Gezamenlijke bezinning op oecumenische publiciteit Medemenselijkheid opdracht maar niet het enige gebod Niet einde van het geloof Rennies|g> Aantal bezoeksters stijgt ieder jaar Prof. Sperna Weiland over „God is dood" Uw probleem j is het onze. Driemanschap bezint zich op apartheid VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1966 Een woord voor vandaag Een paar dagen geleden mediteerden we over de woorden: „TJw wil geschiedeuit het Onze Vader. Maar ChristiLS voegt er nog iets aan toe: „gelijk in de hemel alzo ook op de aarde" In het Onze Vader werpen we eerst een blik naar boven, naar de hemel, dan een blik om ons heen naar de aarde, dan een blik naar voren naar de toekomst. En dan vat Jezus dat alles ineens samen in „Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op de aarde". Hemel en aarde horen bij elkaar. In den beginne schiep God hemel en aarde. Zij zijn te onderscheiden, zij mogen niet ge scheiden worden. Maar ze zijn wel gescheiden door de zonde. Er is een kloof gekomen tussen die twee, een kloof die zich voortplant in ons denken en doen, ook in het denken van vele christenen. Sommige mensen leven zo aards dat de hemel voor hen afgesloten blijft. Sommige christenen zo hemels, dat ze op de aarde zich niet meer thuis voelen. Ds. Buskes heeft het eens zo prachtig geformuleerd: De mens moet tweemaal bekeerd worden. Eerst van de aarde tot de hemel en dan van de hemel tot de aarde. Slechts dan zien we wat God bezig is te doen. Hij iverkt aan de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Hij brengt die twee weer in volkomenheid samen. Daarom mogen we de aarde niet verguizen ten koste van de hemel, en niet de hemel verwaarlozen zoals nu vaak ge beurt ten koste van de aarde. De aarde zonder hemel is een lichaam zonder ziel. De hemel zonder aarde een ziel zonder lichaam. God vernieuwt de mens naar lichaam en ziel. Protestantse journalisten in Rome te gast Brandend maagzuur? helpen direkt! (door ds. G. P. Klijn) ,Als God dood is. dan zijn wij dood. zei bisschop Willebrands. DRIEBERGEN Met het stof van vier dagen Rome aan de Oecumenische publiciteit heelt een schoenen zijn dezer dagen de deelnemers aan de twaalfde iaat- ^""^geUe' in"tormerén"cn vergadering van de Werkgemeenschap van Prot. Journalisten m|zjj moe^ de kerk informeren over de Europa teruggekeerd van een conferentie, die boeiende en veel-vragen in de wereld, over de honger en belovende contacten heeft opgeleverd zowel met de broeders der d* over de rassen" Waldensische Kerk in Italië als met de rooms-katholieke collega journalisten, die een bijzonder royale en hartelijke ontvangst aan de protestantse bezoekers boden. De deelnemers (waaronder twaalf uit Nederland) zagen kans tussen de bedrij ven en ontvangsten door nog een en ander van Rome te zien, zij daalden af in de catacomben, bezochten de water vallen van Villa d'Este en het buiten- j allen verblÜf van keizer Hadrianus in Tivoli De vijftig deelnemers uit negen Euro pese landen ontmoetten elkaar in het groot-auditorium van de theologische faculteit van de Waldensische Kerk. waar begroetingswoorden werden gesproken door prof. Sbaffi, president van de Nationale Raad van Prot. Ker ken in Italië en prof. A. Soggin, hoogle raar in de oudtestamentische vakken (Nederlandse moeder, ene freule Ha- ,,„r, 0.rinxma thoe Slooten), die ons rondleid- gastvrij ter beschikking stelde. En an- de door de grootste theologische biblio- derzijds wile men iets proeven van het theek van prot. werken in Italië met het na-concilie-klimaat, waarin een ot- ruim 80.000 delen, waaronder zeer oude derzijds wilde men iets proeven van en zeldzame exemplaren, cumenische wind waait, die voor enke- le tientallen jaren nog voor volstrekt j alclcnzen