„IN ZULKE NACHTEN BEN IK BANG"
Met een scherpe klap werd
de linkervleugel geraakt"
ONDAGS
BLAD
Nederlanders
in Vietnam
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1966
door Hub J. Knoester
DA NANG Toen ik in Vietnam aankwam, had ik veel last van het klimaat. Ik had drie weken
op zee gedobberd een koele wind, soms zelfs koud en werd daarna meteen in het binnenland
gestationeerd. Het was daar erg vochtig en de temperatuur kon er oplopen tot 158 graden Fahren
heit. Ik transpireerde en transpireerde maar. Het maakte weinig of geen verschil, of je nu onde
een douche stond of niet.
Het stof en het Tand waren een verschrikking. Niet alleen voor de ogen, die ontstoken
raakten, of gingen schrijnen, maar ook voor de dorst. Ik heb dagen gekend dat ik zes a
zeven liter water per etmaal dronk. Om, wat we hier noemen, „hitte-uitputting tegen te
gaan, slikte ik er zo'n dozijn zontpillen bij. Doe je dat niet, dan krijg je krampen, die je
arm- en beenspieren lijken te verlammen.
Het acclimatiseringsproces duurt een maand of twee, drie. Daarna raak je gewend aan
de hitte, met andere woorden: je drinkt lang niet meer zoveel.
De Scheveninger Hub. J.
Knoester, die voor een kort
dienstverband bij de Ameri-
kaanse mariniers tekende om
sneller genaturaliseerd te
worden. Zijn eenheid tverd
naar Vietnam gestuurd, waar
hij aan een tiental operaties
tegen de Vielcong deelnam.
Hij is thans korporaal, raakte
êeu keer licht gewond, toen
hel voertuig, tvaarin hij zich
bevond op een landmijn reed.
en is drager van een vijftal
cam pagn e-m eda illes.
Burgervrij williger Gerril
Maneschyn. Voordat deze
vertrok, werkte hij in Indo
nesië, Zuid-Amerika, IVest-
Indië, Groenland en het ge
bied van de Noordpool. Hij
bezocht de hogere hotelschool
in het Franse Thonon les Bains
en studeerde enkele Jaren
medicijnen aan twee Amcri-
iversiteiten.
TUSSEN de bijna 350.000 Amerikanen, die in Vietnam zjjn
gestationeerd, bevinden zich twee Nederlanders. Het zjjn
de korporaal Hub J. Knoester, wiens ouders in Scheveningen
wonen, en Gerrit H. Maneschyn, afkomstig uit Deventer. De
eerste dient bij de mariniers, de laatste is op het burgerfront
ingezet.
Knoester (26) vecht niet als vrijwilliger in Vietnam. Hij
tekende voor een kort 1;enstverband in het Amerikaanse
immigrant snel te kunnen laten
iid naar Vietnam werd gestuurd,
graag hij dat misschien ook ge-
leger met het doel zie
naturaliseren. Toen zij
kon hij niet meer teru<
wild had.
Maneschyn (36) heeft zich op eigen verzoek naar ,,de
groene hel" laten sturen. Hij heeft een medische opleiding
gehad, waarvan hij, hoewel onvoltooid, veel profijt trekt bij
zijn werk onder de Vietnamese bevolking.
Na veel moeite overplaatsingen, die aan de orde van
de dag zijn, en censuur, welke de vermelding van plaats-
name» taboe maakt is het onze redactie gelukt contact met
beide Nederlanders te krijgen. Ze kennen elkaar, ze komen
regelmatig in eikaars kwartier, in de loop der maanden^ijn
ze zelfs vrienden geworden.
Hun werd gevraagd iets van hun ervaringen op papier te
zetten, teneinde dit als publikatie te kunnen brengen. Onaf
hankelijk van elkaar voldeden ze aan ons verzoek. Vandaar
deze pagina, die na enig schaven en vijlen is ontstaan, omdat
het ongetwijfeld goede Engels van de militair en de burger
hen in hun Nederlandse woordkeuze nogal parten speelde.
De lezer oordele zelf. De smerige en voorlopig uitzichtloze
oorlog in Vietnam gaat niemand, die hier op directe wijze bij
betrokken is, in de koude kleren zitten.
De frontsoldaat hier leeft ei
slaapt in het veld. De gcluksvo
gels, of althans degenen wiei
dienst dat toestaat, hebben eer
bamboehutje en een vouwbed
maar voor mij was dat in dif
eerste periode niet weggelegd. II
lag op de harde grond, in een bur
ker. of, in het gunstigste geval, r
een paar zandzakken.
