catshuistijd voor de ministeriële
gezinnen die er gewoond hebben een
periode geweest waar ze met ple
zier aan terugdenken. Ook al bracht
die dan uiteraard zijn offers mee.
Want van de gezinsbeslotenheid
komt er in zo'n huis natuurlijk niet
zo heel veel terecht.
De grootste moeilijkheid voor het
gezin van een premier, zo hebben
we ons door de befaamde Haagse
kringen laten vertellen, is gelegen
in het technische vlak.
Maar daar is wat aan te doen! Zó
veel, dat zelfs mogelijke ministers-
presidenten van reformatorischen
'huize geen bezwaren meer kunnen
maken.
Denkt u eens in...
Wat bedoeld wordt? Wel, huis
vrouwen van Nederland, denkt u
eens even in, dat üw echtgenoot tot
de hoogste positie in 's lands dienst
werd geroepen. Dan ging u acuut
verhuizen naar Park Sorghvliet
Hoe te handelen met uw bestaande
woning? Leeg aanhouden? Afstoten?
Verhuren?
Het eerste is a-sociaal en kun je
ie zeker in zo'n positie, moeilijk ver
oorloven.
Het tweede betekent bij een voor
tijdige val van het kabinet dat (ook)
uw naam draagt een complete nood
situatie. Waar vandaan zo gauw een
ander huis getoverd, dat dan nog
moet bevallen ook? Oud-premier
Cals kan daarover meepraten.
Dus? De zaak een beetje an
ders regelen. Het gezin van een
minister-president moest alleen
met bij wijze van spreken wat
koffers in de ambtswoning kun
nen trekken. Waarom richt de
Staat er alleen de zogeheten re
presentatieve appartementen in
en niet de privé-kamers? Waar
om met een volledig ingericht
Catshuis niet alles er op en er
aan?
Dan had zelfs een invaller als
premier Zijlstra er zonder be
zwaar gebruik van kunnen ma
ken. Zulks tot heil van de natie.
Datideetje moet men op het
Binnenhof toch eens in gedach
ten houden.
Het nieuwe kabinet telt vijf minis
ters die uit het kabinet-Zijlstra zijn
overgestapt: de heer De Jong (Defen
sie), mr. Luns (Buitenlandse zaken),
mejuffrouw Klompé (Cultuur, recrea
tie en maatschappelijk werk), drs.
Bakker (Economische Zaken) en mr.
De Block (staatssecretaris van buiten
landse zaken).
P. J. G. de Jong, minister
president en minister van alge-
I mene zaken.
De heer De Jong werd op 3
I april 1915 te Apeldoorn ge
boren. Hij werd opgeleid aan
het Koninklijk instituut voor de
Marine te Willemsoord. In 1934
werd hij tot luitenant ter zee
benoemd. Hij klom op tot kapi
tein ter zee. Thans is hij als
zodanig non-aktief.
Van 1959 tot 1963 was de heer
I De Jong staatssecretaris van
marine in het kabinet-De Quay.
Hij werd minister van defensie
in het kabinet-Marijnen. Deze
functie behield hij in de kabi- boerenbond,
netten van mr. Cals en prof.
Zijlstra.
Mr. J. M. A. H. Luns (kath.
I minister van buitenlandse zaken.
De heer Luns werd in 1911 te Rot
terdam geboren. Hij studeerde rechten
in Leiden en Amsterdam. Van 1938 tot
1940 was hij werkzaam op het ministe
rie van buitenlandse zaken. Hij be
kleedde diplomatieke functies in Bern,
Lissabon en Londen. Van 1949 tot 1952
was hij permanent gedelegeerde bij de
Verenigde Naties in New York.
Van 1952 tot 1956 was mr. Luns
minister zonder portefeuille. Sinds
1956 is hij minister van buitenlandse
I zaken-
Mejuffrouw dr. M. A. M. Klompé
(kath. v.), minister van cultuur, re-
I creatie en maatschappelijk werk.
Mejuffrouw Klompé werd in 1912 te
Arnhem geboren. Zij promoveerde in
1941 te Utrecht tot doctor in de wis-
en natuurkunde. Van 1932 tot 1947 was
zij lerares scheikunde te Nijmegen. In
1948 werd zij lid van de KVP-fractie
in de Tweede Kamer. Mejuffrouw
Klompé maakte in 1948, 1949, 1950 en
1952 deel uit van de Nederlandse dele-
gatie naar de Algemene Vergadering
/an de Verenigde Naties.
