SCHER VEN DE ETUI ~i PUZZEL VAN DE WEEK r ZATERDAG 18 FEBRUARI 1967 "DETREKKELIJK vlug na de verschijning van het eerste deel van zijn roman- cyclus Les Eygletière heeft Troyat het tweede laten volgen, dat hij de pakkende titel gaf La Faim des Lionceaux. Eigenlijk is ze maar zeer gedeel telijk juist. De levenshonger drijft alleen de jongste zoon Daniel. De oudste, Jean-Marc, zich er voor schamend de triomferende rivaal van zijn vader te zijn, heeft zijn liaison met Carole, zijn stiefmoeder, verbroken. Hij houdt stand, als ze tracht hem weer te winnen, al gevoelt hij dat zijn liefde voor haar nog lang niet dood is. Het gevaar van een terug val wordt minder groot, als zijn vader, op de hoogte gebracht van wat gebeurd is, hem het huis uitjaagt en alle financiële steun onthoudt. Overdag de kost verdienen en 's nachts hard studeren, dat is een pro baat mfddel om liefdesperikelen te omzeilen. Toekomst van Nieuw-Guinea Francoise, die een poging tot zelfmoord heeft gedaan uit wal ging over zichzelf en haar milieu, heeft, naar ze meent, haar even wicht teruggevonden en zal weer de kolleges van Kozlof, haar te ruggewezen minnaar, gaan volgen bij haar studie van het Russisch. Ze kent haar eigen zwakheid niet; zijn gladde tong breekt haar weerstand en ze trouwt hem met goedvinden van haar vader. Wel dra leert ze haar echtgenoot ken nen als een egocentrisch genotzoe ker, die glimlachend speelt met haar geluk en geen oog heeft voor haar diepste behoefte. Iets van een jonge leeuw leeft in Daniel, die in overmoed of naleviteit geen vrees kent. Zijn Afrikaanse reis heeft hem tot man gemaakt. Als zijn vriendinnetje een kind verwacht en van geen abortus wil weten, aanvaardt hij welgemoed het huwelijk. Hij is immers al bijna student en studen tenhuwelijken zijn de gewoonste zaak ter wereld. De vijftigjarige Philippe, de man van het vlotte leven, voelt zich van allen verlaten en, wat Carole betreft, in een klem. Ze zijn indertijd in gemeenschap van goederen getrouwd en zodoende zou een officiële scheiding hem ruïneren, nog afgezien van het schandaal dat een proces zou ver wekken. Parliament of a thousand tribes, noemde Osmar White zijn studie over Nieuw-Guinea (uitgave Hei- nemann, Londen, blz. 237, 36 shil ling), die hü met grote deskundig heid heeft geschreven. White, Nieuw-Zeelander van ge boorte, kreeg zijn opvoeding in Australië en als verslaggever van verscheidene Australische dagbla den bereisde hij langer dan dertig jaar Nieuw-Guinea en de Zuidwest Pacific. In de tweede wereldoorlog sloot hij zich aan bij de Austra lische commando's, die in de jungle guerrilla voerden tegen de Japan- Ook in die jaren heeft hij in nauw contact gestaan met de be volking van Nieuw-Guinea, die hem zeer na aan het hart ligt. Hij weet dus waarover hij schrijft. Hij kent hun verlangens en hun idea len. Zijn studie over dit volk, voor wie een brug moet worden geslagen van het stenen tijdperk naar de we reld van vandaag, is boeiend. Maar wat zijn de consequenties van dat brug slaan? In de eerste plaats zal het slagen, daarnaast wat is de in vloed op de Zuidwest Pacific als die drie miljoen mensen, die naar onze begrippen nog in duisternis leven, zijn opgegroeid en opgevoed tot het peil. waarop de overige Aziatische volken staan? Het zijn vragen, waarop het ant woord slechts