Christenen
kunnen
vrijer
ademhalen
NIEUW MENSTYPE IN DE POËZIE
GEESTELIJK
LEVEN
VERANDERINGEN IN OOST-EUROPA
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1967
(Van o
e kerkredactie)
Waardevolle
(Van onze kerkredactie)
„Ik weet niet of de christenen achter het ijzeren
gordijn het er nu gemakkelijker hebben. Wel heb
ben ze het op het ogenblik beslist minder moeilijk."
Dat was de conclusie van de jonge Britse evange
list Dave Foster, leider van het Europese Youth-
for-Christ-werk, die vorige week van zijn zesde reis
achter het ijzeren gordijn terugkeerde.
We spraken met hem op het vliegveld Schiphol,
waar hij uit Warschau gearriveerd was om over te
stappen op een vliegtuig naar Londen.
In het boekje waarin hij enkele jaren
geleden de balans opmaakte van de ont
wikkeling in de Gereformeerde Kerken
typeerde de Amsterdamse predikant Van
Teylingen de huidige situatie kerkelijk
en theologisch als een geweldige storm.
Het zou camouflage zijn te denken
dat het nog mogelijk was ergens rustig
te midden der woedende baren te zijn.
De wereld kent geen schuilplaatsen meer
veilig voor anker zou kun
nen gaan, tenzij men de vaart zou heb
ben opgegeven.
De Wereldraad van kerken
heeft altijd al contacten gehad
met de kerken achter het ijzeren
gordijn. In 1961 werden deze ech
ter enorm uitgebreid, toen de
Russisch - Orthodoxe Kerk en
enkele andere Oosteuropese ker
ken toetraden. Ook op de Ny-
borgconferenties konden West
en Oosteuropese kerken elkaar
ontmoeten.
Berichtgeving
Christelijke bladen die niet ge
charmeerd waren van de We
reldraad, zagen dit met lede ogen
aan. Voortdurend werden artike
len gepubliceerd, die spraken
van geloofsvervolgingen en mar
telingen. De meeste bladen leg
gen nu echter de nadruk op
kerkelijke mogelijkheden.
We vroegen Dave Foster, hoe
hij staat tegenover deze verande
ring. „Zo ver ik heb kunnen na
gaan in mijn gesprekken met ve
le christenen daar, geloven zij
dat het Richard Wurmbrandtijd-
perk voorbij is, zei hij ons. Wurm-
brand is de Roemeense christen
die veertien jaar in de gevange
nis heeft doorgebracht en werd
vrijgekocht met Noors geld.
„Ik heb nergens meer gehoord
van gevallen van martelingen, zo
als enige jaren geleden nog vrij
veelvuldig voorkwamen'', ver
volgde Foster, „maar natuurlijk
moeten de christenen daar nog
altijd rekening houden met gro
ve beperkingen die hun worden
opgelegd en die soms toch nog
wel ontaarden in vervolgingen."
ten opzichte van de protestanten.
Daar stonden (en staan nog in
zekere zin) de protstanten een
voudig buiten de wet. In de
Oosteuropese landen laat men
liever de kerken toe om in het
openbaar samen te komen, om
zo des te beter toezicht te heb
ben op wat er gebeurt.
Toezicht
Deviezen
Toch kunnen de christenen in
de meeste landen vrijer ademha
len. Dat is te danken, meent
Foster, aan het feit dat deze lan
den dringend behoefte hebben
aan buitenlands geld en omdat
een nieuwe geest van nationa
lisme de overhand gekregen
heeft bij de meeste Oosteuropese
regeringen.
Een baptistenpredikant in Tsje-
choslowakije zat dringend verle
gen om een auto, om het grote
aantal gemeenten die hij pasto
raal moet verzorgen, werkelijk
te kunnen bereiken. Engelse bap
tisten brachten ongeveer duizend
gulden bijeen om hem te helpen
en Dave Foster bracht hem het
geld als koerier. Kennelijk was
de Tsjechische regering even blij
met de deviezen als de predikant
met het geld, want Foster heeft
er nu een open deur.
Merkwaardig is dat de kerken
in de meeste landen achter het
ijzeren gordijn nog steeds (zoals
voor de communistische machts
overname) gesubsidieerd worden
door hun regering. Dat maakt al
een bepaalde vorm van toezicht
mogelijk.
