De Ruyter wiste
schande van
Lowestoft uit
Km
■SSbr5fc
örWVvf
3
De kleine
Heerlijk bolwerk des
konings gehavend
m m
mm
m
m m
u
m
PUZZEL VAN DE WEEN
m
ZATERDAG 11 JUNI 1
Driehonderd jaar geleden
Vierdaagse zeeslag
V7ANDAAG driehonderd
jaar geleden ontwikkel
de zich tussen de Engelse en
Nederlandse vloten dat in
drukwekkende gevecht dat
vier dagen zou duren en
voor de Britten zo drama
tisch zou eindigen. Een Ne
derlandse geschiedschrijver
juichte later dat deze inter
nationaal vermaard gewor
den vierdaagse zeeslag „de
schande van het vorige jaar
(13 juni 1665, Lowestoft)
uitwiste, waarbij De Ruy-
ter, Tromp en andere op
perhoofden en bevelhebbers
zich een onsterfelijke roem
verwierven, en in 's lands
geschiedenis staat opgete
kend als een der luisterrijk
ste wapendaden, die immer
door het Nederlandse zee
wezen zijn verricht".
De groten der zee stonden
vier dagen tegenover elkaar.
Aan de ene kant Michiel Adri-
aensz. de Ruyter met onder zich
mannen als Aert van Nes. Cor
nells Evertsen. Cornelis Tromp
en Tjerk Hiddes de Vries, die
nooit een vijand uit de weg
waren gegaan hoe sterk h\j ook
was en vertrouwd waren met de
geur van kruitdamp. Aan de an
dere zijde admiraal George
Monk, hertog van Albemarle,
even dapper als onze De Ruyter
maar op het terrein van de oor
logvoering ter zee minder geni
aal en ook veel minder een
leider, prins Ruprecht van de
Pfalz. admiraal en mede-bevel
hebber, en vice-admiraals
George Ayscue en Sir Thomas
Allin.
Sterkte
De sterkte van beide vloten liep
een tikkeltje uiteen. De Hollandse
telde 84 schepen, exclusief de ad
viesjachten en de branders, 22.000
man aan scheepsvolk en 4600 stuk
ken. de Britse 80 schepen, 21.000
man en 4500 stukken. Maar de or
ganisatie van de Britten was straf
fer, tal van hun schepen waren
groter, beter bezeild en enkele ook
zwaarder bewapend. Artilleristisch
waren de Britten beter geoefend.
doch de Hollanders waren hun
meerderen in zuiver praktische er
varing.
Toen Monk, verslagen, in Enge
land terugkeerde werden hem de
heftigste verwijten gedaan. Was
het minachting voor de Nederlan
ders, dat hij kort voor het begin
van de slag prins Ruprecht op
dracht gaf met twintig schepen de
Franse vloot, waarvan het heette
dat zij de Nederlanders te hulp
zou komen, op te wachten en te
verslaan? Of wilde hij de eer van
de overwinning, die hij meende te
kunnen bevechten, voor zichzelf
behouden?
Aanleiding
De aanleiding tot de vierdaagse
zeeslag lag in hetzelfde vlak als de
andere oorlogen ter zee tegen dat
machtige Engeland: nijd van een
jaloerse concurrent jegens die veel
kleinere staat, die een geweldige
voorsprong had op het gebied van
handel en scheepvaart. En de lei
ders van die kleine staat begrepen,
met name Johan de Witt, dat de
handel alleen kon bloeien en groei
en als het land de suprematie over
de zee kreeg en behield. Als de
handelsvloot ongehinderd de zeeën
kon bevaren.
In de eerste dagen van juni 1666
verliet de Hollandse vloot de Wie
lingen, afzakkend naar het zuiden.
Op 11 juni, vroeg in de morgen,
ging men voor anker tussen Duin
kerken en Nieuw-Voorland, en
daar wachtte men de vijand af.
Monk daagde op tegen 't middag
uur en korte tijd later waren bei-
Moed
De eerste dag al werd de
strijd hardnekkig gevoerd, aan
beide zijden met evenveel moed.
In de namiddag laat raakte vi-
ce-admiraal Cornelis Evertsen
in gevecht met de Britse
schout-bij-nacht John Narman.
Drie maal wist deze een brander
af te houden. „En ofschoon hij
van alle zijden genoegzaam
werd omringd bleef hij zich, tot
grote verbazing van de Hollan
ders, verweren. Het gelukte hem
zelfs zich door de onzen een weg
te banen. Van zijn schip, de Hen
ry, werd nog een laatste schot
gelost en dat trof onze vice-ad-
miraal Cornelis Evertsen dode
lijk".
vecht te staken en naar net va
derland terug te keren.
