Gezamenlijke bezinning op
oecumenische publiciteit
Medemenselijkheid opdracht
maar niet het enige gebod
Niet einde van het geloof
Rennies|g>
Aantal bezoeksters
stijgt ieder jaar
Prof. Sperna Weiland over „God is dood"
Uw probleem j
is het
onze.
Driemanschap bezint
zich op apartheid
VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1966
Een woord voor vandaag
Een paar dagen geleden mediteerden we over de woorden:
„TJw wil geschiedeuit het Onze Vader. Maar ChristiLS voegt
er nog iets aan toe: „gelijk in de hemel alzo ook op de aarde"
In het Onze Vader werpen we eerst een blik naar boven, naar
de hemel, dan een blik om ons heen naar de aarde, dan een
blik naar voren naar de toekomst. En dan vat Jezus dat alles
ineens samen in „Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo
ook op de aarde".
Hemel en aarde horen bij elkaar. In den beginne schiep God
hemel en aarde. Zij zijn te onderscheiden, zij mogen niet ge
scheiden worden. Maar ze zijn wel gescheiden door de zonde.
Er is een kloof gekomen tussen die twee, een kloof die zich
voortplant in ons denken en doen, ook in het denken van vele
christenen. Sommige mensen leven zo aards dat de hemel voor
hen afgesloten blijft. Sommige christenen zo hemels, dat ze
op de aarde zich niet meer thuis voelen.
Ds. Buskes heeft het eens zo prachtig geformuleerd: De mens
moet tweemaal bekeerd worden. Eerst van de aarde tot de
hemel en dan van de hemel tot de aarde. Slechts dan zien we
wat God bezig is te doen. Hij iverkt aan de nieuwe hemel en
de nieuwe aarde. Hij brengt die twee weer in volkomenheid
samen.
Daarom mogen we de aarde niet verguizen ten koste van de
hemel, en niet de hemel verwaarlozen zoals nu vaak ge
beurt ten koste van de aarde. De aarde zonder hemel is
een lichaam zonder ziel. De hemel zonder aarde een ziel
zonder lichaam. God vernieuwt de mens naar lichaam en ziel.
Protestantse journalisten in Rome te gast
Brandend maagzuur?
helpen direkt!
(door ds. G. P. Klijn)
,Als God dood is. dan zijn wij
dood. zei bisschop Willebrands.
DRIEBERGEN Met het stof van vier dagen Rome aan de Oecumenische publiciteit heelt een
schoenen zijn dezer dagen de deelnemers aan de twaalfde iaat- ^""^geUe' in"tormerén"cn
vergadering van de Werkgemeenschap van Prot. Journalisten m|zjj moe^ de kerk informeren over de
Europa teruggekeerd van een conferentie, die boeiende en veel-vragen in de wereld, over de honger en
belovende contacten heeft opgeleverd zowel met de broeders der d* over de rassen"
Waldensische Kerk in Italië als met de rooms-katholieke collega
journalisten, die een bijzonder royale en hartelijke ontvangst aan
de protestantse bezoekers boden.
De deelnemers (waaronder twaalf uit
Nederland) zagen kans tussen de bedrij
ven en ontvangsten door nog een en
ander van Rome te zien, zij daalden af
in de catacomben, bezochten de water
vallen van Villa d'Este en het buiten-
j allen verblÜf van keizer Hadrianus in Tivoli
De vijftig deelnemers uit negen Euro
pese landen ontmoetten elkaar in het
groot-auditorium van de theologische
faculteit van de Waldensische Kerk.
waar begroetingswoorden werden
gesproken door prof. Sbaffi, president
van de Nationale Raad van Prot. Ker
ken in Italië en prof. A. Soggin, hoogle
raar in de oudtestamentische vakken
(Nederlandse moeder, ene freule Ha-
,,„r, 0.rinxma thoe Slooten), die ons rondleid-
gastvrij ter beschikking stelde. En an- de door de grootste theologische biblio-
derzijds wile men iets proeven van het theek van prot. werken in Italië met
het na-concilie-klimaat, waarin een ot- ruim 80.000 delen, waaronder zeer oude
derzijds wilde men iets proeven van en zeldzame exemplaren,
cumenische wind waait, die voor enke-
le tientallen jaren nog voor volstrekt j alclcnzen
onmogelijk gehouden werd. Aan beide
verlangens heeft de conferentie uitvoe-
Het doel, dat de Werkgemeenschap
(350 leden in elf Europese landen,
waarvan 40 in Nederland) zich stelde
met de keuze van Rome als ontmoe
tingspunt voor conferentie en jaarver
gadering, is ruimschoots en zelfs boven
verwachting beriekt. Men wilde ener
zijds een broederhand reiken aan de
protestantse minderheidskerken, met
name aan de Waldensische kerk, die
haar theologische faculteitsgebouw
zij mag zich niet beperken tot het
geven van de feiten, hoe nodig dat ook
moge zijn. Het gaat er vooral om, dat
er een oecumenische visie op de eigen
èn op de andere kerken ontstaat.
