Sterloops te
i water
ttl
en
hout
Franse schrijfsters
voor het voetlicht
Middeleeuwse kerken in Noord-Nederland
Literatuur achter
de lichte muze?
«IF
CULTUREEL
VENSTER
ZATERDAG 23 JULI 1966
DE opeenvolging van verschil
lende bouwstijlen in de
middeleeuwen, die zo dui
delijk tot uiting komt in de
kerkbouw, intrigeert zowel de vak
man als de belangstellende leek.
Dat onderwerp bevat een groot
aantal merkwaardige raadsels, die
nog lang niet allemaal zijn opge
lost en die alleszins het bestude
ren waard zijn.
Een dezer vraagstukken omvat
de overgang van het romaans op
de gothiek en de heer R. Steens-
ma heeft die ontwikkeling en
dan geheel toegespitst op het
Noorden van Nederland tot
onderwerp gemaakt van een hoogst
interessante en boeiend geschre
ven pocket, vanzelfsprekend rijk
geïllustreerd met voorbeelden.
Dat Steensma zich in zijn onder
werp beperkte tot Noord-Neder
land, Groningen, Fries
land en Drenthe dus,
heeft zijn reden. Dit ge
bied heeft een uitgespro
ken eigen volkskarakter
en het had dat ook in de
middeleeuwen. Dat volks
karakter heeft nog meer
zijn stempel op de kerk
bouw gedrukt dan de al
gemeen gangbare ken
merken van de bouwstijl
in West-Europa.
Romaans, Romano-
gothiek en gothiek zijn
hier anders dan in Frank
rijk, Zuid-Nederland en
Duitsland.
Opvallend is de
verwantschap met de
Deense kerken: de
zelfde stoere torens
en op vele Friese
torens hetzelfde za
deldek.
Er is een architec
tonisch bijgeloofdat
het vaste kenmerk
van de romaanse
bouwstijl de rond
boog is en het ken~
i merk van de gothiek
4e spitsboog. De
kerk van Ch&lons
iur Marne in Noord-
Frankrijk, een gothi-
sche kathedraal met
rondbogen, is er een
levend bewijs van
dat dit niet opgaat
Van dergelijke voor
beelden is Steens
ma's boekje vol. Ro
maans en gothiek
gaan via de romano-
gothiek in elkander
over en het verschil
tussen beide bouw
stijlen is niet een
verschil in boog
vorm maar een ver
schil naar de geest
en naar 't technisch
vermogen. Het ro
maans is sterk in
trovert, het go
tisch is extrovert, streeft naar
boven en zoekt naar een buiten
de mens gelegen expressie.
Naar aanleiding van Koos van
Zomeren: Terloops te water. Uitgave
van de N.V. De Arbeiderspers te
Amsterdam, 118 blz., 5£0.
T T m. luk of expres gebeurde), leest
Stó? men op bl. 79:
„Hij wist dat zijn vader dood
was. Lang zal hij leven, dacht
T~\E ACHTTIENJARIGE Arthur Terlingen slaat met zijn hij en wilde zich omdraaien om
auto over de kop, strompelt gewond naar de verblijf
plaats van een oude zonderling, herinnert zich broksgewijs
allerlei voorvallen uit zijn leven met als centrale punt zijn
liefde voor Heleentje, wacht de hulp niet af die de eenzame
man voor hem is gaan halen en geraakt terloops te water,
waarin hij verdrinkt. Opzettelijk? Per ongeluk toch? Half
verder te slapen, maar hij be
sefte toch dat hij zyn moeder
niet alleen kon laten zitten.
Zuchtend stond hij op."
Slachtoffer
Maar behalve superieur, voelt
opzettelijk, half per ongeluk? Het wordt in het midden ge- hij zich ook slachtoffer. „Hij voel
de zich genomen, bedonderd door
zijn ouders, door het huis, door
alle huizen, door zijn leven. Het
BIJ DE FOTO'S
BOVEN: Tjaflraiseoi, Andreas en
Barbara, twee van de acht heili
gen op een vont dat zich nu in
het Fries Museum bevindt. Hoort
volgens Bouvy tot het beste
middeleeuwse beeldhouwwerk in
Friesland, vijftiende eeuw.
LINKS MIDDEN: Brrgum, het
reeds hoog opgetrokken en naar
de gothiek nijgende romano-
gothische koor uit de dertiende
eeuw. Preekstoel, tafel en vont
vormen architectonisch gezien
met hun om gering een fraai ge-
heel, maar nit liturgisch oogpunt
is deze plaatsing minder gelukkig.
