SCHER VEN
DE ETUI ~i
PUZZEL VAN DE WEEK
r
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1967
"DETREKKELIJK vlug na de verschijning van het eerste deel van zijn roman-
cyclus Les Eygletière heeft Troyat het tweede laten volgen, dat hij de
pakkende titel gaf La Faim des Lionceaux. Eigenlijk is ze maar zeer gedeel
telijk juist. De levenshonger drijft alleen de jongste zoon Daniel. De oudste,
Jean-Marc, zich er voor schamend de triomferende rivaal van zijn vader te zijn,
heeft zijn liaison met Carole, zijn stiefmoeder, verbroken. Hij houdt stand, als ze
tracht hem
weer te winnen,
al gevoelt hij
dat zijn liefde
voor haar nog
lang niet dood
is. Het gevaar
van een terug
val wordt minder groot, als zijn vader, op de hoogte
gebracht van wat gebeurd is, hem het huis uitjaagt
en alle financiële steun onthoudt. Overdag de kost
verdienen en 's nachts hard studeren, dat is een pro
baat mfddel om liefdesperikelen te omzeilen.
Toekomst van Nieuw-Guinea
Francoise, die een poging tot
zelfmoord heeft gedaan uit wal
ging over zichzelf en haar milieu,
heeft, naar ze meent, haar even
wicht teruggevonden en zal weer
de kolleges van Kozlof, haar te
ruggewezen minnaar, gaan volgen
bij haar studie van het Russisch.
Ze kent haar eigen zwakheid
niet; zijn gladde tong breekt haar
weerstand en ze trouwt hem met
goedvinden van haar vader. Wel
dra leert ze haar echtgenoot ken
nen als een egocentrisch genotzoe
ker, die glimlachend speelt met
haar geluk en geen oog heeft voor
haar diepste behoefte.
Iets van een jonge leeuw leeft
in Daniel, die in overmoed of
naleviteit geen vrees kent. Zijn
Afrikaanse reis heeft hem tot man
gemaakt. Als zijn vriendinnetje
een kind verwacht en van geen
abortus wil weten, aanvaardt hij
welgemoed het huwelijk. Hij is
immers al bijna student en studen
tenhuwelijken zijn de gewoonste
zaak ter wereld.
De vijftigjarige Philippe, de
man van het vlotte leven, voelt
zich van allen verlaten en, wat
Carole betreft, in een klem. Ze
zijn indertijd in gemeenschap van
goederen getrouwd en zodoende
zou een officiële scheiding hem
ruïneren, nog afgezien van het
schandaal dat een proces zou ver
wekken.
Parliament of a thousand tribes,
noemde Osmar White zijn studie
over Nieuw-Guinea (uitgave Hei-
nemann, Londen, blz. 237, 36 shil
ling), die hü met grote deskundig
heid heeft geschreven.
White, Nieuw-Zeelander van ge
boorte, kreeg zijn opvoeding in
Australië en als verslaggever van
verscheidene Australische dagbla
den bereisde hij langer dan dertig
jaar Nieuw-Guinea en de Zuidwest
Pacific. In de tweede wereldoorlog
sloot hij zich aan bij de Austra
lische commando's, die in de jungle
guerrilla voerden tegen de Japan-
Ook in die jaren heeft hij in
nauw contact gestaan met de be
volking van Nieuw-Guinea, die
hem zeer na aan het hart ligt. Hij
weet dus waarover hij schrijft. Hij
kent hun verlangens en hun idea
len.
Zijn studie over dit volk, voor
wie een brug moet worden geslagen
van het stenen tijdperk naar de we
reld van vandaag, is boeiend. Maar
wat zijn de consequenties van dat
brug slaan? In de eerste plaats zal
het slagen, daarnaast wat is de in
vloed op de Zuidwest Pacific als
die drie miljoen mensen, die naar
onze begrippen nog in duisternis
leven, zijn opgegroeid en opgevoed
tot het peil. waarop de overige
Aziatische volken staan?
Het zijn vragen, waarop het ant
woord slechts aarzelend is te geven.
Uiteraard betrekt White ook de
verhouding met Australië in zijn
Voor die Nederlanders, die
Nieuw-Guinea kennen en zijn be
volking liefhebben, is Parliament of
a thousand tribes een waardevol
boek.
