MARTINE'S EERSTE SHOW Toevluchtsoord kamerbewoners Provocerende wachtmeester voor L DAG VAN DE JAZZ ZATERDAG MAART 19«T kokernauwe broek trekt haar laarzen jr maar bij uit. Zo op haar blote voeten gaat let beter als ze gewillig de instructies van de ion met het scenario opvolgt: een pas naar i nks, een naar rechts, gezicht en face. t afstand tussen twee kran- »p de parketvloer van een mezaal in restaurant Mo- aan het Leidse Plein moet in elevisiepodium voorstellen. gende week maandag en dinsdag wordt haar eerste eigen televisieshow opgenomen, die zo als voorlopig is vastgesteld, 10 april wordt uitgezonden. Nu wordt er nog maar „droog" gere peteerd. Dat wil zeggen Martine zingt een pakje sigaretten in haar hand geklemd moet de luidspreker voorstel len ca en voorlopig komt de begelei ding van een bandje. Dat bandje had ze prompt thuis laten liggen, maar haar broer „de redder in nood" brengt het. ZICHZELF GEBLEVEN Voor de repetitie kunnen we een praatje maken met Martine; een ge wone leuke meid. Ondanks het suc ces. dat ze heeft geboekt, is ze zo duidelijk zichzelf gebleven, dat het plezierig is om naar haar te luisteren. Ze heeft een uitgesproken eigen me ning, maar beslist niet op zo'n ma nier. dat het lijkt of zij het alleen weet. „Ik zeg wat ik vind en wat ik wil, maar ik probeer de mensen niet te kwetsen." Haar grote groengrijze ogen onderstrepen de eerlijke bedoe ling. In haar show zingt ze acht nieuwe liedjes, die op een langspeelplaat ko men te staan, die omstreeks die tijd ook uitkomt. „Allemaal Nederlandse liedjes, geen vertalingen, dat doe ik niet meer. Het is dan altijd presentatie van iets, dat al is gehoord. En er zijn zulke leuke liedjes te krijgen," vertelt ze lepelend aan haar Wiener Melange met een he leboel suiker. Henk van der Molen heeft de meeste geschreven. „Hij schrijft op mijn lijf." Het is er nog niet uit of ze schiet al in de lach, het klinkt ook zo mooi. Verder is er een van Jules de Corte bij, dat nog nooit op de plaat is gezet: „De arme gezel". Ze krijgt leuke brieven van: wan- ,.^er kom je nou weer. Vooral na Knokke krijgt ze veel fan-mail. Vijf 101 zeven brieven per dag, die met plezier worden beantwoord. „De suk kels sluiten alleen nooit postzegels in en dat loopt op hoor." AFGESIMTEN De beginperiode van het school meisje. dat zong over de makelaar van Schagen en het Bloemendaals bos is eigenlijk wei afgesloten vindt ze zelf. „Ik wil af van dat lieve kleine schoolmeisje met het guitaartje. Ik ben wel zangeres zo langzamer hand; ik doe er niets meer bij." Zon dag wordt ze negentien jaar. Op school zit ze niet meer en tijd voor de Academie voor Beeldende Kunsten schoot er ook niet op over. Nu krijgt ze op het conservatorium guitaarles en zangles. Op de vraag of de zangles niet klassiek geschoeid is: „Gebleken is, dat mijn hese stem het doet. Dus ik vraag of het geen canta te hoeft te worden. Er kan veel wor den verbeterd, zonder het karakter van de stem te veranderen." Tekenen en haken zijn haar hob by's. De jurken waar ze mee bezig is worden honderdduizend maal uitge haald. „Ja, ik ben zo, als ik eenmaal bezig ben, wil ik weer iets anders. Een heel enkel keertje komt er dan een truitje uit te voorschijn." „Klassieke muziek kan ik wel waar deren, maar ik heb er geen verstand van. Van Beethoven houd ik helemaal niet." Ze kijkt er heel serieus bij. „Maar ja. ik vergeet altijd hoe je het uitspreekt ...Dvorak, vind ik mooi en Smetana." MARTINE BIJL ...ik zeg wat ik vind en wat ik wil BEELDSCHOON duurt erg lang, maar het is begin van dit jaar is ze weer voor de beeldschoon." televisie opgetreden. „Niet