De tweede dag kenmerkte zich
door een stoutmoedige aanval van
Tromp op een gedeelte van 's vij-
ands vloot. Helaas, hij kon het al
leen niet klaren. Van alle kanten
ingesloten scheen het alsof hij
voor een overmacht zou moeten
bukken. De Ruyter, het gevaar
waarin zijn onderbevelhebber ver
keerde, onderkennend, hees onmid
dellijk de bloedvlag ten teken van
een algehele aanval. Maar er wa
ren slechts weinige schepen, die
zijn beroemde Zeven Provinciën
volgden. Tromp werd desondanks
toch ontzet. Was echter een algehe
le aanval ingezet, de strijd zou ten
gunste van de Hollanders, in twee
Om 10.00 uur 's avonds, toen
de duisternis was gevallen, trok
ken de vloten zich terug- De
nacht werd aan beide zijden ge
bruikt om de schade aan sche
pen te herstellen en zich op
nieuw te formeren, zich klaar te
maken voor voortzetting van de
strijd. Want die voortzetting zou
er zijn. De Hollanders noch de
Britten waren van plan het ge-
dagen zijn beslist. Nu zouden er
nog twee dagen volgen.
De derde dag werd een glorie
dag voor Tromp. The Royal Prin
ce, het schip van George Ayscue.
liep op de zandbank Galloper, niet
ver van de mond van de Theems.
En Ayscue gaf zich over. Het liefst
had Tromp The Royal Prince zege
vierend naar patria „opgebracht",
maar De Ruyter, die zorgen vol
doende had, gaf last het schip te
verbranden.
Drie dagen van strijd hadden
beide vloten belangrijk gedeci
meerd. De munitie raakte op en
bij het scheepsvolk viel een grote
moeheid te constateren. Nog lan
ger dan een dag zou de strijd niet
kuhnen duren. De Ruyter, dit be
grijpend, riep zijn bevelhebbers
bijeen en bond hun op het hart
zich tot het uiterste in te spannen.
„Toont u (dan) als soldaten. Beter
is het voor het vaderland te ster
ven, dan, als schelmen lopende,
hetzelve ten prooi der vijanden te
laten. Indien gij malkander getrou
welijk bijstaat, de overwinning is
door Gods zegen in onze hand.
De gevechten van die vierde dag
overtroffen in hevigheid alle vori
ge. Meer dan eens was 't twijfel
achtig aan wie de overwinning
zou toevallen. Toen de zon begon
te dalen gaf De Ruyter. wetend
dat het tijdstip van de beslissing
was aangebroken, „het beroemde
teken om met alle slagorde tege
lijk in de vijand in te breken, en
dat een ieder zijn best zou doen".
Mist
De linie van de Britten werd uit
elkaar „gescheurd en een aanzien
lijk gedeelte van hun schepen tus
sen twee vuren geklemd. Het werd
een gevecht van soms twee Hol
landse schepen tegen één Engels
schip. Desondanks vochten de Brit
ten door.tot de schepen van
Monk en prins Ruprecht ontred
derd geraakten".
De Britten zetten het op een
vlucht, achtervolgd door de Hollan
ders. Voor hun algehele vernieti
ging zich kon voltrekken, viel er
plotseling een dikke mist als een
ondoorzichtig gordijn tussen beide
vloten die een verdere achtervol
ging onmogelijk maakte. Waarop
De Ruyter uitriep „dat het God
was, die de vijand behield, en wel
ke zijne ganse ondergang niet wil
de voltooien, maar hem alleenlijk
voor zijn hoogmoed had willen
tuchtigen".
De zege was aan De Ruyter en
de zijnen. De verliezen? Vier sche
pen waren door brand verloren ge
gaan, twintig schepen waren, tij
dens de slag onbruikbaar gewor
den. naar huis gestuurd en het
aantal doden en gewonden beliep
tweeduizend.
Damrubriek
Correspondentie voor deze rubriek
te richten aan de heer A. J. Ivens,
Frankenslag 69, Den Haag.
