Tullio Yinay werkt in
9ii verloren paradijs
Geneesm iddelen
GEESTELIJK
LEVEN
EEN DOMINEE MET WERKHANDEN
'1
„IK ZINGE NIET
Beelden in Rome
voor Hervormers
VEUR OE"
etscfw aahdacé/mt1;
Meer zieken kunnen
buiten inrichting
ZATERDAG 11 JUNI 19|
Sipke van der Land schreef voor ons zjjn indruk
ken van het ontwikkelingswerk van ds. Tullio Vinay
op Sicilië. Hü verbleef er enige tjjd voor het schrij
ven van een jeugdboek dat in september onder de
titel ,,Wy zjjn rebellen" zal verschijnen.
|y|IDDEN in de Middellandse Zee ligt Sicilië, een paradijs van
een eiland, een lustoord voor toeristen. Maar de goudgele
stranden en Het wondermooie landschap zijn bedrieglijk, want
ditzelfde land is een verschrikking: armoede, misdaad, analfabe
tisme, corruptie, honger, banditisme, werkeloosheid, maffia, en
ga zo maar door. In dit verloren paradijs werkt een dominee die
de handen uit de mouwen heeft gestoken om het uitgebuite en
mislukte volk weer hoop te geven.
Het is maar een paar uur vliegen van Rome vandaan, een paar uur
van de welvarende wereld vandaan. En dan sta je in de palmstad
Palermo met legio krotwoningen in achterbuurten. Ja, je hebt ook wel
mpoie strada's met flatgebouwen en weelderige historische paleizen en
kathedralen, maar verkijk je daar maar niet op. Als je wilt weten wat
Sicilië is, moet je het binnenland in. Je huurt een fiatje, zo'n ramme
lend blikken doosje op wielen, waar je in de bergen lekker James-
Bond-je mee kunt spelen, door haarspeldbochten en langs ravijnen.
Het ene dorp dat je tegenkomt is nog armoediger en triester dan het andere.
Zelfs in het voorjaar, de beroemde primavera Sicilana, als het landschap vol kleur
is en opgevrolijkt door de zon, is alles er grijs en goor. Alleen de hoofdstraat is
geplaveid en verder sjouw je door modderige steegjes vol keien en een vieze goot
in het midden. De kinderen en kippen dartelen rond tussen mesthopen en vuilnis
belten. Boven je hangt van huis tot huis de bonte was te drogen. Schilderachtiger
kan het haast niet, maar ook niet smeriger. Er is hier sinds de middeleeuwen niets
veranderd. Er is geen sanitair of elektriciteit en de mensen wonen met grote ge
zinnen in „huizen" (wij zouden een ander woord gebruiken!) van een paar meter
in het vierkant, samen met het pluimvee. Vaak is ook het muildier inwonend.
Als je het waagt een camera tevoorschijn te halen, heb je in een ommezien een
massa kinderen om je heen. die zich voor de lens verdringen en de gekste kapriolen
maken en de idiootste gezichten trekken, zodat je wel op kunt houden. Oude vrouwtjes
schuwen het „boze oog" van de vreemdeling en reppen zich naar binnen. Van achter het
jiisnet dat in de deuropening hangt, bespieden ze je.
dagboeken
Tullio Vinay. of
ven aan: Dienst over Grenzen. Cor
nells Houtmanstraat 17, Utrecht.
's Avonds aan tafel vertellen Vi-
nay'r medewerkers om beurten de
ervaringen van de dag. Op alle
fronten is er blijdschap en te
leurstelling, goed nieuws en
slecht nieuws. Ze zijn er nog lang
niet. Er gaat geen dag voorbij zon
der ernstige moeilijkheden en zor
gen, ook financiële. Maar met zijn
allen hebben ze er de schouders
onder gezet en het moet lukken.
Ze mogen niet ophouden, want dat
zou een aanfluiting voor de zaak
van Christus zij».
Vinay zegt tegen de Hollandse
[|>ezoeker naast hem terwijl hij in
uwe werkhand het wijnglas
totdat we die nieuw zullen
brinken in het Koninkrijk Gods.
tn er tintelt een kinderlijke vreug
de in zijn ogen. Nooit van je leven
had je deze woorden zo ervaren
als hier. Hoe evangelisch leven de
ze dienende, oprechte, strijdende,
volhardende mensen!