meer zo Na Knokke is het een hele tijd stil vaak, daar kan ik niet tegen." Ze geweest om Martine, maar sinds het vindt het ook niet verstandig zo vaak DOODGEZWEGEN Haar eigen liedjes zijn altijd echt poëtisch. „Ik houd niet van het woord „chanson", dat klinkt zo hoogdravend, terwijl het juist allemaal heel gewoon Alsjeblieft geen protestsongs. Die zijn allemaal doodgezongen. Daarom begin ik er al niet aan, maar ook omdat er dan wordt gezegd „Oh, Mar tine Bijl moet ook zo nodig..." „Ik houd er niet van de dingen zo erg bij de naam te noemen. Ja, het is „in", maar ik vind het niet leuk. Alles heeft ermee te maken. Het is zo lelijk, die mini- mode, zo lelijk. Ik heb een tijdje meegedaan als braaf meeloopster. Nu heb ik m'n rokken weer tot de knie, 'k vind het veel chiquer." LID PSP EN PROTESTEREN TEGEN OORLOG IN VIETNAM EDE, VAN ESSENKAZARNE Op het bureau van wacht meester-van-de-week van de stafbatterij 14 Afdeling Veld artillerie hangen tussen de lesuren verscheidene kanonniers rond. Aan de goudgele streep op de bovenarm herken ik veel besproken Gerrie Litz (22). Ik wacht totdat hij met zijn zaken gereed is: post. vcrzoekenboek, het rapport van half vier bij de kapitein. HU schuift mfj ondertussen een van zün befaamde verzoeken, inzet van het interview, toe: „Heb ik juist van de commandant teruggehad: het is het leger door geweest." Rode stempels onthullen de weg, die het verzoek om te mo gen deelnemen aan een protest mars in Amsterdam heeft afge legd. Wat moeilijk laat de zeer ambtelijke stijl zich lezen. Gezag drager Litz, als vrijwillig nadie- nende gelijkgesteld met een be roepsonderofficier, licht het ver zoek toe. „Ik wilde dit keer weer eens iets anders. Behalve deelnemen wou ik ook een spandoek mee voeren. Met als tekst: Waarom doden Yankees burgers in Viet- Afgewezen De garnizoenscommandant van 'Amsterdam, kolonel Crul, heeft de kortste en laatste bijdrage aan het twee grote vellen beslaande verzoek geleverd. Ach ter zijn stempel staat kort en krachtig: Afgewezen. De commandant van de 14e Af- ling Veldartillerie, n Bouman, zegt mij Bert Jongsma het bureau van de garnizoens commandant voor het verzoek nog niet eens het eindstation be tekende. Minister De Jong persoonlijk zou in deze zaak, die zo snel in de politieke sfeer kan worden getrokken, hebben beslist. Litz lacht erom. „Wat mij be treft brengen ze m'n verzoek in de Tweede Kamer." Hij is zich ervan bewust dat hij zijn superieuren met een pro- s nog maar een „droge". Een ligaretten in Marlines hand de luidspreker voorstellen en :iek komt nu nog van het „Op dat liedje ben ik dol, het is een beetje Drei Groschen opera-achtig Maar het leukste vind ik „Straatje van plezier" van Henk van der Mo len. Heel vreemd is van Jelle de Vries een Chinees minneliedje. Het ROTTERDAM Als de tijd om het „veilig ouderlijk huis" te verlaten i6 aangebroken wordt ervaren, hoe moeilijk het soms kan zijn, op eigen vleugcis de wijde wereld in te vliegen. De één treft het en komt op een comfortable kamer terecht en heeft het geweldig naar zijn zin. 'ET ingang van volgend jaar zal de zevende maart tot permanente Dag van de Jazz worden uitgeroepen. Dit tft de Commissie Collectieve Grammofoonplaten Cam- Jgne en de Stichting Jazz in Nederland besloten, toen met pel feestvertoon in het Amsterdamse Lureleitheater werd rierd dat vijftig jaar geleden voor het eerst jazzmuziek de plaat werd gebracht. Nederlandse jazzkenners luisteren met vertedering naar de originele Jnamen uit 1917. die ondei zeer primitieve omstandigheden op de Raat werden vastgelegd. \1Het zijn de - nummers „Original