onmogelijk gehouden werd. Aan beide verlangens heeft de conferentie uitvoe- Het doel, dat de Werkgemeenschap (350 leden in elf Europese landen, waarvan 40 in Nederland) zich stelde met de keuze van Rome als ontmoe tingspunt voor conferentie en jaarver gadering, is ruimschoots en zelfs boven verwachting beriekt. Men wilde ener zijds een broederhand reiken aan de protestantse minderheidskerken, met name aan de Waldensische kerk, die haar theologische faculteitsgebouw zij mag zich niet beperken tot het geven van de feiten, hoe nodig dat ook moge zijn. Het gaat er vooral om, dat er een oecumenische visie op de eigen èn op de andere kerken ontstaat. De grondslag daarvan is de liefde van Christus, die tracht te verstaan hoe in andere kerken het evangelie wordt geloofd en geleefd. Het vaak een gebrek aan informatie ei innerlijk begrip voor elkaar denken en motieven, waardoor schristenen vaak tot kerkschuring werden verleid. De oecumenische publiciteit kan helpen el kaar beter en dieper als christenen te leren kennen, als mensen, die samen op weg zijn naar het ene volk Gods en naar de ene Kerk van Christus. buiten Rome, de St. Pieter en de Six tijnse kapel en werden namens de Stad Rome ontvangen op het Kapitool door loco-burgemeester dr. Grisiola,1 het secretariaat voor de bevordering van de eenheid der christenen. Mgr. Willebrands zette de werkwjize van het secretariaat, in het leven geroepen door Paus Johannes de 23ste, uiteen. De conferentie lusterde in haar jaar vergadering naar een gunstig finan cieel verslag van penningmeester J.' E. Croese (Nederland) en besloot het vol gend jaar samen te komen in Boeda pest of als dat moeilijkheden oplevert, in Brussel, in welk geval het Belgische lid dr. Ed. Pichal de organisatie op zich zal r Het diepste en meest veelbelovende resultaat van de conferentie schuilt in het contact dat gelegd werd met de Unie van rooms-katholieke journa listen in Italië, tijdens een door deze machtige organisatie (1000 leden) aange boden receptie; waarover een laatsteI artikel zal berichten. rig voldaan. Bezinning op Civitcisdagen PUTTEN Medemenselijk heid. In de niet-christelijke reli gies, in het christendom, in het persoonlijk leven, in het bedrijfs leven. Ziedaar de bezinningsstof op de Civitasdagen 1966 der Vrije Universiteit, die gisteren en van daag velen in het CNV-con- ferentieoord bijeen hebben ge bracht. Medemenselijkheid vraagt tegenwoor dig een grote plaats, een té grote wel licht (prof. Van Niftrik). Hoe het zij. dèt er een dure roeping in dit verband ligt, wilde niemand ontkennen. Vandaar de vier sprekers: prof. dr. mr. D. C. Mulder van de theologische (kculteit der V.U., prof. dr. G. C. van Niftrik, kerkelijk hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, pater dr. p. R. A. D. Dresen S. J.. Amsterdams ktudentenmoderator en prof. dr. H. J. van Zuthem, buitengewoon hoogleraar economische- en bedrijfssociologie aan de V.U. Vandaar ook de mogelijkheid tot ruime ..vrije'' gedachtenwisseling met een forum tot slot. Prof. Mulder was de eerste die ter rein verkende door de vraag onder ogen te zien: Hoe wordt de medemens bezien en behandeld in de niet-christe- lljke religies? Wat het hindoeïsme aan gaat: in principe is hier de medemens het medestamlid. Men behoort daar krachtens geboorte tot een bepaalde kaste en deze bepaalt het ganse le ven. Het boeddhisme daarentegen door breekt de geslotenheid der stamreligie geheel. Bepalend voor de vjsie op de medemens is hier de beslissing van Boeddha de weg der verlossing die hij ontdekt had niet tot het einde te gaan, maar uit medelijden de heilige waar heid aan zijn medemensen te prediken. Er is hier een zekere spanning tussen de begeerte naar verlossing en de be reidheid zich over