De grondslag daarvan is de liefde
van Christus, die tracht te verstaan
hoe in andere kerken het evangelie
wordt geloofd en geleefd. Het
vaak een gebrek aan informatie ei
innerlijk begrip voor elkaar denken en
motieven, waardoor schristenen vaak
tot kerkschuring werden verleid. De
oecumenische publiciteit kan helpen el
kaar beter en dieper als christenen te
leren kennen, als mensen, die samen op
weg zijn naar het ene volk Gods en
naar de ene Kerk van Christus.
buiten Rome, de St. Pieter en de Six
tijnse kapel en werden namens de Stad
Rome ontvangen op het Kapitool door
loco-burgemeester dr. Grisiola,1
het secretariaat voor de bevordering
van de eenheid der christenen. Mgr.
Willebrands zette de werkwjize van
het secretariaat, in het leven geroepen
door Paus Johannes de 23ste, uiteen.
De conferentie lusterde in haar jaar
vergadering naar een gunstig finan
cieel verslag van penningmeester J.' E.
Croese (Nederland) en besloot het vol
gend jaar samen te komen in Boeda
pest of als dat moeilijkheden oplevert,
in Brussel, in welk geval het Belgische
lid dr. Ed. Pichal de organisatie op zich
zal r
Het diepste en meest veelbelovende
resultaat van de conferentie schuilt in
het contact dat gelegd werd met de
Unie van rooms-katholieke journa
listen in Italië, tijdens een door deze
machtige organisatie (1000 leden) aange
boden receptie; waarover een laatsteI
artikel zal berichten.
rig voldaan.
Bezinning op Civitcisdagen
PUTTEN Medemenselijk
heid. In de niet-christelijke reli
gies, in het christendom, in het
persoonlijk leven, in het bedrijfs
leven. Ziedaar de bezinningsstof
op de Civitasdagen 1966 der Vrije
Universiteit, die gisteren en van
daag velen in het CNV-con-
ferentieoord bijeen hebben ge
bracht.
Medemenselijkheid vraagt tegenwoor
dig een grote plaats, een té grote wel
licht (prof. Van Niftrik). Hoe het zij.
dèt er een dure roeping in dit verband
ligt, wilde niemand ontkennen.
Vandaar de vier sprekers: prof. dr.
mr. D. C. Mulder van de theologische
(kculteit der V.U., prof. dr. G. C. van
Niftrik, kerkelijk hoogleraar aan de
Universiteit van Amsterdam, pater dr.
p. R. A. D. Dresen S. J.. Amsterdams
ktudentenmoderator en prof. dr. H. J.
van Zuthem, buitengewoon hoogleraar
economische- en bedrijfssociologie aan
de V.U. Vandaar ook de mogelijkheid
tot ruime ..vrije'' gedachtenwisseling
met een forum tot slot.
Prof. Mulder was de eerste die ter
rein verkende door de vraag onder
ogen te zien: Hoe wordt de medemens
bezien en behandeld in de niet-christe-
lljke religies? Wat het hindoeïsme aan
gaat: in principe is hier de medemens
het medestamlid. Men behoort daar
krachtens geboorte tot een bepaalde
kaste en deze bepaalt het ganse le
ven.
Het boeddhisme daarentegen door
breekt de geslotenheid der stamreligie
geheel. Bepalend voor de vjsie op de
medemens is hier de beslissing van
Boeddha de weg der verlossing die hij
ontdekt had niet tot het einde te gaan,
maar uit medelijden de heilige waar
heid aan zijn medemensen te prediken.
Er is hier een zekere spanning tussen
de begeerte naar verlossing en de be
reidheid zich over andere te ontfermen
en anderen te dienen.
In de islam is de mens de knecht
Gods. Daaruit volgt voor de islamiet
onbeperkte medemenselijkheid, zij het
dan met bepaalde beperkingen.