In Tsjechoslowakije kregen de
„Vergaderingen van Gelovigen"
het daardoor moeilijk. Deze ge
meenten kerulen geen predikan
ten en wensten geen enkele
vorm van staatshulp en staatstoe
zicht te aanvaarden. Het gevolg
was dat de regering hen jaren
geleden verbood diensten te hou
den.
In plaats van bijeen te komen
in hun zalen, die in beslag geno
men waren, kwamen zij bij el
kaar aan huis bijeen. Ondanks
alle moeilijkheden groeide deze
gemeenschap sterk. Het gevolg
was dat de regering hen na vijf
jaar nu ineens weer toestaat
diensten te houden in hun eigen
zalen. Kennelijk was men tot de
conclusie gekomen, dat men dan
beter een oogje in het zeil kon
houden.
Scheuringen
Omdat ons uit Oost-Europa ge
ruchten bereikten dat vrije evan
gelisten uit het Westen door hun
nadruk op het spreken in tongen
en het volle evangelie scheurin-
(Van
kerkredactie)
DAVE FOSTER, evangelist,
journalist en sneltekenaar, werd
oorspronkelijk opgeleid tot rccla-
metekenaar en -ontwerper. Maar
toen hij een artikel schreef voor
het blad van de Britse Jeugd-
voor-Christus-beweging, kreeg hij
prompt het verzoek een nieuwe
opzet voor het blad te ontwerpen.
Hij deed dit zo goed, dat liy er
meteen redacteur van werd.
IN die tijd kwam hij ook in
contact met een Amerikaanse
evangelist, die zijn preek
illustreerde met krijttekeningen.
Dat kan ik ook, dacht hij. Hij
liet zien wat hy kon op een jaar
vergadering en kreeg zoveel uit
nodigingen voor evangelisatie-
samenkomsten, dat hjj al spoedig
zijn reclame-werk eraan gaf en het
land begon rond te reizen.
Reclameman
werd
evangelist
reizen om zo een stuk af te snij
den. Hij wist dat hij een visum
nodig had, maar ook dat het ge-
De kerk gaal uit in Praag. De
leden van de Evangelische Broe
dergemeente trekken weer hun
i het i
tinent kreeg
OOK
hij uitnodiging
tekenen en spreken. Zo sprak hjj
enige jaren geleden in een
Youth-for-Christ-rally in de
Rivierahal te Rotterdam. Al
spoedig werd liy door het
interivólionale Jeugd-voor-Chrislus-
werk verzocht de leiding over het
Europese werk op zich te nemen
en dit te helpen een nieuwe styl
te vinden.
REIZEND per auto van het
fne Westeuropese land naar het
andere, waagde hy een poging
door een Oosteuropees land te
woonlyk zes weken duurde voor
men er een kreeg. Hy besloot zich
van den domme (te houden.
AAN de grens moest hy zyn
visum tonen, dat hy niet had.
„Ik wilde er hier een aanvragen",
was zyn antwoord. Een officier
zei, dat hem dat wel 2 dollar
kostte. Hy legde ze op tafel.
„Maar u moet ve£l viagen be
antwoorden." Zijn antwoord was:
„Vraagt u maar, ik zal mijn best
OP die
HÜ
DAVE FOSTER
dat ogenblik kreeg hy steeds
nieuwe uitnodigingen om kerken
en jeugdgroepen te bezoeken.
HIJ schreef erover in zyn
wekelijkse rubriek „Around
Europe" in het Britse blad The
Christian. Mensen begonnen hem
spontaan geld te sturen voor be
paalde projecten. Het gevolg was
dat in Engeland een hulporgani
satie „Eurovangelism" gevormd
werd die bepaalde evangelisato-
rische en kerkelijke projecten in
zowel Oost- als West-Europa
adopteert
De omwentelingen van de twintigste eeuw laten
diepe sporen na ook en misschien wel juist in kerk
en theologie. Vooral de Gereformeerde Kerken maken
een markante ontwikkeling door. Het behoeft niet te
verwonderen, dat velen het niet meer weten. Schrift
gezag, belijdenis, kerk, het zijn maar enkele proble
men die beroering brengen, en die veel meelevende
gemeenteleden doen verzuchten: „Waar gaat het
eigenlijk om en waar gaat het heen?"