Als ik in de modder moest si.
pen onder m'n regenjas verwens!
ik de muskieten, de zandvliegei
en al dat andere gespuis, die m
gezelschap hielden. En als het da>
begon te regenen niet druppels
maar emmersgewijs! wist il
dat ik een zoveelste slapeloz
nacht zou hebben. Hoe verlangd
ik dan naar de donszachte bedd-:
van de kazerne, of naar die kleir
soldatenheerlijkheden van de ka>
Wanneer de regen viel en ik n,
op patrouilletochten door het natt
en dichte struikgewas moes
worstelen, voelde ik me nog vee
ellendiger. Bloedzuigers probeer
den zich op je lichaam vast te
bijten De grootste hadden een
lengl twaalf -en een doorsne
de anderhalve centimet'er
Voordat je het wist, had je een
gapende wond op je hand, je arm.
je been of je r ht.
De nachten nier zijn erg donker,
terwijl de temperatuur tot 20 gra- Een Amerikaanse
den Fahrenheit kan dalen. Ik ben
altijd blij als de maan te
voorschijn komt, want dan heb je
meer zicht en voel je j'e niet meer
zo gespannen.
t ondergrondse tunnel, die door de Vietcong wordt gebruikt om zich ongezien te kunnen verplaatsen.
Geen risico
In zulke donkere nachten ben
ik bang. De vijand bevindt zich
ergens voor je, maar je kunt
hem niet zien. Wat je van hem
merkt, is plotseling schieten van
heel dichtbij, of het ontploffen
van een handgranaat, die naar
je toe wordt gegooid. Je neemt
geen risico. Op alles wat je van
je wachtpost uit ziet bewegen,
schiet je meteen.
De n&cht knaagt aan je zenu
wen, vooral als je aan je vrien
den denkt, die gesneuveld zijn,
aan je ouders, of aan je meisje.
Het geluid van een dier, van de
wind, die de bladeren van het
geboomte doet ritselen, of van
water, dat door irrigatiekanalen
van de rijstvelden stroomt, kan
je in een paniekerige staat van
waakzaamheid brengen. Steeds
speelt door je achterhoofd dat
een heel peloton Vietcong je
besluipt.
Grijs haar
Ik heb een marinier gekend, die,
toen hij na een jaar dienst in Viet
nam naar de „States" terugging,
grijs haar had, terwijl dit raven
zwart had moeten zijn. En ik heb
een verhaal gehoord van een ande
re marinier, die een aanval van
kanonnenkoorts kreeg, en in het
nachtelijk duister begon te
schreeuwen: „Vietcong! Vietcong!
Ik sta hier! Vooruit, Vietcong!
Als de postbode komt, breekt
het fijnste moment van de dag
aan. De banden met thuis worden
dan het hechtst gevoeld. Er is
maar even stilte. Niet zodra zijn
de brieven geopend, of j'e hoort al
of niet opgewonden commentaar.
„Hey!", schreeuwt er een, „M'n
meisje wil eindelijk met me trou
wen!" Of een ander zegt glunde
rend: „M'n vrouw schrijft me dat
ik gauw vader zal worden."
te beuren, maar de ervaring h'eeft
me intussen wel geleerd dat het
beter is hem even alleen te laten
met zijn zorgen.
Afdingen
De bevolking van de plaats waar
ik nu ben, bestaat uit vissers en
rijstboeren. De kinderen proberen
je bananen, pinda's, zeepdoosjes of
handdoeken te verkopen. Ze vra
gen een krankzinnig hoge prijs en Wassen
je moet dan ook altijd proberen er
tenminste de helft af te krijgen.
ren onderscheiden dan. Het gaat
om geïmporteerde spullen, die op
de zwarte markt terecht gekomen
zijn en die hun vaste prijs hebben.
Voor een Japanse aansteker bij
voorbeeld betaal je altijd acht gul
den, ofschoon deze in de Verenig
de Staten nog geen daalder kost.
En een flesje coca-cola kost je ge
garandeerd 1.80, hoe zeer je je
ook voorhoudt dat j'e er in de kan
tine een kwartje voor betaalt.
Soms zie je een kameraad zwij
gend voor zich uit staren, terwijl
z'n brief verloren op de grond ligt.