Samenvattend meende deze inlci- j
der (voorzichtig) te kunnen stellen j
„dat er over bepaalde principes van j
Overeenstemming
op wereldniveau
is mogelijk
ting met de medemens vereist
genschappen als liefde, tact, fijngevoe
ligheid jegens anderen, zo zette pater
Dresen vervolgens uiteen. Alleen zo
wordt ons leven zinvol.
(Van een onzer verslaggevers) taamheld
medemenselijkheid wereldwijde over
eenstemming kan groeien".
Hoe staat het met de medemenselijk
heid in de christelijke religie? Op deze
vraag ging prof. Van Niftrik in. Hij
constateerde dat de kerkelijke predi
king en de theologie in het verleden
dikwijls bijna uitsluitend „jenseitig",
vrij vertaalde „te hemels" gericht zijn
geweest en dit ten dele nog zijn. De
reactie daarop is het huidige Jjorizon-
talisme": men schijnt God nog slechts
ln de naaste te kunnen ontmoeten.
De aandacht is daardoor Uitsluitend
gevestigd op het tweede grote gebod in
de hoofdsom der wet, zodat de zelfstan
digheid van het eerste grote gebod
nauwelijks meer aandacht krijgt- Na
tuurlijk mogen we ons door het „hori
zontalisme" laten gezeggen, als we
maar goed beseffen dat de relatie tot
God niet in haar totaliteit via de
naaste gaat. Anders gezegd: het begrip
van het menselijk bestaan is als basis
niet voldoende om het gebouw der theo
logie te kunnen dragen.
Hoe is medemenselijkheid te realise
ren in ons leven als „levensstijl", als
religieuze opdracht, bijv. ten opzichte
van ouders, vrienden, in de verhou
ding der geslachten? De echte ontmoe-
Allcen op deze manier kan de
»nzc samenleving worden
Een eenzaamheid de
literatuur van onze dagen legt daar
duidelijk getuigenis van af die mede
als gevolg van de toegenomen mate
riële mogelijkheden en de massaliteit
overwoekerd dreigt te worden door ver
zakelijking en egoïsme.
Tenslotte: de medemenselijkheid in
het bedrijfsleven, waarover prof. Van
Zuthem enkele opmerkingen maakte.
Deze betekent daar allereerst zorg voor
een rechtvaardige verdeling van de
welvaart in materiële zin. Arbeidsvoor
waarden en arbeidsomstandigheden
hebben reeds vele tientallen jaren de
aandacht gekregen. Thans komert de
arbeidsverhoudingen (medezeggen
schap) en de arbeidsinhoud (plezier
het werk) meer naar voren. In hoe
verre de medemenselijkheid in het be
drijfsleven zich in de richting zal bewe
gen van medeverantwoordelijkheid als
collectief gegeven en in solidariteit zon
der klassebewustzijn, zijn vragen waar
de toekomst nog antwoorden op zal
moeten geven.
De discussies werden op prettige wij
ze onderbroken door de in Cannes be
kroonde film „Ballade van een sol
daat", die de medemenselijkheid op on
gewoon zuivere wijze indringend on
der de aandacht bracht.
Want de kleine, maar dappere Wal-'
i densische Kerk heeft een eerbiedwaar
dige geschiedenis, die teruggaat tot de
twaalfde eeuw, toen in de Noorditali-
dalen Petrus Waldus zijn leken-
predikaties begon tegen het pauselijke
verbod in. De jonge gemeenten hebben
stormen van de zwaarste vervolgingen
doorstaan, maar zij hielden in hun
moeilijk toegankelijke dalen stand tot
aan de Reformatie. Toen zonden zij
twee delegaties uit, een naar de pro
testanten in Tsjecho-Slowakije en een
naar Genève. Het feit, dat de eerste
delegatie door de inquisitie werd opge
vangen en de tweede Genève bereikte,
is de oorzaak dat de Waldensische
Kerk hervormd en niet luthers is ge
worden.
In het hart van deze oude, hervorm
de kerk werd nu gesproken over de
oecumenische verantwoordelijkheid
de publiciteit en het geschiedde
zowel door een vooraanstaande pro
testantse figuur als dr. Girardet, toe-|
komstig redacteur van één ge
meenschappelijk kerkblad voor alle
protestanten in Italië, als door de
rooms-katholieke prelaat bisschop dr.
Willebrands, secretaris van kardi
naal Bea in het bekende secretariaat
voor de bevordering van de eenheid
der christenen.