Ellende
Wie na lezing het boek sluit,
voelt zich treden uit een wereld
van as en sintels, van ontredde
ring en verknoeide vrijheid. Troy
at heeft wel veel ellende opge
hoopt in dit éne gezin. Hij vertelt
er van op neutrale toon, in objec
tieve trant, maar hij laat de lezer
voelen, dat in een gezin waar man
en vrouw eigen wegen van genot
zucht en morele ongebondenheid
gaan, van de kinderen niets beters
verwacht kan worden.
Ze zijn niet slecht, maar zwak
in het uur der verzoeking.
Jean-Marc breekt met zijn stiefmoe
der. hij wil geen eerrover zijn,
maar valt zonder liefde een ande
re vrouw in de armen. Frangoise,
goed rooms en hunkerend naar
zuiverheid, sluit een huwelijk dat
haar omlaag trekt en Daniel, die
aanvankelijk zijn vriendinnetje
HENRI TROYAT
respecteert, geeft weldra toe aan
de drift van zijn zinnen en sleept
Danielle mee in de vaart naar om
laag. Minder dan zwak, bepaald
verdorven, is Carole, één brok
egoïsme, die door perfide raadge
vingen haar stiefkinderen mede in
het ongeluk stort.
Verteller
Ook in dit sombere boek toont
Troyat zich de volmaakte vertel
ler, kundig ontleder van karak
ters, schrijver van boeiende dialo
gen, waar het leven in tintelt, tra
ditioneel in de factuur van zijn
boeken, maar grondig kenner van
het moderne leven.
Verscheurdheid
Het plan drie jaar te studeren
in de Verenigde Staten, waarvan
sprake was in het tweede deel
van de reeks jeugdherinneringen,
die Julien Green ons biedt, is in
We vinden de twintigjarige jon
geman aan de universiteit van
Charlottesville in' Virginia, het
land van zijn vaderen. Hij wordt
hartelijk ontvangen door ooms en
tantes en de talrijke neven en
nichten. Maar aan de universiteit
ontmoet hij geen familielid. In
zijn eenzelvigheid sluit hij zich op
als in een burcht. Van aansluiting
bij een club of een dispuut is
geen sprake. Tussen hem en de
honderden Zuiderlingen er stu
deert hier maar een enkele Noor
derling staat een sterke bar
rière van verschil in mentaliteit
en levensopvatting; hij, de stipte
katholiek, die regelmatig ter
biecht ging in de armelijke kapel,
introvert en wroetend in eigen ge
voelsleven; de anderen protestant
van luchtige levensstijl, extravert
en tuk op een plezertje.
Julien wierp zich dus op de stu
die: klassieke en moderne talen,
geschiedenis en bijbelkennis. Dat
geeft de schrijver aanleiding om
vermakelijke portretten te teke
nen van diverse professoren. Be
halve aan de studie gaf Julien
ook tijd aan de tekenkunst, aan
vrije lectuur en aan eigen literair
werk. De schrijver in hem ont
waakte; gedichten en verhalen wa
ren de eerste vruchten van zijn
arbeid. Green geeft er geen nade
re bizonderheden over. De lezer
mag daaruit wel de conclusie trek
ken dat ze nu in zijn ogen waarde
loos zijn.
Verzoeking
Het belang van dit boek ligt ech
ter niet in deze dingen; het ligt in
het inzicht dat Julien verkrijgt in
zijn innerlijke wezen, in zijn ho
mofile aanleg, die zich soms uit in
voorbijgaande verliefdheden, maar
ook in de constante liefde voor
één medestudent. Deze liefde ver
vult hem met een schuwe, stille
bewondering. Nadere kennisma
king volgt pas in het laatste stu
diejaar, maar ook dan nog blijft
ze van beide kanten onuitgespro
ken. Ondertussen heeft Julien in
Havelock Ellis, vermaard sexuo-
loog uit deze twintigerjaren gele
zen over zijn afwijking; trouwens
de studie der klassieke letteren
had hem reeds de ogen geopend
omtrent de aard van de aantrek
kingskracht die jeugdig mannelijk
schoon op hem uitoefende.
Maar in deze jonge man was
een sterke tegenkracht die hem er
van weerhield de verkeerde weg
op te gaan, die hij zag als een
weg van onreinheid en verderf.
