Christenen kunnen vrijer ademhalen NIEUW MENSTYPE IN DE POËZIE GEESTELIJK LEVEN VERANDERINGEN IN OOST-EUROPA ZATERDAG 18 FEBRUARI 1967 (Van o e kerkredactie) Waardevolle (Van onze kerkredactie) „Ik weet niet of de christenen achter het ijzeren gordijn het er nu gemakkelijker hebben. Wel heb ben ze het op het ogenblik beslist minder moeilijk." Dat was de conclusie van de jonge Britse evange list Dave Foster, leider van het Europese Youth- for-Christ-werk, die vorige week van zijn zesde reis achter het ijzeren gordijn terugkeerde. We spraken met hem op het vliegveld Schiphol, waar hij uit Warschau gearriveerd was om over te stappen op een vliegtuig naar Londen. In het boekje waarin hij enkele jaren geleden de balans opmaakte van de ont wikkeling in de Gereformeerde Kerken typeerde de Amsterdamse predikant Van Teylingen de huidige situatie kerkelijk en theologisch als een geweldige storm. Het zou camouflage zijn te denken dat het nog mogelijk was ergens rustig te midden der woedende baren te zijn. De wereld kent geen schuilplaatsen meer veilig voor anker zou kun nen gaan, tenzij men de vaart zou heb ben opgegeven. De Wereldraad van kerken heeft altijd al contacten gehad met de kerken achter het ijzeren gordijn. In 1961 werden deze ech ter enorm uitgebreid, toen de Russisch - Orthodoxe Kerk en enkele andere Oosteuropese ker ken toetraden. Ook op de Ny- borgconferenties konden West en Oosteuropese kerken elkaar ontmoeten. Berichtgeving Christelijke bladen die niet ge charmeerd waren van de We reldraad, zagen dit met lede ogen aan. Voortdurend werden artike len gepubliceerd, die spraken van geloofsvervolgingen en mar telingen. De meeste bladen leg gen nu echter de nadruk op kerkelijke mogelijkheden. We vroegen Dave Foster, hoe hij staat tegenover deze verande ring. „Zo ver ik heb kunnen na gaan in mijn gesprekken met ve le christenen daar, geloven zij dat het Richard Wurmbrandtijd- perk voorbij is, zei hij ons. Wurm- brand is de Roemeense christen die veertien jaar in de gevange nis heeft doorgebracht en werd vrijgekocht met Noors geld. „Ik heb nergens meer gehoord van gevallen van martelingen, zo als enige jaren geleden nog vrij veelvuldig voorkwamen'', ver volgde Foster, „maar natuurlijk moeten de christenen daar nog altijd rekening houden met gro ve beperkingen die hun worden opgelegd en die soms toch nog wel ontaarden in vervolgingen." ten opzichte van de protestanten. Daar stonden (en staan nog in zekere zin) de protstanten een voudig buiten de wet. In de Oosteuropese landen laat men liever de kerken toe om in het openbaar samen te komen, om zo des te beter toezicht te heb ben op wat er gebeurt. Toezicht Deviezen Toch kunnen de christenen in de meeste landen vrijer ademha len. Dat is te danken, meent Foster, aan het feit dat deze lan den dringend behoefte hebben aan buitenlands geld en omdat een nieuwe geest van nationa lisme de overhand gekregen heeft bij de meeste Oosteuropese regeringen. Een baptistenpredikant in Tsje- choslowakije zat dringend verle gen om een auto, om het grote aantal gemeenten die hij pasto raal moet verzorgen, werkelijk te kunnen bereiken. Engelse bap tisten brachten ongeveer duizend gulden bijeen om hem te helpen en Dave Foster bracht hem het geld als koerier. Kennelijk was de Tsjechische regering even blij met de deviezen als de predikant met het geld, want Foster heeft er nu een open deur. Merkwaardig is dat de kerken in de meeste landen achter het ijzeren gordijn nog steeds (zoals voor de communistische machts overname) gesubsidieerd worden door hun regering. Dat maakt al een bepaalde vorm van toezicht mogelijk. In