RECHTS MIDDEN: Vries, zware,
rijk gedetailleerde toren uit dc
twaalfde eeuw, die ten dele uit
tuf, ten dele uit baksteen bestaat.
In de galmgaten deelzuiltjes van
natuursteen.
ONDER: Garmerwolde, kruis-
kcric uit het derde kwart van
dertiende eeuw, waarvan
achip in 1859 is gesloopt. Goed
voorbeeld van de romano-gotbiek.
Hier de oostzijde mot de lage,
losstaande toren.
laten, zoals dat zo vaak in romans gebeurt.
In ieder geval, als de held ver- voelt hij zich superieur tegeno-
dronken is, is het verhaal uit. ver zjjn omgeving. Hij heeft het was voorgoed te laat" (bl. 90).
Een dood bij ongeluk tom We- ,even in de Mk op de manler Hij hoeft niet naar de kerk.
Z^'Znde iïïÜZ van ÏSi& waarop men dat beneden de twin- verpHch. er
heid overheerst en een roman is tig hebben kan, ongeveer op de t a heen te gaan. Hij ge
nu eenmaal iets anders dan een wijze van een tweedejaars-stu-
bericht uit het gemengd nieuws.
Een opzettelijke dood zou, lite
rair gesproken, een juist iets te
sterk accent in het geheel aan- Qegn qGhcimCn
brengen en de schaal naar 3
het melodramatische doen over-
slaan. Het is nee! meer in Men heeft alles door. er rijn getuigt Hij is ver20t op zlngcn
liet voordeel van de auteur tri geen geheimen meer; honger,
het midden te laten of men hier „Idinesdrane verklaren PS*fen se2ane™. wat
met een ongeluk (bij een onge- «geldingsdrang verklaren op verschillende manieren kan
luk) of met een wanhoopsdaad alles. Hij begrijpt zijn eigen dro- wor(jen uitgelegd maar toch een
te maken heeft. De lerer is bang men, „nauwelijks interessant suggestic kan inhouden. Natuur_
looft niet in God, maar zou soms
tot Hem willen bidden. Hij doet
zelf grof, maar zegt tegen een
vriend: „Doe maar lekker grof.
Daar word je een grote jongen
van" (bl. 49), wat van zelfkennis
Terugval
Waarbij bovendien technisch
het romaans een terugval is: de
romaanse kerk is primitiever dan
haar voorganger, de basiliek, een
bouwvorm van het oudere Ro
meinse rijk. Na de ineenstorting
van dit rijk heeft de middel
eeuwse mens, ook de kerkbouw-
meester, zich geheel opnieuw
moeten oriënteren, zowel op zijn
bouwtechniek als op zijn filoso
fieën en gedachtenleven. De
maatschappelijke basis was hem
ontvallen, de wereldorde zag er
ineens anders uit. De mens moest
De verschillende stijlen zijn in
de Noordnederlandse provincies
meer tot een eenheid dan in zui
delijker landen. Deze gebieden la
gen buiten het Romeinse rijk en
de ineenstorting daarvan liet het
eigen karakter onaangetast. Er is
minder verschil tussen de stijl
van de vroege middeleeuwen en
de stijl van latere tijd dan elders
en ook dat is in Steensma's boek
je duidelijk te zien.
Misschien was de Noord-Neder
lander er te stoer en te stug voor
om zich te laten „omgooien". In
een baaierd van allerlei geeste
lijke stromingen, stond hij daar
voor te stevig met de benen op
de grond. Dat vinden we bij
Steensma's boekje op de achter
grond terug.
In het hart
Daarom is deze pocket zo boei
end: om wat er in wordt gezegd,
en ook om wat er in blijkt uit
de illustraties. De lezer krijgt
niet alleen een inzicht in het
hout en steen ran de kerkbouw-
meesters, maar ook, als hij daar
voor gevoelig is, in het hart van
het volk dat in deze kerken bij
eenkwam en nog steeds komt tot
de eredienst en het gebied.
