Leven in dienst van de kunsthistorie BLAD ZIJ jKBESB)8 Yvonne de Gaulle laat 240 mensen werken Sociale voorzieningen voor de huisvrouw Bruidsboeket van prinses Beatrix dialoog dialoog dialo ZATERDAG 19 MAART 196# De kleine, smaakvol ge klede aristocratische oude dame loopt kwiek door haar ruime flat („maar buiten loop ik met een stokje, hoor!"). Het nog volle, grijsblonde haar is hoogopge- kapt met een klein speels voorhoofdlokje, de smalle lippen even aangezet. Heel blauwe onderzoekende ogen die wegstaren over de cro- cusjes aan de Bezuidenhout- seweg, waarop het grote raam van haar flat aan de Smaragdhorst 260 in Den Haag uitzicht biedt. Weg staren naar het verleden. Wij stellen u voor aan jonk- vrouwe dr. Caroline Hen- riëtte de Jonge, oud-direc trice van het Centraal Mu- seUïn te Utrecht die een res pectabel aantal boeken, ge schriften en artikelen op haar naam heeft staan. „Respectabel? U moet be denken dat het in een tijds bestek van vijftig jaren werd geschreven." Met die zin verkleint ze, zoals tel kens in het gesprek, haar verdiensten. Jonkvrouwe De Jonge hoopt op 23 maart a.s. tachtig jaar te worden •- en nog altijd schrijft ze. JONKVROUWE DR. C. H. DE JONGE: eikenhout vervaardigd Kostbaar beeldje 1470 en eigendom Haar kamer te «tn geraffineer- Museum, een afdeling de mengeling van modern com- in de oorlog verdwen fort en antieke stijl, efficiency het slot Loevestein en onder de Domtoi en speelse toepassing van kleu- Utrecht waar ze onbeschadigd in 1945 te ren. Een chaise longue en bij- voorschijn kwamen, passende stoeltjes met hetzelfde gobelin bekleed. Een Kaapse precies dezelfde tint rose voorkomt. In het midden van de kamer een grote werktafel met uit getrokken bladen; daarop de schrijf machine zonder kap, mét brieven en pa perassen, Dit is de kamer van een kunstzinnig werkza me vrouw die orde in haar leven wist te scheppen. „Ik werd in Dor drecht geboren. Va der was er b(j de rechtbank. Ik be zocht de lagere school in Zierikzee." Aan Zierikzee heeft zij haar hart verlo ren. Het geslacht De Jonge is afkom stig van Schouwen. De eerste burge meester in 1813 was jonkheer De Jonge van Campers Nieuw- land. Dat feit werd in 1863 herdacht. Daaruit is voortge komen dat er iedere vijf jaar een familie reünie in Zierikzee plaats vindt. Al de WKKKKM PJH kleuren telefoon. Een kastje met keurig met de vloerbedekking waarin Konden we ons de vorige zocht in een meer compact en ct keer alleen nog maar verdie- bij de bruidsjapon beter c pen in gissingen omtrent de gepast, ietwat ouderwets c bruidstooi van onze kroon- doend arrangement. Maar het 1 prinses, nu weten we dat het ging om- een goede aan- 1 bruidstoilet van vorstelijke al- passing van de bloemen bij lure was, dat de bruid noch het princessmodel van de ja- f bloemen in het haar, noch pon en deze had men vol- een corsage droeg. Daardoor maakt getroffen. viel meer de aandacht op de zeer ongemene bruidsboe- Het publiek vroeg zich af i kgf, waar deze bloemen vandaan ko- J men en daarom leek het Oorspronkelijk had de firma nu sprookje voorbij is, v< Frankenhuysen, de vervaar- aj v00r onze vrouwelijke lezers c digster van deze koninklijke aardig om er iets meer van te boeket, de keuze laten vallen yertellen. op de witte phalaenopsis amabi- lis, de zuiver witte bruidsorchi- u/. U-sc dee. Maar juist omdat deze or- YVdlTTie Ivab chidee zo intens wit is en het Het bolgewas Eucharis gran- toilet meer roomkleurig getint difl0ra. ook bekend als Eucha- was. wond men het contrast te ris amazonica, ajkomstig uit groot. Toen meende men ineu- Zuid-Amerika, behoort tot de charts de luiste tint te hebben famjije der Amaryllidaceae en 1 gevonden, een bloem die de vormt groenblijvende vaste meesten van ons niet kennen. pianten met zéér welriekende ï"aaL als bruidsbloem zeer bloemen op lange stelen. Er ",nvarT£ kunnen zich 3-6 bloemen cUiHrnf de stengels ontwikkelen en ter en bijzonder stijlvol. kunnen zowel vroeg in Voor de bruidsboeket van voorjaar> februari - maart, prinses Beatrix waren m totaal bloeien, als nogmaals in twintig bloemen en knoppen De Eucharis wordt bij o: van dit bijzondere bolgewas ge- de warme kas gekWeekt t.. n^nuÉ!