Je hebt behoefte zo'n man wat op
Doe je dat ni-et, dan word je voor
een sul aangezien/Als je ni'et on
middellijk begint met af te dingen,
verlies je'zelfs hun respect.
Nu zijn er ook artikelen, aan de
orijs waarvan nooit iets te knabbe
len yalt. Je moet dat leren le-
door Gerrit- H. Maneschyn
CHULAI Niet lang geleden, vliegend van
eiland naar eiland om de arbeiderskampen te
inspecteren, werden we boven de Mekong Delta
aangeschoten. Met een scherpe klap werd de
linkervleugel geraakt van de oude C-47, waarin
ik me bevond. M'n hart stond bijna stil. Ik zag
benzine uit de tank stromen, die zich door de
snelheid als een mistbank verspreidde. Gelukkig
was de piloot met de omgeving vertrouwd. Bin
nen vijf minuten slaagde hij erin een noodlan
ding te maken op een vlak stuk land, dat zich
op een afstand van een half uur vliegen van Tan
Son Nhut bevond, de grote, zich steeds uitbrei
dende luchthaven van Saigon. De laatste plaats
bereikten we per auto, maar ik moet eerlijk be
kennen dat ik uren daarna de schrik nog in m'n
benen had zitten.
vergeet het nooit: lichtkogels, die
van de nacht een dag maakten,
gegil, geschiet, het klikken van ka
rabijnen en andere automatische
wapens, krekels, die bij honderden
tegelijk bleven doorzingen, zwarte
schaduwen, die opsprongen, bleven
liggen, of in het prikkeldraad ble
ven hangen.
Op een mijn
Hier, in Chulai, waar Ameri
kaanse mariniers een bruggen
hoofd hebben gevormd, ben ik
aangesteld om een kamp te hel
pen opzetten voor bijna driedui
zend Vietnamezen, die aan zoge
naamde constructieprojecten wer
ken. Met deze naam wordt van
alles bedoeld. Het gaat om bouw
werken in de ruimste zin van het
woord, met inbegrip van irrigatie
systemen van de rijstvelden.
Het is een zwaar en ondank
baar karwei. Het heeft me maan
den gekost om het kampperso
neel begrip en tact bij te bren
gen. De sanitaire en hygiënische
omstandigheden waren net zo pri
mitief als de mensen. Ik heb een
niet te tellen aantal ruzies moe
ten bijleggen tussen Vi
uit de bergen en uit de kuststre
ken. Bovendien moest er met be
hulp van Amerikaanse mariniers
de ene aanval na de andere wor
den afgeslagen. De Vietcong zat
overal en infiltraties van gewa
pende eenheden waren aan de
orde van de dag.
Hoewel ik niet gemilitariseerd
ben, draag ik wapens om, als dat
te pas komt. mezelf te bescher
men. De laatste keer. tijdens een
nachtelijke overval, die hevig en
tegelijkertijd benauwend was.
kreeg ik een schampschot aan m'n
hoofd. Het was een flinke schram
ontstaan door een wegvliegend
stuk van een mortiergranaat. Ik
kon er pas aandacht aan besteden,
toen de aanval afgeslagen was. Ik
In de eerste weken van mijn
verblijf in dat kamp was ook de
omgeving verre van veilig. En
toch moest ik er elke dag op uit
om in de kampongs in de buurt
groenten en andere leefvoorra-
den te kopen. De gevolgen ble
ven dan ook niet uit. Op een
morgen reed de truck, waarin ik
zat, op een landmijn, die in de
weg was ingegraven. Er gebeur
de gelukkig niets, althans niet
met ons. De auto, die op z'n kant
in een greppel lag. was een
wrak, en als hij niet door de
bevolking gesloopt is. ligt hij er
nog.
Ik doe veel aan medische ver
zorging, zowel in het kamp als
daarbuiten. Dat is een dankbare
taak en het regent dan ook uitnodi
gingen om in de omliggende kam
pongs te komen eten. Een vrese
lijke zaak soms, want de Vietname
zen houden ervan eieren van een
den of kippen te eten. waarin zich
een net niet volgroeid kuiken be
vindt. Tien tot vijftien minuten
worden die eieren in kokend wa
ter gelegd en daarna met vloeiba
re trassi en gekookte rijst geser
veerd. Ik walg van deze zogenaam
de lekkernij, maar een enkele
keer kan ik er niet onderuit, hoe
wel ik weet dat ik er gegaran
deerd een disenterie van overhoud
De vliegenplaag is niet te
beschrijven. Er zijn zoveel van de
ze insecten dat je er tureluurs van
wordt. Spuiten helpt weinig of
■«.iets, want ze blijven komen.