Men beseft, niet te mogen volstaan met een hou
ding van „Berkouwer of Ridderbos of wie dan ook
zal wel zien. Wij kunnen toch niet beoordelen wat er
aan de hand is."
gen veroorzaakt hadden, vroegen
wij Foster om hiernaar in de
verschillende landen te informe
ren.
Op zijn jongste reis was hij
persoonlijk in staat twee geval
len te onderzoeken. In Tsje
choslowakije is inderdaad in een
gemeente een scheuring
ontstaan. Een gedeelte van de ge
meente die koos voor de zoge
naamde „pinksterboodschap"
scheidde zich af.
De Unie. van Baptistengemeen
ten in Hongarije ontzette een
predikant uit zijn ambt, omdat
hij onder westerse (in dit geval
vooral Hollandse) invloed in zijn
prediking grote nadruk ging leg
gen op de gaven van de Heilige
Geest, vooral het spreken in ton
gen. Hij werd uit zijn ambt ont
zet, omdat de unie meende dat
door deze prediking de eenheid
binnen de gemeente en de unie
geschaad werd.
„Nabij u is het Woord", zegt
Paulus. Maar hoe moeten we te
genwoordig over de Bijbel den
ken? Wat zit er achter dat pra
ten over „Assen"?
Nieuwe reeks
Het was een goed initiatief
van uitgeverij Kok, een nieuwe
reeks „Cahiers voor de gemeen
te" te beginnen. Het eerste deel
tje is zojuist van de pers geko
men. Op de achterkant schrijft
de uitgever zelf:
„Actuele theologische vragen
summier en op heldere wijze
voor meelevende gemeenteleden
uiteengezet. De doorsnee-kerk
mens weet meestal niet meer
dan een fragment van een
kwestie, wat hij vaak moeilijk
kan inpassen in het kader van
zijn geloofsopvatting. Wel heeft
hij zich gerealiseerd, dat er iets
gaande is, maar hij weet niet
precies, waar het allemaal om
gaat.
Omdat alle hangende proble
men in rechtstreeks verband
staan met het geloof van de ge
meente, dienen de kerkmensen
op de hoogte te worden gebracht
van de vragen, waar het thans
om gaat.
De auteurs van deze cahiers
willen dat doen door de publika-
tie van geschriften over de
meest urgente onderwerpen. Er
wordt hier niet om de dingen
heen gedraaid, maar er wordt
precies verteld, wat er vandaag
in discussie is".
Resumé
Toeristen
Vele Oosteuropese landen heb
ben nu ook de deuren wijd open
gezet voor toeristen. Maar dat be
tekende dat zij een einde
moesten maken aan de openbare
geloofsvervolgingen.
Ook de politieke situatie be
gint enigszins te veranderen.
Een atleet vertelde Foster, dat
een Oosteuropees sportteam het
nog maar enkele jaren geleden
niet aandurfde van een Sowjet-
team te winnen. Nu denkt geen
enkel team er meer over, de
strijd op te geven om politieke
redenen.
Deze landen staan nu ook veel
vrijer tegenover het Westen;
Hongarije is een uitzondering.
De regeringen volgen ook een
andere koers ten opzichte van de
kerken dan bijvoorbeeld Spanje
r~J OLANG ik literair meeleef, is er al gepraat
over de nieuwe mens die bezig was te ont
staan. Natuurlijk blijft de nieuwste mens
de oude mens, religieus gesproken. Maar
we spreken nu cultuur-historisch. De renaissan-
ce-mens was een heel ander type dan de middel
eeuwer. En het is wel zeker dat wij vandaag be
leven de opkomst van een nieuw menstype, dat
de kaders van de' renaissance-cultuur heeft ver
broken. Dat nieuwe menstype (want het is juis
ter van een nieuw menstype te spreken dan van
een nieuwe mens) heeft niet meer Europa alleen,
maar de wereld als domicilie.
Naar aanleiding van:
ALLEN GINSBERG, Proef m'n tong in je oor, vertaling Simon Vinkenoog, Uitge
verij De Bezige Bij, Amsterdam, 134 blz., .prijs f 6,50
LUCEBERT, Gedichten 1948-1963, verzameld door Simon Vinkenoog, met
tekeningen van Lucebert, Uitgeverij De Bezige Bij, Amster
dam, 327 blz., 9,50
Eerste gedichten 49/64, Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam,
310 blz., 12,50
Wat de uitgever hier zegt (ac
tueel op heldere wijze niet
om de dingen heen draaien)
geldt zeker van het eerste deel
tje „Verhaal en feit in het Oude
Testament" van prof. dr. J. L.