aarzelend is te geven. Uiteraard betrekt White ook de verhouding met Australië in zijn Voor die Nederlanders, die Nieuw-Guinea kennen en zijn be volking liefhebben, is Parliament of a thousand tribes een waardevol boek. Ellende Wie na lezing het boek sluit, voelt zich treden uit een wereld van as en sintels, van ontredde ring en verknoeide vrijheid. Troy at heeft wel veel ellende opge hoopt in dit éne gezin. Hij vertelt er van op neutrale toon, in objec tieve trant, maar hij laat de lezer voelen, dat in een gezin waar man en vrouw eigen wegen van genot zucht en morele ongebondenheid gaan, van de kinderen niets beters verwacht kan worden. Ze zijn niet slecht, maar zwak in het uur der verzoeking. Jean-Marc breekt met zijn stiefmoe der. hij wil geen eerrover zijn, maar valt zonder liefde een ande re vrouw in de armen. Frangoise, goed rooms en hunkerend naar zuiverheid, sluit een huwelijk dat haar omlaag trekt en Daniel, die aanvankelijk zijn vriendinnetje HENRI TROYAT respecteert, geeft weldra toe aan de drift van zijn zinnen en sleept Danielle mee in de vaart naar om laag. Minder dan zwak, bepaald verdorven, is Carole, één brok egoïsme, die door perfide raadge vingen haar stiefkinderen mede in het ongeluk stort. Verteller Ook in dit sombere boek toont Troyat zich de volmaakte vertel ler, kundig ontleder van karak ters, schrijver van boeiende dialo gen, waar het leven in tintelt, tra ditioneel in de factuur van zijn boeken, maar grondig kenner van het moderne leven. Verscheurdheid Het plan drie jaar te studeren in de Verenigde Staten, waarvan sprake was in het tweede deel van de reeks jeugdherinneringen, die Julien Green ons biedt, is in We vinden de twintigjarige jon geman aan de universiteit van Charlottesville in' Virginia, het land van zijn vaderen. Hij wordt hartelijk ontvangen door ooms en tantes en de talrijke neven en nichten. Maar aan de universiteit ontmoet hij geen familielid. In zijn eenzelvigheid sluit hij zich op als in een burcht. Van aansluiting bij een club of een dispuut is geen sprake. Tussen hem en de honderden Zuiderlingen er stu deert hier maar een enkele Noor derling staat een sterke bar rière van verschil in mentaliteit en levensopvatting; hij, de stipte katholiek, die regelmatig ter biecht ging in de armelijke kapel, introvert en wroetend in eigen ge voelsleven; de anderen protestant van luchtige levensstijl, extravert en tuk op een plezertje. Julien wierp zich dus op de stu die: klassieke en moderne talen, geschiedenis en bijbelkennis. Dat geeft de schrijver aanleiding om vermakelijke portretten te teke nen van diverse professoren. Be halve aan de studie gaf Julien ook tijd aan de tekenkunst, aan vrije lectuur en aan eigen literair werk. De schrijver in hem ont waakte; gedichten en verhalen wa ren de eerste vruchten van zijn arbeid. Green geeft er geen nade re bizonderheden over. De lezer mag daaruit wel de conclusie trek ken dat ze nu in zijn ogen waarde loos zijn. Verzoeking Het belang van dit boek ligt ech ter niet in deze dingen; het ligt in het inzicht dat Julien verkrijgt in zijn innerlijke wezen, in zijn ho mofile aanleg, die zich soms uit in voorbijgaande verliefdheden, maar ook in de constante liefde voor één medestudent. Deze liefde ver vult hem met een schuwe, stille bewondering. Nadere kennisma king volgt pas