In 1956 werd zij minister van maat
schappelijk werk. Zij bekleedde deze
functie tot 1963. In dat jaar keerde
zij terug naar de Tweede Kamer. Me
juffrouw Klompé kreeg in het kabinet-
ij Zijlstra de portefeuille van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk toe
vertrouwd. Haar belangrijkste taak in
j deze functie was de verdediging van
dienst bij het ministerie van justitie.
Hier was hij belast met de leiding over
het gevangeniswezen, de psychopaten
zorg. de reclassering en het weten
schappelijk werk bij het ministerie
Sedert 1958 maakt de heer Veringa
deel uit van de Rijswijkse gemeente
raad. Hier hield hij zich vooral met
onderwijs en culturele zaken bezig. In
1964 werd hij benoemd tot hoogleraar
in het penitentiair recht aan de Ka
tholieke Universiteit van Nijmegen.
Ir. P. J. Lardinois (kath. v.), landbouw
en visserij.
D*,5.e,er.La,ainoL' w^rd„0?13 tugu!-
H-ï Noorbfekt <L:> setoren. welke naast l(jn ttudie
het jeugdig gehoor in de nevendien
sten voor.
De nieuwe minister van volkshuis
vesting is een neef van de tegenwoor
dige staatssecretaris voor onderwijs,
mr. J. H. Grosheide.
Drs. B. J. Udlnk (c.h.), minister
zonder portefeuille, belast met de
ontwikkelingshulp.
Drs. Udink werd op 12 februari
1926 in Deventer geboren. Hij stu
deerde aan de Economische Hoge
school te Rotterdam en aan de uni
versiteit van Lausanne (ZwitserlandL
In 1949 werd hij wetenschappelijk
medewerker van het Economisch-
technologisch instituut in Rotterdam,
Hij studeerde aan de Landbouwhoge
school in Wageningen en was rijks-
landbouwconsulent in Eindhoven en
landbouw-attaché bij de Nederlandse
ambassade in Londen. Hij is voorzit-
de Noordbrabantse christelijke
De heer Lardinois is sinds septem
ber 1963 lid van de Tweede Kamer.
Hij was op 15 februari een .van de
vier KVPrlijsttrekkers.
Drs. J. A. Bakker (a.r.), vice-pre
mier en minister van verkeer en wa
terstaat.
Drs. Bakker werd in 1921 te Bols-
ward geboren. Hij studeerde aan de
Economische Hogeschool te Rotter
dam. De heer Bakker was enige ja
ren wethouder van Bolsward. In 1959
werd hij benoemd tot burgemeester
Andijk. Vier jaar later werd hij eer
ste burger van Hoogeveen.
In 1963 werd drs. Bakker staatsse
cretaris van economische zaken in het
kabinet-Marijnen. Hij behield deze
functie in het kabinet-Cals. In het ka
binet-Zijlstra was drs. Bakker minis
ter van economische zaken.
minister van so-
B. Roolvink (a.r
ciale zaken.
De heer Roolvink werd in 1912 in
het Friese Wijdgaat geboren. Hij was
aanvankelijk metaalbewerker. Hij
de KVP-fractie maakte een carrière in de vakbewe-
ging. In 1950 werd hij tweede voorzit
ter van de Christelijke Metaalbedrijfs-
bond. Twee jaar later volgde zijn be
noeming tot secretaris van het CNV.
De heer Roolvink was staatssecre
taris van sociale zaken in het kabi
net De Quay (1959-1963). Hij werd in
1963 lid van de Tweede Kamer. Sinds
1965 was de heer Roolvink fractielei
der van de ARP.
Ir. W. F. Schut (a.r.), volkshuisves-
vestlng en ruimtelijke ordening.
De heer Schut is 21 augustus 1920
geboren. In 1945 studeerde hij af aan
de Technische Hogeschool te Delft.
Spoedig volgde zijn benoeming tot
directeur van het Instituut Stad en
Landschap van Zuid-Holland te Rot
terdam.