Tsjechoslowakije kregen de „Vergaderingen van Gelovigen" het daardoor moeilijk. Deze ge meenten kerulen geen predikan ten en wensten geen enkele vorm van staatshulp en staatstoe zicht te aanvaarden. Het gevolg was dat de regering hen jaren geleden verbood diensten te hou den. In plaats van bijeen te komen in hun zalen, die in beslag geno men waren, kwamen zij bij el kaar aan huis bijeen. Ondanks alle moeilijkheden groeide deze gemeenschap sterk. Het gevolg was dat de regering hen na vijf jaar nu ineens weer toestaat diensten te houden in hun eigen zalen. Kennelijk was men tot de conclusie gekomen, dat men dan beter een oogje in het zeil kon houden. Scheuringen Omdat ons uit Oost-Europa ge ruchten bereikten dat vrije evan gelisten uit het Westen door hun nadruk op het spreken in tongen en het volle evangelie scheurin- (Van kerkredactie) DAVE FOSTER, evangelist, journalist en sneltekenaar, werd oorspronkelijk opgeleid tot rccla- metekenaar en -ontwerper. Maar toen hij een artikel schreef voor het blad van de Britse Jeugd- voor-Christus-beweging, kreeg hij prompt het verzoek een nieuwe opzet voor het blad te ontwerpen. Hij deed dit zo goed, dat liy er meteen redacteur van werd. IN die tijd kwam hij ook in contact met een Amerikaanse evangelist, die zijn preek illustreerde met krijttekeningen. Dat kan ik ook, dacht hij. Hij liet zien wat hy kon op een jaar vergadering en kreeg zoveel uit nodigingen voor evangelisatie- samenkomsten, dat hjj al spoedig zijn reclame-werk eraan gaf en het land begon rond te reizen. Reclameman werd evangelist reizen om zo een stuk af te snij den. Hij wist dat hij een visum nodig had, maar ook dat het ge- De kerk gaal uit in Praag. De leden van de Evangelische Broe dergemeente trekken weer hun i het i tinent kreeg OOK hij uitnodiging tekenen en spreken. Zo sprak hjj enige jaren geleden in een Youth-for-Christ-rally in de Rivierahal te Rotterdam. Al spoedig werd liy door het interivólionale Jeugd-voor-Chrislus- werk verzocht de leiding over het Europese werk op zich te nemen en dit te helpen een nieuwe styl te vinden. REIZEND per auto van het fne Westeuropese land naar het andere, waagde hy een poging door een Oosteuropees land te woonlyk zes weken duurde voor men er een kreeg. Hy besloot zich van den domme (te houden. AAN de grens moest hy zyn visum tonen, dat hy niet had. „Ik wilde er hier een aanvragen", was zyn antwoord. Een officier zei, dat hem dat wel 2 dollar kostte. Hy legde ze op tafel. „Maar u moet ve£l viagen be antwoorden." Zijn antwoord was: „Vraagt u maar, ik zal mijn best OP die HÜ DAVE FOSTER dat ogenblik kreeg hy steeds nieuwe uitnodigingen om kerken en jeugdgroepen te bezoeken. HIJ schreef erover in zyn wekelijkse rubriek „Around Europe" in het Britse blad The Christian. Mensen begonnen hem spontaan geld te sturen voor be paalde projecten. Het gevolg was dat in Engeland een hulporgani satie „Eurovangelism" gevormd werd die bepaalde evangelisato- rische en kerkelijke projecten in zowel Oost- als West-Europa adopteert De omwentelingen van de twintigste eeuw laten diepe sporen na ook en misschien wel juist in kerk en theologie. Vooral de Gereformeerde Kerken maken een markante ontwikkeling door. Het behoeft niet te verwonderen, dat velen het niet meer weten. Schrift gezag, belijdenis, kerk, het zijn maar enkele proble men die beroering brengen, en die veel meelevende gemeenteleden doen verzuchten: „Waar gaat het eigenlijk om en waar gaat het heen?" Men beseft, niet te mogen volstaan met een hou ding van „Berkouwer of Ridderbos of wie dan ook zal wel zien. Wij kunnen toch niet beoordelen wat er aan de hand is." gen