En zo werd Julien verscheurd
door de strijd die de twee elemen
ten in zijn leven tegen elkander
voerden. Ook toen Mark en hij
vrienden waren geworden, bleef
tussen beiden de verhouding rein
en werd de natuur bedwongen.
Gesterkt door bijbellezing (de Ro
meinenbrief) en het gebruik der
India; juweel
in de kroon
India is eens genoemd het schit
terendste juweel in de Engelse
kroon, en dat is .ook de titel van
het jongste werk van Paul Scott,
The jewel m the crown (uitgave
Heinemann, Londen, blz. 451, 3D
shilling).
Het is 1942. De strijd in Azië is
volop ontbrand. De Engelsen krij
gen harde klappen te incasseren
Hun aanzien in dat deel van de
wereld is aan het verminderen. De
Aziatische volken ontdekken, dat
zij niet zo onoverwinnelijk zijn als
altijd is gedacht. De Japanners ruk
ken op en veroveren al die ge
bieden. waarin de Engelsen eens
heersers waren.
India ziet met angst en beven
een nieuwe rnacht opkomen, die
zich aan land en volk zal vergrij
pen. Alle jaren van strijd voor
zelfstandigheid schijnen nutteloos
te zi.-n geweest.
En op dat elfde uur wordt de
honger naar vrijheid bijna ondra
gelijk. Laat ons. roept Ghandi uit,
laat ons maar over aan God. Maar
de Engelse kunnen Ghandi niet
tegemoet komen. Zijn strijd om de
vrijheid is op dat moment ook de
hunne.
Tegen de achtergrond twee na
ties. die niet weten of zij elkander
nu moeten haten of moeten steu
nen in eenzelfde strijd speelt
zich de geschiedenis af van een
geroofd Engels meisje, door Paul
Scott boeiend beschreven. Hij zegt
ervan: Het is maar een verdichtsel,
en alle personen zijn denkbeeldig.
Het neemt niet weg, dat The
jewel in de crown, toch de lezer
veel laat proeven van twee rijken
in de moeilijkste uren van hun
bestaan.
sacramenten, hield Julien stand.
Evenwel, de pijn der verscheurd
heid en van de kruisiging der in
het lichaam worstelende begeerten
bleef tot het laatst toe. Het
christendom van Green is nooit,
ook in dit boek, dat van de jui
chende overwinnaar, maar van de
deerlijk gehavende strijder, die al
kreunend doorvecht.
In Terre lointaine vindt de lezer
suggestieve bladzijden over de we
lige natuur in het Zuiden, de pa
triarchale levensstijl, de wrok je
gens de Yankees, de Noorderlin
gen, stammend uit de jaren van
de afscheidingsoorlog (18601865)
maar als „leitmotiv" loopt door
het gehele boek, nu eens over
heersend, dan weer op de achter
grond, het verslag van de strijd
die de jonge man in volstrekte
geestelijke eenzaamheid te voeren
had tegen zichzelf. Men vergelijke
zijn leven met dat van de figuren
uit Troyats boek. zijn geestelijke
tegenvoeters.
DR. M. C. v. d. PANNE.
Correspondentie en oplossingen
aan de heer H. J. J. Slavekoorde.
Goudreinetstraat 125, Den Haag.
Halfleeg bord
Vele schakers menen dat de moei
lijkheid van de problematiek ln aller
lei stellingen afneemt naarmate er
minder op het bord staat. Hoewel de
algemeenheid van deze stelling aan
gerechte twijfel onderhevig is heb
ben degenen die zo denken een klein
stukje logica aan hun zijde. Veel
helpt dit niet, want de uitzonderings
gevallen in beide richtingen
zijn tè talrijk en tè welbekend om
hierop nader in te gaan.
Het beste dat
kan. is dat op t
problematiek gewoonllj:
zlchtelljker is dan op
Dat geldt dan ditmaal voor ten
minste drie van de vier opgaven. In
opgave 4 staat wat meer op het
bord. doch de opstelling is zó weinig
gecompliceerd
problematiek nauwelijks
doorzichtig n
remise. En hot
irtij Kovassy-Bakos
Hieronder volgen de oplossingen
zlchtig moeten spelen. Met 1. Df4?
liet hij dit na. Er volgde 1.
