„Was het maar weer
zoals vroeger
Kerkmuziek-
beweging
dreigt te
stranden
Van kleine luyden
en gereformeerde
snobs
H. ALGRA: WONDER VAN DE
NEGENTIENDE EEUW
Ti#1
OPEN BRIEF AAN
AARTSBISSCHOP
VAN YORK
ZATERDAG 23 APRIL 1%6
1 55
„TIJDENS het schrijven nam mijn verwondering toe", zegt de
heer H. Algra, lid van de Eerste Kamer voor de ARP, van zijn boek
„Het wonder van de negentiende eeuw, van vrije kerken en kleine
luyden". Wie zich verdiept in het eerste prille begin van het Gere
formeerde Réveil van de vorige eeuw, die de geringe ontwikkeling
van het eerste uur nader leert kennen, die moet hier wel zien een
wonder van genade, tot zegen voor ons volk. Algra maakt er geen
geheim van waar zijn voorkeur naar uitgaat. Een beschrijving van
de kerkgeschiedenis van de negentiende eeuw is voor hem de ge
schiedenis van mensen thuis en in de kerk. Voor de volledigheid
zou deze eigenlijk gevolgd moeten worden door de geschiedschrij
ving van de twintigste eeuwse kerk. Maar dat kan Algra niet be
loven. Hij meent dat de blijde verwondering die hem
noopte dit boek te schrijven, niet aan dat vervolg ten
grondslag kan liggen. ,,Er is zoveel vernield en afge
broken. Geleerden hebben zich meester gemaakt van
dat uit alle poriën barstende geloofsleven. De heer
Ds. A. J. Krot in
Woord en Wereld
(Van c
kerkredactie)
de negentiende eeuw, zoals zij waren, „voordat een
bepaald soort geleerden zich van deze stof meester
maakt om uit te leggen, hoe het zodanig sociologisch
en psychologisch kan worden verklaard, dat er geen
enkele reden meer overblijft om van een wonder te
Algra wenst dat de mens-van-vandaag via zijn boek spreken, laat staan er voor te danken". (Uitgave T.
nog eenmaal kennis neemt van de kerkmensen van Wever, Franeker. 350 blz., geïllustreerd, 19,50).
DIE geleerdheid, dat ver
verwijderd staan van
de mens, van de kleine man
met zijn dagelijkse noden,
loopt als een rode, waar
schuwende draad door
Algra's boek heen. Zoals
Kuyper het zei:
„Op beter en nauwer contact
met „dat volk" kan daarom niet
rusteloos genoeg worden aange
drongen. Als minister Pierson
van dat volk ten plattelande als
bedreigd door domheid en lui
heid toast, heeft hij een zeld
zaam oprecht ogenblik en komt
slechts in een onbewaakte
speech over de lippen, wat bij
heel de „fatsoenlijke klasse"
steeds achter de lippen schuilt.
Mannen als Pierson kennen het
volk niet. Ze kennen niets dan
de „fatsoenlijke klasse" zelf.
Daar hebben zij hun omgeving
en verkeer. Daar strekt zich al
hun sympathie naar uit. En dat
andere volk is er ja ook nog, en
uit beledigend medelijden wil
men voor dat „volk" nog wel
iets doen. maar men telt het in
hun schatting niet; en van de
betekenis en de waarde van dat
volk hebben zij niet het minste
begrip.
Van onze mannen daarentegen
is een leven buiten dat volk een
voudig zelfmoord. Een antirevo
lutionaire staatsman, die het con
tact met het volk nalaat, laat
zich als Samson door Delila de
haardos, en daarmee het geheim
van zijn kracht afsnijden. Elk
woord, dat ze spreken, en waar
aan niet de echo te beluisteren
valt van wat in de consciëntie
van dat volk doorworsteld
wordt, is mat en dof en mist
elke uitwerking.
En daarentegen, zo dikwijls in
hun woord de diepere toon uit
het nationale leven naklinkt, is
de eenvoudige redenaar welspre
kend en straalt er gloed van zijn
woorden uit".
