JAN MORITOEN Aanwas van jongeren onvoldoende Bekroonde Franse boeken PROBLEMEN IN CULTUREEL VENSTER op het tweede eeuwfeest van de Leidse Maatschappij ZATERDAG 21 MEI 1966 Er is wat aan de hand in de koorwereld. Aan de ene kant wordt ronduit ver klaard, dat de koren, zoals ze nu reilen en zeilen, geen toekomst meer heb ben (volgens een artikel in het Nederlands Cultureel Contact)Ze hebben geen functie meer, uitgezonderd de oratoriumverenigingen, en ze kunnen maar beter veranderen in gezelligheidsverenigingen, waarin naar grammo foonplaten geluisterd kan worden en wat eenstemmig gezongen kan worden. Ze voeren immers toch maar een moeizaam leven en het publiek interesseert het niet in het minst of ze wél of niet bestaan. Dat is wel krasse taal en de resultaten kan gevenhebben een steviee overdriivine zit muziekpedagogen als Ad Heer een stevige overarijymg zu ken aan wij uggl ontlenen er ook in. Een feit is even- wei bewezen. wel, dat de grote koorbon- den zich op het ogenblik .choolmuziektoaar speelt ernstig bezinnen op de situa- dus een Ieer belangrijke rol in tie, waarin de koren zich be- de2e muzikale ontwikkeling en vinden, de moeilijkheden als hi' 2i'n taak 80ed uitvoert, scherp onderkennen en naar dap J* verbetering streven. zijn school ook op zijn les graag aan muziek doen, in het school- Laten wij daarom de situatie koor meezingen, in het sohoolor- eens bekijken. Voorop moet kest meespelen. Zo brengt hij de De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde viert vandaag haar 200-jarig bestaan. Ter gelegenheid van dit tweede eeuwgetijde is bij de uitgeverij E. J. Brill te Lei den, in de Grote Reeks van de Leidse Drukken en Her drukken, het eerste deel verschenen van een tweedelig werk over het Gruuthuse-handschrift. De titel van dit 592 bladzijden tellend boek luidt „Liederen en Gedichten uit het Gruuthuse-handschrift, uitgegeven door K. Heeroma met medewerking van C. W. H. Lindenburg"; de prijs van dit deel zal precies of ongeveer 50,bedragen. De ze publicatie geschiedt met steun van de Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (Z.W.O.). „Tekstuitgaven van middelne- weglatingen en vrijwel onleesbaar derlandse poëzie volgens ie we- 8^» ifJrfXuuml^cKSS tenschappelijke etsen van de ei- Carton (iso2—1863) van 1849 heeft, gen tijd en dus gericht op die aldus dr> Heeroma, meer kritiek eigen tijd (aldus prof. Heero- uitgelokt dan dat ze algemeen is ma, voorzitter van de Leidse bestudeerd. De muziekhistorici, Maatschappij) zijn een voor- door geen vooroordeel gehinderd. werp van aanhoudende zorg der zijn met hun onderzoekingen ver- Maatschappij geweest Zo IW het dan ook wel zeer gepast dat dje jn de ongeiofelijk korte tijd de leden der Maatschappij in van ongeveer een half jaar 1966, ter gelegenheid van het geschreven heeft. Voor hem had- 200-jarig bestaan, als feestgave den zich, min of meer intensief, een boek ontvangen dat hun het reeds verscheidene taalgeleerden werk van een van de belangrijk- "iet de materie beziggehouden, sfe middelnederlandse dichters ak rn,1w aanbiedt..." Samenwerking Het- bestaan van talloze bandjes en muziekgroepjes bewijst dat de jeugd wel degelijk belangstelling voor muziek heeft; het probleem is alleen hoe deze jonge mensen voor da koren te winnen als ze uitgekeken zijn op al te eigentijdse muziekvormen. mejuffrouw N. Geerts en L. Scharpé. Willem de Vreese kreeg het beroemde handschrift an derhalf jaar voor zijn