andere te ontfermen en anderen te dienen. In de islam is de mens de knecht Gods. Daaruit volgt voor de islamiet onbeperkte medemenselijkheid, zij het dan met bepaalde beperkingen. Samenvattend meende deze inlci- j der (voorzichtig) te kunnen stellen j „dat er over bepaalde principes van j Overeenstemming op wereldniveau is mogelijk ting met de medemens vereist genschappen als liefde, tact, fijngevoe ligheid jegens anderen, zo zette pater Dresen vervolgens uiteen. Alleen zo wordt ons leven zinvol. (Van een onzer verslaggevers) taamheld medemenselijkheid wereldwijde over eenstemming kan groeien". Hoe staat het met de medemenselijk heid in de christelijke religie? Op deze vraag ging prof. Van Niftrik in. Hij constateerde dat de kerkelijke predi king en de theologie in het verleden dikwijls bijna uitsluitend „jenseitig", vrij vertaalde „te hemels" gericht zijn geweest en dit ten dele nog zijn. De reactie daarop is het huidige Jjorizon- talisme": men schijnt God nog slechts ln de naaste te kunnen ontmoeten. De aandacht is daardoor Uitsluitend gevestigd op het tweede grote gebod in de hoofdsom der wet, zodat de zelfstan digheid van het eerste grote gebod nauwelijks meer aandacht krijgt- Na tuurlijk mogen we ons door het „hori zontalisme" laten gezeggen, als we maar goed beseffen dat de relatie tot God niet in haar totaliteit via de naaste gaat. Anders gezegd: het begrip van het menselijk bestaan is als basis niet voldoende om het gebouw der theo logie te kunnen dragen. Hoe is medemenselijkheid te realise ren in ons leven als „levensstijl", als religieuze opdracht, bijv. ten opzichte van ouders, vrienden, in de verhou ding der geslachten? De echte ontmoe- Allcen op deze manier kan de »nzc samenleving worden Een eenzaamheid de literatuur van onze dagen legt daar duidelijk getuigenis van af die mede als gevolg van de toegenomen mate riële mogelijkheden en de massaliteit overwoekerd dreigt te worden door ver zakelijking en egoïsme. Tenslotte: de medemenselijkheid in het bedrijfsleven, waarover prof. Van Zuthem enkele opmerkingen maakte. Deze betekent daar allereerst zorg voor een rechtvaardige verdeling van de welvaart in materiële zin. Arbeidsvoor waarden en arbeidsomstandigheden hebben reeds vele tientallen jaren de aandacht gekregen. Thans komert de arbeidsverhoudingen (medezeggen schap) en de arbeidsinhoud (plezier het werk) meer naar voren. In hoe verre de medemenselijkheid in het be drijfsleven zich in de richting zal bewe gen van medeverantwoordelijkheid als collectief gegeven en in solidariteit zon der klassebewustzijn, zijn vragen waar de toekomst nog antwoorden op zal moeten geven. De discussies werden op prettige wij ze onderbroken door de in Cannes be kroonde film „Ballade van een sol daat", die de medemenselijkheid op on gewoon zuivere wijze indringend on der de aandacht bracht. Want de kleine, maar dappere Wal-' i densische Kerk heeft een eerbiedwaar dige geschiedenis, die teruggaat tot de twaalfde eeuw, toen in de Noorditali- dalen Petrus Waldus zijn leken- predikaties begon tegen het pauselijke verbod in. De jonge gemeenten hebben stormen van de zwaarste vervolgingen doorstaan, maar zij hielden in hun moeilijk toegankelijke dalen stand tot aan de Reformatie. Toen zonden zij twee delegaties uit, een naar de pro testanten in Tsjecho-Slowakije en een naar Genève. Het feit, dat de eerste delegatie door de inquisitie werd opge vangen en de tweede Genève bereikte, is de oorzaak dat de Waldensische Kerk hervormd en niet luthers is ge worden. In het hart van deze oude, hervorm de kerk werd nu gesproken over de oecumenische verantwoordelijkheid de publiciteit en het geschiedde zowel door een vooraanstaande pro testantse figuur als dr. Girardet, toe-| komstig