Dixieland Land one step" van La :ca (componist o.a. van de Tigerrag) en „Livry stable blues", beide ipeeld door het al lang vergeten kwintet dat zich aandiende als „The linal Dixie Land Jazz Band" (Het woord „Jazz" moest nog worden Miljoen exemplaren Van deze plaat werden destijds een miljoen exemplaren verkocht; _or die tijd een ongekend hoog aantal. De herdruk van deze plaat is de handel gebracht door de Nederlandse afdeling van Amerikaanse pla- pmaatschappij Victor. ie'Met deze plaat werd de jazzmuziek uit het isolement gehaald van de lultueuze nachtclubs. Het was muziek voor miljoenen geworden. Maar er zijn er ook die het minder gelukkig hebben getroffen. De huur is veel te hoog, het eten niet wat je noemt en visite mag niet worden ont vangen. Zij zitten met hun ziel onder de arm. Goed, de bioscopen, schouwburgen, dancings en verenigingen zijn er voor de ontspanning. Maar wat gezocht wordt, is nog steeds niet gevonden. Het is de deur, waarachter de huise lijke sfeer hangt en die altijd, net als een haven, toegankelijk is. Uithangbord Toch is die deur er wel en op de Heemraadssingel 191, onder het uit hangbord „Rotterdamse Maatschappij Voor Jongeren". De eigenlijke naam is „Het Vlot". Het is een ontmoe tingscentrum voor jeugdige kamerbe woners Wat dit precies betekent valt moeilijk onder woorden te brengen, maar het is iets tussen een sociëteit en een moderne jongere maatschap pij in. Vlak na de oorlog, in 1946, werd Het Vlot met subsidie van gemeente en bedrijfsleven opgericht. In die tijd heeft het een gestadige groei doorge maakt en werd het een begrip voor talrijke Rotterdamse jongeren. Thans telt het ontmoetingscentrum 300 le den, waaronder alle milieus te vinden zijn. Gezamenlijk trachten zij, door een grote mate van zelfwerkzaam heid, initiatieven te ontplooien, die zo wel doelmatig als ontspannend zijn. De leden hoeven zich geen moment te vervelen, want aktiviteiten zijn er volop. Een kleine opsomming volley bal-, sohaak-, dam-, en lafelten- nisclubs; toneel en ballet; lezingen over maatsdhappelijke en culturele on derwerpen; discussieavonden over pro blemen die betrekking hebben op de nieuwe generatie en de maandelijkse feest- en dansavond. ledereen Wat er zoal voor mensen op Het Vlot komen, kan directeur L. Herwig (32) het beste vertellen. Hij is een rijzig man, niet vaak zonder sigaar en heeft een idealistische jeugdige geest. Vanuit zijn eenvoudig ingerich te werkkamer zorgt hij voor de orga nisatie en het financiële beheer. „Letterlijk iedereen komt hier", zo begint hij. „Van kantoor, fabrieken, platteland en zelfs studenten. Dat zij hier komen is niet zo verwonderlijk, want bij ons kunnen zij met iedereen in contact komen, wat in een studen tensociëteit niet mogelijk is. Het zijn pracl^ige medewerkers, hoewel zij waarschijnlijk een meer economisch doel voor ogen hebben". Op de vraag of de sociëteit alleen maar voor de gezelligheid is bedoeld, antwoordt hij resoluut: Beslist niet. „Onze taak is groter. Wij zijn een oefenveld voor medezeggenschap in de maatschappij. Hier wordt verant woordelijkheid gekweekt, die later van pas kan komen. Een voorbeeld hiervan is de zogenaamde Vlot-raad." om aan bepaalde denkbeelden of be hoeften, gestalte te geven. Op het ogenblik zijn zij, in samen werking met vijftien leden, bezig een film te maken. De commissie zorgde onder meer voor de nodige appara tuur en zij maken zich ook verdienste lijk met het geven van advies. Het RMVJ is toegankelijk voor ka merbewoners van achttien tot dertig jaar en is vrijwel de gehele dag open. Van maandag tot vrijdag tussen 17 en 19 uur wordt de zogenaamde Open Tafel gehouden. Voor nog geen twee gulden kan er in die tijd warm worden gegeten. Meestal gaan de leden daarna naar de huiskamer om de koffie te gebrui ken. Er zijn de meest uiteenlopende tijdschriften en kranten. 