veroorzaakt hadden, vroegen wij Foster om hiernaar in de verschillende landen te informe ren. Op zijn jongste reis was hij persoonlijk in staat twee geval len te onderzoeken. In Tsje choslowakije is inderdaad in een gemeente een scheuring ontstaan. Een gedeelte van de ge meente die koos voor de zoge naamde „pinksterboodschap" scheidde zich af. De Unie. van Baptistengemeen ten in Hongarije ontzette een predikant uit zijn ambt, omdat hij onder westerse (in dit geval vooral Hollandse) invloed in zijn prediking grote nadruk ging leg gen op de gaven van de Heilige Geest, vooral het spreken in ton gen. Hij werd uit zijn ambt ont zet, omdat de unie meende dat door deze prediking de eenheid binnen de gemeente en de unie geschaad werd. „Nabij u is het Woord", zegt Paulus. Maar hoe moeten we te genwoordig over de Bijbel den ken? Wat zit er achter dat pra ten over „Assen"? Nieuwe reeks Het was een goed initiatief van uitgeverij Kok, een nieuwe reeks „Cahiers voor de gemeen te" te beginnen. Het eerste deel tje is zojuist van de pers geko men. Op de achterkant schrijft de uitgever zelf: „Actuele theologische vragen summier en op heldere wijze voor meelevende gemeenteleden uiteengezet. De doorsnee-kerk mens weet meestal niet meer dan een fragment van een kwestie, wat hij vaak moeilijk kan inpassen in het kader van zijn geloofsopvatting. Wel heeft hij zich gerealiseerd, dat er iets gaande is, maar hij weet niet precies, waar het allemaal om gaat. Omdat alle hangende proble men in rechtstreeks verband staan met het geloof van de ge meente, dienen de kerkmensen op de hoogte te worden gebracht van de vragen, waar het thans om gaat. De auteurs van deze cahiers willen dat doen door de publika- tie van geschriften over de meest urgente onderwerpen. Er wordt hier niet om de dingen heen gedraaid, maar er wordt precies verteld, wat er vandaag in discussie is". Resumé Toeristen Vele Oosteuropese landen heb ben nu ook de deuren wijd open gezet voor toeristen. Maar dat be tekende dat zij een einde moesten maken aan de openbare geloofsvervolgingen. Ook de politieke situatie be gint enigszins te veranderen. Een atleet vertelde Foster, dat een Oosteuropees sportteam het nog maar enkele jaren geleden niet aandurfde van een Sowjet- team te winnen. Nu denkt geen enkel team er meer over, de strijd op te geven om politieke redenen. Deze landen staan nu ook veel vrijer tegenover het Westen; Hongarije is een uitzondering. De regeringen volgen ook een andere koers ten opzichte van de kerken dan bijvoorbeeld Spanje r~J OLANG ik literair meeleef, is er al gepraat over de nieuwe mens die bezig was te ont staan. Natuurlijk blijft de nieuwste mens de oude mens, religieus gesproken. Maar we spreken nu cultuur-historisch. De renaissan- ce-mens was een heel ander type dan de middel eeuwer. En het is wel zeker dat wij vandaag be leven de opkomst van een nieuw menstype, dat de kaders van de' renaissance-cultuur heeft ver broken. Dat nieuwe menstype (want het is juis ter van een nieuw menstype te spreken dan van een nieuwe mens) heeft niet meer Europa alleen, maar de wereld als domicilie. Naar aanleiding van: ALLEN GINSBERG, Proef m'n tong in je oor, vertaling Simon Vinkenoog, Uitge verij De Bezige Bij, Amsterdam, 134 blz., .prijs f 6,50 LUCEBERT, Gedichten 1948-1963, verzameld door Simon Vinkenoog, met tekeningen van Lucebert, Uitgeverij De Bezige Bij, Amster dam, 327 blz., 9,50 Eerste gedichten 49/64, Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 310 blz., 12,50 Wat de uitgever hier zegt (ac tueel op heldere wijze niet om de dingen heen draaien) geldt zeker van het eerste deel tje „Verhaal