in het laatste stu diejaar, maar ook dan nog blijft ze van beide kanten onuitgespro ken. Ondertussen heeft Julien in Havelock Ellis, vermaard sexuo- loog uit deze twintigerjaren gele zen over zijn afwijking; trouwens de studie der klassieke letteren had hem reeds de ogen geopend omtrent de aard van de aantrek kingskracht die jeugdig mannelijk schoon op hem uitoefende. Maar in deze jonge man was een sterke tegenkracht die hem er van weerhield de verkeerde weg op te gaan, die hij zag als een weg van onreinheid en verderf. En zo werd Julien verscheurd door de strijd die de twee elemen ten in zijn leven tegen elkander voerden. Ook toen Mark en hij vrienden waren geworden, bleef tussen beiden de verhouding rein en werd de natuur bedwongen. Gesterkt door bijbellezing (de Ro meinenbrief) en het gebruik der India; juweel in de kroon India is eens genoemd het schit terendste juweel in de Engelse kroon, en dat is .ook de titel van het jongste werk van Paul Scott, The jewel m the crown (uitgave Heinemann, Londen, blz. 451, 3D shilling). Het is 1942. De strijd in Azië is volop ontbrand. De Engelsen krij gen harde klappen te incasseren Hun aanzien in dat deel van de wereld is aan het verminderen. De Aziatische volken ontdekken, dat zij niet zo onoverwinnelijk zijn als altijd is gedacht. De Japanners ruk ken op en veroveren al die ge bieden. waarin de Engelsen eens heersers waren. India ziet met angst en beven een nieuwe rnacht opkomen, die zich aan land en volk zal vergrij pen. Alle jaren van strijd voor zelfstandigheid schijnen nutteloos te zi.-n geweest. En op dat elfde uur wordt de honger naar vrijheid bijna ondra gelijk. Laat ons. roept Ghandi uit, laat ons maar over aan God. Maar de Engelse kunnen Ghandi niet tegemoet komen. Zijn strijd om de vrijheid is op dat moment ook de hunne. Tegen de achtergrond twee na ties. die niet weten of zij elkander nu moeten haten of moeten steu nen in eenzelfde strijd speelt zich de geschiedenis af van een geroofd Engels meisje, door Paul Scott boeiend beschreven. Hij zegt ervan: Het is maar een verdichtsel, en alle personen zijn denkbeeldig. Het neemt niet weg, dat The jewel in de crown, toch de lezer veel laat proeven van twee rijken in de moeilijkste uren van hun bestaan. sacramenten, hield Julien stand. Evenwel, de pijn der verscheurd heid en van de kruisiging der in het lichaam worstelende begeerten bleef tot het laatst toe. Het christendom van Green is nooit, ook in dit boek, dat van de jui chende overwinnaar, maar van de deerlijk gehavende strijder, die al kreunend doorvecht. In Terre lointaine vindt de lezer suggestieve bladzijden over de we lige natuur in het Zuiden, de pa triarchale levensstijl, de wrok je gens de Yankees, de Noorderlin gen, stammend uit de jaren van de afscheidingsoorlog (18601865) maar als „leitmotiv" loopt door het gehele boek, nu eens over heersend, dan weer op de achter grond, het verslag van de strijd die de jonge man in volstrekte geestelijke eenzaamheid te voeren had tegen zichzelf. Men vergelijke zijn leven met dat van de figuren uit Troyats boek. zijn geestelijke tegenvoeters. DR. M. C. v. d. PANNE. Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekoorde. Goudreinetstraat 125, Den Haag. Halfleeg bord Vele schakers menen dat de moei lijkheid van de problematiek ln aller lei stellingen afneemt naarmate er minder op het bord staat. Hoewel de algemeenheid van deze stelling aan gerechte twijfel onderhevig is heb ben degenen die zo denken een klein stukje logica aan hun zijde. Veel helpt dit niet, want de uitzonderings gevallen in beide richtingen zijn tè talrijk en tè welbekend om hierop nader in te gaan. Het beste dat kan. is dat op t problematiek gewoonllj: zlchtelljker is dan op Dat geldt dan ditmaal voor ten minste drie van de vier opgaven. In opgave 4 staat wat meer op het bord. doch de opstelling is zó weinig gecompliceerd problematiek nauwelijks doorzichtig n remise. En hot irtij Kovassy-Bakos Hieronder volgen de oplossingen zlchtig moeten spelen. Met 1. Df4? liet hij dit na. Er volgde 1. Lf5! 2. Tc3 LXC2! 3. TXC8? (Wit volgt dan een dwaallicht na) 3. Txc8 4. Dc7 (Dat was wits's bedoe ling. Schijnbaar ls alles in orde. Maar 4Dh6t!l; Een onaanzienlijk schaakje en alles is voorbij. Wat wit ook speelt, hij ver- b c d e f g h >n h2 gep< at. omdat 3 Tgl Pxfl s. \ixii '1X112 en un voordeel was voor zwart voldoende (3) Kinnmark—Olivera. Na 1. Pa5? (Zwart had Td7 moeten spelen!) volgde 2. Lb6!I (De zwarte dame moet de dekking van 17 opge ven of een stuk verliezen) 2. Dxb6 (Zwart prefer 4. Pxnt Kg8 5. PxeS 3. gxf3 (Nagenoeg gedwongen) 3. Dxg3t 4. Tg2 (Even stilte maarpxf3tS 5°rlKfl 3 Dxg2t?f F6. °Kxg2 Horizontaal: 1. ruimte tussen architraaf en kroonlijst. 5. geestelijke. 9. dorp in Gelderland, 13. hoekpijler, 15 vogel, 16 godin van de twist, 17. muzieknoot. 19. zwakke, 21 twijg, 22. rivier in Italië, 23. kanton in Zwitserland, 25. zekere slang. 28. biersoort. 29. klinknageltje. 31. rivier bed. 32. gelofte. 33. welgevormd. 34. palmboom, 36. tuchtroede. 38 zui ver. 40. term bij het kaartspel, 42. water in Utrecht. 43. overdracht van een wissel, 45. voorzetsel, 47. voedsel. 49. bekend knaagdier. 50. voor zetsel, 51. rivier in Spanje en Portugal. 52. volgens de regel, 53. azijn. 54. oude lengtemaat, 55. schoorsteenzwart, 57. Europeaan. 59. scheik. element (afk.), 60. zijtak Garonne. 61. slaapt men op. 63. eiland ten W. van Sumatra. 65. jachthond, 66. plaats in België. 68 .venster, 70. vogel. 71. kookt men op, 72. niet vast. 74. getroffen. 76. bekend dier. 77. maag ontsteking, 80. moerasvogel. 81. vreemde munt (afk). 82. makker. 83. koraalrif. 85. deel van de mast. 86. trek aan een sigaar. 87. lied, 89. snede. 91. plaats in Groningen. 92. duurzaam. 93. pasgang van een paard. Vertikaal: 1. plaats in Zweden in de provincie Dalarna. 2. geluid van een ezel. 3. boomloot. 4. hemellichaam. 6. water in N. Brab. 7. metselspecie. 8. bekende afkorting, 9 werpanker. 10. telwoord (Duits). 11. boom. 12. bende. 14. jongensnaam. 16. zwemvogel, 18. zangwijs. 20. onbep. voornaamw.. 21. gewicht in China. 22. ontwerp, 24. uit of be treffende Ierland. 26. gesleten dunne plek in weefsels. 27. taaie aard soort, 28. zijrivier van de Tiber. 30. optisch seintoestel. 33. kerseboom 'ZN», 35. keurig. 37. vermaning (ZN). 38. meisjesnaam. 39. zuivelpro- dukt, 41. plaats in België. 43. boordsel. 44. misprijzen. 46. patroon. 48. ontkenning (Eng). 49. beet. 50 holte in een muur. 56. zwaardvis. 58. nakroost, 60. schop. 61. plaats in N. Brab. 62. landschap op de O.kust van Sumatra. 64. zijtak Moezel. 65. berrie, 66. deel van een schip. 67. rekening. 69. voegwoord. 