redacteur van één ge meenschappelijk kerkblad voor alle protestanten in Italië, als door de rooms-katholieke prelaat bisschop dr. Willebrands, secretaris van kardi naal Bea in het bekende secretariaat voor de bevordering van de eenheid der christenen. Chanson Onder de moderne communicatiemid delen rekende mgr. Willebrands niet alleen radio en tv, pers en film, maar ook het chanson, waarin de vragen van de mens van vandaag in eenvoudige, het hart aansprekende taal aan de orde komen. Dat bewijst hoe nodig de kerk een wereldse taal moet leren spreken, als zij informatie geeft over het Evan gelie, dat op zichzelf een boodschap van God tot ieder mens is. Dat eist meer dan een aanpassing in de volkstaal alleen, het vergt een ingaan in het dagelijks leven van de mens zelf. Want het leven van de kerk is niet het leven van de straat, waarin die kerk staat. Voor miljoenen is God en is de kerk niet meer aanspreekbaar, God is zo ver weg geraakt uit het zicht van de moderne mens, dat de stelling: God is dood, allerwege opgeld doet. Maar aan de kerk blijft opgedragen deze scheiding tussen God en mens te overbruggen door de boodschap van het mens-zijn Gods. Alle broederschap en menselijkheid berust op de broe derschap en het mens-zijn van de Zoon des Mensen, die ons allen tot broeders van Hem en van elkaar heeft gemaakt 15e toogdag herv.-geref. vrouwen (Van onze kerkredactie) UTRECHT De presidente, mevrouw A. Harkema-Visch uit Zeist, noemde in haar ope ningswoord de bondsdag van de Nederlandse Hervormde Vrou wen Verenigingen op gerefor meerde grondslag een feestelijke toogdag. Het was namelijk de vijftiende bondsdag. Bij dit der de lustrum kon worden gemeld, dat er 94 verenigingen zijn en 2500 leden. Men is begonnen met twintig verenigingen en vijfhon derd leden. Nieuwe verenigingen, die er het afgelo pen jaar zijn bijgekomen zijn die van Papendrecht, Uddel, Leusden Haastrecht. Ook het aantal bezoekers toont een stij gende lijn, wat eigenlijk wel van zelfsprekend is. Nu vulden bijna dui zend bezoekers het Utrechtse NV-huis, waarvan bijna iedere stoel bezet was. Veel verenigingen hadden zich laten vertegenwoordigen, zoals de Geref. Vrouwen Vereniging Neder land, de Geref. Mannen Vereniging, de Herv.-Geref. Zondagsscholenbond, de Bond voor Inwendige Zending, de Gereformeerde Zendings Bond, de Herv.-Geref. Jeugdbond en de Herv.-Geref. Meisjesbond. In 9t koper Speciaal werden de dames T. A. van Bemmel-Mosterd uit Amersfoort, J. Hooreman-van Leeuwen uit Zeist en A. B. Timmer-Dijkstra uit Elspeet in het zonnetje gezet, omdat zij al twaalf cn een half jaar in het bestuur zitting hebben, s. J. Jongerden uit IJsselmuiden sprak over „Het gezag van de Heilige Schrift". „Wanneer we gaan hande len over het gezag van de Heilige Schrift, houden wij ons bezig met een aangevochten zaak", aldus de predikant. Hij vervolgde: „Die aanvechting da teert niet van vandaag of gisteren. In de loop der tijden zijn er heel wat aanvallen tegen de Heilige Schrift ingezet. Maar het spitst zich toe. Er is nu een crisis aan de gang in alle gezagsverhoudingen. Er is een crisis in het gezinsleven, in Het leven van ons volk, in het kerkelijk leven en ook rondom het gezag van de Heilige Schrift." „Dat hoeft ons niet te bevreemden. Want het gezag van Gods Woord strijdt tegen de natuurlijke mens. De natuurlijke mens verstaat niet de din gen, die des Geestes Gods zijn. Nu waakt het Woord Gods voor zijn ei gen gezag. Daarom moeten wij bij de Heilige Schrift terechtkomen en ho ren wat zij van zichzelf zegt" Spreker citeerde verschillende schrij vers, waaronder Oliveanus en Arnol- dus van Rotterdam. Zendeling H. van 't Veld, al enige tijd in ons land met verlof uit Kenya, vertelde 's middags op interessante