Lf5! 2. Tc3 LXC2! 3. TXC8? (Wit
volgt dan een dwaallicht na) 3.
Txc8 4. Dc7 (Dat was wits's bedoe
ling. Schijnbaar ls alles in orde.
Maar 4Dh6t!l; Een
onaanzienlijk schaakje en alles is
voorbij. Wat wit ook speelt, hij ver-
b c d e f g h
>n h2 gep<
at. omdat
3 Tgl Pxfl s. \ixii '1X112 en un
voordeel was voor zwart voldoende
(3) Kinnmark—Olivera. Na 1.
Pa5? (Zwart had Td7 moeten
spelen!) volgde 2. Lb6!I (De zwarte
dame moet de dekking van 17 opge
ven of een stuk verliezen) 2.
Dxb6 (Zwart prefer
4. Pxnt Kg8 5. PxeS
3. gxf3 (Nagenoeg gedwongen) 3.
Dxg3t 4. Tg2 (Even stilte
maarpxf3tS 5°rlKfl 3 Dxg2t?f F6. °Kxg2
Horizontaal: 1. ruimte tussen architraaf en kroonlijst. 5. geestelijke.
9. dorp in Gelderland, 13. hoekpijler, 15 vogel, 16 godin van de twist,
17. muzieknoot. 19. zwakke, 21 twijg, 22. rivier in Italië, 23. kanton in
Zwitserland, 25. zekere slang. 28. biersoort. 29. klinknageltje. 31. rivier
bed. 32. gelofte. 33. welgevormd. 34. palmboom, 36. tuchtroede. 38 zui
ver. 40. term bij het kaartspel, 42. water in Utrecht. 43. overdracht van
een wissel, 45. voorzetsel, 47. voedsel. 49. bekend knaagdier. 50. voor
zetsel, 51. rivier in Spanje en Portugal. 52. volgens de regel, 53. azijn.
54. oude lengtemaat, 55. schoorsteenzwart, 57. Europeaan. 59. scheik.
element (afk.), 60. zijtak Garonne. 61. slaapt men op. 63. eiland ten W.
van Sumatra. 65. jachthond, 66. plaats in België. 68 .venster, 70. vogel.
71. kookt men op, 72. niet vast. 74. getroffen. 76. bekend dier. 77. maag
ontsteking, 80. moerasvogel. 81. vreemde munt (afk). 82. makker. 83.
koraalrif. 85. deel van de mast. 86. trek aan een sigaar. 87. lied, 89.
snede. 91. plaats in Groningen. 92. duurzaam. 93. pasgang van een
paard.
Vertikaal: 1. plaats in Zweden in de provincie Dalarna. 2. geluid
van een ezel. 3. boomloot. 4. hemellichaam. 6. water in N. Brab. 7.
metselspecie. 8. bekende afkorting, 9 werpanker. 10. telwoord (Duits).
11. boom. 12. bende. 14. jongensnaam. 16. zwemvogel, 18. zangwijs. 20.
onbep. voornaamw.. 21. gewicht in China. 22. ontwerp, 24. uit of be
treffende Ierland. 26. gesleten dunne plek in weefsels. 27. taaie aard
soort, 28. zijrivier van de Tiber. 30. optisch seintoestel. 33. kerseboom
'ZN», 35. keurig. 37. vermaning (ZN). 38. meisjesnaam. 39. zuivelpro-
dukt, 41. plaats in België. 43. boordsel. 44. misprijzen. 46. patroon. 48.
ontkenning (Eng). 49. beet. 50 holte in een muur. 56. zwaardvis. 58.
nakroost, 60. schop. 61. plaats in N. Brab. 62. landschap op de O.kust
van Sumatra. 64. zijtak Moezel. 65. berrie, 66. deel van een schip.
67. rekening. 69. voegwoord. 70. pookijzer. 71. kale streep in weefsels.
73. gebloemd katoen. 75. sterke drank. 77. dun weefsel. 78. ontgonnen
land. 79. zeeëngte tussen Seeland en Zweden. 82. mens, 84. water in
Z.H., 86. uitroep. 87 jongensnaam. 88. bijwoord. 90. oude lengtemaat.
4. M.O.. 5. kets. 6. peek, 7. os. 8. ar.
9. nog. 10. sein. 11. leges. 13. d.s..
