TE VEEL BROKKENMAKERS ONDAGS BLAD Rijproeven ANWB tonen aan: iedereen valt door de mand! ZATERDAG 13 AUGUSTUS 196« DOOR Dick Ringlever JS DE Nederlandse automobilist een slechte rij der? Steekt hij ongunstig af bij zijn buiten landse collega's De ivoorden van de Duitse parlementariër, die zich onlangs nog beklaagde over het incorrecte weggedrag van Nederlandse vakantiegangers, lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. En zijn kritiek staat niet alleen. Er zijn meer klachten van buitenlanders. „De zaam, houdt het verkeer op, iveet zich maar moei lijk aan te passen en is daarom gevaarlijk"! Ge fundeerde kritiek En de A.N.W.B. zegt of fi deel: de Nederlandse automobilist rijdt niet slech ter. Maar uitslagen -van rijproeven van de bond stellen onomstotelijk vast: Nederland telt I" I meer voor de eis te stellen, dat de kandidaat over de nodige rou tine beschikt, dan een nog zwaar der examenprogramma op te stel len (dat nu al zo zwaar is, dat slechts 40 procent van de kandi daten de eerste keer slaagt). Dit zou mogelijk jjunnen wor den gemaakt door de automooi- list na zijn examen een voorlopig rijbewijs te geven en met de verstrekking van het definitieve te wachten tot hij voldoende rij-ervaring heeft opgedaan. In die tussenperiode zou hij dan een bepaald aanta. kilome ters moeten maken (bijvoorbeeld 10.000) om voor het tweede exa men te kunnen opgaan. Kaalt hij dit aantal in die periode niet, dan zou zijn al verkregen rijbe wijs automatisch ongeldig wor- Een onbekend systeem is dit niet. In Engeland past men het al jaren toe. Daar rijdt de in eerste instantie geslaagde kandidaat nog een jaar lang met een oranje bord met zwarte L erop. In die periode gelden voor hem dan be paalde restricties, zoals het ge bonden zijn aan maximumsnelhe den en het verbod om op au tosnelwegen te komen. Frankrijk kent een dergelijk systeem. En ook daar boekt men er bevredigende resultaten mee. Zal Nederland volgen? Tot nu toe is er o//icieeI nooit over lesproken. Voorstellen zijn tol nu toe niet gedaan. Er wordt slechts met de gedachte gespeeld. Maar vast staat wel, dat men er de verkeersveilig heid alleen maar mee zal kun nen bevorderen. OPNIEUW LESSEN De ANWB heeft voor haar ..rij proef voor gevorderden" zes cata- gorieën ingesteld: ongeschikt, on voldoende, voldoende, ruim vol doende, goed en zeer goed. In de afgelopen vijf jaar is wel geble ken, dat de eerste twee groepen een zeker niet te verwaarlozen percentage vormen van het to taal. Naast de ongeschikten werd niet minder dan een kleine vier procent naar huis gestuurd met het judicium „onvoldoende". Ook hier geldt: generaliseren ?n gevaarlijk zijn. Maar wie hetzelfde rekensom -netje maakt, komt met dit igenschijnlijk gering percentage >p een enorm aantal automobi listen. Rijders, die eveneens als potentiële brokkenmakers kun nen worden beschouwd, ook al is rnoedt hij kritiek, dan zal hij zich uitzonderingen daargelaten niet licht vrijwillig onderwerpen aan een test. Instructeur J. J. Kremer: na af loop van de rit vraag ik wel eens ..wat had u zelf gedacht?" Aarze lend antwoorden de meesten dan: „goed". Waarop ik direct reageer: „Maar u bedoelt zeker „zeer goed**. Met exacte cijfers zullen de rijkwaliteiten van de Neder landse automobilist nooit kunnen worden geïllustreerd. Maar wie veel op de weg zit oordeelt (en JE KUNT nog zo goed rijden, door de mand val je toch." De vijfduizend kandidaten, die zich ui de afgelopen vyf jaar de twee uur durende „rij proef voor gevorderden" lieten afnemen, zullen dat beamen. De drie ANWB-examinatoren, veteranen met honderdduizen den kilometers wegervaring, ontleden feilloos en registre ren iedere fout, ook al probeert de kandidaat „voor deze ene keer" helemaal volgens het boekje te rijden. Dat is ook het doel: onbewust aangeleerde fouten door alle mooirijderij heen te ontdekken, te analyse ren én af te leren. En die fouten worden bij ie dereen ontdekt, zélfs bij de 16 procent „zeer goede" rijders. In twee uur rijden door de stad. over rijks- en polderwegen, wordt iedereen op een gegeven moment betrapt. De heer