Select
Algra trekt de vergelijking
door wanneer hij het heeft over
de zadelmaker of de timmerman
Mei 1.1863
^52 Jaren
wSlMimhntKt»1
«lUCUiNC
C» UUTl UlR»i<
MUUUtCTHtrk-t
IB+7(8*5£
De Reformed Church ran Vriesland (Mich.) welke gemeente in
Leeuwarden iverd gesticht, waarna zij ds. Marten 1 pma ran
beriep en in haar geheel naar Amerika emigreerde. In de
monument ter gedachtenis van ds. Ypma.
Ds. J. DF. UF.FDE
die de dorpen langs ging om te
oefenen, die preekte en de ge
meente voor ging in gebed.
Schril stak daartegen af de lege
kerk. die Algra aan de vrijzin
nigheid wijt. „De. jeugd ver
dween, de arbeiders verdwenen,
er bleven enige bedaagde,
hoogst fatsoenlijke burgers over,
en de moderne dominee gewen
de zich enigermate aan een soort
Haags timbre in zijn toespraak
tot zijn keurig, klein en select
publiek. Men kan het voor de
VPRO geregeld horen", zegt Al
gra en in zijn woorden klinkt de
onmacht door dat het ook tegen
woordig vaak zo moet zijn, dat
de bezieling die het gereformeer
de volksdeel groot gemaakt
heeft, nu ontbreekt.
Al vertellende (kostelijke anek
dote» zijn er bij) wandelt Al
gra door negentiende-eeuws
kerkelijk Nederland van ds.
Schotsman (De laatste schild
wacht) via puriteinen, fijnen,
teinen voelden zich pelgrims, in
de verte ligt de Godsstad op een
hoge berg. Algra: Deze oude
strijd tegen de zondagsontheili
ging, toneel, dansen, kaarten
enz. is nu volstrekt verladen
tijd. De laatste vooroordelen
zijn door de genieters van de
christelijke vrijheid onder een
zware zerk begraven. Wij vra
gen door deze inlichtingen wat
begrip en wat vergevensgezind
heid jegens orize puriteinse
grootouders. Misschien ook nog
iets anders
Interessant is het hoofdstuk
over de „kleine luyden". Ambte-
IVw v.»-,. naar Janssen, secretaris en ad-
"J I viseur van het Departement
1 WTWÊFmm' W H --vcs*..- r m* ,t< v00r dg zaken der Hervormde
Kerk vindt het aantal Afgeschei
denen in 1836 niet veront
rustend, zoveel te minder omdat
„het gros der partij bestaat uit
menschen van de geringste stan
den en omdat de meesten ook
nog tot de onkundigsten en
minst betekenenden in die stan
den behooren; dat slechts hier
Bilderdijk, de ambtenaar Jans- aan, want de lichaamskracht en daar enkele worden aange-
sen van het Algemeen Regie- van de dominee was spreek- troffen, die meer of minder ge-
ment van 1816, de Groningers, woordelijk. Als de volgende zon- f>9, zlJn' dat velen in hun zede-
het Réveil, gezelschappen en oe- dag de diakenen de kollektezak "jk en maatschappelijk gedrag
fenaars. de Afscheiding en de zouden legen, zei de dominee: verre zijn van onberispelijk te
vervolging van de afgescheide- „Reik mij de zak ook nog eens wezen en dat de Afgescheide
nen. de broedertwisten, de vrije even aan, hier heb ik nog geld "en zlch tot nu toe op geen enke-
kerken in Engeland en Schot- dat ik de duivel heb ontstolen". le ma" van naam en dat is
land. de grote emigratie van Af-
gescheidenen naar Amerika, The Begrip de braafheid beroepen kun-
Christian Reformed Church, de nen
doppers in Zuid-Afrika, velerlei Over de zondagsheiliging en crnnU;cmp
nevenstromingen (ds. Lede- het wezen van het puritanisme. JMUU,amc
boer), de kleine luyden (met c}j- Het verzet tegen misbruiken En inderdaad, de cijfers tonen
fers over de maatschappelijke werd wettische strengheid, alles aan dat het de kleine man was
opbouw van het gereformeerde werd gereglementeerd: de dekens waarop de Afgescheiden kerk
volksdeel), de tweede generatie mochten wel recht gelegd wor- kon rekenen. Vergelijken we de
van afgescheiden predikanten, den op zondag, maar het bed cijfers met die van nu. dan
de preek, de opwekking de mo- niet opgeschud. Maar de Puri- blijkt dat de Gereformeerden
dernen, Kuyper, de Doleantie
tot de vereniging van Afgeschei
denen en Dolerenden in 1892.