Andere ogen
Als je afscheid neemt, weet je
dat je met andere ogen door Sici
lië zult reizen. Er is toch hoop
voor dit hopeloze land. Er is toch
geloof en liefde te vinden. Op de
piazza, waar op zondagavond
hele mannelijke bevolking op
neer wandelt en waar hondei
argwanende en wantrouwe
ogen je nakijken, komt JÉ I
kerel je help«i met de bagage
uitvoerig de weg wijzen. Hij bl
als metselaar bij Vinay te werl
Ineens duikt er ook een man
die zich voorstelt als de dol
van het dorp en graag een pra
maakt met de vreemdeling.
komen immers bijna nooit bul
landers, in dit afgelegen, ver®
stuk Sicilië. Hij zegt: „Tullio
nay redt het niet, dit volk zal
leren,
zo dom
zo blijven".
?egt onmiddellijk.
wel, u zult het zelf zien, wa1
maar af, wij bouwen een nie,
Riësi!"
Wie heeft er gelijk? I
dokter of de metselaar? 1
pessimist of de christen? V
nay zou zeggen: laat 4
maar aan God over, wij he(
ben de opdracht te bouvijj
aan een nieuw Riësi en
gaan door, want als niemaf
dit dorp kan veranderen, dj
kan Christus het. j
Als je met de mensen gaat pra
ten, merk je hoe gesloten ze zijn
en hoe diep het wantrouwen ge
worteld is. Maar ze weten één
ding zeker: ze wonen op het mise-
rabelste stukje van de wereld,
door God en alle mensen vergeten.
Iedereen heeft hen in de steek ge
laten. Drieduizend jaar lang is de
ene overheersing na de andere ge
komen. soms met fraaie beloften,
maar altijd liep het uit op bittere
ellende. Twee dingen hebben ze in
overvloed: misère en kinderen.
Met geen van beide weten ze raad.
Wie zal een eind maken-aan hun
straatarm bestaan? Wie zal hun
kinderen toekomst geven? Het
Maffia
Als je hoort hoe alle pogingen
lijn mislukt en opzettelijk de
grond in zijn geboord, weet je
dat er geen schijn van kans op
verbetering is. De maffia is een
octopus die alles in zijn dode
lijke greep heeft. Zij vormen de
eigenlijke regering van West-Si-
cilië. Hun terreur is duivels ge
raffineerd. De lei-ers zijn keuri
ge heren in nette pakken en met
een glimlach op hun gezicht. Ie
dereen kent hen en gehoorzaamt
hen. De armoe is hun rijkdom.
Je staat met je rug tegen de
muur en met een pistool op je
borst. Ze deinzen hier nergens
voor terug. Een mensenleven
meer of minder telt niet. Wat
wil je dan? Nee, er is geen hoop
voor dit land met zijn vijf mil
joen inwoners. De omerta de
zwijgplicht vrijwaart de mafi-
osi van tegenstand. Hun macht
is grenzeloos.
Riesi
Als je na een urenlange rit ein
delijk in Riësi aankomt, in het
hart van het land, heb je al zoveel
gezien, dat niets je meer verwon
dert. Maar toch is dit dorp met
zijn 20.000 inwoners het ergste van
alles. Erger kan het niet. En hier
is vijf jaar geleden de Waldenzer
predikant uit Noord-Italië, Tullio
Vinay, heengegaan. Hii weigert te
geloven dat er hopeloze dingen
bestaan. Overal waar Christus is,
is hoop. zegt hij. Met die overtui
ging is hij naar de armsten van de
opeenstapeling van tegenwerkin
gen en tegenslagen. De overheid
wilde hem wegwerken, de geeste
lijkheid kon hem niet uitstaan, de
maffia wilde hem uit de weg rui
men. de bevolking wantrouwde
hem en schold hem uit voor com
munist, kortom alle verzet barstte
los. In zijn aangrijpend dagboek
kan men er over lezen.
Waarom
In 1961 schreef hij: „Waarom
ben ik hier in vredesnaam aan
begonnen? Ik ben moe, dood
moe, diep in mijn ziel. Maar had
ik ooit iets anders mogen doen
dan dit werk?"
Toen hij op Kerstavond
voedselpakketten had gebracht
bij de ergste gezinnen: „Ik had
maar één wens; naar huis te ren
nen, op mijn bed gaan liggen en
huilen, huilen, huilen als een
kind. Huilen van ellende over
wat ik gezien had, maar vooral
huilen van vreugde omdat ik het
aangezicht van Christus gezien
had, want in zoverre gij dit aan
één van Mijn minste broeders
hebt gedaan, hebt ge het Mij
gedaan".