Chanson
Onder de moderne communicatiemid
delen rekende mgr. Willebrands niet
alleen radio en tv, pers en film, maar
ook het chanson, waarin de vragen van
de mens van vandaag in eenvoudige,
het hart aansprekende taal aan de orde
komen. Dat bewijst hoe nodig de kerk
een wereldse taal moet leren spreken,
als zij informatie geeft over het Evan
gelie, dat op zichzelf een boodschap
van God tot ieder mens is. Dat eist
meer dan een aanpassing in de
volkstaal alleen, het vergt een ingaan
in het dagelijks leven van de mens
zelf. Want het leven van de kerk is
niet het leven van de straat, waarin
die kerk staat. Voor miljoenen is God
en is de kerk niet meer aanspreekbaar,
God is zo ver weg geraakt uit het zicht
van de moderne mens, dat de stelling:
God is dood, allerwege opgeld doet.
Maar aan de kerk blijft opgedragen
deze scheiding tussen God en mens te
overbruggen door de boodschap van
het mens-zijn Gods. Alle broederschap
en menselijkheid berust op de broe
derschap en het mens-zijn van de Zoon
des Mensen, die ons allen tot broeders
van Hem en van elkaar heeft gemaakt
15e toogdag herv.-geref. vrouwen
(Van onze kerkredactie)
UTRECHT De presidente,
mevrouw A. Harkema-Visch
uit Zeist, noemde in haar ope
ningswoord de bondsdag van de
Nederlandse Hervormde Vrou
wen Verenigingen op gerefor
meerde grondslag een feestelijke
toogdag. Het was namelijk de
vijftiende bondsdag. Bij dit der
de lustrum kon worden gemeld,
dat er 94 verenigingen zijn en
2500 leden. Men is begonnen met
twintig verenigingen en vijfhon
derd leden.
Nieuwe verenigingen, die er het afgelo
pen jaar zijn bijgekomen zijn die
van Papendrecht, Uddel, Leusden
Haastrecht.
Ook het aantal bezoekers toont een stij
gende lijn, wat eigenlijk wel van
zelfsprekend is. Nu vulden bijna dui
zend bezoekers het Utrechtse
NV-huis, waarvan bijna iedere stoel
bezet was. Veel verenigingen hadden
zich laten vertegenwoordigen, zoals
de Geref. Vrouwen Vereniging Neder
land, de Geref. Mannen Vereniging,
de Herv.-Geref. Zondagsscholenbond,
de Bond voor Inwendige Zending, de
Gereformeerde Zendings Bond, de
Herv.-Geref. Jeugdbond en de
Herv.-Geref. Meisjesbond.
In 9t koper
Speciaal werden de dames T. A. van
Bemmel-Mosterd uit Amersfoort, J.
Hooreman-van Leeuwen uit Zeist en
A. B. Timmer-Dijkstra uit Elspeet in
het zonnetje gezet, omdat zij al
twaalf cn een half jaar in het
bestuur zitting hebben,
s. J. Jongerden uit IJsselmuiden
sprak over „Het gezag van de Heilige
Schrift". „Wanneer we gaan hande
len over het gezag van de Heilige
Schrift, houden wij ons bezig met
een aangevochten zaak", aldus de
predikant.
Hij vervolgde: „Die aanvechting da
teert niet van vandaag of gisteren. In
de loop der tijden zijn er heel wat
aanvallen tegen de Heilige Schrift
ingezet. Maar het spitst zich toe. Er
is nu een crisis aan de gang in alle
gezagsverhoudingen. Er is een crisis
in het gezinsleven, in Het leven van
ons volk, in het kerkelijk leven en
ook rondom het gezag van de Heilige
Schrift."
„Dat hoeft ons niet te bevreemden.
Want het gezag van Gods Woord
strijdt tegen de natuurlijke mens. De
natuurlijke mens verstaat niet de din
gen, die des Geestes Gods zijn. Nu
waakt het Woord Gods voor zijn ei
gen gezag. Daarom moeten wij bij de
Heilige Schrift terechtkomen en ho
ren wat zij van zichzelf zegt"
Spreker citeerde verschillende schrij
vers, waaronder Oliveanus en Arnol-
dus van Rotterdam.
Zendeling H. van 't Veld, al enige tijd
in ons land met verlof uit Kenya,
vertelde 's middags op interessante
wijze over het „Familieleven in Afri
ka". „Het leven dat zich daar
afspeelt in de lemen hut met zijn
grasdak en de deur, die tegelijk
venster en schoorsteen is, is in de
eerste plaats geen eigen gezinsleven,
maar een stukje familieleven."