Dit planologisch bureau, van de
diensten waarvan vooral kleinere ge
meenten dankbaar gebruik hebben
gemaakt, heeft hij tot op vandaag ge
leid. Onder zijn verantwoordelijkheid
zijn vele uitbreidingsplannen en be
stemmingsplannen ontworpen.
Verder staat ir. Schut aan het hoofd
van de stedebouwkundig adviesbu
reau Schut te Middelburg.
De nieuwe minister van volkshuis
vesting en ruimtelijke ordening heeft
vooral een gezaghebbende stem op
het gebied van de ruimtelijke orde-
De Block benoemd tot di- ning. Hiervan getuigen tal van pu
in in n* blikaties in tijdschriften. Ook
I de Omroepwet
Mr. L. de Block (kath. v.). minister
ran economische zaken.
De heer De Block werd in 1904 te
Den Haag geboren. In 1949 voltooide
hij zijn rechtenstudie, waarop hij zich
in de avonduren had toegelegd. Hij
was van 1923 tot 1946 werkzaam in
het bannkwezen. In dat jaar werd
hij directeur van het Haagse kantoor
van de Incassobank.
In 1947 trad mr. De Block in dienst
van het ministerie van financiën.
Sinds 1953 was hij plaatsvervangend
thesaurier-genlraal. In 1958 stapte sij
over naar het departement vnn econo
mische zaken, waar hij de functie van
directeur-generaal voor industrie en
energievoorziening bekleedde. In 1960
werd mr. De Block l
recteur van de KLM.
Sedert 1963 is hij staatsecretaris van
buitenlandse zaken. In deze functie
hield hij zich vooral met EEG-aan-
gelegenheden bezig.
Prof. dr. G. H. Veringa (kath.v.),
minister van onderwijs
en wetenschappen
De heer Veringa werd in 1924 te
I Groningen geboren. Hij studeerde so
ciologie in New York. Van 1949 tot
1950 was de heer Veringa assistent van
prof. P. Bouman. In 1950 trad hij in
krant verschenen publikaties van zijn
Ir. Schut, die in Rotterdam woont,
is gehuwd en heeft acht kinderen. In
het gereformeerd kerkelijk leven was
hij steeds zeer actief. Zo is hij lid
van het deputaatschap voor kerkop
bouw (sectie sociologisch onderzoek
en planning van de Gereformeerde
Kerken. Genoemd kunnen ook wor
den zijn inspanningen voor het in
stellen van een kinderkerk. Meer dan
eens ging hij zeer tot stichting van
verrichtte.
In 1954 werd hij adjunct-secretaris
van de Kamer van Koophandel te
Rotterdam en op 1 januari 1959 secre
taris. In 1962 werd hij benoemd tot
algemeen directeur van de centrale
kamer voor handelsbevordering in
Den Haag. Hij was ook enige tijd lector
voor de haveneconomie aan de Econo
mische Hogeschool te Rotterdam.
Voorts is drs. Udink president-com
missaris van onze bladen en leider
van de protestants-christelijke fractie
in de Rijnmondraad.
De heer Beemink werd in 1910 in
Maarssen geboren. Hij studeerde rech
ten in Utrecht. Hij begon zijn loop
baan in 1932 bij de gemeentesecreta
rie in Papendrecht In 1935 ging hij
naar Almelo en vier jaar later trad
hij in dienst van de gemeente Rijs
wijk. Sinds 1945 is hij daar gemeen
tesecretaris. Een jaar later kwam mr.
Beemink in de Tweede Kamer.
Hij was secretaris van de CHU en
van 1958 tot 1966 voorzitter. Sinds
1963 is mr. Beernink fractieleider van
de CHU in de Tweede Kamer.
Prof. dr. H. J. Witteveen (lib.), vi
ce-premier en minister van financiën.
De heer Witteveen werd in 1921 in
Zeist geboren. Na zijn studie aan de
Economische Hogeschool in Rotter
dam promoveerde hij in 1956 op het
proefschrift: Loonshoogte en werkge
legenheid. In 1948 werd hij tot hoog
leraar aan de Economische Hogeschool
benoemd.
minister van financiën in het kabinet-
Marijnen. Na de val van dit kabinet
werd prof. Witteveen nog in 1965 lid
van de Tweede Kamer.