HANS W. LEDEBOER
OOK in Frankrijk is het getal der
vrouwelijke auteurs groot, maar
weinigen stijgen boven een zeker ni
veau uit en maken kans op een plaats
in de geschiedenis der letteren. Uit
het recente verleden rijst boven velen
Colette omhoog, bij wie levenswarmte
en een sterk literair talent samen
gaan; in het heden neemt Simone de
Beauvoir een eerste plaats in, ook al
omdat haar naam verbonden is aan
die van Jean-Paul Sartre.
voor dom te worden aangezien dus; aimez-vous Freud? (bl. 21). Vnn mpripaa,.
aia hij haring «f kuif zou ueriau. An^n Coo,en Mn !chrijvcrke d'=
gen. Bovendien heeft het bedoeling hebben een gerijpte on-
in-het-midden-laten het voor- V"' 14^- H,J zelf ,s een jongeman verschilligheid te demonstreren,
deel dat men denken kan aan de van allure (bl. 19). Zelfs een zeke-
uele mogelijkheden van uitleg- re agressiviteit is hem niet OnevPnrPfiinhpirl
ging dia één en dezelfde gebeur- vreemd (bl 36) Dp het gebied UnevertreaignetO
van feestjes is hij blasé. Hij Arthur ontdekt in zichzelf de
spreekt over „vrouwen" op de pvber en kan die wetenschap et-
En zijn er geen beroemde voor- vermoeide toon van een in het L* "gooi'lw^ JTVeholo-
beelden uit de literatuur? De vak vergrijsd gynaecoloog. In gische verklaring mag doen is
twintigjarige Goethe laat zijn al- zijn omgeving treffen hem stom- bet deze, dat Arthur in zijn
ter ego Werther zichzelf dood- me gezichten en debiel-achtige fi- verstandelijke ontwikkeling zijn
schieten, maar blijft zelf nog guren. „Er is niets meer om in te
ruim zestig jaar verder leven, geloven. Er zijn geen helden welijks is ontwassen. Een incon
Maar hoor eens even: de stu- meer" (bl. 111).
dent Jerusalem had zich inder
daad met een pistoolschot van In ouders
het leven beroofd, en de Werther respectabels of sympathieks te lustgevoelens" "da?onder 'bepaaU
u^het verhaal zag inderdaad in ontdekken. Op bl. 68 koestert Ar- de omstandigheden het leven
het conflict tussen plichtsbesef thur „de vage hoop dat het hele meer te dragen is.
tn een ongeoorloofde liefde geen gezin zich eens te pletter zou rij-~^r,}nri
uitweg meer. Van een dergelijk den". Als zijn vader inderdaad *-'P9®P^P"
conflict is bij de jonge Arthur onder een trolleybus om het le- Myn colIega., we,
geen sprake. Aan de ene kant ven komt (ook hier wordt in het hun achlerSte benen gaan staan
als ik zeg dat zich hier mani
festeert de vloek van de vroeg
rijpheid; een gevolg van onze
hedendaagse civilisatie. Dit is te
vens literaire kritiek, want dat
zulke jonge auteurs worden opge
pept en tot vervroegde publici
teit worden verleid (een tweede
roman is alweer aangekondigd),
terwijl hun werk wemelt van
blijken van literaire onevenwich
tigheid, is uit letterkundig oog
punt onverantwoordelijk. Goethe
kon nog schrijven: „Es bildet ein
Talent sich in der Stille", maar
vandaag zou hij moeten zeggen:
„Es verseuch sich ein Talent in
der verfrühten Publizitët". Gaat
de literatuur de lichte muze ach
terna?
Dr. C. RIJNSDORP
die zich te paard verplaatst, het
'achtgeweer over de schouder, z:;n
lond achter op de paardenrug.
Bij deze passages vallen spran
ken humor over het proza van de
schrijfster, soms ietwat boertig, als
in het verhaal van het zusje dat in
een speelse bul zeker slaapkamer
meubel op het hoofd had gezet en
er niet meer van bevrijd kon wor
den. een situatie die tot komische
incidenten aanleiding gaf.
Weemoed
Vroomheid in hout en
steen, door R. Steensma. Uit
gave Bosch en Keuning N.V.,
Baarn (160 blz., 4.25).
In de poëzie komt geen enkele
naam naar voren, maar wat de
romansector betreft. vele
schrijfsters leveren goed werk.
Het valt op dat geen enkele
vrouw zich heeft gewaagd aan
zulke architectonische bouw
werken als Roger Martin du
Gard, Jules Romains, Georges
Duhamel, Henri Troyat en ande
ren hebben gewrocht. De romans
door schrijfsters gepresenteerd
zijn meestal van bescheiden om
vang en vaak prefereren zij het
korte verhaal. In dit artikel zul
len twee schrijvende vrouwen
naar voren treden.
Van Les Yeux Fermés. het
vierde en laatste boek van Marie
Susini is het niet moeilijk veel
onvriendelijke dingen te zeggen.
