Tullio Yinay werkt in 9ii verloren paradijs Geneesm iddelen GEESTELIJK LEVEN EEN DOMINEE MET WERKHANDEN '1 „IK ZINGE NIET Beelden in Rome voor Hervormers VEUR OE" etscfw aahdacé/mt1; Meer zieken kunnen buiten inrichting ZATERDAG 11 JUNI 19| Sipke van der Land schreef voor ons zjjn indruk ken van het ontwikkelingswerk van ds. Tullio Vinay op Sicilië. Hü verbleef er enige tjjd voor het schrij ven van een jeugdboek dat in september onder de titel ,,Wy zjjn rebellen" zal verschijnen. |y|IDDEN in de Middellandse Zee ligt Sicilië, een paradijs van een eiland, een lustoord voor toeristen. Maar de goudgele stranden en Het wondermooie landschap zijn bedrieglijk, want ditzelfde land is een verschrikking: armoede, misdaad, analfabe tisme, corruptie, honger, banditisme, werkeloosheid, maffia, en ga zo maar door. In dit verloren paradijs werkt een dominee die de handen uit de mouwen heeft gestoken om het uitgebuite en mislukte volk weer hoop te geven. Het is maar een paar uur vliegen van Rome vandaan, een paar uur van de welvarende wereld vandaan. En dan sta je in de palmstad Palermo met legio krotwoningen in achterbuurten. Ja, je hebt ook wel mpoie strada's met flatgebouwen en weelderige historische paleizen en kathedralen, maar verkijk je daar maar niet op. Als je wilt weten wat Sicilië is, moet je het binnenland in. Je huurt een fiatje, zo'n ramme lend blikken doosje op wielen, waar je in de bergen lekker James- Bond-je mee kunt spelen, door haarspeldbochten en langs ravijnen. Het ene dorp dat je tegenkomt is nog armoediger en triester dan het andere. Zelfs in het voorjaar, de beroemde primavera Sicilana, als het landschap vol kleur is en opgevrolijkt door de zon, is alles er grijs en goor. Alleen de hoofdstraat is geplaveid en verder sjouw je door modderige steegjes vol keien en een vieze goot in het midden. De kinderen en kippen dartelen rond tussen mesthopen en vuilnis belten. Boven je hangt van huis tot huis de bonte was te drogen. Schilderachtiger kan het haast niet, maar ook niet smeriger. Er is hier sinds de middeleeuwen niets veranderd. Er is geen sanitair of elektriciteit en de mensen wonen met grote ge zinnen in „huizen" (wij zouden een ander woord gebruiken!) van een paar meter in het vierkant, samen met het pluimvee. Vaak is ook het muildier inwonend. Als je het waagt een camera tevoorschijn te halen, heb je in een ommezien een massa kinderen om je heen. die zich voor de lens verdringen en de gekste kapriolen maken en de idiootste gezichten trekken, zodat je wel op kunt houden. Oude vrouwtjes schuwen het „boze oog" van de vreemdeling en reppen zich naar binnen. Van achter het jiisnet dat in de deuropening hangt, bespieden ze je. dagboeken Tullio Vinay. of ven aan: Dienst over Grenzen. Cor nells Houtmanstraat 17, Utrecht. 's Avonds aan tafel vertellen Vi- nay'r medewerkers om beurten de ervaringen van de dag. Op alle fronten is er blijdschap en te leurstelling, goed nieuws en slecht nieuws. Ze zijn er nog lang niet. Er gaat geen dag voorbij zon der ernstige moeilijkheden en zor gen, ook financiële. Maar met zijn allen hebben ze er de schouders onder gezet en het moet lukken. Ze mogen niet ophouden, want dat zou een aanfluiting voor de zaak van Christus zij». Vinay zegt tegen de Hollandse [|>ezoeker naast hem terwijl hij in uwe werkhand het wijnglas totdat we die nieuw zullen brinken in het Koninkrijk Gods. tn er tintelt een kinderlijke vreug de in zijn ogen. Nooit van je leven had je deze woorden zo ervaren als hier. Hoe evangelisch leven de ze dienende, oprechte, strijdende, volhardende mensen! Andere ogen Als je afscheid neemt, weet je dat je met andere ogen door Sici lië zult reizen. Er is toch hoop voor dit hopeloze land. Er is toch