dood ter bestudering in handen; op 18 maart 1936 zei hij: „...ik acht mij gelukkig dat ik niet sterven zal, Het boek is tot stand gekomen zonder ook dèt boek onderzocht en door de samenwerking van de file- 'heeft'hSn'dit loog dr. K. Heeroma en de musico- nje^ meer toegelaten Ook De Vree- loog dr. C. W. H. Lindenburg, die ses jongste zoon, A. L. de Vreese, het zesde hoofdstuk, handelende is door minder goede gezondheid verhinderd geweest te voldoen aan over Prosodie en Melodie, heeft de wenSj door zjjn vader op diens verzorgd. De inleiding van Heero- sterfbed geuit, ma omvat vijf hoofdstukken: De tekst en zijn lezers, Het Hartstocht handschrift, De dichters, Het lied boek en Klacht om Egidius. De Men zlet hoc ook de filologie tekst van de liederen en de filolo- haar eigen hartstocht kent! De ei- gische commentaar daarbij is van genaar PROF. DR. K. HEEROMA de Vreese te Voorschoten en reisde nog diezelfde dag terug naar Groningen met het van De Vreese overgenomen materiaal in zijn tas. „Ik ging zo maar eens wat zitten lezen in die tekst van Cartonniet in de liederen want die meende iik al wel te kennen maar in de allego rische gedichten, die ik nooit eerder had gelezen. En toen op eens het was meen ik in de nacht van 7 op 8 juli toen had ik het. En de volgende dag zei ik tegen mijn vrouw en kin deren: 'Nu weet ik alles van Egidius', of woorden van gelijke strekking." waardering voor Heepoma als mens, als christen, als dichter en psalmberijmer, als taalfilosoof, ge tuige o.a. de Schets van een taal theologie, in de vorm van ethercol leges gegeven voor de NCRV in d® zomer van 1964 en bij deze omroep vereniging voor een voor ieder t® betalen, zacht prijsje in druk ver krijgbaar. Gelukkig dat Heeroma nogal eens in de publiciteit komt, want eigenlijk neemt hij in de algemene waardering niet d® plaats in die hem reohtens toe- Aan hem ligt het niet, wanneer het tweede eeuwfeest van do Leidse Maatschappij niet de ge beurtenis zou worden, die het, me® door dit indrukwekkende stuk werk, voor alle Nederlandse letter- lievenden behoort te zijn. Ook het werk van dr. Lindenburg verdient aller waardering. DR. C. RIJNSDORP - Eigen kijk onze muziek. En wat deze jeugd gesteld worden, dat de amateu- natuurlijke creativiteit van de taak zijn gaan wijzen, terwijl-zij inziet, maar ook omdat zij elke Heeroma, de transcriptie der melo- gekeven voor ^e^maken^v^een ristische muziekbeoefening jpnffd la_-_aamna_ a_jprp va tevens de karige bezoldiging ver- creatieve vrijetijdsbesteding dieën en de musicologische com- fotocopie voor de Koninklijke Bi- (waartoe dus ook de koorzang jeugn langzaamaan in anaere Da- beterd hebben tracht bevorderen Het p,0. mmtaar daarbij weer van Linden- bliotheek te Brussel en thans be- behoort) m haar geheel van nen, zo maakt hij de jeugd kri- a~ rust er ook een °P de Umversiteits- onschatbare waarde voor onze le- tisch en zo komt de jeugd tot Financiën g" bibliotheek te Nijmagen. Een nieu- 1 J rinancien mers wordt steeds ernstiger in Omstreeks 1461 was het hand- we uitgave van het manuscript J onze samenleving. schrift in kwestie eigendom van was onvermijdelijk geworden. Een ander knelpunt betreft de Loys Gruuthuse, en door over- maar een in 1950 aan de Nij- veelal slechte financiën van elk Zo komen dus de moeilijkhe- erving is het nog steeds in particu- meegse hoogleraar L. C. Michels koor. Een uitvoering is immers den in de koorwereld neer op lier bezit. De tegenwoordige bezit- gegeven ministeriële opdracht hier- slechts te bekostigen, als de over- drjs punten het aantrekken ter is baron Ernest van Caloen, toe moest worden teruggegeven. van" de^fntus' dê^oMstell"ën 7" ''"f' ie.