Op het titelblad wordt het roman
genoemd, maar wie onder dat
woord althans enige ordening van
de verstelstof verstaat en een re
gelmatige voortgang van een ver
haal. moet tegen deze benaming
protesteren Bepaalde personen ko
men en gaan. de lezer weet niet
vanwaar en waarheen. Hij maakt
ongewaarschuwd telkens buitelln-
het heden naar het verle-
benaming zou zijn mijmeringen,
neergeschreven met gesloten ogen.
zoals de boektitel luidt, om het
innerlijk zien te versterken.
Hoofdlijn
Er Is natuurlijk wel enige lijn
In het boek te vinden. De hoofd
persoon Is Fabia, een jong meisje
dat het ouderlijk huls heeft verla
ten om In de stad haar weg te
zoeken. Verscheidene
zijn in haar leven geweest; ze
hebben haar geen geluk ge
bracht. Als ze na jaren terug
keert, wordt ze zonder verwijten
ontvangen. Er daagt dan een ou
dere man op die haar hand
vraagt en met wie ze trouwt. Ze
hebben beiden een langer of kor
ter verleden. Misschien vinden ze
samen, geleerd door hun ervarin
gen, een vorm van geluk.
Deze Fabia vertelt van haar le
ven van spanningen, verwachtin
gen en teleurstellingen, of er
wórdt van haar verteld. Het wordt
een droef verhaal. Ze heeft de stad
willen leren kennen, ze heeft er
liefgehad, ze is er bedrogen, ze
heeft wanhoopsdaden bedreven en
is eindelijk berooid en geestelijk
stukgeslagen in het ouderlijk huis
teruggekomen als de verloren
dochter. Aan het late huwelijk
worden slechts een paar bladzij
den gewijd; het zal een vluchtha-
ven zijn voor een door stormen
gehavend schip.
Naast Fabia ontmoet de lezer
nog bijfiguren, even opduikend,
dan weer terugwijkend. Sommigen
worden met zekere humor ge
schetst, vermoedelijk om in het
bock enkele lichte toetsen aan te
brengen: een oude dienstbode die
vóór haar dood een vriendin van
vele jaren terug in de stad wil
bezoeken en dan van de ene verba
zing in de andere valt; een jong
meisje, hulp in de huishouding, ge
zegend met een onblusbare werk
lust die allen vermoeit; een even
eens weggetrokken vrouw, die les
geeft in de klassieke talen en nu
als toevallig haar oudere broer ont
moet en met hem zakelijke belan
gen bespreekt Met een zekere uit
voerigheid wordt een priester, een
oom van Fabia, getekend, een
waardig, door allen geëerd man,
Overigens ligt over dit proza
een floers van weemoed. Een ge
dempte stem spreekt als een Corsi-
caanse „pleureuse". die, in een
zwarte sluier gehuld en naast de
dode gezeten, verhaalt van zijn
kindsheid en jeugdjaren, zijn
kortstondig geluk en snijdend ver
driet en ook de overledene zelf
sprekende invoert
Er trekt een stille poëtische
kracht door dit proza: het is ver
brokkeld en van compositie Dit
Voorkeur voor
kort verhaal
nauwelijks te spreken, maar er is
toch iets in dat tot lezen dringt, de
smaak van as en sintels waarover
soms een bleke zonnestraal glijdt.
Huichelarij
Lucie Faure, de echtgenote van
Edgar Faure, radicaal politicus
en vele malen minister en gedu
rende korte tijd zelfs mi
nister-president, gaf in de novel-
lenbundel Variations sur
rirapoiture eveneens haar
vierde boek.
Het beweegt zich om een thema
dat veel variaties toelaat, de hui
chelarij, de valse schijn. Haar le
ven in society-kringen vele ja
ren lang heeft de schrijfster
ruimschoots de gelegenheid gege
ven waar te nemen welke grote
plaats de leugen er inneemt, soms
in woorden, maar niet minder in
de levensverhoudingen. De schetsen
zijn zorgvuldig geschreven en kun
dig geconstrueerd. Ze blijven ech
ter gedachtenbouwsels en missen
ieder spoor van emotionaliteit,
zowel van verontwaardiging als
van humor en spot. Dat geeft er
iets kils aan en verzwakt de indruk
op de lezer.
De eerste en grootste novelle is
geestig opgezet. Een echtpaar uit
hogere stand zal een staatsiediner
geven, waarbij voorname gasten
worden verwacht. Helaas, op net
laatste moment zegt een der geno
digden af, waardoor het aantal
disgenoten tot dertien zou dalen.