Het zij nogmaals gezegd, het
gaat de heer Algra in deze meer
om mensen dan om handelingen.
Typerend
Kostelijk en ook typerend
voor de affectie die Algra met
die tijd voelt, is het verhaal van
de Friese boerenouderling Hette
Piers Hettema. die er voor zorg
de dat de pastorie niet op de
weg uitkeek, zodat de predikant
niet afgeleid werd bij zijn stu
die. De predikant had hierop
zijn antwoord gereed: hij schoof
het preekstoelgordijn aan de
kant van de ouderlingenbank
dicht zodat hij niet werd afge
leid door het gezicht van Hette
ma.
En dan de kwestie van de trak
tementen. De afgescheiden ge
meente van Minnertsga gaf ds.
Dirk Postma geen vast trakte
ment. omdat de gemeente zelf
niet wist „hoeveel de Here ons
zal geven". Ds. Sytze Baron
werd in Bergum beroepen op
een traktement van 500 gulden
plus een vet varken. Vaak was
de predikant afhankelijk van de
goede gaven uit de gemeente.
Het kon ook voorkomen dat de
dienstdoende ouderling voor het
begin van de dienst enige afkon
digingen deed, waaronder de me
dedeling. dat „de doemeny zien
aardappels weer bijna opbenn'n".
Kaarten
Algra vertelt over kermis, dob
belen en kaarten. Over ds. Ar
nold Werumeüs Buning. rechtzin
nig predikant van Anjum in
1841, die de herbergen bin
nenstormde. de „proevers en
plakkers" er uit jaagde en kaar
ten en kaartengeld in zijn zak
stak. Geen mens durfda hem
II. Algra signaleert In zijn
boek enkele nevenstromingen.
Markante, maar ook eenzame,
figuren waren ds. Buddingh uit
Blggekerke, ds. Witteveen van
Oosthcm en ds. Jan de Liefde.
Hun werk leeft nog voort, voor
al dat van de dichter en com
ponist. prediker en verteller,
sociaal werker en evangelist
Jan de Liefde die in Amster
dam zjjn levenswerk vond.
Duizenden protestantse kin
deren hebben zijn liederen ge
leerd:
Een man op klompen,
In beed'laarslompen,
Is dikwijls meer
Dan al die heertjes
Bij God den Heer.
En zij kenden de toepassing
van het Paulinische lied der
liefde uit 1 Corinthe 13 op het
kinderleven:
Al waren mijn knikkers
Robijn en saffier
Al was ook mijn vlieger
Van zilverpapier,
Al had ik een stokpaard,
Gans sierlijk en mooi,
Al had ik een sijsje,
In gouden kooi,
Al had ik een bromtol
Van 't kostbaarste hout,
Al had ik een hoepel,
Met rinkels van goud,
Al had ik twee bokken
Met hoornen zó lang,
Met zilveren leidsels
en goudene stang,
Al was ook mijn spaarpot
De rijkste van 't lan^
Al was ik de knapste
In kunde en verstand:
't Zou alles niet baten,
En 't was me geen schat,
Wanneer ik de liefde
Des Heren niet had.