°"leidin? v.an bij'Brugge" B "fiuSeSb^rfn- Dr. Heeroma vertelt don hoe hij van de zaal plus de solisten en de dirigent en de voorziening d zich Qa hgt Kerelslied" het ertoe gekomen is. Ook hij had van orkest zulke hoge kosten met van de kas. Punten, waaraan al- herdenkingsl'ied ".Egidius, waer het beruchte boek niet anders dan zich meebrengen. De overheid aandacht besteed wordt. Het bestu bleven", en „Aloeette, voghel oppervlakkig kennis genomen, in nu heeft deze steun aan de ko- staat er dus niet zo slecht voor clein", waarvan men de tekst in afwachting van een degelijke her ren op zich genomen, niet alleen ais beweerd wordt. alle bloemlezingen van middelne- uitgave van het handschrift. Op omdat zij het belang van elke derlandse dichtkunst vinden kan. 28 juni 1965 bezocht Heeroma^ zijn amateuristische kunstbeoefening Drs. H. E. KOKEE-v.d. BERGE Het handschrift vertoont fouten, oud-studiegenoot vende muziekcultuur is. Wan neer de „professionele kunst" niet rusten kan op een zo breed bijzonder graag speelt of be- mogelijke basis van amateu- luistert, dat is barokmuziek of ristische kunstbeoefening, zowel moderne muziek, Bach of Stra- actief als passief (d.w.z. het be- winsky, bijvoorbeeld! luisteren van concerten, toneel voorstellingen, bezoeken van ex- posities e.d.), dan komt zij in de Unaerwijs Zucht te hangen, dan verdroogt ze. Door een intense wisselwer- Daarom is het dringend nodig king krijgt de „beroepskunst" dat er goede muziekleraren aan haar levenssappen. de school verbonden zijn. Maar jammer genoeg heeft het muziek- Ettv als wij nu om ons heen onderwijs een ernstig tekort, kijkëri, dan zien wij overal ama- aan leerkrachten en w'drdt op vé- teur-toneelgezelschappen, -schil- le scholen helemaal geen muziek ïders, -muziekverenigingen. Dan gegeven of hangt de muzigk er is de zelfwerkzaamheid in de maar losjes bij. kunst warempel niet dood. Inte gendeel. Misschien heeft nog Waarom deze nadruk op de tt_„ pnup-t Pinopf sohrii- nooit te voren de jeugd zo jeugd? Omdat de koren alge- Van Kot,ert ^in0e„ scnrij (enorm veel aan muziek gedaan, meen klagen over onvoldoende ver uit de groep van de 'ook al zal deze soort muziekje aanwas. De jeugd wil niet ko- nouveau roman, verscheen een nieuw boek, getiteld re steden zal dit aantal heus niet koppen" in elk koor. En toch Quel^u un- -^et is geschre lager zijn. Laten wij vooral toch zingt en speelt de jeugd. Er is ven in dezelfde trant als niet neerkijken op deze beat-mu- dus een gaping tussen school- T MQ63T inder- ziek. Als men het lawaai ter zij- koor en het grote koor. Menig L inquisitoire tiaooj muei de schuift, dan blijft in de koorbestuur tracht deze gaping tijd op deze pagina bespro- meeste gevallen over een „close te overbruggen niet door af te „,,j0 v«„ic ■-singing op een muur- wachten of de jeugd komen wil, ken. Daar een oude huis- iek. maar door zelf naar de jeugd toe te gaan. Jeugdkoren, die de over- Simpel SanS naar het grote koor verge makkelijken, worden zorgzaam gerechtelijke ondervraging teSritone1ledearma°^ekiS be huïVpriUie-avo^r'tewlim betreffende een moordzaak, weegt zich nooit in grote inter- fn Yan sch°lan uitnodigen om zjch laat gaan in eindeloze eestrektheid^De