Handels orgelconcerten integraal op de plaat i - Etsen van Rademaker uiterst betrouwbaar Waarom oude niet om j PUZZEL VAN DE WEEN ZATERDAG 19 NOVEMBER 1966 p EORGE FREDERICK HANDEL (1685—1759) was gewoon, de pauze van zijn oratorium-uitvoerin gen te vullen met muziek voor orgel en orkest. Hier aan danken wij twintig concerten. Drie ervan werden eerst gepubliceerd in 1797 dus achtendertig jaar na Handels dood en gelden als minder belangrijk. De orgelconcerten verschenen in drie bundels als opus 4 en 7, welke aanduiding niet van Handel maar van zijn uitgever afkomstig is. Volgens de overleve ring genoten deze concerten tijdens de uitvoering waarvan de meester zelf aan het orgel was gezeten en van daaruit zijn orkest leidde grote populariteit. Ze hebben hun faam behouden. Het is daarom toe te juichen dat thans een integrale uitvoering van zeventien concerten, zoveel mogelijk in hun oorspron kelijke klanktechnische gedaante, op vijf langspeel- l platen werd vastgelegd. trouw mogelijke weergave te ge raken, werden oude instrumen ten gebruikt Een apart probleem vormde het orgel. Wel bevindt zich in Great Packington een or gel dat door Handel werd bespeeld, maar dit is enkele ja ren geleden door een belangrijke ingreep zodanig gewijzigd, dat het wat de stemming betreft (ho ger dan de kamertoonstemming uit Handels tijd) niet meer over eenkomt met die van de gebruik te oude instrumenten (a 840 Hz.). Daarom werd aan de orgel bouwersfirma E. F. Walcker te Ludwigsburg opdracht gegeven speciaal voor deze opnamen een Positief in lage kamertoonstem ming te bouwen, dat in dispositie overeenkomt met het door Han del gebruikte orgeltype. Het me- chanisch-sleepladerorgel heeft de volgende registers: 1ste manu aal: Holzgedackt 8', Prinzipal 4', Rohrflöte 4', Oktave 2', Quinte 11/3', Mixtur 2-3 fach. 2de manu aal: Holzgedackt 8', Rohrflöte 4'. Gemshorn 2'. Evenals het door de componist gebruikte instru ment heeft het Walckerorgel geen pedaal. Voor het concert opus 7 nr. 3 in Bes, dat wel pedaalgebruik vereist, werd gebruik gemaakt van het grote orgel in de Ti- tuskerk te Bazel, waar de gehele serie werd opgenomen. Van het concert opus 4 nr. 6 in Bes bestaat een versie (de origi- VOOR VELEN EEN OPENBARING nele!) voor harp, orkest en or- gel-continuo; deze is prompt in de groeven gebracht. De harp da teert uit 1818. Speurwerk Er is voor het tot stand komen van de integrale opname veel speurwerk verricht. In het Brits Museum te Londen en in het Fitz William Museum te Cambridge zijn wetenschappelijke onderzoe kingen gedaan en afschriften ge nomen van manuscripten en ver dere gegevens die van belang Het resultaat ligt nu vast in vijf platen die zoals van een klassemerk is te verwachten ook technisch aan de hoogste eisen voldoen. Aan het uiterlijk is alle zorg besteed: de platen worden gepresenteerd in een lin nen „Geschenkkassette" met bij behorende toelichting en verant woording van Hans-Dieter Clausen en de dirigent in de Duitse, Engelse en Franse taal, verlucht met foto's en facsimile's. Jammer, dat met deze facsimile's een vergissing is begaan: in plaats van de Fuga uit het Con certo grosso opus 6 nr. 11 met een aanwijzing voor de copiïst, werd de eerste bladzijde van Handels Orgelconcert opus 4 nr. 1 in g afgedrukt. Fraaie klank De uitvoering door de Schola Cantorum Basiliensis o.l.v. Au gust Wenziger met de voor aanstaande Zwitserse organist Eduard Müller aan het orgel is boven alle lof verheven. Tussen Allegro en Adagio werd steeds HANDEL een „barokke afstand" in acht ge nomen: d.w.z. geen der beide tem pi werd overdreven. Ook de or gelklank is zeer fraai, en geluk kig vrij