Van 't Veld sprak over het werk van
kerk en zending om de samenleving,
waar traditie vaak nog een hardnek
kige zaak is, de juiste weg te wijzen.
Aan het eind van de middag voerde ds.
H. Harkema uit Zeist, director van
de GZB het woord.
Mej
Neuteboom aan
VU gepromoveerd
<v.i
t onderwijsredactie)
AMSTERDAM Aan de Vrije Uni
versiteit promoveerde vanmiddag me
juffrouw drs. P. M. C. Neuteboom tot;
doctor in de sociale wetenschappen opj
het proefschrift Opleiding in ge- j
spreksvoering. beschrijving en effect-1
onderzoek. Promotor was prof. dr. II.
R. Wijngaarden.
Voor de dissertatie is een onderzoek j
gedaan naar het effect van een oplei
ding in gespreksvoering. zoals die aan
doctoraalstudenten ln de psychologie
aan de VU wordt gegeven. In deze
opleiding worden studenten geoefend
in het voeren van een eerste gesprek
met iemand die uit eigen beweging
naar een psycholoog komt om hulp. Dr.
Neuteboom werd in Strijen geboren.
Zij is vanaf 1960 als wetenschappelijk
medewerkster betrokken bij opleiding,
en onderzoek in therapie en ge-j
gespreksvoering. Een van de stellingen
bij het proefschrift luidt: Studiebegelei
ding. zoals bepleit door J. H. Dijkhuis,
is een poging de gevolgen van de gebre
ken van de Inrichting van het we
tenschappelijk ondarwtjs in Nederland
zoveel mogelijk te beperken.
Ds. D. lloloverda
overleden
NOORDHORN (Or.) Dezer d—ro is
-.verleden ds. D. Hokwerda. hervormd
predikant te Noordhorn. Hu werd ln 194
in deze plaats bevestigd. I
Ds. Hokwerda werd geboren »n 1901. in
1936 werd hij kandidaat in Zeeland en
iatzdfde Jaar bevestigd in Cothen. In
1930 deed hij intrede in Kollumerzwaag.
(Van onze kerkredactie)
VLAARDINGEN De uitroep van de
radicale jonge theologen ,,God is dood"
houdt de gemoederen bezig. Niet slechts
in kranten en tijdschriften wordt er uit
voerig over geschreven, ook een samen
komst als die van gisteravond, georgani
seerd door de Vlaardingse boekhandelaar
Aart Pontier in de zaal Triangel, trok
grote belangstelling en niet alleen van
predikanten. Prof. dr. J. Sperna Weiland
gaf een soort van inleiding, waarin hij
deoe uitroep niet ontmaskerde, zoals vaak
reeds gedaan is. onder andere door de
Australische Nederlander prof. dr. K.
Runia. maar „ongemythologiseerde" het
geheimzinnige waas dat er omheen hangt.
In oktober en november zullen een gerefor
meerde en een rooms-katholieke theoloog
verder op deze gedachte ingaan.
Het werd een „preek met een toepassing".
En daartussen was de pauze met koffie. In het
eerste deel van de avond gaf prof. Sperna Wei
land een overzicht over de ontstaansgeschiedenis
van deze nieuwe theologie, in het tweede ge
deelte een aantal mogelijke verklaringen voor
de uitspraak „God is dood".
De wortels van het huidige denken liggen
reeds b*j de vermoorde Duitse predikant Bon-
hoeffer. De nieuwe theologie kwam niet zozeer
voort uit het verlangen naar iets anders. Er zit
een noodzakelijkheid achter. De taal van de kerk
komt in onze tijd niet meer over. Er hangt voor
veel mensen een mist omheen, die niet verdwijnt
door de bekende woorden vaak te gebruiken.
Belangrijker nog is dat het wereldbeeld van de
bijbel en de klassieke theologie de huidige
mensheid vreemd is. Voor veel moderne mensen
is de bijbelse wereld een sprookjeswereld ge
worden, soms afstotend, dan weer fascinerend,
maar altijd een sprookje.
Reacties
Er Z(jn twee reacties mogelijk. We kunnen
tegenover deze nieuwe ervaring van de werke
lijkheid het conventionele christendom staande
proberen te houden. We kunnen ook ons afvra
gen of het evangelie niet zo gezegd kan worden
dat het de mensen van deze tijd in staat stelt
om te blijven leven als mensen van deze tijd.