fefetuToman" AcHvSteUen, uitweidingen, waaruit ten tisch, soms iarmoyant senümen- helemaal op de jeugd gericht slotte het beeld oprijst van ieel, maar ook vaak geestig-pro- 2"p fe\tbbenn succes een geheel milieu; hiér, de testerend. De jeugd van 12 tot Ken te neDDen- vriend A. L. 15 jaar vreet deze beat met huid De jeugd wil dus best leider, met zijn vriend, van e" haar: het js hun muziek, hun doen maar zij heeft een scherp een familiepension, die een h"t eigen wereld, in tegenstelling gevoel voor wat goed en wat die laten varen en Verdienen hun brood met het uitvoeren van en- met de wereld van de verstandi- niet'goed'ïs. En ^dan^komën wij PaPÏer me^ aantekeningen quêtes, met markt- en opinie-on- ge, nuchtere ouderen. Wij willen 0D bet probleem van de dirigent, betreffende zijn botanische derzoek dus, maar voornamelijk deze beat-muziek echt niet ver- Elk koor valt of staat met de vprlnr'pn pti nu het eerste. Voor dat werk is nodig, dedigen maar wij willen haar dirigent, die naast muzikale be- studie heeft verloren en nu, volgens perec wat sociologiet wat ook niet met de banvloek trach- kwaamheden eveneens pedago- al pratende voor zichzelf uit, psvchologie en een grote portie ten te verdelgen. De puber leeft gische capaciteiten dient te bezit- f pn tllin in a11p S g G en een g P er zich in uit en - menig ouder fen. En er zijn nog te veel diri- het huis en de tum m alie flair' 1 zal ons hierin gelijk geven genten, die in een waas van zielf- hoeken en gaten doorzoekt. nu gebeurt dit: deze mensen met het voorbij gaan van de pu- genoegzaamheid leven, die to- groeien vast in de dingen: voe- ïok ineen, voorhïr v""' Seen ze!?kn.tlak k"nne,n 0.PT Maar in de lange monoloog ding. kiedine, huis en huisinrich- ook ineens voorbij. brengen en die zieh zelf ook met vergeet hij zijn eipenlijk doel en K dat aUcs vult hlm dagen. Ze I .1 kunnen vernieuwen. Het gevolg npp-ft allerlei bijzonderheden om- u. Leiden is, dat inderdaad de koren van X'sifèn de maamjdSi. d™men 2,ck ,een mdd"n' smaok" deze dirigenten aan een langza- de klehle verwikkelingen tussen vo1 mgencht. geriefelijk huis. Maar de beat-muziek is er nu me afsterving te gronde gaan. a( die ,nense„ op leeftijd. Dat maar voorlopig bivakkeren ze in eenmaal en de pedagoog moet De Federatie van Nederlandse ajjes rte brokkelige zinneneen paar bekrompen kamertjes on- haar aanvaarden, er mee Zangersbonden heeft daarom di- zoais iemands gedachten van de der de dakpannen. Ze speuren werken, wil hij toegang krijgen rigentencursussen ingesteld, bak op de tak kunnen springen naar antiek, jagen achter koopjes tot deze vorm van muziekbeoefe- die... slecht worden bezocht. als immers geerl toehoorder hem aan en bezoeken ijverig we zijn ning. Zijn taak is immers de Hier ligt dus een groot terrein dwingt tot logisch verband en in Pariis le marohé aux pu- jeugd uit deze muziek te leiden braak en het is een gelukkige gen ze^ere stilering. - naar andere muziek, onze mu- omstandigheid, dat alle koorbon- ces ziek, zo men wil, en dat dit goe- den de dirigenten ernstig op hun pin,get leidt de lezer in geen \/|U(-htig boeiend milieu; vale eentonigheid 6 ligt er over gespreid. Allen verve- Oofc hun beroepsmilieu be ien zich, het meest misschien nog trekt Perec in zijn beschrijving de verteller. Geen belangwekkend leefwijze, smaak, politieke e heeft zijn moeder en zijn groot moeder, die hem heeft opgevoed, beiden verloren. Hij weet wie zijn vader is, maar kent