15. i.l., 17. kiens. 19. Maris. 21. een.
22. nevel. 25. mat. 26. Kreta. 28.
manie. 29. ten, 32. ale, 33. happe.
35. Ilm. 37. tenor. 39. elk. 41. ko-
nak. 43. Gerok. 45. eigen, 46. alg.
47. ros. 49. preek. 50. ros. 51. aan.
53. kabas. 56. lis. 57. garen. 58.
atlas. 60. iep. 62. leger. 64. Ran. 65.
Elden. 67. label. 68. het, 70. Eem.
72. argot. 74. rok. 77. arak, 79.
Lear. 80. Gent, 82. dier. 84. pro. 85.
Km. 86. re. 87. ree. 89. p.e., 90. os.
92. ta. 93. pt.
pBoft DÉ JEUGD - VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD VQOR 0£ JEUGD VCtöR DE JEUGtJ V($k DE JEUGD VOC
rpOEN Kees naar school wandelde, zag
hij de etui weer in de etalage van de
boekwinkel liggen.
Wat een pracht, dacht hij, ik wou, dat
ik die kon kopen.
Al weken lang bleef hij telkens even
staan kijken met z'n neus platgedrukt
tegen de ruit en hij kon z'n begerige ogen
haast niet van dat moois afkrijgen.
De etui was helrood met een ritsslui
ting en er zat van alles in. Kleurpotloden,
een penhouder, een stukje stuf, een li-
neaal, een prachtige ballpen, te veel om
allemaal op te noemen.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. gnoom. 5. kip. 7.
orans. 11. leem. 12. ode. 14. eis.
16. roek. 13. ert. 20. steel. 23
gil. 24. ga. 25. mak. 27. sek. 28.
met. 30. ne. 31. tarra. 33. Havel.
34. si. 36. Tielt, 38. manen. 39. es.
40. L.K.. 42. steeg. 44. pil. 45 el.
46. Amor. 48. neppe. 50. Rika. 52.
nor, 53 korre. 54. rog. 55. glas.
57. garoe. 59. sein. 61. ik. 62. lab.
63. kerte, 66. ne. 67. L S.. 68. He
rat. 69. kalle. 71. pa. 73. leges. 75.
nader. 76. ba. 78. ten, 79. log. 81
Sem. 82. dg. 83. Erp. 85. keker.
86. rio, 88. larp. 90 oma. 91. net.
93. Peet. 94 koers. 95. rot, 96. as
ter.
Vertikaal: 1 Gera. 2. net, 3. om.
INZENDINGEN
Inzendingen worden voor don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart wor
den geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden: „Puzzel-
oplossing". Er zijn drie prijzen:
een van 5en twee van 2.50.
'THUIS had hij al verteld
wat hij in de etalage had
zien liggen. Hij kost maar
1,25, vertelde hij. Als je jarig
bent, zullen we wel eens ver
der zien, had moeder hem ge
zegd, maar ja, dat duurde nog
zo vreselijk lang.
Toen kreeg hij een geweldig
idee.
Ik ga geld verdienen, be
dacht hij, dan kan ik hem zelf
't Was woensdag en toen z'n
vrienden hem vroegen, of hij
mee ging voetballen, zei hij ge
wichtig: „Nee jongens, daar
heb ik vanmiddag geen tijd
voor, ik heb wat beters te
doen".
TT IJ wist nog helemaal
niet, hoe hij 't aan moest
leggen om aan geld te komen,
maar ik ga de stad maar eens
in, misschien ontdek ik dan
wel iets, bedacht hij.
Hij slenterde met z'n handen
in z'n zakken de straat uit en
zag een mevrouw bezig in haar
tuin.
't Gras zag er verwaarloosd
uit en de aarde in de bloemen-
border kon best een opknap-
beurtje gebruiken. „Mevrouw",
vroeg Kees, „zal ik U helpen
met de tuin?" „Speel je niet
liever buiten met je vrienden?"
„Ja mevrouw, eigenlijk wel.
maar ik wou zo graag een hele
mooie etui kopen en nu ben ik
aan 't verdienen".
„Nou, eerlijk gezegd kan ik
best een hulpje gebruiken, ga
jij dan maar eens die border
netjes bijharken en 't onkruid
er uit halen".
