VERRIJST LELYSTAD
I0NDAGS
BUD
Opvangcentrum
van overvolle
Randstad
ZATERDAG 21 MEI 196«
IN FLEVOLANDS PRAIRIE verrijst een nieuwe stad. Midden in eindeloos I II II "1% "IF" II II A II II iV II M II II M 'II' II
lijkende vlakten van klei, zand, riet en zwaar geurend koolzaad ploegen I I I IJ/(| I I Li IJJ IJJ lif I lil I Li 1
draglines door de nieuwe grond. Op tientallen kilometers van de bewoon- (IJ J II JW II j Jl^t II Ij^k II I l" i
rlo werolH met nitTirht r»n liniaal-rprhtp hnrirnntpn wprkt ppn
de wereld, met slechts uitzicht op liniaal-rechte horizonten werkt een
leger van arbeiders aan de toekomst van Nederlands jongste polder. Kaal
en vlak nog is hun werkterrein. Maar op dezelfde plaats, waar nu de wereld
lijkt te zijn opgehouden, zal straks een nieuwe moderne stad verrijzen,
hoofdstad van Nederlands twaalfde provincie, centrum van het land: Lelystad.
Centrum
Toch is men begonnen. De
Rijksdienst voor de IJsselmeerpoI-
ders ontwierp in samenwerking
met de Dienst der Zuiderzeewer
ken. bijgestaan door de stedebouw
kundigen prof. ir. W. de Bruijn,
prof. ir. S. J. van Embden en ir. J.
A. Kuiper, een nieuw detailplan
„op een in het structuurplan pas
sende plaats". Wat betekent, dat
men het plan-Van Eesteren voor
lopig niet aan de kant heeft gezet,
maar het gebruikt als basis voor
een meer aangepast ontwerp.
De eerste streefdatum is ook al
vastgesteld: huizen voor 15000 in
woners in 1975. Met de eerste 300
woningen is men nu bezig, met de
volgende 300 wordt komend jaar
begonnen. Dat is de start: slechts
een deel van het plan-Van Eeste
ren is gewijzigd. De hoofdlijnen
van de rest van het ontwerp zijn
tot nu toe nog onaangetast.
Krachtsinspanning
„Een reusachtige krachtsinspan
ning" noemt ir. Tellegen de onder
neming. Als alles volgens plan ver
loopt, moeten er in het jaar 2000
200.000 woningen gereed zijn. Dat Geldstroom
wil zeggen: een gemiddelde jaar-
produktie van 7000 huizen, een
prestatie die tot nu toe nergens in
ons land is geleverd. Temeer om
dat men dit aantal zeker de eerste
tien jaar niet haalt en de produk
tie in de daarop volgende jaren
dus nog aanzienlijk hoger moet ko
men te liggen om het vereiste ge
middelde te bereiken. Als men
weet, dat de woningproduktie in
steden als Den Haag en Amster
dam schommelt tussen de 4000 en
de 6000 per jaar, springt duidelijk
de gigantische omvang van het
Ir. Teilegen: „De beginperiode
zal he'. zwaarst zijn, omdat meteen
al een leefbare woongemeenschap
moet worden opgebouwd. Dat wil
zeggen, dat er naast de woningen
ook winkels, scholen, amusements-
en industriecentra en al dat ande
re, dat een prettig woonklimaat
geeft, moeten zijn. Anders trek je
niemand naar de polder. Voorlopig
gaat het alleen om de mensen van
nu in aanbouw zijnde electriciteits-
centrale benoorden Lelystad, het
personeel van het centraal dierge
neeskundige instituut, dat zijn
vestigingen in Amsterdam, Rotter
dam en Den Haag hier gaat centra
liseren en de mensen van onze
eigen dienst, die bezig zijn met het
ontginningswerk. Zij zullen hier wel
moeten gaan wonen. Maar hoe
krijg je de anderen uit de overvol
le randstad hier naar toe als er,
geen bomen zijn, geen winkels,
geen bioscopen, geen scholen, kort
om: niet die sociale en culturele
voorzieningen, die van een plaats
een aantrekkelijke woonstad ma-
En juist ook die andere mensen
zijn hier nodig; zeker zij, die de
verzorgende functies krijgen (vol
gens de statistieken 1,5 man op
elke produktieve bewoner). Dat is
ook de reden, waarom de
Duidelyk anders
van karakter dan
Dronten, Bidding-
buizen, Swifterbant
cn Emmeloord
wordt Lelystad.