geloof en liefde te vinden. Op de piazza, waar op zondagavond hele mannelijke bevolking op neer wandelt en waar hondei argwanende en wantrouwe ogen je nakijken, komt JÉ I kerel je help«i met de bagage uitvoerig de weg wijzen. Hij bl als metselaar bij Vinay te werl Ineens duikt er ook een man die zich voorstelt als de dol van het dorp en graag een pra maakt met de vreemdeling. komen immers bijna nooit bul landers, in dit afgelegen, ver® stuk Sicilië. Hij zegt: „Tullio nay redt het niet, dit volk zal leren, zo dom zo blijven". ?egt onmiddellijk. wel, u zult het zelf zien, wa1 maar af, wij bouwen een nie, Riësi!" Wie heeft er gelijk? I dokter of de metselaar? 1 pessimist of de christen? V nay zou zeggen: laat 4 maar aan God over, wij he( ben de opdracht te bouvijj aan een nieuw Riësi en gaan door, want als niemaf dit dorp kan veranderen, dj kan Christus het. j Als je met de mensen gaat pra ten, merk je hoe gesloten ze zijn en hoe diep het wantrouwen ge worteld is. Maar ze weten één ding zeker: ze wonen op het mise- rabelste stukje van de wereld, door God en alle mensen vergeten. Iedereen heeft hen in de steek ge laten. Drieduizend jaar lang is de ene overheersing na de andere ge komen. soms met fraaie beloften, maar altijd liep het uit op bittere ellende. Twee dingen hebben ze in overvloed: misère en kinderen. Met geen van beide weten ze raad. Wie zal een eind maken-aan hun straatarm bestaan? Wie zal hun kinderen toekomst geven? Het Maffia Als je hoort hoe alle pogingen lijn mislukt en opzettelijk de grond in zijn geboord, weet je dat er geen schijn van kans op verbetering is. De maffia is een octopus die alles in zijn dode lijke greep heeft. Zij vormen de eigenlijke regering van West-Si- cilië. Hun terreur is duivels ge raffineerd. De lei-ers zijn keuri ge heren in nette pakken en met een glimlach op hun gezicht. Ie dereen kent hen en gehoorzaamt hen. De armoe is hun rijkdom. Je staat met je rug tegen de muur en met een pistool op je borst. Ze deinzen hier nergens voor terug. Een mensenleven meer of minder telt niet. Wat wil je dan? Nee, er is geen hoop voor dit land met zijn vijf mil joen inwoners. De omerta de zwijgplicht vrijwaart de mafi- osi van tegenstand. Hun macht is grenzeloos. Riesi Als je na een urenlange rit ein delijk in Riësi aankomt, in het hart van het land, heb je al zoveel gezien, dat niets je meer verwon dert. Maar toch is dit dorp met zijn 20.000 inwoners het ergste van alles. Erger kan het niet. En hier is vijf jaar geleden de Waldenzer predikant uit Noord-Italië, Tullio Vinay, heengegaan. Hii weigert te geloven dat er hopeloze dingen bestaan. Overal waar Christus is, is hoop. zegt hij. Met die overtui ging is hij naar de armsten van de opeenstapeling van tegenwerkin gen en tegenslagen. De overheid wilde hem wegwerken, de geeste lijkheid kon hem niet uitstaan, de maffia wilde hem uit de weg rui men. de bevolking wantrouwde hem en schold hem uit voor com munist, kortom alle verzet barstte los. In zijn aangrijpend dagboek kan men er over lezen. Waarom In 1961 schreef hij: „Waarom ben ik hier in vredesnaam aan begonnen? Ik ben moe, dood moe, diep in mijn ziel. Maar had ik ooit iets anders mogen doen dan dit werk?" Toen hij op Kerstavond voedselpakketten had gebracht bij de ergste gezinnen: „Ik had maar één wens; naar huis te ren nen, op mijn bed gaan liggen en huilen, huilen, huilen als een kind. Huilen van ellende over wat ik gezien had, maar vooral huilen van vreugde omdat ik het aangezicht van Christus gezien had, want in zoverre gij dit aan één van Mijn minste broeders hebt gedaan, hebt ge het Mij gedaan". En na een kerkdienst in zijn kleine Waldenzer gemeente: „Wat is het moeilijk voor me hier te preken! Ik voel me na bijna