J. J. Kremer, een van de drie veteranen: „de rijtijd is ingedeeld in twee fasen. In de eerste laten we de kandidaat rij den, zoals hij dat zelf gewend is. Wij blijven rustig zitten en zeggen alleen welke richting hij uit moet. Daarna stoppen we, noemen de geregistreerde fou ten en gaan in de tweede fase proberen deze de automobilist te laten beleven en ze hem af te leren. We oordelen en verschaf fen het raiddel om de rijstijl te verbeteren." Schade Het nut daarvan wordt zo is gebleken niet alleen door particulieren ingezien. Er zijn ook bedrijven die hun vertegen woordigers of chauffeurs opge ven voor de test. Dikwijls uit noodzaak omdat het aantal scha degevallen te hoog opliep. Eén voorbeeld daarvan is net Amsterdamse bedrijf, dat 110 deelnemers tegelijk liet inschrij ven. Zij hadden zo veel schade gemaakt (vier gevallen per week!), dat de verzekeringsmaat schappij de wagens alleen wilde verzekeren met een eigen risico van ƒ400. Resultaat van de rij proef: in de zeven maanden, waarin de deelnemers de lests aflegden, werd slechts één scha degeval genoteerd. De heer Kremer zegt: „In de meeste gevallen kunnen fouten worden afgeleerd. Hopeloze ge vallen zijn bij ons uitzonderin gen. Het 64-jarige vrouwtje (met een ervaring van 20 jaar en een jaar-kilometrage van 2000), dat zo gevaarlijk reed, dat we de besturing moesten overnemen en haar adviseren er meteen mee op te houden, tref fen we maar een paar maal per jaar aan. Evenals die 82-jarige man (die 24 jaar reed onge veer 15000 km per jaar), die zijn rijproefverslag niet wilde ont vangen omdat zijn vrouw an ders van ons advies kennis zou kunnen nemen. „In de meeste gevallen zijn het routine-fouten die er uit moeten. En die kuQnen de meesten afleren." Welke fouten dat zijn, krijgt men later nog eens zwart op wit in een uitgebreid rapport, dat onderdeel vormt van de 35 gul den kostende (voor niet-leden 45) test. Daarin vindt men ook de eventuele fouten, die bij het bedienen van de motor werden geregistreerd. Conclusies Enkele conclusies na vijf jaar ervaring: de mensen met geringe rij-er varing in Jaren en ln wcg-kilome- ters maken de meeste fouten. Wie de cijfers bekijkt, zal er b(j een eerste blik niet van onder de indruk komen. Van de 5000 automobilisten (met rijbewijs), die zich door de ANWB een rijtest lieten afnemen, bleek een kleine één procent totaal onge schikt te zijn voor het be sturen van een auto. Dat wil zeggen: 50 automobilisten kregen het advies er maar mee te stoppen. Een gering percentage? Generaliseren is gevaarlijk. Maar als men even een ander getal naar voren haalt de 1,4 miljoen personenauto's, die er thans in Nederland rijden en men neemt daarvan één procent, dan krijgt men al direct een heel ander beeld: 14.000 rijders aie een absoluut gevaar in het ver keer betekenen! En hoewel dit niet met offi ciële cijfers is te illustreren, kan rustig worden gesteld, dat dit aantal in werkelijkheid nog aan zienlijk groter is. Immers: die 5000, die zich onderwierpen aan de test vormen een geselecteerde groep. Zij gaven zich vrijwillig op omdat zij de noodzaak ervan inzagen. Met andere woorden: zij zijn de goedwillenden, de automo bilisten, die de verkeersveilig heid zien als een zaak, waarin ook zij zijn betrokken en die een serieuze poging willen doen moe te helpen bij het omlaag brengen Maar hoevelen zij.n er daar naast, die aan dit cijfer achteloos voorbijrijden? Die schouderopha lend door het verkeer gaan en geen verantwoordelijkheid voe len voor hun medeweggebrui- EIS: ROUTINE Een vraag, die zich onmiddellijk opdringt: hoe komen deze on geschikt verklaarde brokkenrij- ders aap een rijbewijs? Meestal zijn het degenen, die na vele ma len te zijn afgewezen tenslotte met de hakken over de sloot slaagden. Foijneel hadden zij beantwoord aan de gestelde eisen. Zij konden niet worden afgewezen. Maar niet vergeten mag worden dat het bezit van een rijbewijs de autompbilist zeker niet het predi- caat van veilige rijder geeft! Dat zal hij na het examen door routine moeten krijgen. En daaraan ont breekt het nog zeer velen. Deskundigen zijn het erover