het milieu to taal niet. Wat brengt hem ertoe te trachten de gesloten deur te ope nen? Geen genegenheid voor deze mensen van hogere stand en ande re levensopvatting, evenmin een diepgaande wrok en lust tot wraak, al schrijft hij spottend en smalend over zijn vader, van wie hij de Bourbonse neus en de git zwarte haren heeft geërfd. Mis schien is een onuitgesproken be hoefte aan geborgenheid, aan een „home" in het spel. Het duide lijkste motief voor zijn naspeurin gen is simpele nieuwsgierigheid. Als een geheimzinnig briefschrij ver hem bijzonderheden meldt om trent zijn halfzuster, besluit hij van die gegevens uit de aanval te openen. Hij neemt een andere naam aan, raadpleegt een helder ziende, weet het vertrouwen van Beatrix te verwerven, woont onge zien de begrafenis bij van haar grootmoeder, die ook de zijne is, wordt door haar in contact ge bracht met haar moeder, wier ge negenheid hij wint en brengt, ter wijl vader en grootvader te Parijs blijven, met beide vrouwen een week-end door in het Norman- dische landhuis. De lezer verwacht dat Urbain ook wel de beide man nen voor zioh zal winnen en het bloed zal spreken, als plotseling Pilhes het genoeg vindt en zijn verhaal onafgerond besluit. Wending Wat opvalt, is dat de schrijver een boertige wending geeft aan hetgeen een mengeling van onlust gevoelens en verlangen had kun nen zijn. Talrijke grapjes zonder functie in het verhaal trekken het peil naar omlaag. We krijgen verslag van ontmoetin. i met personen die even opduiken en dan voorgoed verdwijnen. Bekom mernissen omtrent de geloofwaar digheid van de vele over elkander duikelende gebeurtenissen zijn de schrijver vreemd. Meermalen ver- die niet verder reiken dan de valt hii Plageden die verwonde- Deze eigen kijk op het Gruut- huse-probleem had nog niet tot een eigen uitgave behoeven te lei den, indien Heeroma niet vlak daarop tot voorzitter van de Maatschappij der Nederlandse Let terkunde gekozen was, met het van dat feest moest iets gebeuren dat daaraan ook een zekere we tenschappelijke luister kon bijzet ten. En ten slotte is het onmoge lijke toch inderdaad mogelijk ge bleken. Het resultaat '"gt, in de vorm van het eerste deel. op dit ogenblik in drukproef voor mij. „Ik weet op 't ogenblik beter dan wie ook, hoeveel er nog aan dit liedboek te onderzoeken valt en hoezeer deze uitgave, wel ver re van het laatste woord te spre ken, niet meer dan een begin kan zijn. Ik heb geprobeerd een goed en getrouw filoloog te zijn 'die zijn tekst zo betrouwbaar mogelijk tot de lezers brengt" schrijft Heeroma. Het is ondenk baar, zo vervolgt hij, dat zijn uitga ve zonder fouten zou zijn. Maar: „Ik hoop met deze uitgave te mogen bereiken, dat een belang rijk dichter.die wel eens de grootste Nederlandse dichter van de 14e eeuw zou kunnen zijn... voorgoed aan de Neder landse literatuurgeschiedenis wordt toegevoegd." Toneelspeler ROBERT PINGET gesprek, geen politiek of sociaal ciale denkbeeldenzij worden ge- stoffelijkheid, al verwezenlijkt. Nu ren m een boek opgedragen probleem, geen blik in de diepere noteerd, zij het vluchtig. 