„Graag mevrouw", zei Kees
en hij deed z'n uiterste best
Toen hij klaar was zwol z'n
hart van trots, toen hij een
pluim kreeg van mevrouw. „Ge
weldig Kees, wat ziet dat er
weer keurig uit. Je lust nu ze
ker wel een glas limonade?"
„Graag mevrouw" en even la
ter zat hij gezellig buiten met
een groot glas priklimonade
voor zich. „Hmmmm. heerlijk"
zei Kees en hij vertelde vol
vuur over de prachtige etui die
hij gezien had en toen de limo
nade op was. zei mevrouw:
„Hier Kees, voor je etui" en ze
overhandigde Kees een heel
kwartje.
„Dank U wel. mevrouw,
dank U wel", zei Kees blij. En
hij ging vol goede moed op
zoek naar een volgend karwei-
17EN mevrouw kwam haar
deur uit terwijl ze zei:
„Kom Hector, schiet op, ik heb
nog meer te doen". „Mevrouw,
Beste jongens
en meisjes, op
deze tekening
staan zeven
spreekwoorden
uitgebeeld. Die
moeten jullie
proberen te vin
den. Het lijkt erg
moeilijk, maar als
je de plaatjes
goed bekijkt, valt
het wel mee.
De oplossingen
moeten jullie in
zenden voor dins
dag 21 februari.
mevrouw, zal ik de hond even
voor U uitlaten?"
Verwonderd keek ze hem
„Heb jij daar dan zin in op
je vrije woensdagmiddag,
heb je dan geen vrienden om
mee te spelen?" „Ja mevrouw,
maar ik wil een etui kopen, de
mooiste die er bestaat en om
dat ik nog lang niet jarig ben,
wil ik zelf gaan sparen".
„Nou, vooruit dan maar, ga
dan maar een kwartiertje om
met Hector, maar houdt hem
goed vast".
Gelukkig was de hond een
volgzaam en rustig dier, en
toen hij de hond weer terug
bracht, zei de mevrouw: „Fijn
Kees ik ben echt blij, dat je me
geholpen hebt, ik heb 't zo
druk en nou moet ik nog
boodschappen doen ook".
„Zal ik die gaan doen?",
vroeg Kees ijverig.
Mevrouw keek hem eens aan
en antwoordde aarzelend:
„Nou, als je 't niet vervelend
vindt?"
„Nee hoor, zegt U maar wat
ik moet halen".
Kees kreeg een mand mee
met een boodschappenlijstje en
toen hij de volgepakte mand
even later weer terugbracht,
kreeg hij z'n beloning.
W/EER kreeg Kees een
kwartje in z'n hand ge
drukt. Hoera, hoera, juichte hij
zachtjes voor zich heen. Weer
een kwartje.
25 cent en 25 cent is uh
Kees moest eens goed naden
ken. 50 cent, dat is al veel zeg.
„Dank U wel. mevrouw" en uit
gelaten fluitend liep hij verder.
„Hé jongen, ja jij daar".
Verwonderd keek Kees naar
een winkeljuffrouw, die in de
deuropening van een schoenen
zaak stond. „Heeft U mij geroe
pen?", vroeg Kees.
„Ja, heb jij niets te doen?"
„Uh, nee juffrouw, waarom
vraagt U dat?" „Zou jij mis
schien drie ijsjes voor me wil
len halen, dat mag jij er zelf
ook eentje kopen". Kees kreeg
4 dubbeltjes in z'n hand ge
drukt en vroeg: „Wat voor ijs
wilt U hebben?"
pEES moest lachen om die
malle winkeljuffrouw, zou
ze wel eens warm ijs gegeten
hebben?, vroeg hij zich af.
Even later kwam hij met 3
ijsjes terug.
„Heb jij je ijsje nu al op?"
vroeg de juffrouw verbaasd.
„Nou zeg, dat kan je ook vlug".
„Nee uh nee juffrouw, ik
wou liever 't dubbeltje houden,
want ik ben aan 't sparen voor
een etui".
„Nou, dat moet je dan zelf
maar weten, in ieder geval be
dankt".
Kees was al weer druk aan 't
rekenen.