Gevaarlijke situatie, dertien aan ta
fel! Dan zal de zestienjarige doch
ter des huizes de lege plaats inne
men. Nu geeft de novelle de woor
den der gasten onderling en tot de
jongedame en daar tussendoor de
gedachten van Florence, die scher
pe ogen en oren heeft. En wat
hoort ze al niet, vleierijen aan
haar adres en stil geroddel van
buur tot buur. Dit is een levendig
geschreven stuk waarin ongetwij
feld een brok levenservaring is
verwerkt. Het stramien is vermoe
delijk geleverd door Claude Mauri,
ac in zijn roman Un diner en
vi 11e (1962).
Het laatste verhaal geeft het ge
val van een leugen uit liefde, twin
tig jaar lang volgehouden. Een jon
ge vrouw raakt in kennis met een
man die voorgeeft een machtig
bankier te zijn. waarvan hij in
werkelijkheid slechts de verarmde
naamgenoot is. Honderden moei
lijkheden overvallen hem bij zijn
streven de schijn van rijkdom op
te houden. Hij slaagt daarin, gedre
ven door zijn liefde, tot, door de
dood van de rijke neef. de zeepbel
barst. Deze novelle heeft de auteur
veel moeite moeten kosten in haar
pogingen de talrijke onwaarschijn
lijkheden aannemelijk te maken
echter zonder dat ze bij de lezer
de scepsis wegneemt.
Van de zes tussenliggende verha
len zijn sommige onbeduidend; an
dere spreken wel aan. Nogmaals,
deze novellen zijn in meerderheid
lezenswaard en met zorg geconci
pieerd. maar blijven verstandswerk
en kunnen daarom ook moeilijk de
lezer innerlijk beroeren.
v. d. PANNE
Marle Susini. Les yeux ferm i.
Les Ed. du Seuil, Parijs.
Lucie Faure. Variations sur
l'lmposture. Galllmard, Parijs.
JARIGEN
Maandag hoopt de bekende
Nederlandse architect A. J.
Kropholler te Wassenaar zijn
85e verjaardag te vieren.
Op diezelfde datum wordt
de populaire Nederlandse
toneelspeler en regisseur Ko
van Dijk te Amsterdam 50
KO VAN DIJK
Eveneens 25 juli verjaart de
thans 65-jarige roman- eti
novellenschrijver Piet M. W.
van den Bogaert (Schuilnaam
Walter Breedveld en Reinier
de Muntel) te Tilburg.
Op de 29e juli zal de Ne
derlandse hoorspelacteur en
tekenaar-illustrator Wam
Heskes (Schuilnaam: Koos
Koen, juffrouw de Bonk, de
gewone man etc.) te Hilver
sum zün 75e verjaardag
JUBILEA
«BBS
Deze maand hoopt Bernard
Drukker, die kortgeleden uit
Australië in ons land terug
keerde. te Amsterdam zijn 40-
jarig jubileum als organist te
BERNARD DRUKKER
TOEN
geleden, dat de Nederlandse
zee- en riviergezichtschilder, et
ser en aquarellist George L.
Kiers te Amsterdam overleed.
De 30e juli is het een eeuw
geleden, dat de Nederlandse
portret-genreschilder cn foto
graaf Jacobus van Koningsveld
te Den Haag overleed.
De Nederlandse organist en
kerkmuziekcomponist Philip
Loots overleed te Haarlem op
de 31e juli. nu 50 jaar geleden.
STRAKS
Van 24 juli t/m 30 augustus
staat Salzburg in het teken
van de bekende Salzburger
Festspiele, bestaande uit ope
ra-uitvoeringen, orkestconcer
ten en solistenavonden.
Van diezelfde datum af t/m
28 augustus houdt Bayreuth
weer de bekende Richard
W agner-Fes tspiele.
Van 25 juli t/m 8 augustus
heeft in de kerk te Trades
o.I.v. dc bekende cellist en
dirigent Pablo Casals het
jaarlijks internationale mu
ziekfeest plaats waaraan zal
worden deelgenomen o.a. door
de violist David Oistrach, de
pianist Wilhelm Kempf en de
„Weense solisten".
Van 2^ Juli t/m 15 septem
ber wordt te Salzburg de
vijfde „Biennale van heden
daagse christelijke kunst" ge
houden, waaraan door Neder
land wordt deelgenomen met
een door T. Berends te Den
Haag samengestelde collectie.