wijze over het „Familieleven in Afri ka". „Het leven dat zich daar afspeelt in de lemen hut met zijn grasdak en de deur, die tegelijk venster en schoorsteen is, is in de eerste plaats geen eigen gezinsleven, maar een stukje familieleven." Van 't Veld sprak over het werk van kerk en zending om de samenleving, waar traditie vaak nog een hardnek kige zaak is, de juiste weg te wijzen. Aan het eind van de middag voerde ds. H. Harkema uit Zeist, director van de GZB het woord. Mej Neuteboom aan VU gepromoveerd <v.i t onderwijsredactie) AMSTERDAM Aan de Vrije Uni versiteit promoveerde vanmiddag me juffrouw drs. P. M. C. Neuteboom tot; doctor in de sociale wetenschappen opj het proefschrift Opleiding in ge- j spreksvoering. beschrijving en effect-1 onderzoek. Promotor was prof. dr. II. R. Wijngaarden. Voor de dissertatie is een onderzoek j gedaan naar het effect van een oplei ding in gespreksvoering. zoals die aan doctoraalstudenten ln de psychologie aan de VU wordt gegeven. In deze opleiding worden studenten geoefend in het voeren van een eerste gesprek met iemand die uit eigen beweging naar een psycholoog komt om hulp. Dr. Neuteboom werd in Strijen geboren. Zij is vanaf 1960 als wetenschappelijk medewerkster betrokken bij opleiding, en onderzoek in therapie en ge-j gespreksvoering. Een van de stellingen bij het proefschrift luidt: Studiebegelei ding. zoals bepleit door J. H. Dijkhuis, is een poging de gevolgen van de gebre ken van de Inrichting van het we tenschappelijk ondarwtjs in Nederland zoveel mogelijk te beperken. Ds. D. lloloverda overleden NOORDHORN (Or.) Dezer d—ro is -.verleden ds. D. Hokwerda. hervormd predikant te Noordhorn. Hu werd ln 194 in deze plaats bevestigd. I Ds. Hokwerda werd geboren »n 1901. in 1936 werd hij kandidaat in Zeeland en iatzdfde Jaar bevestigd in Cothen. In 1930 deed hij intrede in Kollumerzwaag. (Van onze kerkredactie) VLAARDINGEN De uitroep van de radicale jonge theologen ,,God is dood" houdt de gemoederen bezig. Niet slechts in kranten en tijdschriften wordt er uit voerig over geschreven, ook een samen komst als die van gisteravond, georgani seerd door de Vlaardingse boekhandelaar Aart Pontier in de zaal Triangel, trok grote belangstelling en niet alleen van predikanten. Prof. dr. J. Sperna Weiland gaf een soort van inleiding, waarin hij deoe uitroep niet ontmaskerde, zoals vaak reeds gedaan is. onder andere door de Australische Nederlander prof. dr. K. Runia. maar „ongemythologiseerde" het geheimzinnige waas dat er omheen hangt. In oktober en november zullen een gerefor meerde en een rooms-katholieke theoloog verder op deze gedachte ingaan. Het werd een „preek met een toepassing". En daartussen was de pauze met koffie. In het eerste deel van de avond gaf prof. Sperna Wei land een overzicht over de ontstaansgeschiedenis van deze nieuwe theologie, in het tweede ge deelte een aantal mogelijke verklaringen voor de uitspraak „God is dood". De wortels van het huidige denken liggen reeds b*j de vermoorde Duitse predikant Bon- hoeffer. De nieuwe theologie kwam niet zozeer voort uit het verlangen naar iets anders. Er zit een noodzakelijkheid achter. De taal van de kerk komt in onze tijd niet meer over. Er hangt voor veel mensen een mist omheen, die niet verdwijnt door de bekende woorden vaak te gebruiken. Belangrijker nog is dat het wereldbeeld van de bijbel en de klassieke theologie de huidige mensheid vreemd is. Voor veel moderne mensen is de bijbelse wereld een sprookjeswereld ge worden, soms afstotend, dan weer fascinerend, maar altijd een sprookje. Reacties Er Z(jn twee reacties mogelijk. We kunnen tegenover deze nieuwe ervaring van de werke lijkheid het conventionele christendom staande proberen te houden. We kunnen ook ons afvra