De Nederlandse successen m net
grote Internationale toernooi in Soe-
choemi zijn niet bijzonder groot ge
weest. De beste prestatie leverde
Evert Bconstring. die de winnaar Bo
ris Andreiko in grote moeilijkheden
bracht om de partij daarna toch nog
in de eindrangschikking de zesde
plaats wist te bezetten. Tsjegolev en
de 22-jarige Slobodskoj deellen de
tweede plaats. Wim de Jong en Wim
v. d. Sluis bezetten de 9e en 10e
Bronstring speelde zoals van nem
mocht wc.-den verwacht. Levendige
en interessante partijen, in een stijl
die de Russen weldadig aandeed. Wat
hem vooral opviel was dat de
Russische spelers veel minder een par
tij uitschuiven dan in andere landen,
maar erop uit zijn het essentlele \an
de stand te doorgronden en het daar
in heel ver hebben getvacht. Ook het
eindspel behandelen zij ijzersterk. Bij
de naderende overgang van het mid
denspel naar het eindspel groeperen
zij hun schijven zodanig dat naar
bepaalde posities waarvan zij we
ten dat die gewonnen zijn wordt
afgewikkeld.
In vele gevallen waarin andere spe-
leus overwegen de vrede te tekener
beginnen de Russen pas goed te ploe-
vaak met succes. De idee is
niet nieuw, maar de resultaten ziin
groot. Blijkbaar hebben de
landse spelers niet voldoende keni
genomen van hetgeen des. P. Roo;
burg al jaren verkondigt, nl. dat
het spel niet uit het hoofd kan lert
nten kan bei
ïogelijk moet
evenmin alle vari
„Verschrikkelijk"
Alvorens u enige fragmenten uit
deze wedstrijd te geven allereerst een
bijdrage van de wereldkampioen Koe-
perman. die zelf niet meespeelde.
De verliezen aan Britse zijde wa
ren niet minder groot. Een paar
duizend doden, een drieduizend
werden naar Nederland gebracht.
In Holland was de vreugde
groot. Aanvankelijk ook in Enge
land, waar het gerucht was
verspreid, dat Monk zijn tegenstan
ders had verslagen. De ontnuchte
ring kwam snel genoeg. Een Brits
staatsman maakte bekend:
„Ik begaf mij na het terugke
ren der vloot uit de vierdaagse
zeeslag naar het strand te Sheer-
ness. Doch welk een jammerlijk
schouwspel vertoonde «ich al
daar aan mijn ogen! Meer dan
de helft van dat heerlijk bol
werk des konings was ellendig
geteisterd. Nauwelijks een schip
was heel. Alle schepen schenen
zovele wrakken en hollen te
zijn, zo verschrikkelijk hadden
de Hollanders ons gehavend."
IB IS BP
B 11 B_P 0
M i 1
P HL,
_Fl_!
d
a es
\m r~i
1
I Vm
srn
p F!
K. W. Kruijswijk:
28—22
26—21
25X1°
22—27
(op 19—24:
19—23
27—38, 43. 49i
16—21, 18—12, 8—13.
Kruiswoord - puzzel
Horizontaal: 1. vruchtje; 3. joodse gemeente; 7. oude vochtmaat;
10. voorzetsel; 11. metaalsoort; 12. zwaardvis; 14. muzieknoot; 15.
brandstof; 18. onderdeel van het weefgetouw; 20. boom; 21. gesloten;
23. mens; 24. rivier in Engeland; 25. plaats in Over.; 27. ouder
wetse damesjapon: 29. kneep; 31. stad in België: 33. voorzetsel: 34.
bijwoord; 35. lidwoord (Fr.): 36. heden; 37. lichaamsdeel; 39. levens
lucht; 41. stok: 43. boom; 45. lied; 47. ieder; 49. rund; 50. vermoeid;
51. mannetjeseend: 53. dekkleed; 55. oude lengtemaat; 56. boom; 58.
vordering; 59. muzieknoot; 60. voorzetsel: 61. gem. in Utrecht; 62.
Europeaan.
Vertikaal: 1. hijswerktuig: 2. lyrisch gedicht; 3. deel van het gelaat;
4. voorzetsel; 5. soort onderwijs (afk.); 6. gem. in N. Brab.; 8. strijd
perk: 9. maand van het jaar; 11. voorzetsel: 13. deel van de helm;
16. jongensnaam; 17. kever; 19. vracht; 21. hoogste punt; 22. nauw;
24. myth, figuur; 25. zeegroene edelsteen: 26. plaats in Drente; 28.
bonenkruid; 30. telwoord; 32. ontkenning; 37. ruwe soda; 38. boom;
39. vaarwel: 40. plaats in Limb.; 42. dorp in N. Brab.; 44. bijwoord;
46. ten dele; 48. steen; 50. voorwerp om te snijden; 51. water in
Utrecht; 52. onderricht; 53. aanw. voornaamw.; 54. doorweekt; 57.
rivier in Italië; 58. boom.