van een bibberende tre mulant in de langzame delen. Men kan door intekening voor 85 in het bezit komen van deze vijf unieke langspeelplaten, die door de Deutsche Grammophon Gesellschaft zijn uitgebracht op „Archiv". Na 14 januari gaat de cassette 122,50 kosten. W. P. VERHEUL Voor velen zal deze nieuwe oertekst-uitgave een openbaring zijn. Wist u bijv. dat het orgel concert opus 4 nr. 4 in F volgens het geraadpleegde manuscript eindigt met een Jiallelu- ja"-koor, dat nog niet eerder werd gepubliceerd? Een vocaal element in een instrumentaal ■werk dus, dat door sommigen wordt gezien als een vooruit grijpen op het slot van Beetho- vens Negende. Het improvisatie-element speelt in de orgelconcerten een belangrijke rol. Waar Handel daarvoor aan de uitvoerder gele genheid wilde geven, zette hij de aanduiding „ad libitum". Op de plaat zijn voor die „ad libi- tum"-gedeelten (te vergelijken met de latere solisten-cadenzen) o.m. fragmenten benut uit Han dels Suites voor clavecimbel. Voor het „ad libitum" in opus 7 nr. 3 werd zelfs gebruik ge maakt van een koraal met varia ties over „Nun ruhen alle Wfilder" en voor opus 7 nr. 6 een bewerking van Handels opera-a ria „Lascio ch'io piango" (uit „Ri- naldo"). Het d-moll-concert is een be werking van Telemanns Fluitso- nate in b, uit diens „Tafelmusik' en daarom werd voor de orgelso lo in dat concert Telemanns Fantasie in Bes ingelast. Om tot een historisch zo ge- TN 1725 verscheen bij Willem Barens, Boek- A verkooper op den Nieuwezyds Voorburgwal over de Nieuwstraat te Amsterdam een boek in twee delen, dat de titel: Kabinet van Ne- derlandsche Outheden en Gezichten" mee kreeg. De bekende etser Abraham Rademaker bracht in deze twee delen ruim 300 afbeeldin gen bijeen van toen al historische gebouwen of ruïnes, stads- en dorpsgezichten, kastelen en stadspoorten. Reeds in 1725 onderkende men de verdienste van dit boek: Rademaker was een nauwkeurig man, die in zijn genuanceer de etsen de werkelijkheid beslist geen geweld wilde aandoen. Het werk was dan ook al spoe dig uitverkocht. Nog worden de etsen van Rademaker geraadpleegd, als archeologen trachten uit te vorsen, waar een gebouw heeft gestaan en hoe het er heeft uitgezien. Hij ging zo te werk, dat hij zelfs aan het kleinste detail aandacht schonk. Dit kleinste detail nu geeft juist de archeoloog en de geschiedkundige houvast. Ook besteedde Rademaker aandacht aan de geschied schrijving. Zijn in de beide boeken afgedrukte etsen voor zag hij van korte historische onderschriften in het Neder lands. Frans en Engels. De etser maakte gebruik van tekeningen, die soms wel enkele decennia oud waren, m.aar de meesterhand van de tekenaar toonden en de wer kelijkheid geen geweld aande den. De voortvarende Europese Bibliotheek te Zaltbommel heeft het gemis van een der gelijk werk in de huidige tijd aangevoeld. Velen houden zich nu bezig met de plaatselijke of regio nale geschiedenis en daarbij speelt het werk van Radema ker soms een belangrijke rol. De Europese Bibliotheek neeft nu het eerste deel van Rademakers' werk opnieuw uitgegeven. In dit eerste deel worden Zuid- en Noordhol- '.and behandeld. Legt men deze nieuwe uit gave naast die van 1725, dan is alleen een korte zin: waar in wordt gezegd, dat dit werk opnieuw is uitgegeven door de Europese Bibliotheek, nieuw. Nog een klein verschil is, dat het papier van het werk van Rademaker ver geeld is en dat van de heruit gave nog niet. Geschiedkundigen en arche ologen hebben deze heruitga ve met dankbaarheid begroet. (150 eenzijdig bedrukte pa gina's met op iedere pagina een ets met een kort drie-ta lig onderschrift. Prijs f29,50 per