gen of het evangelie niet zo gezegd kan worden dat het de mensen van deze tijd in staat stelt om te blijven leven als mensen van deze tijd. Hier gaan de wegen uiteen en verwijderen ze zich steeds verder van elkaar. Juist daarom, zei prof. Sperna Weiland is het zo noodzakelijk dat het gesprek wordt voortgezet tussen vertegen woordigers van beide groepen. Je kunt dus zeggen, zei hij: Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in alle eeuwigheid. Die Waarheid moet staande gehouden worden ook al zou niemand er naar luisteren. Daar kun je respect voor hebben. De mensen van de nieuwe theologie hebben echter de andere weg gekozen. We moeten, zeggen zij, niet vasthouden aan de interpretatie van het verleden. We moeten de bijbel opnieuw inter preteren voor deze tijd, we moeten steeds weer opnieuw luisteren en vertalen. Zo sprak Bonhoeffer in 1944 reeds over een „christendom zonder religie". Religie is het zoeken van de mens naar verlossing van zijn angst, de schuld, de dood. zijn verlangens naar de overzijde, het eeuwige leven, de hemel. Maar is dat werkelijk het christelijk geloof? Nu zien toe in de bijbel andere dingen. De kern van de bijbel is niet, ontdekte Bonhoeffer. dat de mens straks een toekomst heeft, inaar dat God onze aardse werkelijkheid binnentreedt om gerech tigheid, shaloom. het Rijk Gods te brengen op aarde. In dat denken, waarin het lijden zo'n grote plaats krijgt, is God niet langer de ver heven Adonai op Zijn troon, maar Hij die in de wereld lijdt, die Zich laat wegduwen en zo alleen God is. Geloven is een zich laten mee nemen op de lijdensweg van Jezus. Niets nieuws God is dood-theologie eigenlijk in het geheel niets nieuws is. Die uitspraak mag niet losgemaakt wor den van de opstanding. De grote vraag die deze theologie ons stelt is: Welke God staat straks weer op. Voor dit denken zijn vooral in het boek Job al sterke aanknopingspunten. Toch is het moeilijk om één enkele verklaring voor deze berucht ge worden woorden te vinden. Volgens prof. Sperna Weiland kan men ze een viervoudige interpretatie 1. Ze kunnen wijzen op de noodzaak van een beeldenstorm, waarin het niet gaat om God, maar om de beelden die de kerk in de loop van haar traditie heeft gemaakt Die beelden hebben we wel nodig om ons iets zichtbaar te maken, maar tegelijkertijd vervreemden ze ons van de werkelijkheid die zij uitbeelden. Zo zien we het gebeuren in het boek Job. Daar is God dood, maar het is de dood van het beeld daar God zelf alle beelden overleeft. 2. We kunnen ook voortgaan in de overtuiging van mannen als Marx, Feuerbach. Freud en Jung die zeggen dat wij met al ons spreken over God bezig waren met het maken van God. We schiepen God naar ons beeld en onze gelijkenis. In zijn goden ontmoet de mens dus zichzelf. 3. We kunnen er ook een symbool in zien van de situatie waarin vandaag de mens geroepen wordt tot zijn integrale verantwoordelijkheid voor deze wereld. We kunnen niet terug naar het verleden. 4 In de laatste plaats zag de Amsterdamse hoog leraar in deze woorden een nieuwe vormgeving van het geloof in onze atheïstische tijd. God is slechts de afkorting voor het beeld dat de kerk zich van hem gemaakt heeft. Dat beeld is dood, maar dat betekent niet dat er een einde ge komen is aan het christelijk geloof, maar dat we nu eindelijk kunnen gaan geloven in de zin waarin daot wordt gevraagd in het Nieuwe Testament. Sölle Het gaat nu niet langer om het zwijgen van God, die straks weer zal spreken, de afwezige God die zich straks weer openbaart, maar om het sterven van God, die straks als een andere God zal opstaan. Zo ziet prof. Sperna Weiland bijvoorbeeld bij een vrouw als Dorothee Sölle een oud motief weer opduiken dat in de theologie lang is ver waarloosd: Christus als plaatsvervanger. De mens zoekt identiteit, maar die kan hij niet vinden. Hij wil zich zelf zijn, maar kan dat niet worden. Christus nu is het bericht in de wereld van het werkelijke, het echte leven. In Hem is de waarachtige identiteit aan de dag getreden. Hij gaat ons voor. Hij is ook de Voor loper die naar ons omziet. Hij wacht op de dag, waarin wij onze eigen plaats kunnen innemen. Maar God stelt zich niet tevreden met onze Vervanger. Deze doet Voorspraak voor ons, maar wij moeten zelf ook spreken, deze gelooft voor ons maar wij moeten zelf ook geloven. Alles in deze theologie concentreert zich op Christus, die ons identiteit verschaft, opdat wij onze integrale verantwoordelijkheid voor de wereld <*i zijn toekomst zullen kunnen aan vaarden. Brieven die niet zijn voorzien van naam en adres kunnen niet in behandeling worden genomen. Geheimhouding is verzekerd. Vra gen die niet onderling met elkaar in verband staan moeten in af zonderlijke brieven worden ge steld. Per brief dient een gulden aan postzegels te worden ingeslo- Vraag: Wat zijn woningwetwonin- Iet J gen, premiewoningen, vrije-sector- Iraf woningen en hoe worden zij gefinan-sn r, cierd? Wat zijn voorkeurswonin gen? Wie komen daarvoor in aan-beni merking? Welk percentage var woningwetwoningen geldt als voor-5| keurswoning? Kan de gemeent« t.a.v. woningwetwoningen een bij drage van 2500 per woning? Antwoord: De namen woning wet-, premie- en vrije-sector-wonin gen worden sinds 1 januari niet' meer gebruikt. Het ministerie heef; echter wel beschikkingen ingesteld waarvan de indeling ongeveer over-< eenkomt met de door u bedoelde categorieën: a) Zo is er een beschikking voorj geldelijke steun aan toegelaten I instellingen (voor vroegere woning^ wetwoningen). Dat kunnen woning bouwverenigingen zijn of de ge meente. Zij krijgen voor de financie ring rijksleningen en een jaarlijks! bijdrage (die over het algemeen affl hankelijk is van de grootte der ning). b) Voor mensen, die als particu4j lier gaan bouwen, is alleen de rijksbijdrage toegewezen; financie] ring van bouw- en grondkostei voor eigen woning is voor rekenini van de particulier. Men kan voor leningen wenden tot banken! en hypotheek nemen. De rijksbijdra-g ge is uit een bedrag ineens en jaarlijkse premie (afhankelijk grootte der woning, diepte van fun-1 dering, gemeenteklasse, enz.). I c) Voor particuliere huur wonin gen wordt alleen een jaarlijkse bij drage ter beschikking gesteld. Vooi degenen die deze woningen latei bouwen (bouwondernemers, pensi oenfondsen, enz.), gelden weer voorwaarden en bepalingen, was van de hoeveelheid van de toesla! afhankelijk is. d) de voorkeurswoningen, onder deel van de vroegere woningwetwo ningen, zijn door de minister toege wezen aan rijks- en spoorwegperso neel, en „voor andere personen.' Vijf procent van een complex wonin gen, dat gebouwd wordt door de instellingen, bestaat uit voor keurswoningen. Vraag: Wat is de waarde van t_. De Ruyterzegel van 1907 van ééi cent? Antwoord: Gebruikt en onge bruikt ongeveer 1,50. Vraag: Een makelaar zet voor eenB eigenaar een huis te koop en de komt in aanraking met de kopor. 1 eigenaar stelt voor. het huis zonder! makelaar te verkopen. Hoe is nu da rechtspositie van de makelaar. Kan deze zijn kosten verhalen op de ko- Antwoord: Dit zou volkomen t< kwader trouw zijn en niets baten want de makelaar is niet gek er komt er wel achter. In de meeste overeenkomsten is de clausule „kosten koper" opgenomen. (Van onze kerkeradactie) 's-GRAVENDEEL De bur gemeester van 's-Gravendeel, dr. C. J. Verplanke vertrekt 12 ok tober naar Zuid-Afrika om samen met de Amerikaan, prof. dr. J. Kromminga en de Zuid afrikaan prof. dr. F. J. M. Pot gieter een rapport op te stellen