70. pookijzer. 71. kale streep in weefsels. 73. gebloemd katoen. 75. sterke drank. 77. dun weefsel. 78. ontgonnen land. 79. zeeëngte tussen Seeland en Zweden. 82. mens, 84. water in Z.H., 86. uitroep. 87 jongensnaam. 88. bijwoord. 90. oude lengtemaat. 4. M.O.. 5. kets. 6. peek, 7. os. 8. ar. 9. nog. 10. sein. 11. leges. 13. d.s.. 15. i.l., 17. kiens. 19. Maris. 21. een. 22. nevel. 25. mat. 26. Kreta. 28. manie. 29. ten, 32. ale, 33. happe. 35. Ilm. 37. tenor. 39. elk. 41. ko- nak. 43. Gerok. 45. eigen, 46. alg. 47. ros. 49. preek. 50. ros. 51. aan. 53. kabas. 56. lis. 57. garen. 58. atlas. 60. iep. 62. leger. 64. Ran. 65. Elden. 67. label. 68. het, 70. Eem. 72. argot. 74. rok. 77. arak, 79. Lear. 80. Gent, 82. dier. 84. pro. 85. Km. 86. re. 87. ree. 89. p.e., 90. os. 92. ta. 93. pt. pBoft DÉ JEUGD - VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD VQOR 0£ JEUGD VCtöR DE JEUGtJ V($k DE JEUGD VOC rpOEN Kees naar school wandelde, zag hij de etui weer in de etalage van de boekwinkel liggen. Wat een pracht, dacht hij, ik wou, dat ik die kon kopen. Al weken lang bleef hij telkens even staan kijken met z'n neus platgedrukt tegen de ruit en hij kon z'n begerige ogen haast niet van dat moois afkrijgen. De etui was helrood met een ritsslui ting en er zat van alles in. Kleurpotloden, een penhouder, een stukje stuf, een li- neaal, een prachtige ballpen, te veel om allemaal op te noemen. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1. gnoom. 5. kip. 7. orans. 11. leem. 12. ode. 14. eis. 16. roek. 13. ert. 20. steel. 23 gil. 24. ga. 25. mak. 27. sek. 28. met. 30. ne. 31. tarra. 33. Havel. 34. si. 36. Tielt, 38. manen. 39. es. 40. L.K.. 42. steeg. 44. pil. 45 el. 46. Amor. 48. neppe. 50. Rika. 52. nor, 53 korre. 54. rog. 55. glas. 57. garoe. 59. sein. 61. ik. 62. lab. 63. kerte, 66. ne. 67. L S.. 68. He rat. 69. kalle. 71. pa. 73. leges. 75. nader. 76. ba. 78. ten, 79. log. 81 Sem. 82. dg. 83. Erp. 85. keker. 86. rio, 88. larp. 90 oma. 91. net. 93. Peet. 94 koers. 95. rot, 96. as ter. Vertikaal: 1 Gera. 2. net, 3. om. INZENDINGEN Inzendingen worden voor don derdag a.s. op ons bureau ver wacht. Oplossingen mogen uit sluitend op een briefkaart wor den geschreven. In de linker bovenhoek vermelden: „Puzzel- oplossing". Er zijn drie prijzen: een van 5en twee van 2.50. 'THUIS had hij al verteld wat hij in de etalage had zien liggen. Hij kost maar 1,25, vertelde hij. Als je jarig bent, zullen we wel eens ver der zien, had moeder hem ge zegd, maar ja, dat duurde nog zo vreselijk lang. Toen kreeg hij een geweldig idee. Ik ga geld verdienen, be dacht hij, dan kan ik hem zelf 't Was woensdag en toen z'n vrienden hem vroegen, of hij mee ging voetballen, zei hij ge wichtig: „Nee jongens, daar heb ik vanmiddag geen tijd voor, ik heb wat beters te doen". TT IJ wist nog helemaal niet, hoe hij 't aan moest leggen om aan geld te komen, maar ik ga de stad maar eens in, misschien ontdek ik dan wel iets, bedacht hij. Hij slenterde met z'n handen in z'n zakken de straat uit en zag een mevrouw bezig in haar tuin. 