En na een kerkdienst in zijn
kleine Waldenzer gemeente:
„Wat is het moeilijk voor me
hier te preken! Ik voel me na
bijna dertig jaar preken een the
ologisch student". Maar hoe ver
der men komt in deze dagboe
ken, hoe duidelijker het wordt
dat Vinay het vertrouwen van
de mensen gaat winnen. Het is
ontroerend om te lezen hoe een
bekeerde bandiet tegen een vij
and zei: „Wees maar blij dat ik
nu christen ben, want anders
joeg ik een kogel door je kop!"
Toch laait telkens de tegenstand
nog op. In 1964 schreef hij in
(Van onze kerkredactie)
Progressieve rooms-katho-
lieken spreken wel eens over
de oprichting van een beeld
voor Maarten Luther in Ro
me. Het blad „Protestants
Nederland" onthult echter,
dat er al lang in Rome een
beeld van Luther bestaat,
evenals van Calvijn. Zij zijn
te vinden op het graf van de
stichter van de orde der Je
zuïeten, Ignatius van Loyola.
Protestants Nederland
schrijft er over:
In de pompeus met allerlei
kleuren marmer, edelgesteente,
goud en fresco's versierde ba-
rok-kerk Ge sit, waarvan de
bouw in 1568 werd begonnen,
rust het stoffelijk overschot van
De kleuterschool
de stichter der Jezuieten-orde in
een urn van kristal en verguld
brons, geplaatst onder een al
taar. Dit altaar geldt als het
rijkste monument van geheel Ro
me. In elk geval is er voor een
onschatbare waarde aan materia
len in verwerkt. De altaartafel
is rijkelijk voorzien van hoge
gouden kandelaars. Daarboven
is een nis, waarin een kolossaal
beeld van Ignatius staat, bekleed
met een zilveren kazuifel, met
edelstenen bezet.
Smelten
Vroeger was het beeld zelf ook
van massief zilver, maar paus Plus
VI heeft Ignatius laten smelten om
een oorlogsschadevergoeding aan
Napoleon te kunnen betalen. Er
staat nu een verzilverd beeld. Ter
weerszijde van de nis staan twee
zeer oge verguld bronzen zuilen,
waarvan de cannelures geheel inge
legd zijn met lapis lazuli. De zui
len dragen een bovenstuk, waarop
een aardbol van lapis lazuli, het
grootste stuk van dit heerlijke,
diepblauwe edelgesteente, dat be
kend is. Om die aardbol zijn mar
meren figuren gegroepeerd, die de
Heilige Drieëenheid uitbeelden.
Ook ter weerszijde van de altaar
tafel zijn beeldengroepen aange
bracht, geheel van wit marmer.
Links: het geloof, dat de barbaarse
volkeren overwint: een vrouwenfi
guur richt zich tot mannen, met
barbaarse hoofdtooi.
Waanzinnig
Rechts: de godsdienst, die de
ketterij vertrapt: twee mannen,
een dikke en een magere, aan
het worstelen met slangen. De
dikke ligt ter aarde met omhoog
spartelende benen. De magere,
met een waanzinnige gelaatsuit
drukking, richt zich half op. Een
vrouw, met in de ene hand een
kruis en in de andere een instru
ment, dat een fakkel voorstelt,
zet haar blote voet op één van
de spartelende benen uit die kri
oelende groep, waarop zij drei
gend neerziet.
Onder de dikke man ligt een
stapel marmeren folianten met op
de rug de vermelding van de
schrijver: Martinus Luther. Onder
de magere man ligt een dito stapel
boeken, die op naam staan van Cal
vijn. Tot de groep behoort cok een
Het altaar is voort6 opgesien
met vele dartelende engeltjes.
Evenzo de bronzen balustrade, die
het monument omsluit.
Wie in één oogopslag een beeld
wil krijgen van de geest der con
trareformatie, kan in de Gesü te
recht. In de regel is het in deze
kerk evenwel zo donker, dat het
meebrengen van een flinke zaklan-
taarn gewenst ia.
een slapeloze nacht: „God weet
dat we alles deden in het belang
van de mensen die ons nu
bestrijden; misschien is het no
dig, deze weg van het kruis,
maar we zijn moe en het is
zwaar, heel zwaar".
Geheim
Natuurlijk staat ds. Vinay er
niet alleen voor. Zijn staf bestaat
uit een stuk of twintig jongeren
uit Italië, Frankrijk. Duitsland.
