ONOKGS
BLAD
Curagao
FEL LEVEND EILAND
Kinderen van Curagao: guitig en
vrolijk.
toongesteld. Het is een periode uit on
ze geschiedenis waaraan we slechts
met diepe schaamte terug kunnen den-
V4ZATEV
De Curagaoënaars zijn van
oorsprong niet inheems, maar de naza
ten van gedwongen of vrijwillig op
het eiland gebleven blanken en zwar
ten. Het grootste deel van de huidige
bevolking, nl. 93,5 procent van de
160.000 inwoners, stamt af van de ne
gerslaven. De blanke Curagaoënaars
tellen dus slechts 6,5 procent.
Zowel door afkomst uit verschil
lende delen van Afrika alsook van
Zuid-Amerika, en door vermenging,
zijn er heel wat kleurschakeringen.
En zonder enige overdrijving: Er zijn
prachtfiguren onder.
Grote, fors gebouwde mannen, atle-
Het nog volledig intact gebleven
fort doet nu gedeeltelijk dienst als
restaurant, waarbij echter aan de ver
trekken niets is veranderd. Alles is
nog geheel oud-Hollands ingericht.
Slechts is ten behoeve van Engels
sprekende toeristen een bordje aange-
braaht met de welbekende aandui
ding Ladies-Gentlemen. Wie alleen
Nederlands lezen kan, en zich naar
dezelfde plaats wil begeven als de la-
dies en gentlemen,
weet onmiddellijk
waar hij zijn moet
als hij zeer duide
lijk in de ongekuls-
vaderen leest:
Aan het oude Fortplein staat
nog het Gouvernementshuis.
Rechts: Curasao heeft ruime
speelplaatsen, waar blank en
zwart zich vermaken.
„Poephuis"
In Willemstad staan
nog talrijke huizen,
eeuwen geleden ge
bouwd, maar niet
aangevreten door
de tand des tijds.
Huizen in oud-Hol
landse of Spaanse
stijl, beslist niet
volgens een strak,
eenvoudig bouw
plan opgezet.
Kleine en grote,
smalle en brede
huizen staan er naast elkaar en bieden
een vrolijke aanblik door de grote ver
scheidenheid van kleuren; zacht-rose,
groen, geel en blauw.
VERKEER 0 BEE LU
Menigeen heeft van het Curagaose
DOOR
A. van Atten
Foto's ontleend aan „De
Nederlandse Antillen" van
Willem van de Poll (uitgeverij
W. van Hoeve NV, Den Haag).
landschap een totaal verkeerd beeld.
Te verwonderen is dat niet. Onlangs
bezocht een pas gepensioneerd rector
van een lyceum het eiland en na een
paar autotochten erkende hij eerlijk:
,.lk heb de jongelui altijd een verkeer
de voorstelling van Curagao bijge
bracht. Ik heb
verteld dat het
dor en droog is,
dat er niets wil
groeien dan wat
cactussen en dat
hét weinig na
tuurschoon te bie
den heeft. Maar
hoe geheel anders
Inderdaad, voor
ieder die zich Cu
rasao zo heeft
voorgesteld, is een
bezoek aan het
eiland een open-
Zeker, er zijn
gedeelten die er
uitzien alsof ze
nog stukjes zijn
van de aarde op
de eerste schep
pingsdag, woest
en ledig.grau
we, bruine vlak
ten. waarvan de eentonigheid zelfs
door geen dactus wordt onderbroken.
Maar verder naar de westpunt gaan
de, is Curacao te zien in zijn volle,
natuurlijke pracht. Sterk hellende we
gen met scherpe bochten eisen van de
automobilist grote oplettendheid, ook
al omdat hij zich plotseling de weg
versperd kan zien door in het wild
lopende geiten of ezels.
Het opzwepend ritme
heemse dansen
..U hebt een leuk stelletje kinde
ren, merkte ik op. „U hebt er, geloof
ik, vier, is 't niet?"
Ik moest mijn best doen om niet
met mijn ogen te knipperen en vond
het ongepast hem te vragen hoeveel
vrouwen hij dan wel had. Misschien
zou hij dat zelf niet eens onbeschei
den gevonden hebben.
Vrouw en kinderen zien tegen de
vader op zo lang hij flink en sterk is.
Men bewondert dan zijn kracht en
vitaliteit en spreekt er over, dat hij
bij andere vrouwen ook nog kinderen
heeft. Zo flink is vader!
Er zijn, en dit moet ook gememo
reerd worden, Curagaoënaars die deze
vrije sexuele opvattingen niet delen,
die in alle opzichten een eerbaar hu
welijksleven leiden en waar de ge
zinsverhouding voorbeeldig is te noe
men. Doch dit aantal is relatief slechts
gering. De meerderheid houdt er zeer
vrije opvattingen op na.
Er is ook bijgeloof op Curagao. Een
kleine jongen stierf na een ziekte van
slechts een paar dagen. De moeder
wist er de oorzaak van. Toen ze in de
Heerenstraat met het ventje aan het
winkelen was, had een man lang naar
haar zoontje gekeken. Ze kende die
man niet maar het moest iemand ge
weest zijn met het boze oog die het
kind dood wilde hebben.
Het geloof in geesten is, naast een
groot geloof in God, heel sterk. Ik was
op een avond bij een rooms-katholie-
ke onderwijzer bijna alle inwoners
van Curagao zijn rooms-katholiek
met de moeder van een van zijn leer
lingen.
„NAAR JE HOEK!"
te dan met de hand een gebaar, alsof
ze iemand wegduwde, hoewel er geen
derde in de kamer was.