ziek haar eigen gang laten
gaan. Het conflict en de
„Zomin als de gemeente kortsluiting er
de theologie haar eigen aan alle kanten in
gang laat gaan binnen de
ruimte van de kerk. zomin Ds. A. J. Kret is niet gelukkig
zal deze gemeente de mu- met de huidige muzikale koers
in de Hervormde Kerk en de
Gereformeerde Kerken. In het
n.-,-r „Woord en Wereld" schrijft
hij dat de deskundigheid en het
mr. dr. Willem van den Bergh artistieke een grotere plaats
uit Voorthuizen, de vijf ge- krijgen. Dat vindt hij aantrek-
schorste Amsterdamse predi- kelijk en verblijdend, maar hij
kanten Van Son, Van Loon, Van ontdekt in de praktijk ook een
Schelven, De Gaay Fortman en andere kant. Er is een toene-
Karssen? Of de geschorste mende spanning merkbaar tus-
Amsterdamse ouderlingen A. sen het „deskundige en artis-
Kuyper, Rutgers, Woltjer en Fa- tieke enerzijds en het „gelovige"
bius? anderzijds.
Heimwee De wetenschap tracht het leven
naar haar hand te zetten. En de
Wij kunnen slechts een greep kimst is nog intenser doordrongen
doen uit het vele tlat in Algra's van de geest van de eigen tijd,
boek over het kerkelijk leven schrijft deze predikant. Daarom
uit die tijd aan de orde wordt valt het de kunstenaar juist moei-
gesteld. Ouderen zullen, met Al- lij* h> de kerk ..een tent te zien'',
gr», enige heimwee voelen naar toKri't
dal „armetierig begin waaruit £et de beeldende kunstenaar
toch een zo rijk geloofsleven Henk Krijger. Wetenschap en
sprak. Jongeren halen in het kunst zijn voor ds. Kret twee scho-
gunstigste geval de schouders ne dames die weten dat zij mooi
op. maar vergeten de voorouders zijn. Zij oefenen invloed uit op
te zien in het perspectief van de ~"vw*
tijd. Maar al te vaak is het ech
ter onkunde bij degenen die zich
afzetten tegen de verworvenheid
van de vorige eeuw.
De conclusie van ds. Kret luidt:
„Als de deskundigheid (op muzi
kaal gebied, red.) alleen maar
gestyleerde rijpheid en verstande-
Algra's visie op deze tijd Is ;ljkj t(ippresP;tie ls en het artlstie-
niet rooskleurig. Hij meent dat ke aneen maar het spectrum van
onze generatie dankbaar moet het edelste dat de mens kan
zijn voor het verzet van de „klei- voortbrengen, dan komt de ge
ne luyden" tegen de geest van meente juist als kerk daaraan te
die tijd, voor hun complete ge- k?r.t .en ka° haa? wezen daarin
hoorzaamheid aan de Koning int„rui,,v„rdt
der Kerk. Hij vindt dat alles te ult lkh op dle conclusie: ti
glad en te soepel gaat tegenwoor- kerk ervaart de gestyleerde van „„ritmisch
dig. het hart zit er met meer in. vroomheid heel. «tel al. gesteri- op grammofSJ
worden verkoel
bericht uit h
ordt veel gesproken
van de kerk
zang. Maar niet" ieder is even
gelukkig met de bereikte resul
taten. De kritiek begint van al-
le kanten los te breken op de
proefbundel „119 gezangen" en
het opmerkelijke is dat de kri.
tiek van alle kanten komt: te
ouderwets, te piëtistisch,
klassiek, niet eigentijds genoeg,
te moeilijk, te dichterlijk.