over het rassenprobleem dat aanvaardbaar zal zyn voor alle kerken in de Gereformeerde Oecumenische Synode. Het is hun taak om samen van drie re gionale rapporten er één te ma ken, dat op de volgende wereld synode van 1968 in Amsterdam besproken kan worden. Het probleem van de verhouding der rassen houdt reeds jarenlang deze syno de, in de wandeling GOS genaamd, be zig. Reeds de synode van Edinburg be noemde in 1953 een studiecommissie met Nederlandse, Britse en Zuidafri- kaanse leden. Aan de synode van Pot- chefstroom werd verslag uitgebracht, maar dat was zo verwarrend dat een nieuwe commissie benoemd werd. Die commissie had rapport moeten uitbrengen op de synode van Grand Rapids. Door gebrek aan intercontinen taal contact en door belangrijke verschillen van inzicht moest deze missie bekennen in het geheel niet in staat te zijn een rapport uit te bren gen. Grand Rapids (1963) volgde toen een nieuwe koers. Er werden drie regionale commissies ingesteld die ieder met een Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Reeuwijk, J. van der Vel den te Amersfoort; te Waddinxveen (vac. J. R. Cuperus), C. Vos te Gouda. Aangenomen naar Assen (wijkgem. Holt-Esch). A. M. Arntzenius te Enkhui-, een; naar Krommenie, P. C. Schoonen- boom te Ammerstol. GEREF. KERKEN Aangenomen naar Venlo. H. J. Zelden- ïst te Schiermonnikoog. De Soemba-Brazilië deputaten van de Gereformeerde Kerken in Nederland de len mee. dat de zendingsdeputaten van de (greja Evangelica Reformada Brasil de benoeming van ds. P. Gilhuis te Meche- len tot missionair predikant in Brazilië hebben goedgekeurd. De :i( rapport moesten komen. De voorzitten kregen de opdracht om uit die drie" rapporten een gezamenlijk rapport te"v distilleren. De Amerikaanse commissie stond der voorzitterschap van prof. dr. J. Aw Kromminga, de Zuidafrikaanse onderst leiding van prof. Potgieter, terwijl dr 'P Verplanke de kleine Europese commis-"rd sie leidde. Hij vertelde ons dat vooraf B prof. dr. J. van den Berg een bijzonderZo: goede bijdrage gegeven heeft 1 theologische fundering van het rap4n, Inmidddels zijn de drie rapporten verschenen. Nu blijkt dat het Ameri kaanse en Europese rapport qua Ln-jop houd niet sterk verschillen, die zijn t^ combineren. Maar het Zuidafrikaansqbb rapport wijkt sterk af. Het moderamei^te van de GOS vroeg toen de voorzitters^, samen een oplossing te zoeken. Conclaaf99 ke! Bprgemeester Verplanke hoopt met£je prof. Kromminga eerst nog een paac_ dagen de generale synode van de Ne derduitse Gereformeerde Kerk bij te. wonen in Bloemfontein om zich dan twee weken op de hoogte te stellen van de Zuidafrikaanse situatie. Daarna zul len de drie voorzitters in Stellenbosch in „conclaaf" gaan. „Ik hoop dat we tot een gezamenlijk rapport kunnen komen, maar ik weet niet of ik het verwacht", vertelde hij ons. De grote moeilijkheid is dat apart heid voor de Zuidafrikanen niet alleen maar een praktische zaak is, maar dat daaronder een theologische fundering is geschoven. Controversieel Dr. Verplanke heeft geen idee hoe lang het gesprek zal duren. Hij hoopt ongeveer een week. Zowel hij als prof. Kromminga willen alles proberen om met de Zuidafrikaan tot overeenstem-, ming te komen. Maar de bijbelse waar heid mag geen geweld aangedaan wor den, vertelde hij ons. Voor de GOS kan dit rapport, als 1968 in Amsterdam een van de meest controversiële worden. Verschil van visie over de apartheid werd inder-, tijd de oorzaak van de breuk tussen de Zuidafrikaanse kerken en de Wereld raad. Zou deze kwestie ook tot een breuk in de GOS uitgroeien dan raken de Zuidafrikaanse kerken geheel geïso leerd. Dr. Verplanke hoopt echter dat een dergelijke breuk voorkomen kan worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 2