dertig jaar preken een the ologisch student". Maar hoe ver der men komt in deze dagboe ken, hoe duidelijker het wordt dat Vinay het vertrouwen van de mensen gaat winnen. Het is ontroerend om te lezen hoe een bekeerde bandiet tegen een vij and zei: „Wees maar blij dat ik nu christen ben, want anders joeg ik een kogel door je kop!" Toch laait telkens de tegenstand nog op. In 1964 schreef hij in (Van onze kerkredactie) Progressieve rooms-katho- lieken spreken wel eens over de oprichting van een beeld voor Maarten Luther in Ro me. Het blad „Protestants Nederland" onthult echter, dat er al lang in Rome een beeld van Luther bestaat, evenals van Calvijn. Zij zijn te vinden op het graf van de stichter van de orde der Je zuïeten, Ignatius van Loyola. Protestants Nederland schrijft er over: In de pompeus met allerlei kleuren marmer, edelgesteente, goud en fresco's versierde ba- rok-kerk Ge sit, waarvan de bouw in 1568 werd begonnen, rust het stoffelijk overschot van De kleuterschool de stichter der Jezuieten-orde in een urn van kristal en verguld brons, geplaatst onder een al taar. Dit altaar geldt als het rijkste monument van geheel Ro me. In elk geval is er voor een onschatbare waarde aan materia len in verwerkt. De altaartafel is rijkelijk voorzien van hoge gouden kandelaars. Daarboven is een nis, waarin een kolossaal beeld van Ignatius staat, bekleed met een zilveren kazuifel, met edelstenen bezet. Smelten Vroeger was het beeld zelf ook van massief zilver, maar paus Plus VI heeft Ignatius laten smelten om een oorlogsschadevergoeding aan Napoleon te kunnen betalen. Er staat nu een verzilverd beeld. Ter weerszijde van de nis staan twee zeer oge verguld bronzen zuilen, waarvan de cannelures geheel inge legd zijn met lapis lazuli. De zui len dragen een bovenstuk, waarop een aardbol van lapis lazuli, het grootste stuk van dit heerlijke, diepblauwe edelgesteente, dat be kend is. Om die aardbol zijn mar meren figuren gegroepeerd, die de Heilige Drieëenheid uitbeelden. Ook ter weerszijde van de altaar tafel zijn beeldengroepen aange bracht, geheel van wit marmer. Links: het geloof, dat de barbaarse volkeren overwint: een vrouwenfi guur richt zich tot mannen, met barbaarse hoofdtooi. Waanzinnig Rechts: de godsdienst, die de ketterij vertrapt: twee mannen, een dikke en een magere, aan het worstelen met slangen. De dikke ligt ter aarde met omhoog spartelende benen. De magere, met een waanzinnige gelaatsuit drukking, richt zich half op. Een vrouw, met in de ene hand een kruis en in de andere een instru ment, dat een fakkel voorstelt, zet haar blote voet op één van de spartelende benen uit die kri oelende groep, waarop zij drei gend neerziet. Onder de dikke man ligt een stapel marmeren folianten met op de rug de vermelding van de schrijver: Martinus Luther. Onder de magere man ligt een dito stapel boeken, die op naam staan van Cal vijn. Tot de groep behoort cok een Het altaar is voort6 opgesien met vele dartelende engeltjes. Evenzo de bronzen balustrade, die het monument omsluit. Wie in één oogopslag een beeld wil krijgen van de geest der con trareformatie, kan in de Gesü te recht. In de regel is het in deze kerk evenwel zo donker, dat het meebrengen van een flinke zaklan- taarn gewenst ia. een slapeloze nacht: „God weet dat we alles deden in het belang van de mensen die ons nu bestrijden; misschien is het no dig, deze weg van het kruis, maar we zijn moe en het is zwaar, heel zwaar". Geheim Natuurlijk staat ds. Vinay er niet alleen voor. Zijn staf bestaat uit een stuk of twintig jongeren uit Italië, Frankrijk. Duitsland. Zweden, Zwitserland en Neder land. die allemaal specialisten zijn in een bepaald onderdeel van het ontwikkelingswerk. Even buiten het dorp