deel. Losse delen f32,50.) Gewoon handwerk Het heeft er wel een» de eehijn van dat de posities welke In vak- en dagbladen worden geplaatst om door de lezer» bestudeerd en „opgeloGt" te worden zeer bijzondere gebeurtenis sen uit schaakpartijen bevatten. Soms Is dat ook wel zo. Maar ln de overgro te meerderheid der gevallen bevatten zulke stellingen niet meer en niet minder dan het „gewone handwerk" van de schaker. Deze moet altijd weer waakzaam zijn, plannen sme den, die van de tegenpartij trachten te doorgronden, Initiatieven ontwikke len of die van de „ander" trachten te smoren, posities ook toekomstige! taxeren, met Inbegrip van wat de tegenspeler zou kunnen doen. De stellingen welke de lezer veelal krijgt voorgezet, bieden meestal slechts een fragment van bet gehele handwerk: de crisis, waarin het er op aankomt of het plannenmaken al dan niet geslaagd is of slagen zal. Dat is vanuit een bepaalde gezichtshoek be zien jammer, omdat de overwegingen welke tot een bepaalde crisis leiden niet zelden méér de moeite waard zijn dan de crisis zelf. Maar het verto nen daarvan vereist veel ruimte! Zo bezien zijn de opgaven welke wij U ditmaal voorzetten eigenlijk niets bijzonders. Vooral opgave 3 is daar een typerend voorbeeld van. Voorzover opgaive 1 betreft willen wij U wel verraden dat naar een zel den voorkomend mat dient te zoeken. Oplossingen Hieronder volgen de oplossingen der opgaven uit onze rubriek van 5 november jl., U voorgezet onder de titel .Studentenschaak". (1) Savon-Kurajlca. Na 1. LxbS 2. Lxb6 Lc7? (Wat anders? Op de waarschijnlijk beste zet 2. Ldfi speelt wit eenvoudig 3. Dc6 Td8 4. Dxbö enz.) volgde 3. Td7! en zwart gaf het op, omdat P£6 aan de dekking van g7 gebonden ls. Men ziet het: vliegen er wel a b c d e f g Hoe wint wit aan zet? (3) Uit een partij Molnar-Nagy (Hon Bill lilt JiiiiQ - SS El SI mm m R 1 1 R GRIS abcdefgh (2) Kusmin-Hanklpohja. Op 1. Te8? volgde 2. Lxh7f! Kxh7 3. Dh5t Kg8 4. Dxf7t Kh7. 5. Pg4! Lg5 6. Dh5t Lh6 7. Pxh« gxh6 8. Df7t Kh8 9. d5! e5 10. Lb2 (Zwart kam e5 niet houden en dat betekent de be slissing.) 10. PIS 11. Tael Pg7 12. Lxe5 Txe5 13. Txeó en zwart gaf het op. (3) Mozes-Porrasmaa. Op 1. b6? volgde 2. 16! gxffi 3. exfS en zwart gaf het op omdat hij een stuk verliest. Wat gebeurde hier nu: Verloor zwart of won wit? (4) Moe-Whiteley. Op 1. exf5 volgde 2. Dxg6t! (Een geestige zet. welke na) 2. Dxg 6 3. TxgSt Pg7 4. Thgl een «tuk ©plevenle. waarom zwart het opgaf. Men bezie deze stel ling nog eens en gs na dat 2. Dxh6l ook mogelijk ware geweest. de oplossing gegeven. V j *41 1 1 L 1 i "±E .3 W 1 i a mm bad m 1SBS;24> abcdefgh Wit aan zet staat een stuk acl Kan hij zich redden? Correspondentie voor deze rubriek te richten aan de heer A. J. Ivens, Frankenslag 69, Den Haag. Kruiswoord - puzzel Horizontaal: 1. plaats ln N.Brab., 5. olifants-oppasser 10. myth, figuur, 12. bid (Lat.). 13. scheikundig element 15. verstandig (barg.), 17. metalen haak, 18. verstand. 20. mohammedaans leider van gods dienstoefeningen, 22. afnemend getij, 23. muzieknoot, 25. bijwoord, 26. voorzetsel. 27. muze van het treurspel, 31. bijwoord, 32. maan stand. 34. gedenkwaardig. 41. voedsel, 42. familielid. 43. voegwoord, 44. voorzetsel, 45. dorp in Gelderland, 47. profeet. 49. Europeaan, 51. tevens, 53. kan men uit drinken. 55. wereldtaal 58. vreemde munt. 59. plaats in Limburg. 60. de schaduw van een boom. Vertikaal: 1. water in Overijssel. 2. telwoord (Eng.), 3. Europeaan. 4. voegwoord, 6. nevenschikkend voegwoord, 7. maatstaf, 8. vogel, 9. plaats in Overijssel. 11. muzieknoot 14. plaats ln Gelderland, 15. voornaamw., 16. muzieknoot, 17. boterton, 19 woedend, 21. bijwoord, 24. rivier in Italië. 