Op een gegeven ogenblik viel ze
driftig uit: „Opa, ik heb er geen be
zwaar tegen dat je hier in de kamer
bent, maar je moet niet voortdurend
om me heen draaien en je overal mee
bemoeien. Ga direct terug naar je
Tegen de onderwijzer zei ze: „U
hebt hem natuurlijk ook wel gezien?
Dat was opa!" De bezoeker had na
tuurlijk niets gezien.
Dat de gestorvenen als geesten te
rugkomen, is voor de meeste Cu-
ragoënaars volkomen zeker, maar ze
zijn er niet op gesteld en nemen na
het overlijden en de begrafenis maat
regelen daartegen.
Onmiddellijk wordt de kamerinde
ling veranderd, het meubilair ver
plaatst enz., zodat de geest zal denken
dat hij zich in de woning heeft ver-
Ook worden wel bij begrafenissen
steentjes naar de lijkwagen gegooid of
wordt de vertrekkende stoet een em
mer water nagegooid om de dode op
die manier kenbaar te maken, dat hij
in zijn oude omgeving niet meer wei-
Dat de levenswijze van zovele Cu
ragaoënaars geheel anders is dan de
onze, impliceert volstrekt niet dat hun
intelligentie minder hoog is dan de
onze. Dat is volstrekt niet liet geval.
Met menigeen kan op hoog peil een
gesprek worden gevoerd. Ze hechten
ook grote waarde aan het onderwijs.
Hoewel er geen leerplicht is. sturen
alle Curagaoënaars, zelfs de aller
armsten, hun kinderen naar S'-hcol
ondanks het hoge schoolgeld.
Er is een groeiende intelligentia en
die zal ongetwijfeld in de toekomst
voor het eiland van groot belang blij
ken te zijn.
Dit is een beeld van Curagao, dat
naast vreselijke dorre en grauwe ge
bieden, gebieden kent van wonderlij
ke pracht, waar naast een sterk geloof
een sterk bijgeloof staat, waar blank
en zwart op ongedwongen wijze met
elkaar omgaan.
Het is een land van tegenstellingen
en mede daardoor van een wonder
lijke bekoring.
ZATERDAG 11 FEBRUARI 1967
OP Curagao gaan blank en zwart ongedwongen
met elkaar om. Op dezelfde bank zitten ze in
een bus, gezellig en oppervlakkig of ook soms
diep ernstig. Van hart tot hart met elkaar sprekend
zonder dat ze zich door een andere huidskleur ge
scheiden voelen. Het is alles zo heel gewoon dat nie
mand er bij stil staat.
Maar wanneer je dan weer te
rug bent van vakantie en leest
over molestaties van negers,
over vervolgingen, rassendiscri
minatie en apartheidspolitiek,
dan voel je het waanzinnig-on
menselijke daarvan wel bijzon
der pijnlijk. Het kan toch ook an-
Willemstads natuurlijke haven
ders! Op Curagao heb ik het er
varen.
Curagao werd oorspronkelijk be
volkt door Indianen. Maar dit handje
vol inheemsen slonk tot een getal van
bijna geen betekenis toen de Westin-
dische Compagnie zich op het eiland
vestigde. Curagao werd een voorname
doorvoerplaats van slaven, die van
Afrika daarheen werden verscheept en
doorverkocht.
Op Sint-Joris, een oude plantage, is
de brug nog waarop de slaven voor de
aspirant-kopers als vee werden ten
ten, en vrouwen van opvallende
schoonheid. Ze behoeven zich voor
hun huidskleur niet te schamen, ze
kunnen er trots op zijn.
Toch komt het niet zelden voor dat
ze een uitgesproken voorkeur hebben
voor een lichtere kleur. Wanneer de
pigmentsamenstelling maar een beetje
verschillend is bij kinderen in een ge
zin, maakt men somsj al onderscheid,
en een wat lichter gekleurd kind zal
door de moeder vaak worden voorge
trokken.
Onze voorvaderen wisten wel wat
degelijk bouwen was. Daarvan getui
gen nog het Gouvernementspaleis, de
Fortkerk en het Fort Nassau. Vanaf
dit op een berg gebouwde fort heeft
men een prachtig uitzicht op de zee,
de haven, de machtige Shell-raffinade-
rij en de stad.
MOEDERTAAL
De blanke meesters hadden aan hun
Nederlands ook niets in de omgang
met de gekleurde import en geleide
lijk is uit de veelheid der talen het
papiaments ontstaan, dat thans door
de Curagaoënaars beschouwd en
gesproken wordt als hun moedertaal.
Er heersen op moreel gebied zeer
vreemde toestanden, waarover men
zonder blikken of blozen spreekt en
die er vaak als heel normaal aanvaard
worden. Het geboorte-percentage is
zeer hoog, mede door het groot aantal
onwettige geboren kinderen, dat in
1965 niet minder was dan 28 procent.
Enige malen had ik een groet gewis
seld met een Curagaoënaar als hij
voor de deur van zijn woning stond.
Op een morgen kwam het tot een wat
uitgebreider gesprek, toen ik over zijn
Het rotsgebergte gaat steil omhoog.
Vooral nadat het geregend heeft, is er
een weelde van groen te aanschou
wen. Prachtige vogels laten er hun
ver doorklinkend gezang horen, koli
bries vliegen met razende snelheid
van tak tot tak.
D.e Curagaoënaars hebben hun eigen
taal: het papiaments. In alle lagen der
bevolking wordt die taal gesproken.
Het is een mengelmoes van Spaans,
Portugees, Nederlands en Afrikaans,
zonder verbuigingen en vervoegingen.
In de tijd der slavernij heerste er
een hopeloze chaos op taalgebied. De
slaven, aangevoerd uit verschillende
gebieden van Afrika waar ook niet
eensluidend werd gesproken, konden
elkaar niet verstaan.