Prof. mr. C. H. F. Polak (lib.),
minister van justitie
De heer Polak werd in 1909 te Rot
terdam geboren. Hij studeerde rechten
in Leiden. In 1934 trad hij in dienst
van de provinciale griffie van Zuid-
Holland. In 1946 werd hij benoemd tot
hoogleraar aan de Landbouwhoge
school in Wageningen. Vijf jaar later
volgde zijn benoeming tot hoogleraar
in Leiden in het administratief en
agrarisch hecht
De heer Den Toom werd in 1911 te
Rotterdam geboren. Hij begon zijn
militaire carrière in 1933 bij de infan
terie. In 1936 werd hij als waarnemer
in Soesterberg geplaatst. Gedurende
de oorlog verbleef hij als krijgsgevan
gene in Duitsland. Na 1945 was hij
onder meer werkzaam bij het directo
raat luchtstrijdkrachten.
De heer Den Toom is van 1958 tot
1960 als hoofd van de Nederlandse
militaire verbindingsmissie bij de
NAVO in Parijs werkzaam geweest. In
1960 werd hij benoemd tot plaatsver
vangend chef van de luchtmachtstaf.
Luitenant-generaal Den Toom was
staatssecretaris van defensie, belast
met luchtmachtzaken, in het minis-
terie-Marijnen (1963-1965).
Toxopeuspremier
een prima man''
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG De WD-fractielel
der mr. E. H. Toxopeus verklaarde
zeer verheugd te zijn over het slagen
van formateur De Jong. Hij noemde
de nieuwe minister-president „een pri
ma man".
.,Ik heb nooit op het standpunt ge
staan, dat de premier een econoom of
halve econoom moet zijn. Hij dient een
goed teamleider te wezen en dat is de
heer De Jong zeker, zoals ook prof.
De Quay dat was, wiens economische
deskundigheid men indertijd eveneens
sterk in twijfel trok".
Mr. Toxopeus rekende het tot de taak
van het nieuwe kabinet om haast te
maken met initiatieven tot hervorming
en herziening van ons politiek bestel.
Het kabinet zal de staatscommissie, die
hiervoor wordt ingesteld, tot spoed
moeten aanmanen. Mr. Toxopeus had
alle vertrouwen in de nieuwe ploeg
als geheel en in de individuele kandi
daat-ministers.
(Van een onzer redacteuren)
DEN HAAG Premier Zglstra
diende op 15 februari het ontslag
van het kabinet in.
18 februari: informatie-opdracht aan
prof. Zijlstra.
20 februari: Zijlstra stuurt de frac
tievoorzitters de hoofdlijnen van het
nieuwe kabinetsbeleid.
21 februari: prof. Zijlstra conclu
deert, dat de Partij van de Arbeid
zichzelf heeft uitgeschakeld.
25 februari: prof. Zylstra rappor
teert aan de Koningin, maar zet zijn
informatiewerkzaamheden voort.
3 maart: de fractievoorzitters wor
den het eens over de hoofdlijnen van
het regeringsprogram.
4 maart: Zijlstra brengt eindverslag
uit, maar wil geen premier worden.
6 maart: de Koningin vraagt advies
aan dr. BeeL
9 maart: formatie-opdracht aan mr.
Biesheuvel. Nog steeds volledige
overeenstemming tussen de fractie
voorzitters.
15 maart: mr. Biesheuvel komt
moeilijk stadium en wijzigt zijn
formule in 7-3-2-2.
16 maart: nachtvergadering met de
fractieleiders brengt niet voldoende
resultaat.
17 maart: interim-rapport aan de
Koningin. Laatste poging formatie-
Biesheuvel te redden.
20 maart: mr. Biesheuvel geeft zijn
opdracht terug.
21 maart: formatie-opdracht aan de
heer P. de Jong. Uitgangspunt: for
mule 6332. (zes zetels KVP,
3 WD, 3 AR en 2 CH) en het rege-
ringsprogramma-Zijlstra.
In dagen daarna: besprekingen met
prof. Zijlstra en de fractievoorzitters.
Op het laatste moment: twee moei
lijkheden: AR-kandidaat Aantjes
moest zich op medisch advies terug
trekken en ir. Herweijer (ch) wei
gerde de portefeuille van landbouw.
3 april: formateur-De Jong heeft
zijn kabinet gereed en zal dinsdag
4 april aan de Koningin verslag uit
brengen, dat hij geslaagd is.