Een beetje geïrriteerd rea
geert ds. Jan Wit in het blad
„In de Waagschaal": „Mocht et
nu bij mij en bij sommige van
mijn medestanders enige irrita
tie zijn, dan berust die voora
op het feit dat vele scribenten
er maar op los schrijven zondet
iets te weten van de materie
waarmee wij ons nu ongeveer
tien jaar beziggehouden heb-
We-
In het blad „Woord
reid" gaat ds. A. J. Kret in op
de huidige situatie. Hij stelt de i
feiten tegenover elkaar en
komt tot de conclusie dat de -
kerkelijke gemeente weinig be-
reid is om de koers van de
deskundige dichters en music
Wij kunnen ons voorstellen
dat ds. Jan Wit en de dichters
wat geïrriteerd raken door alle r
kritiek. Maar wil er ooit een r
goede en bruikbare gezangbun
del komen met liederen die dt 1
gemeente kan en wil zingen,
dan zullen de kerken van on«
land zich toch moeten afvragen
of zij wel op de goede weg
zijn. Ds. Kret meent dat het 1
kerkmuziekschip van nu zal i
stranden op de rots van ge- Sï
meentelijke onwil. Hij consta-
teert dat deskundigen en ge->
meenteleden steeds verder uit i
elkaar groeien. De vraag duikt
op: Kunnen we zo wel verdert
gaan. Het duurt zeker nog zei i
jaar eer de nieuwe bundel er 1
komt. Zou het niet noodzake-
lijk zijn dat de kerk zich eerst
tie tot generatie Je geschiedenis ïLl'iij1
van het gereformeerde volks- g -
dekthmnrtd.: dat W ^US/KSj^S3l
deel werd' verder verteld, de ,r'S SgTS/i? vt' vt" UrkTeTbeX®. 60
hun achterstand volledig hebben
ingehaald. Algra spreekt in dit
verband van een gereformeerd
snobisme, „niet in het minst in
de wijze, waarop sommigen, die
het verder hebben gebracht dan
anderen, hun meewarigheid of
in elk geval hun kritiek jegens
de kerk van hun ouders menen
te moeten demonstreren. Zij ver
geten dat door de offers van de
kleine luyden nieuwe mogelijk
heden kwamen, waarvan zij,
de jongere generatie, mede profi
teert. Wie zo handelt en denkt,
is gedoemd een leven te leiden
zonder dankbaarheid".
Algra is er bovendien van
overtuigd dat die kleine ge
zelschappen en vrije kerken van
grote betekenis zijn geweest
voor de ontwikkeling van de de
mocratie.
Moeten we ze nog noemen, de
mannen van de Afscheiding: De
Cock, Scholte, Brummelkamp,
Van Velzen, Van Raalte? Van de
Doleantie: Van Kasteel van het
Friese Kollum, „Vader Ploos"
van Amstel uit Reitsum, de
kerkeraad van Kootwijk en ds.
eeuw In hun kenmerkend be- vertonen van het herstel van de dine Men denke zich eens
staan beschreven. Of men het klassiek-katholieke liturgie, ver- welk' een verkoopcijfer er acht
met hem eens is of niet, zijn anZïn eHiiS~ dit netto-winstbedrag moet zitte
werk heeft historische w.arde. b£„"fc£plS< J™8' h'S in 3
cantor, met antifonen, responsies,
onberijmd gezongen psalmen en Niet bereid
oudkerkelijke handelingen nemen
niet op. In een paar goed bezette Ds. Kret komt tot de conclus
kerken in ons land concentreert dat er in de gemeente vein
zich een gemeente uit een zeer bereidheid is, om het op klassi
bepaalde laag van de bevolking. ke ,eest geschoeiiie lied m
Êt Mred£)ïiïZ moeüiike interüullen en in e,
aergenjKe Qudg kerktoonsoort te aanvpa
„In de tweede plaats signaleren den- Wet gevolg is juist dat rod
we, dat de invoering van de rit- bijzondere of jeugddiensto
mische zangwijze in betrekkelijk slechts een beperkt aantal lied
korte tijd is geaccepteerd, maar ren gebruikt worden. Men zoel
dat dit niet heeft geleid tot het alleen wat graag gezongt
h,m woritm> k°mt 'lan °°k
^dfi2utoU De vSgTngen wor" conclusie dot de huidipe beu'
den nog gezongen en geen organist 9»l9 tot kerkhedvernieuwn
slaagt er in ze geheel weg te krij- onherroepelijk zal strande
gen. En de tempi blijven in strijd waarbij dan het gebrek aan d
met_het origineel." dactiek alleen maar fungeert a
aan, dat stimulans voor de kortsluitin
in tal van andere plaatsen
zijn de kerken bij dergelijke
diensten leeg."
„Ten derde tekenen
het Dichterspsalter (de proeve van
een nieuwe berijming) ondanks al
le bezwaren tegen de oude berij
ming onvoldoende veld wint en
vele psalmen aan aanspreek-
De ambtenaar Jansen
irhte dr.