Zweden, Zwitserland en Neder
land. die allemaal specialisten zijn
in een bepaald onderdeel van het
ontwikkelingswerk. Even buiten
het dorp zijn ze met man en
macht een nieuw Riësi aan het
bouwen rondom de Firiato. de
Olijfberg, zoals het centrum heet.
Er staat nu een technische school
(40 'eerllngen), een kleuterschool'
(100 kinderen), een grote kippen
fokkerij (de beste van het hele
eiland) en verschillende andere ge
bouwen zijn in aanbouw. Bij de
ingang van het terrein staat een
groot kruis. In dit teken zullen ze
overwinnen, deze moedige en oot
moedige christenen. Het zijn stuk
voor stuk helden, die alles hebben
prijsgegeven om een paar jaar in
dit project te werken. Je moet ij-
zersterk zijn om zoveel vij
andschap en teleurstelling te kun
nen verwerken. Zonder hun hech
te geloofsgemeenschap van veel ge
bed en meditatie zouden zc het
niet kunnen. Dat is het geheim
van hun kracht. Als men hun dage
lijkse bijeenkomsten meemaakt, is
dat iedere keer een rijke beleve
nis, waar je een brok van in de
keel krijgt en dankbaarheid in het
hart.
Vinay zit het liefst buiten onder
een Ijgeboom als hij gesprekken
moet voeren. Hij heeft vriende
lijke ogen, vastberaden trekken
om zijn mond. diepe groeven in
zijn voorhoofd, een streuvelige
haardos en een warme stem. Er
gaat diepe rust van hem uit als hij
bewogen en toch zakelijk vertelt.
..Ik ben ervan overtuigd dat het
Evangelie het leven en de
maatschappij hier kan veranderen.
Maar het valt niet mee een toe
komst op te bouwen voor mensen
die allang aanvaard hebben dat er
geen toekomst voor hen is. Toch
geloof ik dat een handjevol
christenen een dorp kan redden,
zoals een handjevol mafiosi een
dorp kan verpesten. De wet van
de Sicilianen is: jouw dood is mijn
leven. Maar wij komen met de
wet van Christus: Mijn dood is
jouw leven. Wie hier voor het
eerst komt, zou het liefst de hele
troep de rug toekeren en nooit
meer terugkomen, maar christenen
reageren anders, omdat Christus
anders reageerde. Hij was altijd te
vinden bij armen, mislukkelingen,
schooiers en bedelaars. Hij ging
voor geen enkele moeilijkheid uit
de weg. Hij gaf de hopelozen
hoop, al kostte het Hem zijn leven.
Met minder dan deze zelfopoffe
ring kun je hier niets beginnen."
Altijd Pasen
„Wij vertalen het Evangelie in
sociale, politieke en economische
omstandigheden. De waarheid
bestaat niet in afzonderlijke sec
toren. Waarheid is waarheid. Er
is geen aparte politieke of socia
le waarheid, alleen de Waarheid.
Christus is de waarheid. Zonder
Hem kun je op al die terreinen
nooit werkelijk iets bereiken.
Hij leert je liefhebben. Hij leert
je dienen. Iedereen die je ont
moet, moet dat weten. Dan
bouw je een dorp van dag tot
dag. Dank zij de dood en opstan
ding van Christus. Wanneer Hij
niet is opgestaan, kan ik niet
zeggen dat de wereld van liefde
bestaat. De wereld zelf is dood.
Ds. Tullio Vinay
Alles gaat voorbij. Maar Hij is
opgestaan. Hij leeft."
Niet alleen in dit gesprek
maar' ook in zijn dagboeken
spreekt Vinay telkens over de
betekenis van Pasen. Het is wer
kelijkheid voor hem, elke dag.
Bij hopeloze situaties tekent hij
telkens aan: maar de Heer is op
gestaan. Hij spreekt bezield en
met grote nadruk, terwijl hij op
de grond in het grind met een
stokje een grpte cirkel tekent en
er een forse streep doorheen
,haalt: „De cirkel is doorbroken.'
Er is verlossing en hoop. We
kunnen uit de noodlottige cirkel
breken, dankzij Hem!"