Geen opvangcen
trum voor de agra
rische bevolking in
de eerste plaats.
Dan zou de stad
niet meer dan aan
20.000 bewoners
huisvesting hoeven
te geven. Veel be
langrijker is haar
taak als uitwijkmo
gelijkheid voor de
verdrukten in de
noordvleugel van
de Randstad: het
Gooi, Amsterdam
en de streek langs
het Noordzeekanaal. Juist voor hen
wor&t Lelystad gebouwd.
Het wordt een stad, die haar
impulsen duidelijk van buiten zal
moeten krijgen. Evenals trouwens
de andere centra in Flevoland en
Markerwaard.
Want waar er over pakweg 35
jaar een klein miljoen Nederlan
ders uit de Randstad zal zijn ge
groeid, zal er meer moeten worden
gebouwd dan Lelystad alléén.
Maar Lelystad wordt het cen
trum. Zo gesitueerd, dat het ge
makkelijk van alle kanten bereik
baar is. Er zijn moderne autowe
gen geprojecteerd: van Zwolle
naar Amsterdam, van het Gooi (en
Amsterdam) via Flevoland naar
Emmeloord, aansluiting gevend op
de wegen naar het noorden en van
Harderwijk naar Enkhuizen. En al
deze wegen gaan door of raken
Lelystad, evenals trouwens de
spoorlijn van Zwolle en Kampen
naar Amsterdam. En ook voor wat
de vaarwegen betreft, ligt Le
lystad centraal.
Bij de foto's
LINKSBOVEN: alleen nog de
fundamenten van het eerste
handjevol tooningen markeert
plaats, waar straks het centi
van Nederlands modernste
RECHTSBOVEN: tvoningbouw
Lelystad" staat er te lezen
het bouwterrein midden in
verlaten polder: volgend jaar
zullen de eerste 300 gezin
in de eerste woningen kunnen
trekken.
LINKSMIDDEN: ir. F. Tellegen
(rechts), hoofd van de bon tv-
kundige tafdeling van de rijks
dienst voor de IJsselmeerpolders
drs. A. J. Venstra, vt
lichtingsman van de dienst,
bogen over al te lang bestudeerde
kaarten.
RECHTSMIDDENtientallen
vrachtwagens en draglines zijn in-
•t voor de start van het
project.
ONDER: Nederlands twaalfde
provincie, zoals planologen haar
zien met als blikvangend centrum
Lelystad. Duidelijk is ook te zien
hoe straks de wegen zullen gaan
lopen. De vette lijnen zijn de
autosnelwegen, de lichte de regio
nale wegen. De geblokte lijn geeft
nieuwe spoonceg-tracé aan.
moeten worden gepompt. Alleen al
voor Lelystad is voor de komende
tien jaar 200 miljoen gulden uitge
trokken. Veel te weinig, weten
ook de deskundigen, om een stad
in korte tijd uit de grond te stam
pen. Maar om meer tempo in de
uitvoering der plannen te brengen,
zou een constant geld spuiende pijp
leiding van Den Haag naar Flevo
land nodig zijn, schertst men in
Zwolle. En dat geld is er zeker nu
niet. Men doet het wat kalmer
aan. En dat heeft van verschil
lende zijden al kritiek uitgelokt
„Suurhoff's blik lijkt niet verder
te reiken dan 15000 inwoners in
1975", schreef nog onlangs mr. K.
Jansma. secretaris van de Zuider
zeeraad. „Over 100.000 inwoners
praat men liever pas tegen het
jaar 2000". Hij sprak zelfs over
een doodvonnis, dat over Lelystad
zou zijn uitgesproken. „Als de re
gering haar plannen niet snel en
drastisch wijzigt zal Lelystad een
groot dorp of een klein stadje blij
ven zoals er zovele zijn. Het zal
worden overvleugeld door Dron
ten, dat vele jaren voorsprong
-'-V-
fesisïfö
heeft en zeer zeker door de steden,
die tegenover Amsterdam in Zuide
lijk Flevoland en de Markerwaard
onvermijdelijk zullen ontstaan".
is het intensief bestudeerd. En
daarmee zijn we nog bezig. Pas als
alle plannen definitief zijn, kan
meer vaart worden gezet achter
het project Maar men geeft toe:
door te weinig financiën kan nu
nog slechts een bescheiden gefor
ceerde aanzet worden gegeven aan
de bouw.