„Ik had al 50 cent en nu 10
cent erbij, dat is samen 60
cent", mompelde hij en een
oud heertje bleef verbaasd
staan, toen hij Kees zo in zich
zelf zag praten.
Een grote verhuiswagen reed
langzaam voorbij en stopte
even verder in de straat.
TMIEUWSGIERIG ging Kees
er op af en twee grote ke
rels stapten uit de cabine van
de auto.
„Hé, jij daar, ga eens een
eindje uit de buurt, je staat in
de weg".
„Mijnheer, mag ik U niet hel
pen?"
„Helpen? Ach, jij kleine broe
keman, je kan toch geen zware
kisten en meubels sjouwen, ga
maar lekker spelen".
Teleurgesteld deed Kees een
paar stappen achteruit en bleef
vol belangstelling staan kijken.
Hij vergat helemaal zijn etui
en keek zo'n ogen uit, want
een verhuiswagen zie je niet el
ke dag. „Hé manneke, sta jij er
nou nog?", vroeg de verhuizer
hem verbaasd. „Nou, kom maar
eens hier en steek je handen
dan maar eens uit je mouwen.
Hier, breng die plant naar bin
nen. maar voorzichtig hooi;
i laat hem niet vallen".
PRIJSWINNAARS
Zoals we beloofd hadden,
I zouden drie kinderen een
prijsje krijgen voor hun goe-
de oplossing van de puzzel.
Dat zijn: Anneke de Hoog,
IOudeledeweg 193A te Pi.jn-
ackcr, Ietje Donk, Smalzijde
11 te Nieuwland en Jan
I Kraak, Croonenburgh 19 te I
Oud-Beijerland.
Il
Met een kleur van inspan
ning liep Kees voetje voor voe
tje met de plant 't lege huis
binnen, waar de nieuwe bewo
ner hem zei de plant op de
vensterbank te zetten.
Hij sjouwde net zo hard als
de twee verhuizers en had 't zo
druk als een klein baasje.
De mijnheer van 't nieuwe
huis was verbaasd, toen de ver
huizers hem na een poosje kwa
men vertellen, dat ze klaar wa
ren met uitladen.
„Zo, zo. dat is vlug gegaan".
„Ja mijnheer, maar we had-:
den er ook een prima hulpje
bij" en Kees glom van genoe
gen, toen hij dat hoorde. 1
„Ja, ja, dat heb ik wel ge
merkt. Hier mannen, een lekke
re sigaar. Jij nog maar niet, hè
Kees? Hier, jij krijgt iets an
ders".
En de mijnheer haalde 3 blin
kende dubbeltjes uit zijn porte-
monnai. „Ga maar een lekkere
reep chocola halen".
„Dank U wel, mijnheer, dank
U wel", zei Kees blij.
TVATUURLIJK kocht Kees
geen reep, maar hij telde
de drie dubbeltjes bij zijn be
zit.
60 cent en 30 cent is 90 cent.
Blij danste hij de weg terug
naar huis, want 't was inmid
dels half 6 geworden.
Vol trots liet hij z'n zelf ver
diende geld zien en vertelde
z'n avonturen.
„Je zult wel honger hebben
na al dat werk, hè?"
„Nou moeder, als een paard",
en hij at de ene boterham na
de andere.
„Wil je straks nog wat ver
dienen?", vroeg moeder.
„Waarmee mam?"
„Met schoenen poetsen".
Moeder wist, dat Kees daar
een hekel aan had en ze keek
stomverbaasd, toen Kees vro
lijk fluitend aan T werk ging.
Hij poetste of z'n leven er
van afhing en na een poosje
zagen de schoenen er weer als
nieuw uit.
„Fijn Kees. dank je wel. Hoe
veel geld had je ook al
weer?"
„90 cent, mam".
„Dan zullen vader en ik er
de rest bijleggen, dan kun je
morgen je etui gaan kopen".
„Oh, dank U wel, wat fijn"
en opgewonden holde hij als
een dolleman de kamer op en
TJIJ droomde die nacht van
de etui en de volgende mor
gen nog voor schooltijd ging
hij hem kopen. Toen vertelde
hij z'n vrienden waarom hij
niet mee had kunnen doen met
voetballen, want hij had er de
hele woensdagmiddag voor
moeten werken. Hij was wat
blij met zo'n etui, dat begrij
pen jullie.