Steun
Als men dit allemaal hoort en
gezien heeft dat het geen mooie
theorie is, maar werkelijk helpt,
denk je: er zijn wel kerken en
christenen in verscheidene landen
die ds. Vinay helpen, maar ik zou
willen dat het allemaal veel
groot: cheepser ging gebeuren,
want Riësi is nog maar één dorp.
terwijl heel West-Sicilië snakt
naar zulke tekenen van geloof,
hoop en liefde. De Nederlandse
Stichting Oecumenische Hulp te
Utrecht heeft dat ingezien en dit
werk opgenomen in de projecten-
lijst van de afdeling hulpverlening
van de Wereldraad van Kerken
Iedere Nederlandei die zijn han
den weet te vouwen en zijn giro-
boek weet te vinden, kan meebou
wen aan een Nieuw Riësi (Giro
5261). Wie alvast wil intekenen op
(Van onze kerkredactie)
„Ik zinge niet veur oe moar
veur mien Skepper!" laat Harry
Scheltens een oude juffrouw in
de Burgwalkerk in Kampen in
het boekje De kogel door de
kerk zeggen. Ze zong nogal hard
en vals en daarom verzocht ie
mand haar zich te matigen.
Henk de Jong, die er altijd
plezier in beleeft, in de historie
van de kerk en haar gebruiken
een duik te doen heeft verschil
lende interessante gegevens over
de kerkzang bijeengegaard,
waarvan de zingende juffrouw
Hij schrijft over de dominee,
die zei: „Nee gemeente, u leest
niet goed. Er staat in deze
psalm: God zij altoos 't hoogst
geprezen. Maar als ik u hoor
zingen, lijkt het wel of er staat:
God zij altoos om 't hardst gepre-
De afgescheiden ds. H. J. Bud
ding uit Goes kon er beslist niet
tegen als de kerkgangers slecht
zongen. „Overdoen! zeg ik", be
val hij. Als jullie niet zingen
kunnen, kan ik niet preken."
Soms liet hij een vers driemaal
herhalen eer het geluid hem
aanstond.
Toen de grote opwekkingspre
diker C. H. Spurgeon in de vori
ge eeuw ons land bezocht trof
hem de aandacht, maar het zin
gen kon hij niet waarderen. Ge
wend aan het beheerste geluid
uit zesduizend kelen in zijn Ta
bernakel in Londen, schrok i
van het bulderend geraas hier.
lande. ,£odra ze aan de psaln
begonnen had ik het gevoel
alle stieren van Basan op
afstoven", verklaarde hij. I
Een doopsgezinde domin
die het land had aan de sch(
stemmen van enige zusters I
te."
zwijg in de geme
Ook in de doopsgezinde Sinj
kerk in Amsterdam waren
paar broeders en zusters,
flink konden uithalen. Bij de
gebruikneming van het orgel
het begin van de negent'
eeuw vroeg de predikant:
ten toch menschen, die een st
ke stem hebben, zich zeiven
toos zoo veel bedwingen, dat
het orgel niet overschre i
wen."
Om niet de indruk te krijt
dat de doopsgezinden niet zc
den kunnen zingen zij vermt
dat de doopsgezinde gemeente
de Wolweverstraat te Zwolle l
kend stond om haar zuiver kei
gezang.
En de doopsgezinde ds.
Loosies te Amsterdam verklai
de in 1897: „Heerlijk zont
voof een halve eeuw de boei
en boerinnen in mijne eer
zeer geliefde gemeente Witvi
en R ottevalle (Fr.). De go
des lieds scheen bijna allen
schonken."
OVER de betekenis van geneesmiddelen die werk
zaam zijn op 's mensen geest en die met name bij de
behandeling van psychisch gestoorden zo'n gunstige
uitwerking blijken te bezitten, heeft prof. dr. L. van
der Horst, emeritus-hoogleraar te Amsterdam in de
jongste aflevering van het blad van de Farmaceutische
Industrie, dat ook deze naam draagt, geschreven.
Enkele hoofdlijnen uit dit betoog lichtten wij daaruit,
omdat ze ons voor een brede kring interessant lijken.
Prof. Van der Horst was hoogleraar in de zenuw- en
zielsziekten aan de VU en directeur van de bekende
Valeriuskliniek in de hoofdstad.
Ook al is de manier
waarop de maatschappij
geestelijk gestoorden tege
moet treedt aarzelend en
op een afstand, men wéét
van nieuwe mogelijkheden
om deze patiënten te hel
pen en buiten de inrichtin
gen te houden.
Adler heeft zo voortreffe
lijk beschreven wie en wat
de geesteszieke eigenlijk is.
„Hij is niet gelijk aan de
anderen, hij wordt niet aan
vaard, er is geen appèl op
hem. Maar ook kan hij niet
antwoorden op de roep van
de gezonde, aangezien die
niet tot hem doordringt, aan
gezien er niet op hem gere
kend wordt, aangezien zijn
prestaties toegift zijn. Eigen
lijk aanvaardt de gezonde vol
wassene de geestelijk gestoor
de niet geheel. Hij wil hem
apart houden, hij wil inrich
tingen bouwen, hij wil wel
geld storten maar hem toch
vaak niet in onze ge
meenschap laten delen".