Op papier ligt Lelystad als
nieuwste provinciale hoofdstad er
echter nog steeds. Als Nederlands
modernste stad, die niet zal wor
den gehinderd door historisch ge
groeide handicaps. Het plan (een
knap plan, zegt men in Zwolle
ondanks de kritiek) is zo opgezet,
dat die moeilijkheden ook in de
toekomst worden voorkomen. Er
zijn autowegen en wegen voor
wandelaars en fietsers gepland. De
woonwijken, naar het centrum en
naar de industriegebied. Ze wor
den boven het niveau van de
woonstraten aangelegd, zodat voet
gangers en fietsers langs eigen, on
der deze wegen doorgaande paden
kunnen worden geleid. Ver-
keerscongesties zullen zich dus
niet voordoen, althans niet in die
mate als in de huidige grote ste
den. En wat het openbaar vervoer
betreft: met vier buslijnen zal het
in beginsel mogelijk zijn, om elk
punt van de stad binnen 20 tot 30
minuten van het spoorwegstation
af te bereiken.
De woningen zijn geprojecteerd
in rechthoekige stadsdelen met bin-
nenpleintjes, waarop auto's kun
nen worden geparkeerd. Want een
van de uitgangspunten van het
plan is, dat iedere woning ten
minste één parkeerplaats moet heb
ben. Ook in de binnenstad is reke
ning gehouden met flinke ruimten
voor parkeren.
De organisatie van de woonwij
ken is van dien aard, dat er
duidelijk herkenbare stadsbeelden
ontstaan. Aan hoofdroutes voor
wandelaars en fietsers liggen de
gebouwen voor openbare en bijzon
dere functies, die aan deze routes
een eigen karakter van gezellig
heid en levendigheid geven. Te
vens zijn deze gebouwen gemakke
lijk bereikbaar voor auto's. Het
zijn ook deze routes, waarlangs
wandelaars en fietsers de wonin
gen zullen naderen; in tegenstel
ling met de hoofd woonstraten in
bestaande steden zijn zij-vrij van
autoverkeer.
liggen de wijkcentra; hier wordt
dit stelsel door het net van hoofd-
verdeclwegen gekruist. Zowel het
economisch leven en de gezellig
heid in de centra, als het openbaar
vervoer, dat daar een halte heeft,
zullen van deze opzet profiteren.
Ook voor de recreatie is ge
zorgd. In het zuiden van Zindelijk
Flevoland en in de Markerwaard
zijn grote bosrijke gebieden gepro
jecteerd, die én voor de bewoners
van Lelystad én voor die van
bestaande steden buiten de polders
gemakkelijk bereikbaar zullen
Toekomst
Voorlopig echter is dat nog ver
re toekomst. Pas als de polders
allemaal droog liggen, zal men
daaraan kunnen beginnen. Eerst
zal alle aandacht worden geconcen
treerd op Lelystad, liet centrum,
dat Nederlands twaalfde provincie
moet gaan beheersen. Of het ooit
zover zal komen? In Zwolle is
men ervan overtuigd. Anderen blij
ven sceptisch. Maar duidelijk is
wél. dat wil de regering haar
plannen doorzetten dit met de
nodige spoed zal moeten gebeuren.
Nederlands nieuwste stad zal aan
trekkelijk moeten zijn om de
Randstad-bewoners te kunnen aan
trekken. En dat betekent, dat het
woonklimaat er al van begin af
aan prettig moet zijn, dat men dus
het stadium van dorp snel voorbij
bouwt. Dat betekent ook, dat er
werkgelegenheid moet komen.
Op het ogenblik lijken de plan
nen nog wat vaag. Duidelijke richt
lijnen ontbreken nog zolang er
geen definitief ontwerp is. Ook
daarmee zal haast moeten worden
gemaakt.
Lelystad zal niet in het
papier mogen blijven ste
ken. De polder met zijn nu
nog strakke landschap wacht
op de scherpe contouren van
een moderne stad.
Een nieuwe stad, die in het jaar
2000 tenminste 100.000 inwoners
moet kunnen huisvesten om al
thans een deel van het klein mil-
i joen Nederlanders, wie de noorde
lijke vleugel van de Randstad dan
geen plaats meer zal kunnen bie
den, onderdak te geven. Een stad,
die zal verrijzen uit het niets.