® toets beeft een temperatuur nodig 22-25 gr. C. Als kamerplant Opgeborgen len. afgewerkt met enkele strak- moeten ke blaadjes van de lelietjes zelf en het in de tint van het toilet gestreepte pandanusblad. Slechts een smalle strik van lint vorm de de afwerking van het hand vat, dat licht gebogen was. Licht De boeket was uiterst licht niet aan beginnen. Bij keur staat ze in de volle grond van de kas en bloeit dan meestal rijker dan wanneer z in pot wordt gekweekt. Het wel mogelijk om een plant i knop op te potten en in d kamer te laten bloeien, mas daarna brengen we haar toch elke bloei een korte rustperi- 1 te dragen en over de wijze ode moet doormaken. waarop onze kroonprinses Misschien is het wel goed dat haar bloemen droeg, was de deze exclusieve bruidsbloem bloemist uiterst tevreden. Er- vanwege haar hoge eisen nooit varen in het dragen van hand- een populaire kamerplant zal boeketten, droeg prinses Bea- worden, want daardoor blijft sa trix de bloemen dicht tegen »»-»««»= haar toilet aan. Men had zichfjijj~ door het klassieke model ne[ u s het bruidstoilet niet laten lei- kroonprinses! de meesten onbereikbaar, maar desondanks een associatie mei het sprookjeshuwelijk van onze A- C MULLER-IDZERDA den, kostuumkunde, schilder kunst, Delfts aardewerk en majo lica. „In 1923 publiceerde ik Hollandische Möbel- und Raum- kunst, in 1924 Sieraden toege paste kunst in Nederland, in 1936 Het kostuum onzer voorou ders, dat tot stand kwam na de tentoonstelling in de Ridderzaal in samenwerking met mevrouw Meihuizen-Ter Braak, („dat is erp leuk geweest Een énige E„UwmkUnde vrouw, zij woont boven me in de flat. De tentoonstelling ging naar Den Haag, Arnhem en Rot terdam. Voor het Centraal Majolica. Nog steeds schrijf ik vrouwe De Jonge is sinds de op- vrouwe. „In die functie hebben Museum kreeg ik ook een mooie vele artikelen in binnen- en bui- richting in 1948 vice-presidente we haar onlangs een zilve- collectie bij elkaar. In die tijd tenlandse vaktijdschriften". van het Landelijk Comité eollee- ren beugeltas aangeboden en tie Nederlandse Klederdrachten, een pijp voor prins Claus. Ande- Tot een jaar of twee terug dat tot stand kwam bij het gou- re aktmteiten van dr. De Jonge :',J De Jonge zelfs nog le- den jubileum van koningin Wil- zijn kunstreizen met steun van zingen. „Sinds mijn pensione- helmina. De collectie is in bruik- stichting Zuiver Wetenschappe- ring doe ik niets anders dan leen gegeven aan het Open- lijk Onderzoek. Ze bezocht Hol- kostuumkunde en Delfts aarde- lucht Museum. Nu is de collectie landse tegelkamers in Duitse en werk. Zo'n onderwerp heeft me eigendom van koningin Juliana Franse kastelen (Brühi, Ama- dan helemaal te pakken." Jonk- en prinses Beatrix is bescherm- liënburg, Rembouillet) en schreef daar ook over met praeh- r^wowwlilv,^^ tige illustraties. Natuurlijk heeft Zeeland haar speciale interesse. „Publiceren: ik hoop dat ik dat nog een tijdje voort mag zetten. (Laaht om zichzelf:) Soms heb ik wel eens een gaatje in mijn hoofd, dan schieten me namen en jaartallen niet direct te bin nen. En nu heb ik u wel genoeg over mezelf verteld". van Scorel in de serie Palet. In 1941 Een eeuw Nederlandse kostuumkunde mode, in 1947 Nederlandse Beeld houwkunst en Oud-Nederlandse deze kostbaarheden op over de hotels en pensions, met een groots diner in ho tel Mondragon. In 1924 schreef W. Wij- kast en een moderne ladenicast; gestapelde telefoonboeken. Ande- in opdracht van de familie een op de schoorsteenmantel een ]'et stijl-stoelen waarvan de be- geschiedenis en genealogie van prachtig gaaf albasten klok- kleding met de hand geborduurd het geslacht De Jonge. kenstel „nog van grootma ge- werd (in petit point). De zacht- weest" daarnaast een witte rose kleuren corresponderen q: rQctr\c& '-'•htin -iiinn rirt 1 1 'V-G Na dit „terzijde" pakt ze de draad van haar levensloop weer op: gymnasium in Den Haag, studeerde aan de Universiteit van Leiden Nederlandse lette ren. Ik had graag kunstgeschie denis gedaan, maar dat was nog niet aan de orde in die dagen. Caroline promoveerde in 1916 op een kunsthistorische dissertatie: Bijdrage tot de Noord-Neder landse kostuumgeschiedenis. Van Leiden ging ik naar de uni versiteit van Utrecht om kunstgeschiedenis te studeren bij prof. dr. W. Vogelsang. Door dat ik alle examens