eens: verdere verzwaring van 't examen zou weinig effect sorte ren. In de loop van de jaren zijn de eisen al aanzienlijk strenger geworden. De examenduur werd verlengd en ook het rijden op de buitenweg wordt in het program ma opgenomen. Véél verder kan men niet meer. Wat de kwaliteit van de automobilist bepaalt, is uiteindelijk zijn ervaring. Daarom voelen deskundigen er Anticiperen op door goed voor uitkijken waargenomen gevaar lijke situaties. Ilier (foto boven) een vrachtwagen met hoog opge taste vracht. Die kar, gevaar be tekenen. Daarom: blijf er uit de Foto onder: charme achter het stuur. ANWB-instructeurs komen er rond voor uit: de dames ko men er verhoudingsgewijs dik wijls beter af dan dc mannen, althans als men de categorie on voldoenden beschouwt. er voor hen, volgens dc ANWB, nog hoop. Hun wordt geadviseerd op nieuw te gaan lessen bij een auto rijschool. Maar hoevelen zuiien dat doen? En hoevelen zullen daar inderdaad nog wat van opsteken? Terecht tekent oe bond erbij aan. dat die hoop op verbetering zuiver theoretisch is. De kans is er immers ook, dat men de negatieve kant opgaat! VOORAL OUDEREN Om nog even bij de cijfers te blijven: de ongeschikten worden voornamelijk gevonden onder de oudere automobilisten. De ANWB noteerde er geen één van onder de 50 jaar. Voorts: van de totale groep on geschikten en onvoldoenden wordt het grootste deel (33 procent) ge vormd door automobilisten tussen de 50 en 60 jaar, waarbij wordl aangetekend, dat de mannen ei slechter afkomen dan de vrouwen Het percentage „onvoldoende" mannen bedraagt 2,5, dat van dc Overduidelijk is de afgelopen vijf jaar ook gebleken, dat de deel nemers, die de kwalificatie „onvol doende" en „ongeschikt" kregen grotendeels moeten worden ge zocht in de groepen, die een ge ring aantal kilometers per jaar al leggen. Daarentegen bleek bij het onder zoek van de „geschikten", dat 9t procent van hen meer kilometers per jaar reden dan voor het onder houden van een behoorlijke rij vaardigheid als minimum kan wor den gesteld (10.000 km per jaar) Merkwaardigerwijs blijken de meesten van de als „onvoldoende of „ongeschikt" beoordeelden dage lijks te rijden (54 procent), 35 pro cent rijdt enkele dagen per weck en 11 procent enkele dagen per 67 PROCENT GOED Is de Nederlandse automobilist een slechte rijder? De ANWB zegt neen en wijst op dc 67 procent goede en zeer goede rijders van de rijproeven. Maar is dit beeld niet ietwat overtrokken? Zoals opgemerkt, zijn het de goedwillenden, die zich opgeven voor de test. En waar de ze een geheel vrijwillig karakter draagt, ligt het voor de hand. dat de meerderheid van de deelnemers moet worden gezocht in de groep, die over eigen capaciteiten niet on tevreden is Automobilisten, die door een deskundige nog eens wil len laten vaststellen, dat zij het helemaal zo slecht nog niet doen. Een automobilist is nu eenmaal iemand, die kritiek op eigen kun digheid maar moeilijk voelt. Hij is kwetsbaar, gauw beledigd. Ver- mensen, die bet autorijden op gevorderde leeftijd leerden, ko men er ln het algemeen on gunstig af (vooral omdat ze meestal weinig kilometers ma ken). de voertuigbeheerslng laat In veel gevallen, vooral bij dames, te wensen over, vele buitenlanders beamen dat): Nederland telt té veel brokkenrij- ders. Er wordt traag gereageerd, moeilijke situaties worden dik wijls niet snel genoeg overzien. Tekortkomingen, die bij de huidi ge verkeersintensiteit, rampzali ge gevolgen kunnen hebben. En om die te beperken zullen andere maatregelen nodig zijn dan het voeren van slagzin-acties alléén. slecht waarnemen en onvol doende of niet tijdig reageren op wijzigingen in het verkeersbeeld zijn oorzaak van vele andere fou ten. De ANWB: dit is ook nauwe lijks te verwonderen, omdat bij het afnemen van examens van autor()schoolhouders en auto- instructeurs is gebleken, dat men deze problemen nauwelijks kent. Het leren waarnemen en anticipe ren ziet men dus niet als belang rijkste onderdelen van het les programma bij de opleiding van beginnende automobilisten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 9