en feit in het Oude Testament" van prof. dr. J. L. Koole. In 65 bladzijden wordt hier een duidelijk resumé gege ven van de problematiek rond „Assen". De „Assen-deputaten", waar toe prof. Koole ook behoort, heeft de komende synode gead viseerd uit te spreken, dat As sen-1926 „niet langer als een bin dende leeruitspraak in de ker ken zal gelden". Maar in zijn woord ter inlei ding laat prof. Koole uitkomen, dat de „vier bizonderheden van Assen" (de twee bomen in het paradijs, de slang en haar spre ken, die als „zintuiglijk waar neembare werkelijkheden" moesten worden aanvaard) niet op zichzelf stonden. Velen vra gen zich af, of het hek niet van de dam gaat: als de slang niet gesproken heeft, is Christus dan wel werkelijk opgestaan uit de dood? Daarom is het dringend nodig zich te bezinnen op de eigen aard van de bijbelse geschiede nis. Drie factoren Prof. Koole noemt drie facto ren, die deze bezinning bepalen. Ten eerste de vragen, waarvoor de wetenschap omtrent het be- wereld en da mensheid, en ook de geschiede niswetenschap, ons plaatst. Maar, voegt hij er aan toe: het gaat dan niet over de kwestie of de Bijbel wel waar is, maar over een heel andere vraag: hoe da Bijbel verklaard wil worden. Verder maakte de voortgezette bestudering van de Heilige Schrift zelf het vraagstuk van de bijbelse geschiedenis actueel. Hierbij bleek, dat de historische mededelingen van de Schrift naar hun eigen aard verstaan moeten worden. Het maakt verschil of iets meegedeeld wordt in een prozaverhaal of in een lied. In het laatste kunnen dichterlijke vrijheden voorko men. Ook maakte de Schriftstu die duidelijk, dat de bijbelschrij vers de door hen vermelde fei ten langs menselijke weg verkre gen hadden. Lucas zegt het uit drukkelijk. Eigen waarde Last but not least zegt de Kamper hoogleraar, dat de vraag naar de historie juist in onze tijd belangrijker is dan ooit. Als wij het handelen Gods in de geschiedenis van oud-Israël en in de kerk uit het oog verliezen, bekopen wij dat met het uitzicht in de tijd, die wij beleven, en op de toekomst. Er is een geschiedenis, die zich voorthaast haar de komst van het Koninkrijk en waarin elk ge beuren zijn eigen w.aarde heeft gehad. Daarom is niet alleen de „toe passing" van het verhaal belang rijk, maar niet minder de feite lijkheid. Zo krijgt men zicht op Hem, die nog heden en in alle eeuwigheid regeert, aldus prof. Koole. Wat dit betekent, met na me voor de „historische betrouw baarheid" leze men in dit cahier. De uitgever heeft als volgende deeltjes aangekondigd studies van drs. Tj. Baarda (De betrouw baarheid van de evangeliën) en prof. dr. G. P. Hartvelt (Inspira tie en Schriftbeschouwing). Verhaal en feit in het Ou de Testament, door prof. dr. J. L. Koole. Cahiers voor de gemeente 1. Uitgave J. H. Kok te Kampen (65 blz.; 3.90). S. VINKENOOG, Extase De renaissance-cultuur be rustte en berust in haar nawerking nog op de coëxistentie, de samenleving, van christendom en een klas- siek-idealistisch humanisme. Deze partners hebben elkaar wederzijds beïnvloed. Eras mus was een typisch hu manistisch christen. Toch was dit culturele huwelijk op den duur niet houdbaar. Het hier bedoelde humanisme had zijn wortels in de klassieke oud heid en het christendom in het evangelie, bij Rome aange vuld door de traditie. In de strijd tussen Luther en Erasmus over de vrije of geknechte wil kwam de fun damentele tegenstelling tus sen de partners duidelijk naar voren. Maar zolang Ro me en de kerken van de refor matie in het openbare leven een sterke positie behielden, en zolang het humanisme uit de christelijke gevoels- en ge- dachtenwereld kon putten