2ai het goede leven beginnen' een grootmoeder. Een ander ele- lagen des levens. Op het laatst her- Vnm, niot ■7,-1,;— ment zii« de fantasieën die Urbain opbouwt in slapeloze uren en waar- ^rfeiipr hü dom- Karakteranalyse komt er niet Ziehier een boek zonder enige haalt de verteller zichzelf, hij dorn^ Qfkomst gn verleden spiritualiteit, oprijdend uit de 1 melt haast in op het eind 1 zondagnamiddag. Als teke- van het jonge paar blijven têrie. Het is niél zonder talent uit wel een zekere onbewuste het duister; hun onderlinge ver- geschreven; alleen, het vleugje iro- wro"k spreekt, die zich uit in spot- ning van verschrompeld, leegde- houding levert geen stof tot enig ^elt hld g£urt wel "wrt feJS ^t. ven, als epos der „kleine zielen is commentaar mogen zijn. Ook hier de vraag: het boek geslaagd, maar of het de staat dit eerste werk van de jeug- Resumerend kan men stellen dat eraan toegekende Prix Femina t Als^een zekere^vermoeidheid in- dige schrijver^op het peil van een Pilhes, zelf een „batard", een boek Hel „voltvassen koor" dot zo gebaat sou zijn mei jongere krachten. -a ,-o wipt ,-PPht hP- treedt bij het tweetal kamera- priX Renaudot? waard is, dat mag met recht be den klimmen op en zij blijven ach- twijfeld worden. ter dingen ze naar een post bij het onderwijs in Tunesië en wor- Contact den geplaatst in de havenstad Materie Sfax. Het verblijf in deze half-Ara bische, half-Franse stad brengt de De Prix Mêdicis 1965 werd toe- Het boekje Les Choses van Geor- lezer knappe bladzijden beschrij- gekend aan La Rhubarbe de p-rPp wf,rdt door de schrijver vingskunst. maar geen enkel con- eerste roman van René-Victor 2 I wïL aefSw *,aot Y1?4 de autocjltonen' "°ch PUhes, een dertigjarige Parijze- genoemd „une mstoire des annecs de niet-wemige daar verblijvende werkzaam in een -nnhlici- 60". De benaming roman of zelf» landgenoten wordt vermeld. Ook teit£edriu Het grondgegeven is y,ii klaarbliikeliik hier de heerschappij der dingen in teusoearijj. nei gronagegeven is recit durfde hij KiaarDiijKeiijx natuur en cultuuf_ 0 interessant; een buitenechtelijk niet aan. Terecht. Het is eigenlijk geboren zoon tracht, volwassen een reportage omtrent een deel Dan voelt de schrijver zijn taak gewordenin contact te komen van de moderne jeugd en dan in als afgedaan. Hij laat de jonge met het milieu van zijn vader, hun verhouding tot de dingen. Je- mensen, vol heimwee terugkeren dje nooit naar hem heeft omge- rome e n Sylvie, een jong echtpaar, befrekkingS vinden als directie van Zien' 24 en 22 jaar oud, hebben de stu- een bijkantoor. Ze zien hun dro- Niet onbegrijpelijk, want hij gaf, vlot geschreven, soms verma kelijk, soms grof, maar dat niets heeft van een getuigenis dat uit een schrijvershart naar boven V. d. PANNE Waardering Die dichter is Jan Moritoen, in het gezelschap van een oudere dichter: Jan van Hulst. De namen waren reeds bekend. Van Hulst hoorde in Brugge thuis en heeft zich met zijn stad zeer verbonden gevoeld. Hij was een min of meer Srofessioneel toneelspel. In het erkennen van Jan Moritoen is Nelly Geerts, in haar Ziiricher dis sertatie van 1909, Heeroma al voor gegaan. Maar mejuffrouw Geerts heeft de dichterlijke gestalte van Jan Moritoen nog maar heel vaag gezien, zegt Heeroma. Zij kon aan Moritoen als dichter geen duide lijk eigen gezicht ontdekken, hoe wel ook zij de Egidiusliederen aan Moritoen toeschreef en ze aangrij pend vindt. Herinnert Jan van Hulst Heeroma aan Jacob Cats, Jan Moritoen doet hem veel meer aan P. C. Hooft denken. Jan Mori toen, aldus Heeroma, was de dich ter van een jeugdgestalte. Hij schreef o.a. een Mc -griete-cyclus op een vriendin die non is gewor den. Heeroma stelt Moritoens ge boortejaar op ongeveer 1355. Mori toen is een zeldzame familienaam, vermoedelijk van buitenlandse her