27. masker 28. voor. 29. meisjesnaam, 30. biersoort, 33. wettig, 35. plaats in Z.-Limburg, 36. eiland in de Ierse zee, 37. reeks, 38. schel, 39. onbep. voornaamw., 40. tekengereedschap, 45. stad in Mexico, 46. meisjesnaam, 47. maanstand, 48. overal. 50. plaats in Gelderland, 52. rund, 54. vlaktemaat, 56. muzieknoot 57. uitroep. 7. gat. 8. el 9. Amstel, 10. do, 11. Iran. 12. Galatea, 15. pas, 19 kamer, 21. lever. 24. rr, 25. r rendeel, 26 redeneren, 27. 1.1., Rn 30. nn, 32. neder. 34. argot 35. bekel, 37. kin, 40. bot, 44 Maasdam. 45. teler. 47. netel, 49 regelet, 51. gaffel, 52. sn, 53. eb 54. nevens 56. do. 58. Ie, 60. Jena 61. neg. 63. Leda. 66. Ned, G7 big. 71. Ta. 72. rij. 73. er. 75. Horizontaal: 1. nerveus. 7. ge nadig, 13. Erie. 14. nogal. 16. Mora. 17. G.G., 18. R.K„ 20. mat. 21. L.S„ 22. al, oorlam, 26. retina. 28. romer, 30. nevel. 31. in. 33. Fernandel 35. hé. 36. eek, 38. re, 39. er. 4A Bea, 41. dis, 42. negen. 43. rok, 44. men. 45. t.d.. 46. en 48. ter, 50. ar, 51. Geesteren. 55. Ie, 56. Dalen. 57. betel. 59. sjofel, 62. Nevele, 64 de. 65. fr. 66. neb, 68 le. 69. el. 70. ante, 72. regie, 74. node. 76. maaltijd. 77. gras mat INZENDINGEN Inzendingen worden voor don derdag a.s. op ons bureau ver wacht. Oplossingen mogen uit sluitend op een briefkaart wor den geschreven. In de linker bovenhoek vermelden: „Puzzel oplossing". Er zijn drie prijzen: een van 5.en twee van 2,50. TTOEWEL de ochtend reeds was aangebroken Ai- en de zon allang was opgestaan, bleef het donker in het bos, want de bomen stonden dicht opeen en hielden het zonlicht tegen. Een grote dikke eik, die al meer dan honderd jaar oud was, wist niet beter. Hij was nu eenmaal gewend aan schemer. Maar de jonge bomen, die van licht en lucht hielden, konden het niet langer verdragen om altijd maar in het duis ter te leven en wild zwaaiden ze hun takken heen en weer. „Konden we hier maar van daan", mopperden ze. Toen de oude eik jong was, had hij het zelfde gezegd en zijn plekje in het donkere bos verfoeid. Nu. na al die jaren zou hij het niet meer willen verlaten, want de omgeving was hem zo ver trouwd geworden. Maar hij wist uit eigen erva ring, dat het voor zijn jonge vrienden heel moeilijk was om in het duistere dichte bos te wennen. Terwijl hij hun klaaggezang en het woedende gezwiep van hun takken aanhoorde, sprak hij met zijn donkere stem: „Vrienden, probeer verstandig te zijn. Na een poos zijn jullie blij met je plaatsje ln dit prach tige bos". „U hebt gemakkelijk pra ten". antwoordde een berk. „U bent al op jaren, maar wij zijn jong en houden van licht en lucht". „Dat weet ik wel", antwoord de de oude eik vriendelijk, „maar licht en lucht vindt je nooit in een bos. Dan zou je alleen in het open veld moeten staan en dat is helemaal niet prettig". „Niet prettig?" vroegen de berken, „waarom dan niet?" „Wel, je zou altijd tegen de wind moeten vechten zonder bescherming van andere bo men. je takken zouden veel sneller afbreken en je zou het eenzame leven dat je dan te wachten zou staan, heel spoedig verfoeien". „Hij heeft gelijk", spraken de andere bomen, „liever wat min der licht en lucht dan eenzaam heid en een hard leven". T~\E oude eik was blij te horen, dat hij zijn jonge vrienden tevreden had kunnen stellen. Het leven in het donke re bos ging door, de jonge bo men groeiden voorspoedig, maar het was de eik aan te zien, dat hij oud begon te wor- Zijn stam was verweerd en knoestig, zijn takken krom van ouderdom en zijn wortels sta ken grillig boven de grond. Op een vroege morgen kwa men er een paar mannen het bos in. Toen ze de oude eik