16. si: 18. oele; 21. kap: 22. vete;
23, veen: 24. Ie: 25. kip; 27. kerk;
29. löss: 30. sop; 32. raak; 33.
peen; 35. sen; 38. Oder; 39. ten;
41. re; 42. Mauser; 44. menu; 46.
slem; 47. del; 49. deze; 50. gr.;
52. arm: 54. Let; 56. ten; 57. k.o.;
58. es; 59. re.
INZENDINGEN
Inzendingen worden voor don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart wor
den geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden: „Puzzel
oplossing". Er zijn drie prijzen:
pen van ƒ5.— en twee van
ƒ2,50.
SSING VAN DE
tIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. L.K.; 3. dole;
7. Mook; 10. ark; 12. Messina;
15. muis; 17. sla: 18. on; 19. gei;
20. aak; 22. ven; 23. ver: 24. L.K.;
26. rakel; 28. er; 29. leis; 31. peter:
33. Po; 34 pos; 36. re; 37. noest;
40. Perk: 42. ma; 43. desem: 45.
ne; 46. sak; 47. den; 48. ned.;
50. glu; 51. er; 53. nel; 55. rest;
57. kreuzer; 60. mee; 61. soms;
62. eten; 63. RN.
Vertikaal: 1. lam: 2. Kruger:
4 om; 5. les: 6. Esla; 7. mi: 8. ons;
9. o.a.; U. kier; 13. Saar; 14. Inn;
o';- voor r
pRACHTIG glimmend stond
de kleine schoen in de eta
lage te pronken en zjjn neus
blonk van plezier.
Weken lang had hij in een
witte kartonnen doos tussen
vloeipapier gezeten en hij was
nu erg blij, dat hij uit dat nare
huisje gehaald was en in vrij
heid was gesteld.
Hij stond hoog op een stan
daard en hoorde de gesprekken
van de mensen die voorbij kwa-
Hij keek zijn ogen uit naar
al die drukte daar in de straat
en amuseerde zich opperbest.
Op een dag ging het deurtje
van de etalage open en hij
werd opgepakt.
Een kleine jongen zat met
zijn moeder in de winkel en
hij hoorde hem zeggen: „Ja,
mam, dat zijn mooie schoenen,
die wil ik hebben".
„We zullen eerst eens kijken
of ze je passen, kom maar eens
hier met je voet" en
gestreepte sok stapte in de
schoen.
Toen de veters vastgeknoopt
waren, stond de jongen op
begon er op te lopen.
De schoen had nog nooit
stap gedaan, maar hij vond 't
erg prettig en liet daarom het
leer kraken.
Hansje, zo heette de jongen,
was best tevreden met zijn
nieuwe trappers en de schoen
op zijn beurt was blij, een klei
ne vriend te hebben, waar hij
mee op pad kon gaan.
Iedere morgen ging hij met
Hans mee naar school en op 't
schoolplein deed de schoen zijn
uiterste best om zo hard moge
lijk te lopen, zodat Hans 't
snelste kon rennen van al zijn
vriendjes. Als er gevoetbald
werd, zette de schoen zich
schrap, hield zijn adem in en
gaf de bal steeds zo'n enorme
trap, dat Hans de beste voetbal
ler van de hele school werd.
Als er een voetbalwedstrijd
werd gespeeld, werd Hans al
tijd als eerste gekozen, want
als hij meespeelde, was de
overwinning bijna zeker.
De schoen vond 't leven heel
wat fijner, dan in de etalage,
hoewel hij 't dikwijls wel erg
vermoeiend vond.
's Avonds stond hij vaak
heel moe en stoffig en vol mod
der in het portaal te wachten
tot hij z'n dagelijkse beurt zou
krijgen.
Want Hans maakte hem iede
re avond keurig schoon en
doordat de schoen dol was op
schoensmeer, waren hij en de
schoenborstel twee gezworen
kameraden.
Hans vertelde zijn belevenis
sen van die dag aan de borstel
en die deed op zijn beurt weer
zijn uiterste best, de schoen
een prachtig glimmende neus
te geven.
Het was inmiddels winter ge
worden en de schoen begreep
er niets meer van.
Als hij buiten liep, gebeurde
't heel vaak, dat hij onderuit
gleed en samen met Hans lag
hij dan languit op straat.
Hoe hij ook zijn best deed
een stap te zetten, het lukte
hem niet en hij kon 't maar
niet voor elkaar krijgen. Iede
re keer gleed hij onderstebo-
De schoen had natuurlijk
nog nooit een winter meege
maakt en begreep niet, dat de
gladde straten hem iedere keer
weer opnieuw lieten vallen.