Want meer dan de borden in het
zand, de fundamenten van de
eerste woningen, een handvol
verspreide werkketen, een legertje
vrachtwagens en een heimachine
is er niet: een woestijnnederzet
ting in een eindeloze verlaten
heid.
I Toch komt hier, midden in die
i eenzaamheid van een jonge polder
I met lijnrechte asfaltwegen, sloten
en blokkedoos-boerderijen, Neder-
lands modernste stad. Als centrum
van de grote graanfabriek van het
drooggelegde IJsselmeer. Het cen
trum voor de toekomst, want Ne
derlands twaalfde provincie zelf,
waarvan het hoofdstad moet wor
den, bestaat nog niet eens.
Voor een groot deel is zij nog
slechts één grote watervlakte. De
Noord-Oostpolder is klaar, evenals
(voor het grootste deel) Oostelijk
Flevoland. Maar van de twee ande
re projecten, Zuidelijk Flevoland
en de Markerwaard, is alleen nog
I maar een deel van de dijkwerken
uitgevoerd: in de eerste polder zal
men daarmee volgend jaar, in de
laatste pas in 1980 gereed zijn.
Voeg daarbij nog de jaren, nodig
voor bemaling en ontginning, en
men is al weer een handvol decen-
nia verder. In de toekomst dus.
Maar voor Lelystad is die toe-
1 komst al begonnen. Toen enkele
maanden geleden de eerste paal de
grond inging, werden de eerste
stappen gezet.
Novum
Lelystad: straks Nederlands
modernste stad, ruim van opzet
en met ultramoderne ver-
rEM keerstechnische voorzieningen.
Een novum voor ons land. Want
waar kon men eerder op een
I dergelijk maagdelijk terrein een
stad ontwerpen? Een stad, die
helemaal nieuw zou zijn, die
I men helemaal van de eerste
steen af kon opbouwen, die niet
de problemen zou leveren van
1 uitgroeiende bestaande steden.
Al jaren terug besloot het Rijk:
dit moest de kroon worden op het
pp werk van de drooglegging. Van
daar ook die wijzi
ging van de sug
gestie-naam Flevo-
stad in Lelystad.
Men beschouwde
het als een pos-
thuum eerbetoon
zijn naam verbond
relds grootste wa
terbouwkundige
weekrn.
Wat is er sinds
dien gedaan? Ze
ven jaar geleden
kreeg prof. C. van
Eesteren, de Am
sterdamse stede-
bouwkundige met
internationale naam de opdracht
een ontwerp te maken, waarbij
diende te worden uitgegaan van
een toekomstig inwonertal van
circa 50.000, doch rekening moest
worden gehouden met de moge
lijkheid van uitbreiding tot een
inwonertal van circa 100.000."
Dat ontwerp kwam er. In 1964
was het gereed: een plan, uitge
werkt tot in de details. Maar de
minister was er niet erg tevreden
mee. Dat heeft hij vooral de
laatste maanden duidelijk laten
blijken.
DOOR
Dick Ringlever
Ir. F. Tellegen. hoofd van de
bouwkundige afdeling van de
Rijksdienst voor de IJsselmeerpol-
ders in Zwolle: „De uitvoering van
het plan zou onvoorstelbaar duur
zijn geweest. Alleen al de wegen,
die verhoogd zouden worden aan
gelegd met ongelijkvloerse kruisin
gen zouden 30 miljoen gulden
méér kosten dan normale wegen.
Bovendien was het hele ontwerp
te ruim van opzet. De bebouwing
was driemaal zo open gepland als
in een stad als Oldenzaal en zelfs
vijfmaal zo open als in Leeuwar
den. Dat te verwerkelijken zou
veel te duur zijn. Hoe duur heb
ben we overigens nooit uitgere
kend, ook niet prof. Van Eesteren.
Diverse malen is in overleg met
de ontwerper gepoogd tot een an
der ontwerp te komen. Maar over
eenstemming is nooit bereikt".
Het professorale plan ligt er nog
steeds, al is de professor zélf min
of meer op een zijspoor gemanoeu
vreerd: hij kreeg een brief thuis
met demededeling. dat zijn plan
in eerste fase onuitvoerbaar was.