zagen, zeiden ze: „Deze boom moet ver dwijnen" en ze merkten de stam met een grote rode streep. De oude eik begreep dat het met hem was gedaan en triest nam hij afscheid van de andere bomen. „Gaat U ons dan verlaten?" vroegen ze alle geschrokken. „Helaas wel, mijn stam is ge merkt en dat betekent mijn ein de hier in het bos", „Maar wij kunnen u niet mis sen. wij hebben uw wijze raad nodig. Wij laten u niet gaan". De oude eik schudde verdrie tig zijn takken heen en weer. „Ik ben blij te horen, dat jul lie zo voor me opkomen, maar hoe zouden jullie kunnen belet ten, dat de houthakker mij om zagen?" „Dat is heel eenvoudig, let u maar eens op", antwoordden de bomen. En zij sloegen hun takken als armen om de oude eik heen en verborgen hem in hun midden. F\E volgende dag kwamen de houthakker gewapend met zagen en bijlen het bos in en ze zaagden en hakten vele oude bomen om. Het was een oorverdovend la- „Ik hoop het", antwoordde de eik met een diepe zucht. „Ik zal blij zijn als deze dag om is, wat een spanning!" LIET eekhoorntje kreeg ge- n lijk. De houthakkers gingen voorbij en werkten verderop in het „Hoera, hoera!" schreeuwden de bomen blij en ze lieten hun takken heen en weer zwaaien. „Dat hebben mijn vrienden toch maar geweldig gedaan", mompelde de eik. „Hoe moet ik hen ooit bedan- En de oude eik stond stil na te denken. „Wat is er?" vroegen de jon ge bomen, toen ze bemerkten dat hun oude vriend zo stil was. „Bent u niet blij?" „Natuurlijk ben ik blij, maar ik denk na". „Waarover dan?" „Ik zou jullie zo graag iets willen geven als dank, dat heb ben jullie wel verdiend". „U heeft al zo vaak iets voor ons gedaan, u geeft ons altijd wijze raad en wij zijn blij, dat u nog in ons midden bent". „Maar hoe moet ik jullie dan bedanken?" „U hoeft ons helemaal niet te Jongens en meisjes, tante Jos heeft nog een weekje vakantie. Daarom is er deze week geen jeugdrubriek zoals an ders, maar een kort ver haal. De volgende week staan jullie brieven weer in de krant. waai en steeds kwamen ze dich ter bij de plek, waar de oude eik stond. De jonge bomen trilden van spanning. Zou het lukken om de oude eik te redden? vroegen ze zich angstig af. Een eekhoorntje sprong bo ven in de takken en sprak de eik moed ln. „Je zult zien, dat het lukt. Ze vinden je hier nooit. Ik heb je zelf een hele tijd moeten zoe ken. Je bent goed verborgen". bedanken, wij hebben het met plezier gedaan". De oude eik schudde zijn kruin en sprak: „Nee, nee, ik wil jullie absoluut mijn dank-i baarheid tonen, maar hoe?" „Zingt u voor ons dan nog eens dat mooie boslied, dat u vroeger altijd zong, toen wij nog heel klein waren", vroegen de bomen hem. ..Dat wil ik graag doen, maar mijn stem is niet meer zo krach tig als vroeger, dus jullie moe ten stil zijn, zodat ik niet zo hard hoef te zingen". En opeens werd het doodstil in het dichte bos. Het leek wel of ook de dieren begrepen, dat er iets bijzonders aan de hand was, want geen van hen ver roerde zich. J7N daar klonk heel zacht het gezang van de oude eik. die met zijn prachtige stem het lied van de bossen zong. De bo men luisterden ademloos toe en toen het gezang was afgelopen, riepen ze: „Nog eens, toe, nog eens". En toen zongen ook de dieren uit het bos het mooie lied mee en het leek wel of het feest was. De wind wiegde zachtjes mee op de tonen van de melo die en de zon liet zijn stralen dansen op de maat van de mu ziek. De oude elk had nog nooit van zijn leven zo schitterend gezongen. De bomen en de dieren uit het donkere bos vonden het een dag om nooit te vergeten. En de oude eik leefde nog vele lange jaren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 16