om deze waarden op zijn wijze uit te leggen en te gebruiken, zolang kon het verbond stand houden. De menselijke demonie, zo als die zich speciaal in de Tweede Wereldoorlog heeft ge openbaard, heeft aan de coëxistentie van christendom en idealistisch humanisme de beslissende slag toegebracht. De positie van de kerk (als som van alle kerken) in het openbare leven is door de voortgeschreden ontkerste ning zeer verzwakt. Dit had in de negentiende eeuw eerst nog tot een nieuw, meer ei gen leven van het humanisme geleid, losser van het oudere bijbelse humanisme. In 1946 werd in Nederland het Humanistisch Verbond op gericht. In datzelfde jaar pu bliceerde Jean-Paul Sartre zijn boekje Het existentia lisme is een humanisme, dat wil dus zeggen een vorm van humanisme. In de existentie filosofieën immers kondigt zich een menstype aan, dat zich niet meer kan voegen binnen de bouwvallige kaders van de renaissance-cultuur. Dit laatste was in 1946 nog niet zo duidelijk te zien, zo dat de oprichters van het Hu manistisch Verbond niet van repristinatie mogen worden beschuldigd. Repristinatie im mers wil terugkeren tot opvat tingen. probleemstellingen, controversen van voorbijgega ne tijden. Sartre toonde aan, dat het vooroorlogse humanisme hing aan allerlei waarden en be grippen die niet anders wa ren dan slecht vermomde restanten christendom. Zijn consequent atheïsme kon niet rusten voor deze restanten waren opgeruimd. Deze opruiming was een soort Johannes-de-Doper- werk: het effenen van de weg voor het komende nieu we mens-type. dat zowel het christendom als het vooroor logse humanisme achter zich heeft gelaten. Ruimer Het ongelukkig geworden, ja onhoudbare huwelijk tus sen christendom en huma nisme, deze basis van de Euro pese cultuur van de laatste vier, vijf eeuwen, valt uiteen. Een cultuur kan niet eeuwig op twee gedachten blijven hinken. En waar het funda ment scheurt, verzakt het huis. De gevolgen hiervan zijn met de handen te tasten, ook in de Nederlandse politiek Politiek evenwel is een prak tische bezigheid, die in de eerste plaats gericht is op wat voor de hand ligt. De kunst heeft een veel ruimere horizon en het is vooral daar waar het nieuwe menstype zich steeds duidelijker gaat af tekenen. Elite een hiërarchische ordening van waarden, zowel kerkelijk, maatschappelijk als staatkun dig. Aan de top de machtigen, de bezitters, de begaafden, Zij werd beheerst door de eli te-gedachte en ze aanvaardde de suprematie van de blanke mens boven de gekleurde ras sen als iets vanzelfsprekends. Maar ook die koloniale ba sis is weggevallen. Het nieu we menstype is wereldburger. Het is overal thuis, omdat het nergens thuis is. Het rebel leert tegen alle vormen van traditioneel gezag, omdat dit hem niet meer aanspreekt. Het moet niets hebben van academisme, omdat de acade mies uit het Europese, christe lijke en humanistische kli maat afkomstig zijn. Ze geven normen door, die op de nieuwe mondiale mens geen vat meer hebben. Ook in de taal is er geen hoger en lager meer, noch wat de on derwerpen, noch wat de woordkeus betreft. In de poëzie van onze z.g. Vijftigers zijn alle woorden broers van elkaar geworden. Schreeuw In de bundel van Ginsberg komt dit alles duidelijker uit dan in die van Lucebert en Vinkenoog. Ginsberg is gesproten uit Russische (Joodse?) ouders, opgegroeid in Amerika, daarna zwerven de en dolende over de aardbo dem. Geestelijk vader landsloos en traditieloos, met niets dan het eigen lichame- lijk-geestelljke bestaan. Zo los van alle overgeleverde re ligie, dat zijn hele dichtwerk kan worden gezien als een schreeuw om religie. Zo nihi listisch, dat hij