Koole. In 65 bladzijden wordt
hier een duidelijk resumé gege
ven van de problematiek rond
„Assen".
De „Assen-deputaten", waar
toe prof. Koole ook behoort,
heeft de komende synode gead
viseerd uit te spreken, dat As
sen-1926 „niet langer als een bin
dende leeruitspraak in de ker
ken zal gelden".
Maar in zijn woord ter inlei
ding laat prof. Koole uitkomen,
dat de „vier bizonderheden van
Assen" (de twee bomen in het
paradijs, de slang en haar spre
ken, die als „zintuiglijk waar
neembare werkelijkheden"
moesten worden aanvaard) niet
op zichzelf stonden. Velen vra
gen zich af, of het hek niet van
de dam gaat: als de slang niet
gesproken heeft, is Christus dan
wel werkelijk opgestaan uit de
dood?
Daarom is het dringend nodig
zich te bezinnen op de eigen
aard van de bijbelse geschiede
nis.
Drie factoren
Prof. Koole noemt drie facto
ren, die deze bezinning bepalen.
Ten eerste de vragen, waarvoor
de wetenschap omtrent het be-
wereld en da
mensheid, en ook de geschiede
niswetenschap, ons plaatst.
Maar, voegt hij er aan toe: het
gaat dan niet over de kwestie of
de Bijbel wel waar is, maar over
een heel andere vraag: hoe da
Bijbel verklaard wil worden.
Verder maakte de voortgezette
bestudering van de Heilige
Schrift zelf het vraagstuk van
de bijbelse geschiedenis actueel.
Hierbij bleek, dat de historische
mededelingen van de Schrift
naar hun eigen aard verstaan
moeten worden. Het maakt
verschil of iets meegedeeld
wordt in een prozaverhaal of in
een lied. In het laatste kunnen
dichterlijke vrijheden voorko
men. Ook maakte de Schriftstu
die duidelijk, dat de bijbelschrij
vers de door hen vermelde fei
ten langs menselijke weg verkre
gen hadden. Lucas zegt het uit
drukkelijk.
Eigen waarde
Last but not least zegt de
Kamper hoogleraar, dat de
vraag naar de historie juist in
onze tijd belangrijker is dan
ooit. Als wij het handelen Gods
in de geschiedenis van
oud-Israël en in de kerk uit het
oog verliezen, bekopen wij dat
met het uitzicht in de tijd, die
wij beleven, en op de toekomst.
Er is een geschiedenis, die zich
voorthaast haar de komst van
het Koninkrijk en waarin elk ge
beuren zijn eigen w.aarde heeft
gehad.
Daarom is niet alleen de „toe
passing" van het verhaal belang
rijk, maar niet minder de feite
lijkheid. Zo krijgt men zicht op
Hem, die nog heden en in alle
eeuwigheid regeert, aldus prof.
Koole. Wat dit betekent, met na
me voor de „historische betrouw
baarheid" leze men in dit cahier.
De uitgever heeft als volgende
deeltjes aangekondigd studies
van drs. Tj. Baarda (De betrouw
baarheid van de evangeliën) en
prof. dr. G. P. Hartvelt (Inspira
tie en Schriftbeschouwing).
Verhaal en feit in het Ou
de Testament, door prof. dr.
J. L. Koole. Cahiers voor de
gemeente 1. Uitgave J. H.
Kok te Kampen (65 blz.;
3.90).
S. VINKENOOG,
Extase
De renaissance-cultuur be
rustte en berust in haar
nawerking nog op de
coëxistentie, de samenleving,
van christendom en een klas-
siek-idealistisch humanisme.
Deze partners hebben elkaar
wederzijds beïnvloed. Eras
mus was een typisch hu
manistisch christen. Toch was
dit culturele huwelijk op den
duur niet houdbaar. Het hier
bedoelde humanisme had zijn
wortels in de klassieke oud
heid en het christendom in
het evangelie, bij Rome aange
vuld door de traditie.
In de strijd tussen Luther
en Erasmus over de vrije of
geknechte wil kwam de fun
damentele tegenstelling tus
sen de partners duidelijk
naar voren. Maar zolang Ro
me en de kerken van de refor
matie in het openbare leven
een sterke positie behielden,
en zolang het humanisme uit
de christelijke gevoels- en ge-
dachtenwereld kon putten om
deze waarden op zijn wijze
uit te leggen en te gebruiken,
zolang kon het verbond stand
houden.