zijn ze met man en macht een nieuw Riësi aan het bouwen rondom de Firiato. de Olijfberg, zoals het centrum heet. Er staat nu een technische school (40 'eerllngen), een kleuterschool' (100 kinderen), een grote kippen fokkerij (de beste van het hele eiland) en verschillende andere ge bouwen zijn in aanbouw. Bij de ingang van het terrein staat een groot kruis. In dit teken zullen ze overwinnen, deze moedige en oot moedige christenen. Het zijn stuk voor stuk helden, die alles hebben prijsgegeven om een paar jaar in dit project te werken. Je moet ij- zersterk zijn om zoveel vij andschap en teleurstelling te kun nen verwerken. Zonder hun hech te geloofsgemeenschap van veel ge bed en meditatie zouden zc het niet kunnen. Dat is het geheim van hun kracht. Als men hun dage lijkse bijeenkomsten meemaakt, is dat iedere keer een rijke beleve nis, waar je een brok van in de keel krijgt en dankbaarheid in het hart. Vinay zit het liefst buiten onder een Ijgeboom als hij gesprekken moet voeren. Hij heeft vriende lijke ogen, vastberaden trekken om zijn mond. diepe groeven in zijn voorhoofd, een streuvelige haardos en een warme stem. Er gaat diepe rust van hem uit als hij bewogen en toch zakelijk vertelt. ..Ik ben ervan overtuigd dat het Evangelie het leven en de maatschappij hier kan veranderen. Maar het valt niet mee een toe komst op te bouwen voor mensen die allang aanvaard hebben dat er geen toekomst voor hen is. Toch geloof ik dat een handjevol christenen een dorp kan redden, zoals een handjevol mafiosi een dorp kan verpesten. De wet van de Sicilianen is: jouw dood is mijn leven. Maar wij komen met de wet van Christus: Mijn dood is jouw leven. Wie hier voor het eerst komt, zou het liefst de hele troep de rug toekeren en nooit meer terugkomen, maar christenen reageren anders, omdat Christus anders reageerde. Hij was altijd te vinden bij armen, mislukkelingen, schooiers en bedelaars. Hij ging voor geen enkele moeilijkheid uit de weg. Hij gaf de hopelozen hoop, al kostte het Hem zijn leven. Met minder dan deze zelfopoffe ring kun je hier niets beginnen." Altijd Pasen „Wij vertalen het Evangelie in sociale, politieke en economische omstandigheden. De waarheid bestaat niet in afzonderlijke sec toren. Waarheid is waarheid. Er is geen aparte politieke of socia le waarheid, alleen de Waarheid. Christus is de waarheid. Zonder Hem kun je op al die terreinen nooit werkelijk iets bereiken. Hij leert je liefhebben. Hij leert je dienen. Iedereen die je ont moet, moet dat weten. Dan bouw je een dorp van dag tot dag. Dank zij de dood en opstan ding van Christus. Wanneer Hij niet is opgestaan, kan ik niet zeggen dat de wereld van liefde bestaat. De wereld zelf is dood. Ds. Tullio Vinay Alles gaat voorbij. Maar Hij is opgestaan. Hij leeft." Niet alleen in dit gesprek maar' ook in zijn dagboeken spreekt Vinay telkens over de betekenis van Pasen. Het is wer kelijkheid voor hem, elke dag. Bij hopeloze situaties tekent hij telkens aan: maar de Heer is op gestaan. Hij spreekt bezield en met grote nadruk, terwijl hij op de grond in het grind met een stokje een grpte cirkel tekent en er een forse streep doorheen ,haalt: „De cirkel is doorbroken.' Er is verlossing en hoop. We kunnen uit de noodlottige cirkel breken, dankzij Hem!" Steun Als men dit allemaal hoort en gezien heeft dat het geen mooie theorie is, maar werkelijk helpt, denk je: er zijn wel kerken en christenen in verscheidene landen die ds. Vinay helpen, maar ik zou willen dat het allemaal veel groot: cheepser ging gebeuren, want Riësi is nog maar één dorp. terwijl heel West-Sicilië snakt naar zulke tekenen van geloof, hoop en liefde. De Nederlandse Stichting Oecumenische Hulp te Utrecht heeft dat ingezien en dit werk