Wat muskieten betreft, zitten w»
vrij goed, met de ratten daarente
gen niet. Ze vreten zich door de
vloeren van de barakken heen en
graven holen en tunnels onder de
gebouwen. Omdat ze zoveel geluid
naken, zijn ze bepaald irriterend
Zo nu en dan gaan we op ratten-
vangst, waarbij we in een uur tijd
:eker dertig tot veertig enorme
'cnapen liquideren.
Ik zoek regelmatig weeskinde-
ren op, die op een missiepost in
de buurt van Lytin-Tamky ver
blijven. Ze worden niet al te
best verzorgd, vooral niet als ze
ziek zijn. De Vietnamese verple
gers houden ze niet schoon en
staan toe dat de patiëntjes de
zwachtels van hun zweren pluk
ken. Ik maak me dan maar eens
goed kwaad: meestal helpt dat
•rel.
Een tijdje geleden moest ik naa.
Antan om fruit en kippen te ko
pen. De tolk, die ik altijd bij me
heb. werd toen door iemand aan
gesproken, die vertelde dat er in
een kampong in de buurt een
vriend van hem zwaar ziek lag. Ik
voelde er eerst weinig voor daar
naar toe te gaan, niet alleen omdat
het al bijna donker was en het
dorp, waar men mij naar toe wil
de hebben, als onbetrouwbaar be-
it-al op een Vietcong-slelling.
kend stond, maar ook omdat ik zo
goed als geen instrumenten en ver
bandmiddelen bij me had. Men be
zwoer mij echter dat ik niets te
vrezen had en smeekte me bijna
op de knieën om alsjeblieft mee te
komen.
Gapende wond
Ik liet me tenslotte overhalen en
over een soort Achterhoekse zand
weg met diepe gaten hotsten en
botsten we naar een hutje ergens
midden in het veld. Daar lag een
man van een jaar of dertig, omge
ven door jongelieden, die mij en
mijn tolk zwijgend aankeken. Ein
delijk verbrak iemand de stilte.
De man op de grond had de vorige
dag „een ongelukje" gehad. Hij
had iets aan z'n been: of ik hem
maar wilde helpen.
Bij het licht van een zaklan- gehoord dat het van'
taarn boog ik me over de patiënt,
wiens linker onderbeen met vuile,
bloederige doeken bedekt was. Ik
zag hej meteen: hij was geraakt
door een granaatsplinter, die een
gapende wond in de kuit veroor
zaakt had. Men weigerde me te
vertellen hoe de verwonding
ontstaan was. Omdat ik echter
wist dat er de vorige avond bij de
in de buurt liggende heuvel 69
hevig gevochten was. raakte ik er
door al die geheimzinnigheid om
me heen van overtuigd met een
Vietcong te doen te hebben, of in
ieder geval met een handlanger.
Ik stond er nu eenmaal en i»
heb hem zo goed en zo kwaad als
dat ging geholpen. Zonder narcose
of plaatselijke verdoving heb ik
die afschuwelijke wond verzorgd,
en de soherf, die er nog achter zat.
uit het been gewipt. Ik heb hel
ding in m'n zak gestopt en later
kaanse handgranaat afkomstig
De gewonde en de mensen die
om hem heen stonden, waren erg
dankbaar. Ik kreeg kippen en eie
ren mee, zomede een vrijgeleide
om in de donkere avond weer m'n
basis te kunnen bereiken.
Slinkse wegen
Ik wil tenslotte nog iets vertel
len over de Amerikaanse construc
tiewerkers hier. burgers dus. die
overigens allen kunnen schieten
en die aan alle mogelijke projec
ten (kampen, gebouwen, wegen,
ontginningen, vliegvelden enz.)
werken. Het zijn duizenden en nog
eens duizenden, vrijwilligers alle
maal, die door particuliere firma's
worden uitgestuurd. De eigenaars
hiervan verdienen kapitalen. Ze lo
pen geen enkel risico, omdat de
strijdkrachten alles betalen en bo
vendien tien procent winst uitke
ren. Dat winstpercentage geldt
voor de gekste zaken. Voor de leef
tocht bijvoorbeeld, de salarissen,
het overwerk en zelfs de vliegtic
kets, die gekocht moeten worden
om het personeel van de Verenig
de Staten naar Vietnam en ook in
omgekeerde richting te vervoeren.