's Avonds is er ook gelegenheid naar de tv te kijken. Het is een toestel, dat door de leden zelf bij el kaar is gespaard. Verder kan de ken nis verrijkt worden in de girote biblio theek. waar eveneens gestudeerd kan worden. Altijd welkom De contributie is twintig gulden per jaar; overigens kan iedereen binnen vallen wanneer dat zo uitkomt. Aan de RMVJ is ook een internaat voor meisjes verbonden. Zij die pas het ouderlijk huis heb ben verlaten om in de stad te werken, kunnen voor twee jaar een kamer huren. Hieraan is wel de leeftijdsgrens van zestien tot drieëntwintig jaar verbonden. "1 bleem heeft PBk t opgescheept, dat niemand I graag zelf op- Kk lost. „Ze zijn bang als we zels. Van de batterij gaat het naar de af deling. Van de afdeling naar de divisie. En dan schijnt het w via allerlei kronkelwegen aan de minister te worden voor gelegd. Fouten ontstaan op die manier zonder moeite". Zo is een verzoek om aan een mars te mogen deelnemen al een keer afgewezen, 's Avonds was die weigering al weer ingetrok ken. Vorig jaar is hem gezegd dat hij geen lid mocht worden van de PSP. Een paar maanden later toonde hij zijn lid maatschapskaart aan iedereen, die daarvoor maar belangstelling had. Maar Litz is voorzichtig. Zijn dienst verricht hij tot ieders te vredenheid. Toch zegt de afde lingscommandant onomwonden: „Ik ben hem liever kwijt dan rijk." Kenze Tegenover een volgeling van Litz, wachtmeester Kimmel, liet ook de plaatsvervangend com mandant zich in ongeveer dezelf de bewoordingen uit „Litz zal wel oneervol worden ontslagen. Jou plaats ik voor de keuze: deelnemer èn soldaat of niet-deelnemer en wacht meester." Minister de Jong heeft het er voor de commandanten overi gens niet gemakkelijker op ge maakt. Hij liet bekend maken dat militairen, mits in burger, mogen deelnemen aan protest marsen tegen de oorlog in Viet nam. Het leger zit met het ge- val-Litz in de maag. Want de wachtmeester trekt uit zijn sym pathie voor de PSP niet die consequentie, die het graag zou zien. Litz zegt: „In het leger ben Ik voor de partij waardevoller dan erbuiten." Aanleiding Wat was de aanleiding voor zijn provocerende houding? Litz vindt dat niet belangrijk. Als ik blijf aandringen, geeft hij toe dat het met een gevoel van ran cune tegenover het leger is be gonnen „Toen ik begin vorig jaar in het leger terugkwam als vrijwil liger stelde ik telefonisch dat ik dicht bij Dordrecht wilde worden geplaatst. Hieraan werd niet voldaan. Ik moest daardoor mijn contract als betaald voetbal ler bij DFC: laten lopen. En om dat het voetballen veel voor mij betekende, vroeg ik me af op welke manier ik het leger kon terugpakken. Als eenling is dat niet zo eenvoudig." Toen hij dan ook met zijn eerste verzoek bij de comman dant kwam, nam niemand hem serieus. Nog is bijna niemand die in de bevelslijn met Litz' ver zoeken te maken heeft van zijn trouw aan de PSP overtuigd. Men noemt hem een toneelspe ler, die vast in de eigen rol is gaan geloven. Litz geeft wel toe dat hij het allemaal als toneelspel begonnen is, niet echter dat hij in zijn rol is gaan geloven door deze zichzelf lang ge noeg voor te houden. „Ieder een, die zich wezenlijk bezint over die gruwelijke oorlog in Vietnam, neemt zijn toe vlucht tot het protest," zegt hij. „En dat is dan niet liegen totdat je het zelf gelooft."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 17