opgenomen in de projecten- lijst van de afdeling hulpverlening van de Wereldraad van Kerken Iedere Nederlandei die zijn han den weet te vouwen en zijn giro- boek weet te vinden, kan meebou wen aan een Nieuw Riësi (Giro 5261). Wie alvast wil intekenen op (Van onze kerkredactie) „Ik zinge niet veur oe moar veur mien Skepper!" laat Harry Scheltens een oude juffrouw in de Burgwalkerk in Kampen in het boekje De kogel door de kerk zeggen. Ze zong nogal hard en vals en daarom verzocht ie mand haar zich te matigen. Henk de Jong, die er altijd plezier in beleeft, in de historie van de kerk en haar gebruiken een duik te doen heeft verschil lende interessante gegevens over de kerkzang bijeengegaard, waarvan de zingende juffrouw Hij schrijft over de dominee, die zei: „Nee gemeente, u leest niet goed. Er staat in deze psalm: God zij altoos 't hoogst geprezen. Maar als ik u hoor zingen, lijkt het wel of er staat: God zij altoos om 't hardst gepre- De afgescheiden ds. H. J. Bud ding uit Goes kon er beslist niet tegen als de kerkgangers slecht zongen. „Overdoen! zeg ik", be val hij. Als jullie niet zingen kunnen, kan ik niet preken." Soms liet hij een vers driemaal herhalen eer het geluid hem aanstond. Toen de grote opwekkingspre diker C. H. Spurgeon in de vori ge eeuw ons land bezocht trof hem de aandacht, maar het zin gen kon hij niet waarderen. Ge wend aan het beheerste geluid uit zesduizend kelen in zijn Ta bernakel in Londen, schrok i van het bulderend geraas hier. lande. ,£odra ze aan de psaln begonnen had ik het gevoel alle stieren van Basan op afstoven", verklaarde hij. I Een doopsgezinde domin die het land had aan de sch( stemmen van enige zusters I te." zwijg in de geme Ook in de doopsgezinde Sinj kerk in Amsterdam waren paar broeders en zusters, flink konden uithalen. Bij de gebruikneming van het orgel het begin van de negent' eeuw vroeg de predikant: ten toch menschen, die een st ke stem hebben, zich zeiven toos zoo veel bedwingen, dat het orgel niet overschre i wen." Om niet de indruk te krijt dat de doopsgezinden niet zc den kunnen zingen zij vermt dat de doopsgezinde gemeente de Wolweverstraat te Zwolle l kend stond om haar zuiver kei gezang. En de doopsgezinde ds. Loosies te Amsterdam verklai de in 1897: „Heerlijk zont voof een halve eeuw de boei en boerinnen in mijne eer zeer geliefde gemeente Witvi en R ottevalle (Fr.). De go des lieds scheen bijna allen schonken." OVER de betekenis van geneesmiddelen die werk zaam zijn op 's mensen geest en die met name bij de behandeling van psychisch gestoorden zo'n gunstige uitwerking blijken te bezitten, heeft prof. dr. L. van der Horst, emeritus-hoogleraar te Amsterdam in de jongste aflevering van het blad van de Farmaceutische Industrie, dat ook deze naam draagt, geschreven. Enkele hoofdlijnen uit dit betoog lichtten wij daaruit, omdat ze ons voor een brede kring interessant lijken. Prof. Van der Horst was hoogleraar in de zenuw- en zielsziekten aan de VU en directeur van de bekende Valeriuskliniek in de hoofdstad. Ook al is de manier waarop de maatschappij geestelijk gestoorden tege moet treedt aarzelend en op een afstand, men wéét van nieuwe mogelijkheden om deze patiënten te hel pen en buiten de inrichtin gen te houden. Adler heeft zo voortreffe lijk beschreven wie en wat de geesteszieke eigenlijk is. „Hij is niet gelijk aan de anderen, hij wordt niet aan vaard, er is geen appèl op hem. Maar ook kan hij niet antwoorden op de roep van de gezonde, aangezien die niet tot hem doordringt, aan gezien er niet op hem gere kend wordt, aangezien zijn prestaties toegift zijn. Eigen lijk aanvaardt de gezonde vol wassene de geestelijk gestoor de niet geheel. Hij wil hem apart houden, hij wil inrich tingen