Hans vond dat helemaal niet
erg, want hij had dolle pret als
ze onderuit gleden en daardoor
begreep de schoen, dat dit er 's
winters bijhoorde.
schoen een paar vreemde din
gen in het portaal liggen. Het
waren ijzers met riemen er
aan vast. Wat een malle din
gen, dacht de schoen, „Wat zou
den dat zijn en waarom liggen
ze hier? Ik heb ze nog nooit
eerder gezien", mompelde hij
verder.
„Ik ben schaatsen", hoorde
hij iemand zeggen.
„Ja, ja, kijk maar niet zo ver
baasd, iedere winter mag ik
met Hans mee glijden op het
ijs dat gaat reuze fijn joh!"
De schoen voelde zich ver
drietig worden, want hij dacht,
ik glijd toch zeker iedere dag
met Hans, waarom moet hij
daar nu schaatsen voor heb
ben?
Hij zei tot de schaatsen:
„Waarom heeft Hans jou nou
nodig, ik begrijp je niet goed,
want Hans glijdt toch altijd
met mij?"
„Ach", zei de schaats, „wécht
nou maar eens rustig af, 't is
zo moeilijk om 't je allemaal
uit te leggen, je zult 't straks
zelf wel zien".
De schoen was al weer ge
troost, toen hij hoorde, dat hij
Hij bracht Hans nu 's mor
gens glijdend en vallend naar
school en ook hij kreeg er al
spoedig net zo veel plezier in
als Hans. Toen ze weer van
school thuiskwamen, zag de
mee mocht gaan en even later
zat Hans dik ingepakt op de
grond en deed speciale dingen
aan z'n handen.
„Wat zijn dat?", vroeg hij
verbaasd aan de schaatsen.
„Jij weet ook niet veel, zeg,
dat zijn natuurlijk handschoe
nen, die houden z'n handen lek-
Even later liep en gleed de
schoen met Hans naar een vij
ver, die er helemaal wit uitzag.
De schaat sprak: „houd je
voet nu even stil, dan kan jij
me dragen. Ik houd me vast
met mijn riemen en dan zul je
eens zien, hoe leuk 't is".
De schoen hield zich stil en
even later voelde hij zich opge
tild en zwierde hij over 't ijs,
nu eens links, dan weer naar
rechts.
't Jonge, dacht hij, wat is dat
leuk, en wat gaan we lekker
hard. Hij kraakte van plezier
en de schaats schreeuwde hem
toe: „Nou, heb ik gelijk gehad
of niet, vind je 't niet fijn?"
„Nou, reusachtig, wat gaan
we hard, hè?"
Een paar weken lang ging
hij met de schaatsen op 't ijs
en ze waren inmiddels de beste
vrienden geworden.
Maar op zekere dag voelde
de schoen zich niet lekker, zijn
onderkant deed hem pijn, bij
iedere stap die hij deed en hij
zag er moe en verdrietig uit.
Wat zou er toch aan de hand
zijn met mij? Ik vind 't hele
maal niet leuk meer om met
Hans mee op stap te gaan, ik
moe en hij
verdriet.
Toen Hans het portaal bin
nenkwam was hij dankbaar,
dat hij hem liet staan
kaplaarzen aantrok.
De deur ging dicht en ziek
en naar bleef de schoen alleen
achter in het portaal.
In de loop van de morgen
tilde de moeder van Hans hem
op en legde hem
boodschappenmand.
Wat zou er nu weer met me
gebeuren, dacht hij. Ge
dat ilc niet hoef te lopen!
Hij kwam even later i
winkel binnen, waar wel h$aa
derden schoenen stonden.
Het rook er naar leer en
oude baas met een pijp in
mond tilde hem op en zei:
zullen we weer eens keurig
orde maken".
De schoenmaker gaf
prachtig nieuwe zolen en h
ken en toen hij bij de and
schoenen op de plank werd
zet, voelde hij zich weer h<|\
maal gezond.
Toen hij daar zo'n
gestaan had, hoorde hij ine
een bekende stem:
schoenmaker, zijn mijn
nen al weer gemaakt?"
„Ja hoor, Hans, ze zienL
weer uit als nieuw, vooi'
kun je er weer op voort".
De schoen was wat blij, t
hij z'n kleine vriend I*
weer terugzag en dat 't
maal weer in orde was gelj
Hans werd groter en
en toen zijn voeten niet i
in de schoenen pasten,
hij een nieuw vriendje.
Peter, het kleine fc
van Hans was verguld met 4
mooie trappers en loopt
al weer een hele poos op.
En de schoen beleeft
weer steeds allerlei ande
avonturen, die hij iedere av(
aan zijn trouwe kameraad,
borstel, vertelt.