't Gras zag er verwaarloosd uit en de aarde in de bloemen- border kon best een opknap- beurtje gebruiken. „Mevrouw", vroeg Kees, „zal ik U helpen met de tuin?" „Speel je niet liever buiten met je vrienden?" „Ja mevrouw, eigenlijk wel. maar ik wou zo graag een hele mooie etui kopen en nu ben ik aan 't verdienen". „Nou, eerlijk gezegd kan ik best een hulpje gebruiken, ga jij dan maar eens die border netjes bijharken en 't onkruid er uit halen". „Graag mevrouw", zei Kees en hij deed z'n uiterste best Toen hij klaar was zwol z'n hart van trots, toen hij een pluim kreeg van mevrouw. „Ge weldig Kees, wat ziet dat er weer keurig uit. Je lust nu ze ker wel een glas limonade?" „Graag mevrouw" en even la ter zat hij gezellig buiten met een groot glas priklimonade voor zich. „Hmmmm. heerlijk" zei Kees en hij vertelde vol vuur over de prachtige etui die hij gezien had en toen de limo nade op was. zei mevrouw: „Hier Kees, voor je etui" en ze overhandigde Kees een heel kwartje. „Dank U wel. mevrouw, dank U wel", zei Kees blij. En hij ging vol goede moed op zoek naar een volgend karwei- 17EN mevrouw kwam haar deur uit terwijl ze zei: „Kom Hector, schiet op, ik heb nog meer te doen". „Mevrouw, Beste jongens en meisjes, op deze tekening staan zeven spreekwoorden uitgebeeld. Die moeten jullie proberen te vin den. Het lijkt erg moeilijk, maar als je de plaatjes goed bekijkt, valt het wel mee. De oplossingen moeten jullie in zenden voor dins dag 21 februari. mevrouw, zal ik de hond even voor U uitlaten?" Verwonderd keek ze hem „Heb jij daar dan zin in op je vrije woensdagmiddag, heb je dan geen vrienden om mee te spelen?" „Ja mevrouw, maar ik wil een etui kopen, de mooiste die er bestaat en om dat ik nog lang niet jarig ben, wil ik zelf gaan sparen". „Nou, vooruit dan maar, ga dan maar een kwartiertje om met Hector, maar houdt hem goed vast". Gelukkig was de hond een volgzaam en rustig dier, en toen hij de hond weer terug bracht, zei de mevrouw: „Fijn Kees ik ben echt blij, dat je me geholpen hebt, ik heb 't zo druk en nou moet ik nog boodschappen doen ook". „Zal ik die gaan doen?", vroeg Kees ijverig. Mevrouw keek hem eens aan en antwoordde aarzelend: „Nou, als je 't niet vervelend vindt?" „Nee hoor, zegt U maar wat ik moet halen". Kees kreeg een mand mee met een boodschappenlijstje en toen hij de volgepakte mand even later weer terugbracht, kreeg hij z'n beloning. W/EER kreeg Kees een kwartje in z'n hand ge drukt. Hoera, hoera, juichte hij zachtjes voor zich heen. Weer een kwartje. 25 cent en 25 cent is uh Kees moest eens goed naden ken. 50 cent, dat is al veel zeg. „Dank U wel. mevrouw" en uit gelaten fluitend liep hij verder. „Hé jongen, ja jij daar". Verwonderd keek Kees naar een winkeljuffrouw, die in de deuropening van een schoenen zaak stond. „Heeft U mij geroe pen?", vroeg Kees. „Ja, heb jij niets te doen?" „Uh, nee juffrouw, waarom vraagt U dat?" „Zou jij mis schien drie ijsjes voor me wil len halen, dat mag jij er zelf ook eentje kopen". Kees kreeg 4 dubbeltjes in z'n hand ge drukt en vroeg: „Wat voor ijs wilt U hebben?" pEES moest lachen om die malle winkeljuffrouw, zou ze wel eens warm ijs gegeten hebben?, vroeg hij zich af. Even later kwam hij met 3 ijsjes terug. „Heb jij je ijsje nu al op?" vroeg de juffrouw verbaasd. „Nou zeg, dat kan je ook vlug". „Nee uh nee juffrouw, ik wou liever 't dubbeltje houden, want ik ben aan 't sparen voor een etui". „Nou, dat moet je dan zelf maar weten, in ieder geval be dankt". Kees was al weer druk aan 't rekenen. „Ik had al 50 cent en nu 10 cent erbij, dat