bouwen, hij wil wel geld storten maar hem toch vaak niet in onze ge meenschap laten delen". De psychiatrie heeft nu de hulp van de farmacotherapie gekregen, de behandelingswij ze met medicijnen. In snel tempo kunnen verschillende uitingsvormen van zielsziek ten veranderen- Wat ondoor grondelijk scheen en waar het mens-zijn versluierd was in niet invoelbare gedragin gen, daar kan deze behande lingswijze de geestelijk gestoorde in de rij der andere zieken plaatsen. Vragen De behandelende gespecia liseerde medicus komt hier voor praktische vragen te staan. Als klinicus stelt hij zijn diagnose. Daar werkt hij met de vertrouwde, hem eigen be grippen. Daar is hij in zijn kracht. Hij werkt met in de loop van tientallen jaren ver kregen ervaring. Maar door de behande lingswijze met de nieuwste ge neesmiddelen, zoals LSD, ont moet hij situaties die buiten de gangbare psychiatrie liggen. Moet hij zich verder mee laten nemen op dit veld vol mogelijk heden en verwachtingen? Of zal hij liever terugkeren naar zijn psycho-analytische burcht? In de praktische toepassing van zijn kennis, in de praktijk van het dagelijks leven, zal hij uit zijn burcht moeten afdalen. Met behulp van geneesmidde len die hun heilzame invloed kunnen uitoefenen op de psy che van de patiënt en de bege leidende therapie blijkt dan dat de patiënt uit zijn isolement kan worden verlost. De tegenwoordige behande lingswijzen hebben een revolu tionaire wending genomen. De farmaceutische industrie en de behandelingswijze met produk- ten dezer industrie nemen steeds grotere vormen aan. Het is nog niet te overzien wat dit in de verdere toekomst zal bete kenen. Maar in geneeskundige zin zijn patiënt en arts reeds met dit alles gebaat. Toen in het begin van deze richting alvo rens tot een behandelingswijze werd overgegaan, aarzelend aan naaste familieleden van pa tiënten werd gevraagd om toestemming voor behandeling met zo'n middel, zagen de be handelende medici in die geval- Jen na toediening tijdelijk gunstige resultaten, hoewel ten slotte de patiënten toch weer in hun vereenzaming en teruggetrokkenheid terugvielen. Dankbaar Van tijd tot tijd kwamen ech ter (toen al) ouders of echtge noten aan de dokters vertellen hoe dankbaar ze waren dat ze, althans gedurende een kortere of langere tijd, hun kind, of hun man of vrouw weer had den „teruggezien". Deze „ontmoeting" heeft thans in alle klinieken elke dag opnieuw plaats. Niet voor een korte tijd, maar ge durende lange perioden en vaak blijvend. De geesteszie ken verblijven niet meer le venslang in grote gestichten. Thans ligt buiten de muren van de psychiatrische kliniek een arbeidsveld, waar men met het oude systeem niet verder komt. De leer van de abstracte ziektebeelden is minder belang rijk geworden; de blik richt zich vooral op de individuele levensgeschiedenis van de pa- Nodig' De zenuwarts heeft hier de kennis en hulp van de ge neesmiddelen de z.g. psychofar maca nodig, aangezien geen in richting of ingreep hem kan voorzien van de hulp die een behandelingswijze met deze middelen biedt. De vragen waarmee hij wordt geconfron teerd krijgen onder deze behan deling een geheel ander colo- riet. De grenzen tussen ziek en gezond zijn, blijken veel moei lijker aan te geven. Maar de gedragingen in het dagelijks leven van deze uit kliniek en Inrichting ontsla gen mensen zijn zo aangrij pend, dat vele zenuwartsen de beschutte positie aldaar prijsgeven en buiten de mu ren praktizeren. gesteund door de grote variatie aan psychofarmaca. Dit verblijf buiten de in richting betekent niet alleen een bevrijding voor de geestes- en zenuwzieken, maar ook een verdieping van inzicht voor de zenuwarts-the rapeut.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 16