Handige zakenlui hebben slinkse
wegen ontdekt om die tien procent
winst tot in het oneindige op te
voeren. Neem een bulldozer, die
ergens midden in de rimboe staat
te grommen. Als er geen onderde
len bij geleverd worden, of geen
monteurs, dan staat zo'n ding na
een paar weken stil. en is, door de
inwerking van bet klimaat, spoe
dig net zo waardeloos als een voer
tuig, dat op de schroothoop is ge
gooid. Omdat aan de levering van
een nieuwe bulldozer nu eenmaal
meer wordt verdiend dan aan het
opvoeren van onderdelen komt het
Dc beste dienst die de dorpelin
gen ons bewijzen, is onze kleren
wassen. Het is allemaal heel
goedkoop en wat ze onder han
den hebben gehad, is heel
schoon. Hoewel ze arm zijn, ste
len ze niet. Een marinier van
mijn peloton had honderd piaster
in de zak laten zitten van een
broek, die hij liet wassen. Hij
kreeg alles tot de laatste duit
terug.
We proberen het vertrouwen van
de Vietnamezen om ons heen te
winnen. Wij leren hun Engels; zij
leren ons hun eigen, bijzonder
moeilijke taal. Ook brengen wij de
vissers en boeren de voorwaarden
bij om hygiënisch te kunnen le
ven, terwijl ze zich in verschil
lende ambachten kunnen bekwa-
Niet ver van onze legerplaats is
een groot arbeiderskamp ingericht
voor Vietnamezen, die in dienst
staan van Amerikaanse firma's. Ze
krijgen daar gratis voedsel cn on
derdak, alsmede een behoorlijk sa-
Ondanks al het vertrouwen dat
we trachten te winnen en te schen
ken, leven we als militair in een
afgrond van wantrouwen. De Viet
cong kan zich overal bevinden,
ook in ons mooie dorp. Mannen en
vrouwen moeten zich vele malen
per dag legitimeren. Elke dag trek
ken we de rijstvelden in om te
kijken of er geen sporen zijn, die
op de aanwezigheid van guerrilla's
wijzen.
We controleren cte zandwegen
op mijnen, ..booby-traps", valkui
len enzovoorts. We trekken de
grotten in de heuvels binnen om
te zien of zich daar geen Vietcongs
schuil houden, of misschien rijst-
voorraden bevinden. We pogen el
ke vorm van sabotage te voorko
men. wat betekent dat we voortdu
rend op het topje van onze zenu-
„Stokjes"
dat
wordt gemanoeuvreerd dat
leen maar heel dure wegen bewan
deld worden.
Een ander bijzonder winstge
vend zaakje is de voortijdige ver
vanging van personeel. Er worden
middelen bedacht om het de vrij
willigers slecht naar de zin te ma
ken. of hen als onbekwaam te la
ten kwalificeren. Aan het terugstu
ren en weer uitzenden van bur
gers zit immers steeds opnieuw
fien procent winst.
Iedereen weet het: dc oorlog in
Tictnam kost veel Amerikaanse
levens. Maar dat de Amerikaanse
schatkist ook nog eens op onge
paste wijze geplunderd wordt, is
misschien minder bekend.
Nog niet zolang geleden betrap
ten we een jongetje bij het neer
zetten van bamboestokjes in de
rijstvelden. Dat zegt de mensen in
Nederland waarschijnlijk niets en
misschien vragen ze zich zelfs af,
of er een onschuldiger spelletje
voor een kind bestaat.
Het ventje bleek echter het ver
lengstuk van een Vietcong-kom-
plot te zijn. De geplante stokjes
moesten de richting aangeven van
het voorgenomen mortiervuur op
onze stellingen.
©nze taak hier in Vietnam is
moeilijk en zwaar. Ik ben eigen
lijk iemand met twee gezichten.
Aan de voorkant sta ik met het
geweer in de aanslag, aan de ach
terkant verleen ik zoveel mogelijk
hulp om het miserabele lot van
het Vietnamese volk wat te kun
nen verlichten.
Ik weet wat het betekent een
vrij man te zijn, zomede onder
daan van een vrije staat. Het
verlies aan mensenlevens in Viet
nam is ten hemel schreiend. Mis
schien breekt dc dag eens aan
dal dit land de vruchten kan
'Hukken van dc inspanningen en
de offers van de Amerikanen, cn
dat van een waarlijk democra
tische republiek Vietnam kan
worden gesproken.