Hier gaan de wegen uiteen en verwijderen ze
zich steeds verder van elkaar. Juist daarom, zei
prof. Sperna Weiland is het zo noodzakelijk dat
het gesprek wordt voortgezet tussen vertegen
woordigers van beide groepen.
Je kunt dus zeggen, zei hij: Christus is gisteren
en heden Dezelfde en tot in alle eeuwigheid. Die
Waarheid moet staande gehouden worden ook al
zou niemand er naar luisteren. Daar kun je respect
voor hebben. De mensen van de nieuwe theologie
hebben echter de andere weg gekozen. We moeten,
zeggen zij, niet vasthouden aan de interpretatie van
het verleden. We moeten de bijbel opnieuw inter
preteren voor deze tijd, we moeten steeds weer
opnieuw luisteren en vertalen.
Zo sprak Bonhoeffer in 1944 reeds over een
„christendom zonder religie". Religie is het
zoeken van de mens naar verlossing van zijn
angst, de schuld, de dood. zijn verlangens naar
de overzijde, het eeuwige leven, de hemel. Maar
is dat werkelijk het christelijk geloof? Nu zien
toe in de bijbel andere dingen. De kern van de
bijbel is niet, ontdekte Bonhoeffer. dat de mens
straks een toekomst heeft, inaar dat God onze
aardse werkelijkheid binnentreedt om gerech
tigheid, shaloom. het Rijk Gods te brengen op
aarde. In dat denken, waarin het lijden zo'n
grote plaats krijgt, is God niet langer de ver
heven Adonai op Zijn troon, maar Hij die in de
wereld lijdt, die Zich laat wegduwen en zo
alleen God is. Geloven is een zich laten mee
nemen op de lijdensweg van Jezus.
Niets nieuws
God is dood-theologie eigenlijk in het geheel niets
nieuws is. Die uitspraak mag niet losgemaakt wor
den van de opstanding. De grote vraag die deze
theologie ons stelt is: Welke God staat straks weer
op. Voor dit denken zijn vooral in het boek Job
al sterke aanknopingspunten. Toch is het moeilijk
om één enkele verklaring voor deze berucht ge
worden woorden te vinden. Volgens prof. Sperna
Weiland kan men ze een viervoudige interpretatie
1. Ze kunnen wijzen op de noodzaak van een
beeldenstorm, waarin het niet gaat om God,
maar om de beelden die de kerk in de loop
van haar traditie heeft gemaakt Die beelden
hebben we wel nodig om ons iets zichtbaar te
maken, maar tegelijkertijd vervreemden ze ons
van de werkelijkheid die zij uitbeelden. Zo zien
we het gebeuren in het boek Job. Daar is God
dood, maar het is de dood van het beeld daar
God zelf alle beelden overleeft.
2. We kunnen ook voortgaan in de overtuiging
van mannen als Marx, Feuerbach. Freud en
Jung die zeggen dat wij met al ons spreken over
God bezig waren met het maken van God. We
schiepen God naar ons beeld en onze gelijkenis.
In zijn goden ontmoet de mens dus zichzelf.
3. We kunnen er ook een symbool in zien van de
situatie waarin vandaag de mens geroepen wordt
tot zijn integrale verantwoordelijkheid voor deze
wereld. We kunnen niet terug naar het verleden.
4 In de laatste plaats zag de Amsterdamse hoog
leraar in deze woorden een nieuwe vormgeving
van het geloof in onze atheïstische tijd. God is
slechts de afkorting voor het beeld dat de kerk
zich van hem gemaakt heeft. Dat beeld is dood,
maar dat betekent niet dat er een einde ge
komen is aan het christelijk geloof, maar dat we
nu eindelijk kunnen gaan geloven in de zin
waarin daot wordt gevraagd in het Nieuwe
Testament.
Sölle
Het gaat nu niet langer om het zwijgen van
God, die straks weer zal spreken, de afwezige
God die zich straks weer openbaart, maar om
het sterven van God, die straks als een andere
God zal opstaan.
Zo ziet prof. Sperna Weiland bijvoorbeeld bij
een vrouw als Dorothee Sölle een oud motief
weer opduiken dat in de theologie lang is ver
waarloosd: Christus als plaatsvervanger.