De menselijke demonie, zo
als die zich speciaal in de
Tweede Wereldoorlog heeft ge
openbaard, heeft aan de
coëxistentie van christendom
en idealistisch humanisme de
beslissende slag toegebracht.
De positie van de kerk (als
som van alle kerken) in het
openbare leven is door de
voortgeschreden ontkerste
ning zeer verzwakt. Dit had
in de negentiende eeuw eerst
nog tot een nieuw, meer ei
gen leven van het humanisme
geleid, losser van het oudere
bijbelse humanisme.
In 1946 werd in Nederland
het Humanistisch Verbond op
gericht. In datzelfde jaar pu
bliceerde Jean-Paul Sartre
zijn boekje Het existentia
lisme is een humanisme, dat
wil dus zeggen een vorm van
humanisme. In de existentie
filosofieën immers kondigt
zich een menstype aan, dat
zich niet meer kan voegen
binnen de bouwvallige kaders
van de renaissance-cultuur.
Dit laatste was in 1946 nog
niet zo duidelijk te zien, zo
dat de oprichters van het Hu
manistisch Verbond niet van
repristinatie mogen worden
beschuldigd. Repristinatie im
mers wil terugkeren tot opvat
tingen. probleemstellingen,
controversen van voorbijgega
ne tijden.
Sartre toonde aan, dat het
vooroorlogse humanisme hing
aan allerlei waarden en be
grippen die niet anders wa
ren dan slecht vermomde
restanten christendom. Zijn
consequent atheïsme kon niet
rusten voor deze restanten
waren opgeruimd.
Deze opruiming was een
soort Johannes-de-Doper-
werk: het effenen van de
weg voor het komende nieu
we mens-type. dat zowel het
christendom als het vooroor
logse humanisme achter zich
heeft gelaten.
Ruimer
Het ongelukkig geworden,
ja onhoudbare huwelijk tus
sen christendom en huma
nisme, deze basis van de Euro
pese cultuur van de laatste
vier, vijf eeuwen, valt uiteen.
Een cultuur kan niet eeuwig
op twee gedachten blijven
hinken. En waar het funda
ment scheurt, verzakt het
huis.
De gevolgen hiervan zijn
met de handen te tasten, ook
in de Nederlandse politiek
Politiek evenwel is een prak
tische bezigheid, die in de
eerste plaats gericht is op
wat voor de hand ligt. De
kunst heeft een veel ruimere
horizon en het is vooral daar
waar het nieuwe menstype
zich steeds duidelijker gaat af
tekenen.
Elite
een hiërarchische ordening
van waarden, zowel kerkelijk,
maatschappelijk als staatkun
dig. Aan de top de machtigen,
de bezitters, de begaafden,
Zij werd beheerst door de eli
te-gedachte en ze aanvaardde
de suprematie van de blanke
mens boven de gekleurde ras
sen als iets vanzelfsprekends.
Maar ook die koloniale ba
sis is weggevallen. Het nieu
we menstype is wereldburger.
Het is overal thuis, omdat het
nergens thuis is. Het rebel
leert tegen alle vormen van
traditioneel gezag, omdat dit
hem niet meer aanspreekt.
Het moet niets hebben van
academisme, omdat de acade
mies uit het Europese, christe
lijke en humanistische kli
maat afkomstig zijn.
Ze geven normen door, die
op de nieuwe mondiale mens
geen vat meer hebben. Ook
in de taal is er geen hoger en
lager meer, noch wat de on
derwerpen, noch wat de
woordkeus betreft. In de
poëzie van onze z.g. Vijftigers
zijn alle woorden broers van
elkaar geworden.
Schreeuw
In de bundel van Ginsberg
komt dit alles duidelijker uit
dan in die van Lucebert en
Vinkenoog. Ginsberg is
gesproten uit Russische
(Joodse?) ouders, opgegroeid
in Amerika, daarna zwerven
de en dolende over de aardbo
dem. Geestelijk vader
landsloos en traditieloos, met
niets dan het eigen lichame-
lijk-geestelljke bestaan. Zo
los van alle overgeleverde re
ligie, dat zijn hele dichtwerk
kan worden gezien als een
schreeuw om religie. Zo nihi
listisch, dat hij zich soms ver
liest in kosmische uitzinnighe
den.