zich soms ver liest in kosmische uitzinnighe den. „Nu kan ik tenslotte tot jul lie spreken geliefde broeders van een onbekende maan ware Jullies gehurkt in wel ke vorm dan ook temidden van Platonische Dampen Eeu wigheid ik ben ook een Ster. Zullen jullie mijn gedichten eten of ze lezen of staren met aluminium blinde schedels op zonloze pa gina's? droom je of vertaal je en aanvaard je data met on verschillige lusteloze anten nes? maak ik mij begrijpelijk voor je gebloemde groene re ceptor oogkassen? Heb je vi- zioenen van God? Welke richting zal de zonne bloem keren omringd door miljoenen zonnen?" Hartslag Ginsberg is. als ik het goed begrijp, in 1926 geboren, en representant van de Ameri kaanse „beat generation". Dit modewoord „beat" heeft, zo als de meeste modewoorden, geen exact omschrijfbare bete kenis. Er zit ritmiek in, hartslag, het kan ook duiden op ontvangen slagen (beaten) en wordt zelfs in verband ge bracht met beatus, gelukkig. Het is met zulke termen zo, dat zodra men precies kan zeggen wat ze betekenen, ze dood zijn. Vinkenoog in zijn naschrift De vertaler aan het woord ziet overeenkomst tus sen de beat generation en de zogenaamde experimentele ge neratie in Nederland en Vlaanderen. „Beide zijn voortgekomen uit een protesthouding tegeno ver bestaande opvattingen in zake poëzie, beide stelden op nieuw associatieve en irratio nele impulsen in dienst van het woord. Alle vormen en stijlen konden worden toege past... een kreatieve daad, waarbij de poëzie ook en vooral gezocht werd bij ma giërs, kinderen en krankzin nig-verklaarden. De grote dichters zijn niet de virtuoze versifikatoren, maar de uitzin- nigen." In de Vijftigers kwam vol gens Vinkenoog aan het woord „de naoorlogse genera tie die de mijne was en vijf jaar potdichte grenzen en demonische onderdrukking gekend had." Bij de Hollanders kan het internationalisme gezien wor den als een reactie op vijf jaar opsluiting; bij de Ameri kanen die een enorm groot land bewonen, lag en ligt het voor de hand. Maar dit is een secundair verschil. Over Lucebert en Vinken oog is al het een en ander gezegd naar aanleiding van vroeger verschenen dichtbun dels. Opvallend is de grote productiviteit van deze dich ters. Er is hier dan ook geen sprake van ciseleren of ver zen lang in halfvoltooide staat met zich omdragen, zo als de oudere dichters wel de den. Al of niet onder de in vloed van alcohol of drugs gooit men er in een soort ex tase uit wat de geest der poëzie op een bepaald mo ment geeft uit te spreken. Een soort geseculariseerde tongentaai. Er zijn jongeren die dit als romantiek veroordelen en een positivistische inslag verkie zen boven de „profetische". Ik ben te weinig gespecia liseerd in de jongste poëzie om te kunnen zeggen wat daar precies aan de hand is. Maar één ding is zeker, of liever twee dingen zijn het: 1. Het nieuwe postchristelijke menstype keert de speci- fiek-Europese cultuur de rug toe en is mondiaal geo riënteerd. 2. In de literatuur, vooral in de poëzie, ziet men die nieuwe mens zich steeds duidelijker aftekenen. Want al dit „profeteren" en experi menteren leidt tenslotte tot iets. Martelaar Over eventuele blijvende waarde van wat geschreven is valt niets te zeggen. Veel is nu al achterhaald. In zover is de dichter ook martelaar en weet hij zich geen schuiver, maar geschovene. Wie even wel zijn tijd wil begrijpen, moet niet alleen lezen wat uit de studeerkamer komt, maar ook wat in toevallige onderko mens of smerige hotelkamer tjes op oude schrijfmachines is neergehamerd. Tenslotte is literatuur leven. Dr. C. RIJNSDORP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 14