De mens zoekt identiteit, maar die kan hij
niet vinden. Hij wil zich zelf zijn, maar kan dat
niet worden. Christus nu is het bericht in de
wereld van het werkelijke, het echte leven. In
Hem is de waarachtige identiteit aan de dag
getreden. Hij gaat ons voor. Hij is ook de Voor
loper die naar ons omziet. Hij wacht op de dag,
waarin wij onze eigen plaats kunnen innemen.
Maar God stelt zich niet tevreden met onze
Vervanger. Deze doet Voorspraak voor ons,
maar wij moeten zelf ook spreken, deze gelooft
voor ons maar wij moeten zelf ook geloven.
Alles in deze theologie concentreert zich op
Christus, die ons identiteit verschaft, opdat wij
onze integrale verantwoordelijkheid voor de
wereld <*i zijn toekomst zullen kunnen aan
vaarden.
Brieven die niet zijn voorzien
van naam en adres kunnen niet
in behandeling worden genomen.
Geheimhouding is verzekerd. Vra
gen die niet onderling met elkaar
in verband staan moeten in af
zonderlijke brieven worden ge
steld. Per brief dient een gulden
aan postzegels te worden ingeslo-
Vraag: Wat zijn woningwetwonin- Iet J
gen, premiewoningen, vrije-sector- Iraf
woningen en hoe worden zij gefinan-sn r,
cierd? Wat zijn voorkeurswonin
gen? Wie komen daarvoor in aan-beni
merking? Welk percentage var
woningwetwoningen geldt als voor-5|
keurswoning? Kan de gemeent«
t.a.v. woningwetwoningen een bij
drage van 2500 per woning?
Antwoord: De namen woning
wet-, premie- en vrije-sector-wonin
gen worden sinds 1 januari niet'
meer gebruikt. Het ministerie heef;
echter wel beschikkingen ingesteld
waarvan de indeling ongeveer over-<
eenkomt met de door u bedoelde
categorieën:
a) Zo is er een beschikking voorj
geldelijke steun aan toegelaten I
instellingen (voor vroegere woning^
wetwoningen). Dat kunnen woning
bouwverenigingen zijn of de ge
meente. Zij krijgen voor de financie
ring rijksleningen en een jaarlijks!
bijdrage (die over het algemeen affl
hankelijk is van de grootte der
ning).
b) Voor mensen, die als particu4j
lier gaan bouwen, is alleen de
rijksbijdrage toegewezen; financie]
ring van bouw- en grondkostei
voor eigen woning is voor rekenini
van de particulier. Men kan
voor leningen wenden tot banken!
en hypotheek nemen. De rijksbijdra-g
ge is uit een bedrag ineens en
jaarlijkse premie (afhankelijk
grootte der woning, diepte van fun-1
dering, gemeenteklasse, enz.). I
c) Voor particuliere huur wonin
gen wordt alleen een jaarlijkse bij
drage ter beschikking gesteld. Vooi
degenen die deze woningen latei
bouwen (bouwondernemers, pensi
oenfondsen, enz.), gelden weer
voorwaarden en bepalingen, was
van de hoeveelheid van de toesla!
afhankelijk is.
d) de voorkeurswoningen, onder
deel van de vroegere woningwetwo
ningen, zijn door de minister toege
wezen aan rijks- en spoorwegperso
neel, en „voor andere personen.'
Vijf procent van een complex wonin
gen, dat gebouwd wordt door de
instellingen, bestaat uit voor
keurswoningen.
Vraag: Wat is de waarde van t_.
De Ruyterzegel van 1907 van ééi
cent?
Antwoord: Gebruikt en onge
bruikt ongeveer 1,50.
Vraag: Een makelaar zet voor eenB
eigenaar een huis te koop en de
komt in aanraking met de kopor. 1
eigenaar stelt voor. het huis zonder!
makelaar te verkopen. Hoe is nu da
rechtspositie van de makelaar. Kan
deze zijn kosten verhalen op de ko-
Antwoord: Dit zou volkomen t<
kwader trouw zijn en niets baten
want de makelaar is niet gek er
komt er wel achter. In de meeste
overeenkomsten is de clausule
„kosten koper" opgenomen.
(Van onze kerkeradactie)
's-GRAVENDEEL De bur
gemeester van 's-Gravendeel, dr.
C. J. Verplanke vertrekt 12 ok
tober naar Zuid-Afrika om samen
met de Amerikaan, prof. dr. J.