„Nu kan ik tenslotte tot jul
lie spreken geliefde broeders
van een onbekende maan
ware Jullies gehurkt in wel
ke vorm dan ook temidden
van Platonische Dampen Eeu
wigheid
ik ben ook een Ster.
Zullen jullie mijn gedichten
eten of ze lezen
of staren met aluminium
blinde schedels op zonloze pa
gina's?
droom je of vertaal je en
aanvaard je data met on
verschillige lusteloze anten
nes?
maak ik mij begrijpelijk
voor je gebloemde groene re
ceptor oogkassen? Heb je vi-
zioenen van God?
Welke richting zal de zonne
bloem keren omringd door
miljoenen zonnen?"
Hartslag
Ginsberg is. als ik het goed
begrijp, in 1926 geboren, en
representant van de Ameri
kaanse „beat generation". Dit
modewoord „beat" heeft, zo
als de meeste modewoorden,
geen exact omschrijfbare bete
kenis. Er zit ritmiek in,
hartslag, het kan ook duiden
op ontvangen slagen (beaten)
en wordt zelfs in verband ge
bracht met beatus, gelukkig.
Het is met zulke termen zo,
dat zodra men precies kan
zeggen wat ze betekenen, ze
dood zijn. Vinkenoog in zijn
naschrift De vertaler aan het
woord ziet overeenkomst tus
sen de beat generation en de
zogenaamde experimentele ge
neratie in Nederland en
Vlaanderen.
„Beide zijn voortgekomen
uit een protesthouding tegeno
ver bestaande opvattingen in
zake poëzie, beide stelden op
nieuw associatieve en irratio
nele impulsen in dienst van
het woord. Alle vormen en
stijlen konden worden toege
past... een kreatieve daad,
waarbij de poëzie ook en
vooral gezocht werd bij ma
giërs, kinderen en krankzin
nig-verklaarden. De grote
dichters zijn niet de virtuoze
versifikatoren, maar de uitzin-
nigen."
In de Vijftigers kwam vol
gens Vinkenoog aan het
woord „de naoorlogse genera
tie die de mijne was en vijf
jaar potdichte grenzen en
demonische onderdrukking
gekend had."
Bij de Hollanders kan het
internationalisme gezien wor
den als een reactie op vijf
jaar opsluiting; bij de Ameri
kanen die een enorm groot
land bewonen, lag en ligt het
voor de hand. Maar dit is een
secundair verschil.
Over Lucebert en Vinken
oog is al het een en ander
gezegd naar aanleiding van
vroeger verschenen dichtbun
dels. Opvallend is de grote
productiviteit van deze dich
ters. Er is hier dan ook geen
sprake van ciseleren of ver
zen lang in halfvoltooide
staat met zich omdragen, zo
als de oudere dichters wel de
den. Al of niet onder de in
vloed van alcohol of drugs
gooit men er in een soort ex
tase uit wat de geest der
poëzie op een bepaald mo
ment geeft uit te spreken.
Een soort geseculariseerde
tongentaai.
Er zijn jongeren die dit als
romantiek veroordelen en een
positivistische inslag verkie
zen boven de „profetische".
Ik ben te weinig gespecia
liseerd in de jongste poëzie
om te kunnen zeggen wat
daar precies aan de hand is.
Maar één ding is zeker, of
liever twee dingen zijn het: 1.
Het nieuwe postchristelijke
menstype keert de speci-
fiek-Europese cultuur de rug
toe en is mondiaal geo
riënteerd. 2. In de literatuur,
vooral in de poëzie, ziet men
die nieuwe mens zich steeds
duidelijker aftekenen. Want
al dit „profeteren" en experi
menteren leidt tenslotte tot
iets.
Martelaar
Over eventuele blijvende
waarde van wat geschreven
is valt niets te zeggen. Veel is
nu al achterhaald. In zover is
de dichter ook martelaar en
weet hij zich geen schuiver,
maar geschovene. Wie even
wel zijn tijd wil begrijpen,
moet niet alleen lezen wat uit
de studeerkamer komt, maar
ook wat in toevallige onderko
mens of smerige hotelkamer
tjes op oude schrijfmachines
is neergehamerd. Tenslotte is
literatuur leven.
Dr. C. RIJNSDORP