is samen 60 cent", mompelde hij en een oud heertje bleef verbaasd staan, toen hij Kees zo in zich zelf zag praten. Een grote verhuiswagen reed langzaam voorbij en stopte even verder in de straat. TMIEUWSGIERIG ging Kees er op af en twee grote ke rels stapten uit de cabine van de auto. „Hé, jij daar, ga eens een eindje uit de buurt, je staat in de weg". „Mijnheer, mag ik U niet hel pen?" „Helpen? Ach, jij kleine broe keman, je kan toch geen zware kisten en meubels sjouwen, ga maar lekker spelen". Teleurgesteld deed Kees een paar stappen achteruit en bleef vol belangstelling staan kijken. Hij vergat helemaal zijn etui en keek zo'n ogen uit, want een verhuiswagen zie je niet el ke dag. „Hé manneke, sta jij er nou nog?", vroeg de verhuizer hem verbaasd. „Nou, kom maar eens hier en steek je handen dan maar eens uit je mouwen. Hier, breng die plant naar bin nen. maar voorzichtig hooi; i laat hem niet vallen". PRIJSWINNAARS Zoals we beloofd hadden, I zouden drie kinderen een prijsje krijgen voor hun goe- de oplossing van de puzzel. Dat zijn: Anneke de Hoog, IOudeledeweg 193A te Pi.jn- ackcr, Ietje Donk, Smalzijde 11 te Nieuwland en Jan I Kraak, Croonenburgh 19 te I Oud-Beijerland. Il Met een kleur van inspan ning liep Kees voetje voor voe tje met de plant 't lege huis binnen, waar de nieuwe bewo ner hem zei de plant op de vensterbank te zetten. Hij sjouwde net zo hard als de twee verhuizers en had 't zo druk als een klein baasje. De mijnheer van 't nieuwe huis was verbaasd, toen de ver huizers hem na een poosje kwa men vertellen, dat ze klaar wa ren met uitladen. „Zo, zo. dat is vlug gegaan". „Ja mijnheer, maar we had-: den er ook een prima hulpje bij" en Kees glom van genoe gen, toen hij dat hoorde. 1 „Ja, ja, dat heb ik wel ge merkt. Hier mannen, een lekke re sigaar. Jij nog maar niet, hè Kees? Hier, jij krijgt iets an ders". En de mijnheer haalde 3 blin kende dubbeltjes uit zijn porte- monnai. „Ga maar een lekkere reep chocola halen". „Dank U wel, mijnheer, dank U wel", zei Kees blij. TVATUURLIJK kocht Kees geen reep, maar hij telde de drie dubbeltjes bij zijn be zit. 60 cent en 30 cent is 90 cent. Blij danste hij de weg terug naar huis, want 't was inmid dels half 6 geworden. Vol trots liet hij z'n zelf ver diende geld zien en vertelde z'n avonturen. „Je zult wel honger hebben na al dat werk, hè?" „Nou moeder, als een paard", en hij at de ene boterham na de andere. „Wil je straks nog wat ver dienen?", vroeg moeder. „Waarmee mam?" „Met schoenen poetsen". Moeder wist, dat Kees daar een hekel aan had en ze keek stomverbaasd, toen Kees vro lijk fluitend aan T werk ging. Hij poetste of z'n leven er van afhing en na een poosje zagen de schoenen er weer als nieuw uit. „Fijn Kees. dank je wel. Hoe veel geld had je ook al weer?" „90 cent, mam". „Dan zullen vader en ik er de rest bijleggen, dan kun je morgen je etui gaan kopen". „Oh, dank U wel, wat fijn" en opgewonden holde hij als een dolleman de kamer op en TJIJ droomde die nacht van de etui en de volgende mor gen nog voor schooltijd ging hij hem kopen. Toen vertelde hij z'n vrienden waarom hij niet mee had kunnen doen met voetballen, want hij had er de hele woensdagmiddag voor moeten werken. Hij was wat blij met zo'n etui, dat begrij pen jullie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 16