Kromminga en de Zuid
afrikaan prof. dr. F. J. M. Pot
gieter een rapport op te stellen
over het rassenprobleem dat
aanvaardbaar zal zyn voor alle
kerken in de Gereformeerde
Oecumenische Synode. Het is hun
taak om samen van drie re
gionale rapporten er één te ma
ken, dat op de volgende wereld
synode van 1968 in Amsterdam
besproken kan worden.
Het probleem van de verhouding der
rassen houdt reeds jarenlang deze syno
de, in de wandeling GOS genaamd, be
zig. Reeds de synode van Edinburg be
noemde in 1953 een studiecommissie
met Nederlandse, Britse en Zuidafri-
kaanse leden. Aan de synode van Pot-
chefstroom werd verslag uitgebracht,
maar dat was zo verwarrend dat een
nieuwe commissie benoemd werd.
Die commissie had rapport moeten
uitbrengen op de synode van Grand
Rapids. Door gebrek aan intercontinen
taal contact en door belangrijke
verschillen van inzicht moest deze
missie bekennen in het geheel niet in
staat te zijn een rapport uit te bren
gen.
Grand Rapids (1963) volgde toen een
nieuwe koers. Er werden drie regionale
commissies ingesteld die ieder met een
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Reeuwijk, J. van der Vel
den te Amersfoort; te Waddinxveen (vac.
J. R. Cuperus), C. Vos te Gouda.
Aangenomen naar Assen (wijkgem.
Holt-Esch). A. M. Arntzenius te Enkhui-,
een; naar Krommenie, P. C. Schoonen-
boom te Ammerstol.
GEREF. KERKEN
Aangenomen naar Venlo. H. J. Zelden-
ïst te Schiermonnikoog.
De Soemba-Brazilië deputaten van de
Gereformeerde Kerken in Nederland de
len mee. dat de zendingsdeputaten van de
(greja Evangelica Reformada Brasil de
benoeming van ds. P. Gilhuis te Meche-
len tot missionair predikant in Brazilië
hebben goedgekeurd.
De
:i(
rapport moesten komen. De voorzitten
kregen de opdracht om uit die drie"
rapporten een gezamenlijk rapport te"v
distilleren.
De Amerikaanse commissie stond
der voorzitterschap van prof. dr. J. Aw
Kromminga, de Zuidafrikaanse onderst
leiding van prof. Potgieter, terwijl dr 'P
Verplanke de kleine Europese commis-"rd
sie leidde. Hij vertelde ons dat vooraf B
prof. dr. J. van den Berg een bijzonderZo:
goede bijdrage gegeven heeft 1
theologische fundering van het rap4n,
Inmidddels zijn de drie rapporten
verschenen. Nu blijkt dat het Ameri
kaanse en Europese rapport qua Ln-jop
houd niet sterk verschillen, die zijn t^
combineren. Maar het Zuidafrikaansqbb
rapport wijkt sterk af. Het moderamei^te
van de GOS vroeg toen de voorzitters^,
samen een oplossing te zoeken.
Conclaaf99 ke!
Bprgemeester Verplanke hoopt met£je
prof. Kromminga eerst nog een paac_
dagen de generale synode van de Ne
derduitse Gereformeerde Kerk bij te.
wonen in Bloemfontein om zich dan
twee weken op de hoogte te stellen van
de Zuidafrikaanse situatie. Daarna zul
len de drie voorzitters in Stellenbosch
in „conclaaf" gaan.
„Ik hoop dat we tot een gezamenlijk
rapport kunnen komen, maar ik weet
niet of ik het verwacht", vertelde hij
ons. De grote moeilijkheid is dat apart
heid voor de Zuidafrikanen niet alleen
maar een praktische zaak is, maar dat
daaronder een theologische fundering
is geschoven.
Controversieel
Dr. Verplanke heeft geen idee hoe
lang het gesprek zal duren. Hij hoopt
ongeveer een week. Zowel hij als prof.
Kromminga willen alles proberen om
met de Zuidafrikaan tot overeenstem-,
ming te komen. Maar de bijbelse waar
heid mag geen geweld aangedaan wor
den, vertelde hij ons.
Voor de GOS kan dit rapport, als
1968 in Amsterdam een van de
meest controversiële worden. Verschil
van visie over de apartheid werd inder-,
tijd de oorzaak van de breuk tussen de
Zuidafrikaanse kerken en de Wereld
raad. Zou deze kwestie ook tot een
breuk in de GOS uitgroeien dan raken
de Zuidafrikaanse kerken geheel geïso
leerd. Dr. Verplanke hoopt echter dat
een dergelijke breuk voorkomen kan
worden.