komst. In zijn jeugd een beetje wild, schijnt hij later een waardig regent te zijn geworden. De jonge Moritoen bewoog zich in een kring van vrienden en medezangers, broeders in de hoofse kunst. Men kan in die kring een voorvorm zien van de latere rederijkerska mers. Als dichter was Jan Mori toen zelfbewust. Zijn poëzie was een tijdverdrijf voor enkele fijne luiden, maar tegelijk ook le venskunst. Zichzelf overtroffen heeft Moritoen zich in zijn Klacht om Egidius. Men wist van Egidius niets af dan dat hij een vriend van de dichter was geweest. Voor Hee roma is Egidius nu een historische persoonlijkheid gewordv" „Hij woonde een eindje buiten Brugge, aan de zuidkant. Hij stierf in oktober 1386, of een jaar vroeger of later. Hij had een meisje, Mergriete. en hij had een vriend, Jan Moritoen, de dichter die dat meisje ook op hoofse wijze liefhad.Het (lied) heeft een historische ach tergrond gekregen, het heeft een dichter gekregen, het heeft een bepaalde plaats in het oeuvre van die dichter, het zit vast aan een stempel. Robert Pinget. Quelqu'ui Uitgave Les Editions de M nuit. Parijs. Ren^-Victor Pilhes. La Rhu barb®. Uitgave Les Editions du Seuil Parijs. Is dat jammer, vraagt Heeroma. En dan wijdt hij een afzonderlijke beschouwing aan dit beroemde lied. Mijn bladeren in de schone proef van dit te verschijnen boek mag niet te lang duren. Uw re censent is geen filoloog en hij zou voor deze tak van taalgeleerdheid het geduld missen. Tot lezen voelt hij zich gedrongen, tot oordelen niet bevoegd. Maar hij heeft grote JARIGEN De Nederlandse beeldhou wer Jan van Luyn, ontwer- per o.m. van het oorlogsmo nument te Schiedam, hoopt de 23e mei zijn 50ste verjaar dag te vieren. De 23e mei hoopt de be roemde Zweedse dichter, ro man- en toneelschrijver en Nobelprijswinnaar dr. Par Fa bian Lagervist te Lidingö zijn 75e verjaardag te bereiken. De Nederlandse publiciste dra. Anne H. Rees-Mul der, die onder de titel „Geschiedenis van Oranje, doorluchtig verteld" een boek schreef over ons vorstenhuis, hoopt te Amsterdam haar 60ste verjaardag te vieren. De 31ste mei bereikt de bekende Nederlandse cineast en filmregisseur Bert Haan stra te Laren (N.H.) zijn 50e verjaardag. BERT HAANSTRA TOEN De 23e mei is het 60 jaar geleden, dat de bekende Noorse toneelschrijver Hendrik Ibsen te Oslo overleed. Op diezelfde datum is het 150 jaar geleden dat de Neder landse portret- en landschap schilder, tekenaar en lithograaf Jan R. Matthijssen te Leeuwar den werd geboren. De 28ste mei is het een eeuw geleden dat de figuur- en landschapschilder Pieter Corne lls de Moor te Rotterdam werd geboren. Museum Boymans or ganiseerde in 1955 een herden- ingstentoonstelling. De Italiaanse dichter. to neelschrijver er. politicus Ange- lo Brofferio, volgeling van Gari baldi en dichter van de zgn. Italiaanse „Marseillaise" is een eeuw geleden te Locarno overle- STRAKS j Tot 24 juli wordt in het beeldenpark van het Kröller- Müller museum op de „Hoge Veluwe" te Otterlo een serie van vijftig sculpturen van de David Smith geëxposeerd. De 27e mei wordt in het park en in het door architect Aldo van Eyck ontworpen pa viljoen te Sonsbeek te Arn hem een internationale ten toonstelling van moderne beeldhouwwerken van kunste naars uit vrijwel alle Westeu- ropese landen, alsmede uit Japan en de V.S. door minis ter mr. M. Vrolijk geopend. De expositie duurt tot 25 sep tember.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 17