DEN HAAG Gisteren, op zijn
verjaardag (52), is formateur De
Jong erin geslaagd een kabinet sa
men te stellen. De Rotterdamse
planoloog ir. W. F. Schut (a.r.) ac
cepteerde de portefeuille van
volkshuisvesting en ruimtelijke or
dening en zijn stadgenoot drs. B.
J. Udink (c.h.) stelde zich beschik
baar voor de post ontwikkelings
hulp. Na deze toezeggingen was de
formateur uit de problemen.
Het nieuwe kabinet is als volgt sa
mengesteld:
Minister-president en minister van
algemene zaken: P. J. S. de Jong
(KVP):
Buitenlandse zaken: mr. J. M. A. H.
Luns (KVP);
Cultuur, recreatie en maatschappe
lijk werk: mej. dr. M. A. M. Klompé
(KVP);
Economische zaken: Mr. L. de
Block (KVP):
Onderwijs en wetenschappen: prof.
dr. G. H. Veringa (KVP);
Landbouw en visserijir. P. J. Lar
dinois (KVP);
Financiën: prof. dr. H. J. Witte
veen (WD), tevens eerste vice-pre
mier;
Justitie: prof. mr. C. H. F. Polak
(WD);
Defensie: W. den Toom (WD);
Verkeer en waterstaat: drs. J. A.
Bakker (ARP), tevens tweede vice-
premier, belast met aangelegenheden
betreffende Suriname en de Antillen;
Sociale zaken en volksgezondheid:
B. Roolvink (ARP)
Volskhuisvesting en ruimtelijke or
dening: ir. W. F. Schut (ARP);
Binnenlandse zaken: mr. H. K. J.
Beernink (CHU);
Ontwikkelingshulp: drs. B. J. Udink
(CHU).
Uit de samenstelling van de lijst
blijkt, dat de formateur op het laat
ste moment weer geschoven heeft.
Eind vorige week was de stand zo,
dat alleen nog een ch-kandidaat
voor landbouw en een ar-man voor
volkshuisvesting moest worden ge
zocht. Het is niet bekend of de CHU
een beschikbare landbouwman kon
leveren, maar vermoedelijk was dit
niet het geval, zodat de heer De
Jong zijn schema weer moest ver
anderen. En wel in die zin, dat
landbouw naar de KVP werd toe
gespeeld en ontwikkelingshulp naar
de CHU.
Voor de unie was dit geen voor
delige ruil, want ontwikkelingshulp
is geen „zware" post. Ze wordt be
heerd door een minister zonder por
tefeuille
CH-fractieleider mr. Beernink bleek
echter bereid, naar hy ons meedeel
de, „in 's lands belang aan elke ver
schuiving mee te werken." Het wel
slagen van de formateur woog hem
zwaarder dan de begrijpelijke reser
ves ten opzichte van een zo lichte
ministerspost als ontwikkelingshulp.
Tot het laatste toe heeft onzeker
heid geheerst over de vraag of de
ARP een competente kandidaat voor
volkshuisvesting zou kunnen leveren.
Daarvan hing de formatie-De Jong
in laatste instantie af. Was de ARP in
gebreke gebleven, dan had de forma
teur zijn opdracht hoogstwaarschijn
lijk teruggegeven, omdat alternatieve
schuifmogelijkheden of al waren be
proefd, of niet meer meer voorhanden
waren.
De kabinetsformatie 1967 heeft byna
50 dagen geduurd. De heer De Jong is
dertien dagen bezig geweest.
DEN HAAG De ministers uit het
kabinet-Zijlstra, die niet in het kabi
net-De Jong komen, zijn: prof. dr. J.
Zijlstra (minister-president), mr. B.
W. Biesheuvel (landbouw en visserij),
dr. J. E. de Quay (verkeer en water
staat), mr. A. A. M. Struycken (justi
tie), prof. mr. P. J. Verdam (binnen
landse zaken), prof. mr. I. A. Diepen
horst (onderwijs en wetenschappen),
ir. H. B. J. Witte (volkhuisvesting en
ruimtelijke ordening), dr. G .M. J.
Veldkamp (sociale zaken en volksge
zondheid) en mr. Th. H. Bot (minister
zonder portefeuille, belast met de ont
wikkelingshulp).