- hrh ik I
.oggan, me
uw paasprcek. Daar zegt u, als ik het op m\jn manier mag ver
talen, dat veel mensen tegenwoordig hun geloof niet meer putten
uit de bijbel, maar hun twijfel uit de krant.
U zegt volgens de Church Timea, dat z(j gaan twijfelen door
alechte verslagen en sensationele persberichten over bepaalde avant
garde-boeken. Aan die boeken zelf komen de krantenlezers niet toe,
Ik ben my er van bewust dat de taak van een kerkredacteur niet
gemakkelijk is. Hy geeft geen bespreking in theologisch jargon voor
ingewyden, maar moet de inzichten van de schryvcr vertalen in de
spreektaal van zijn gewone geïnteresseerde en balf-geïnleresseerde
lezers. Daarbij kunnen fouten gemaakt worden.
En een kerkredacteur beeft ook wel eens hoofdpijn, en by heeft
ook wel eens 'haast. Daarbij krygt hy juist in die avant garde-boeken
te maken met een taal die naar zyn gevoel vaak niet open-
harend, maar verhullend werkt. Ik heb soms de indruk dat een
heleboel scribenten zich afvragen, hoe veel van het traditionele
geloof ze kunnen laten opwaaien, zonder dat ze de theologische
woorden voor nieuwe vervangen.
Maar soms hebben wc de indruk dat vele scribenten in de kerk nog
niet goed begrijpen dat zy schrijven voor een mondige gemeente.
'/.ij denken nog altijd in termen van het verleden, dat zy schrijven
voor de notabele weinigen.
En hoe verstaan de mondige gemeenteleden dergelijke boeken?
Als een vakman volgens u ze al niet goed kan verstaan, kennelijk
omdat liy ze niet goed begrepen heeft, hoe zal dan zo'n eenvoudig
gemeentelid een dergelyk boek begrypen? Tien tegen één zal hy
van het bock nog een sensationeler indruk krygen dan u uit het
krantcverslag. U zegt misschien: Maar zo was dat bock niet bedoeld.
Misschien niet, maar zo wordt dat bock begrepen. Niet de kerk
redacteur als tolk der theologen is dan schuldig, maar de avant
garde-theoloog, die onrijpe gedachten op papier zet alsof hy nog lid
is van een studentendispuut, waar hy een stel conservatieve leden
eens lekker op stang kan jagen.
De Church Times, die op de voorpagina een verslag van uw paas-
preek geeft, publiceert op de achterzijde een verslag van wat een
Canadese priester heeft geschreven. Ik neem aan dat de kerkelyke
verslaggever zyn taak verstond, omdat in dit geval de bisschop de
uitspraak precies zo begrepen heeft als hy. En de bisschop was
ontsteld, want de priester had gezegd in zyn avant garde-boek dat
liet geloof in een leven na dit leven hem niets te zeggen heeft en
dat „liet concept van een persoonlijk God niet meer logisch is". Hy
meende dat je het woord „God" helemaal niet meer behoeft te
gebruiken in deze tijd.
Terecht heeft de bisschop van Toronto, die er verder niets aan kan
doen, gezegd dat een dergelijke uitspraak het geloof ondermijnt. Maar
dat doet niet de verslaggever van de Church Times, maar de schrijver
i liet boek. In plaats van de kerkredacteuren van de kranten l
Hij is
olk van
le kerk
ie kerk-
Maar het feit blijft dat een kerkredacteur een vakman
geen theoloog misschien soms wel maar toch wel ce
de theologen. Hij mag geen eigen inzichten verkondigen,
tot taak in begrijpelijke taal te vertellen wat anderen i
zeggen. En zover ik het kan nagaan wordt dat door de m
redacteuren bijzonder goed gedaan. Er is wel eens een verschil van
mening met een spreker op een vergadering, maar ook dan blijkt
later toch vaak dat de spreker alleen maar niet goed onder woorden
gebracht heeft, wat hy eigenlijk wilde zeggen. Niet slechts de kerk
redacteur, maar de hele zaal heeft hem dan verkeerd liegrepen.