De psychiatrie heeft nu de
hulp van de farmacotherapie
gekregen, de behandelingswij
ze met medicijnen. In snel
tempo kunnen verschillende
uitingsvormen van zielsziek
ten veranderen- Wat ondoor
grondelijk scheen en waar
het mens-zijn versluierd was
in niet invoelbare gedragin
gen, daar kan deze behande
lingswijze de geestelijk
gestoorde in de rij der andere
zieken plaatsen.
Vragen
De behandelende gespecia
liseerde medicus komt hier
voor praktische vragen te
staan. Als klinicus stelt hij zijn
diagnose. Daar werkt hij met
de vertrouwde, hem eigen be
grippen. Daar is hij in zijn
kracht. Hij werkt met in de
loop van tientallen jaren ver
kregen ervaring.
Maar door de behande
lingswijze met de nieuwste ge
neesmiddelen, zoals LSD, ont
moet hij situaties die buiten de
gangbare psychiatrie liggen.
Moet hij zich verder mee laten
nemen op dit veld vol mogelijk
heden en verwachtingen? Of
zal hij liever terugkeren naar
zijn psycho-analytische burcht?
In de praktische toepassing
van zijn kennis, in de praktijk
van het dagelijks leven, zal hij
uit zijn burcht moeten afdalen.
Met behulp van geneesmidde
len die hun heilzame invloed
kunnen uitoefenen op de psy
che van de patiënt en de bege
leidende therapie blijkt dan dat
de patiënt uit zijn isolement
kan worden verlost.
De tegenwoordige behande
lingswijzen hebben een revolu
tionaire wending genomen. De
farmaceutische industrie en de
behandelingswijze met produk-
ten dezer industrie nemen
steeds grotere vormen aan. Het
is nog niet te overzien wat dit
in de verdere toekomst zal bete
kenen.
Maar in geneeskundige zin
zijn patiënt en arts reeds met
dit alles gebaat. Toen in het
begin van deze richting alvo
rens tot een behandelingswijze
werd overgegaan, aarzelend
aan naaste familieleden van pa
tiënten werd gevraagd om
toestemming voor behandeling
met zo'n middel, zagen de be
handelende medici in die geval-
Jen na toediening tijdelijk
gunstige resultaten, hoewel
ten slotte de patiënten toch
weer in hun vereenzaming en
teruggetrokkenheid terugvielen.
Dankbaar
Van tijd tot tijd kwamen ech
ter (toen al) ouders of echtge
noten aan de dokters vertellen
hoe dankbaar ze waren dat ze,
althans gedurende een kortere
of langere tijd, hun kind, of
hun man of vrouw weer had
den „teruggezien".
Deze „ontmoeting" heeft
thans in alle klinieken elke
dag opnieuw plaats. Niet
voor een korte tijd, maar ge
durende lange perioden en
vaak blijvend. De geesteszie
ken verblijven niet meer le
venslang in grote gestichten.
Thans ligt buiten de muren
van de psychiatrische kliniek
een arbeidsveld, waar men met
het oude systeem niet verder
komt. De leer van de abstracte
ziektebeelden is minder belang
rijk geworden; de blik richt
zich vooral op de individuele
levensgeschiedenis van de pa-
Nodig'
De zenuwarts heeft hier de
kennis en hulp van de ge
neesmiddelen de z.g. psychofar
maca nodig, aangezien geen in
richting of ingreep hem kan
voorzien van de hulp die een
behandelingswijze met deze
middelen biedt. De vragen
waarmee hij wordt geconfron
teerd krijgen onder deze behan
deling een geheel ander colo-
riet. De grenzen tussen ziek en
gezond zijn, blijken veel moei
lijker aan te geven.
Maar de gedragingen in het
dagelijks leven van deze uit
kliniek en Inrichting ontsla
gen mensen zijn zo aangrij
pend, dat vele zenuwartsen
de beschutte positie aldaar
prijsgeven en buiten de mu
ren praktizeren. gesteund
door de grote variatie aan
psychofarmaca.
Dit verblijf buiten de in
richting betekent niet alleen
een bevrijding voor de
geestes- en zenuwzieken,
maar ook een verdieping van
inzicht voor de zenuwarts-the
rapeut.