En daarom maak ik bezwaar tegen uw uitspraak. Niet de krante
artikelen maken bepaalde boeken sensationeel, zy zyn het. En deze
boeken komen in handen van velen en niet slechts van ingewyden.
woord tot dergelijke
in Efeze lezen we, dat
leraren geeft om de
tot opbouw
kapittelen ware het beter dat de kerk
scribenten richtte.
In de brief van Paulus aan de gemeente
God zyn profeten, evangelisten, herders
gemeente toe tc rusten tot dienstbetoon
Lichaam van Christus. Ik wilde wel dat veel kerkelyke schrijvers,
als ze liet bock uitgeven, zich eens afvragen of het wel overeen
komstig die opdracht en taak is.
Ook in de kerkelijke tuin moet regelmatig het onkruid gewied
worden van tradities die welig opschieten, maar met het bijbels
geloof weinig te maken hebben. Maar je wiedt geen tuin door er
met een zeis doorheen te ragen en alles by de wortel af te kappen.
Dat wordt tegenwoordig wel gedaan, niet door kerkredacteuren,
maar door sommige avant garde-theologen.
EEN KERKREDACTEUR
In zijn artikel schenkt ds. Kr
nog even aandacht aan de proe
baarheid tóTSÏwonnm""hïïben.
Jtende^osalmen isneeblevèV'°nl)OD gÏÏtïï",BSZEZS?ïn
ïaalml5lS™ 1S eebleve" - °P ten bewijzen, maar ook dat i
psalm 149 na. praktiik vele liederen als
geschikt zouden afvallen, hetz
Grammofoonplaten ,°m de melodie hetzij om d(
den of om beide.
Maar wel blijkt er bij het
christelijk publiek grote belangstel- Mjpf npri ,mpnicrh
ling te zijn voor liederen waarop INieT OeCUmeniSCn
de deskundigen neer zien. „Er Ds. Kret klaagt nu dat deze bu
komt een golf van grammofoonpla- del zo weinig „oecumenisch" i
ten op met opnamen van juist dat, Hoofdbron voor zover het oude
wat in de voorbijgegane 20 jaren liederen betreft is de Lutherse bui
met alle kracht is bestreden, om- del van Duitsland en gedeeltelij
dat het niet verantwoord was. En ook die van de Zwitserse ker
de grammofoonplatenmaatschap- „Maar," zegt ds. Kret. „oecum
pijen, commercieel als ze zijn. nische vergelijking zou zich oo
houden hun afdelingen Geestelijke ingelaten hebber, met de angl
Muziek bijzonder goed in even- caanse. Schotse. Amerikaanse e
wicht. Afrikaanse bundels, met liederei
Ds. Kret meent dat deze muziek bundels van de opwekkingsbew'
ten onrechte wordt vereenzelvigd gingen, methodisten en baptisti
met „romantiek." Zij heeft met de- en ook met de nieuwe ontwikk
ze stijlperiode niets van doen. zegt ling in de Rooms Katholieke Kei
hij. Het is andere muziek: het zijn van de volkszang."
liederen en koren, refreinen en Ds. Kret besluit: „Het is niet
zangen die om hun aanspreekbaar- oecumenische instelling, die oni
heid en hun aansluiting bij de nieuwe (hervormde) toekomstii
volkszang met hun alleen- instelling tot gestalte brengt, mai
maar-vrome inhoud een toe- de Duits-lutherse liturgische inste
vlucht waren en nu opnieuw wor- ling, waarvan de Evangelische Li
den voor tienduizenden die zo hun therse Kerk in 1955 (gebouwd o
geestelijk leven weerspiegeld zien de erfenis van de oude kerkmi
en die dat niet vinden in de fijn- ziek) de eerste resultaten te ve
zinnige musiceertrant van de werken kreeg, met alle gevolge
NCRV. voor de kerkgang die eraan
Ds. Kret wijst eveneens op het bonden bleken te zijn.
kerkzang deze kant i
mogen geloven, dan gan
een jonge gemeente in
ouderd kleed.