had gedaan, was ik van 1913 tot 1917 assisten te aan het Kunsthistorisch Insti tuut der Utrechtse Universiteit, van 1917 tot 1941 conservator aan het Centraal Museum aldaar en van 1941 tot 1951 directrice. In 1941 werd het museum gescheiden van het archief, waar aan het tot dan toe verbonden was. Het Centraal Museum heeft drie collecties: één van het aartsbisschoppelijk museum, een van het Provinciaal Utrechts Ge nootschap met Romeinse Oudhe den uit Nederland en dan het Gemeente Museum. Als directri ce was ik hoofd van het hele gebouw, organiseerde tentoon stellingen en schreef in die tijd over Utrechtse kunst. Mijn grootste voorrecht was mee te werken aan de opbouw en tot standkoming van aanwinsten van meer importantie. DE MEESTERES van het Elysée houdt van eenvoud, maar de ironie van het lot wil dat ze luisterrijke ontvansten moet geven in het paleis dat al bewoond werd door madame de Pompadour, Pauline Bonaparte en zestien presidenten. Charles de Gaulle is zijn tweede ambtstermijn begonnen. Dat betekent dat mevrouw De Gaulle zich moet houden aan zijn stijl en de etikette moet eerbiedigen, al verafschuwt ze dat alles. De generaal houdt van stiptheid en luister en respect voor het protocol. Gelukkig staan mevrouw De Gaulle tweehonderd veertig vrouwen en mannen ten dienste Marie-Claire doet een boekje over dat legertje hulpkrachten open. Het huishouden op het Elysée loopt op rolletjes, dank zij de hulp van o.m. 25 rechercheurs die meestal onzichtbaar zijn. Er zijn achttien telefonistes en telegrafisten, twee póstboden en twee brandweerlieden. Elf chauffeurs, vijf tuin lieden, zevenentwintig schoonmakers- en -s-ters, twee poetsers, twee stoffeerders, vier zitverbéwaarders, een schrijnwerker, vijf linnenmeisjes, drieëntwintig leden van de secretarie met twee privé secretarissen, vier maltres dTiotel, een opzichter over de inventaris, vijf koks, een opzichter over de wijnkelder. De intendant kiest de menu's uit, er zijn tien tafel-bedienden, twee huisknechten en een „aboyeur-huissier" die de gasten aaakondigt. Dat zijn ze nog lang niet alle 240! Bij grote ontvangsten wordt extra personeel aangetrokken. De generaal zou dol zijn oo gekook te eieren, asperges en kaas. De meester-bloemist op het Elysée werkt daar al sinds 1946. Hij dassen voor haar echtgenoot en Mevrouw De GauUe uoont veel heeft zijn werkplaats op de derde laat zijn costuums vervaardigen op ontvangsten bij. Hier staat ze op het verdieping. De bloemen_ die liet een eerbiedwaardig oud atelier bordei m„ Kr,,,, president Lopez Mateos. dat Napoléon nog onder zijn klan ten kon tel lenOn het Elysée vindt ongeveer eens per week een ontvangst plaats. Drie maal tei-vleugel van het paleis) kerke- Mevrouw de GauUe doet graag zélf per week nodigen de de Gaulles in lijke hoogwaardigheidsbekleders, haar boodschappen, ze kiest de hun privévertrekken (in de rech- kennissen, medewerkers en familie meest gezien worden? Tulpen rozen. De bureaus worden opge fleurd met azalia's of chi-ysanten. uit. Wordt een ontvangst afgezegd, geen nood. Mevrouw de Gaulle zendt de lekkernijen naar kinder huizen en ziekenhuizen. Voor een groot diner met tweehonderd cou verts, gevolgd door een receptie voor tweeduizend personen, wox-dt de tafel afgenomen in zeventien minuten! Misschien vindt u het aardig om te weten dat het ser vies een bord bevat met een re- produktie van een Ruysdael; dat de klokkenmaker iedere maandag de 137 pendules opwindt en dat voor het schoonmaken van de kristal len kronen die 600 kg. wegen twee schoonmakers acht dagen nodig hebben Breien Anne Rouanet heeft het alle maal onderzoóht en zij zegt dat het de eerste keer is dat de geheimen van het EVysée-hwis- houden worden gepubliceerd. Waarschijnlijk is dit te danken aan de bescheidenheid van Yvonne Charlotte Ann-Marie de Gaulle-Vendroux, die pas op leeft als ze in haar buitenhuis haar zoon Philippe en dochter Elisabeth met de kleinkinderen ontmoet. Het zorgenkindje Anne overleed, in 1946. Naar haar werd de ,Arvne de Gaulle-stich- ting" genoemd. Mevrouw de Gaulle heeft een grote belang stelling voor de opvoeding van debiele meisjes, waarover de stichting zich ontfermt. Ze zou ook ontspanning zoeken door het breien van kinderkleren voor arme gezinnen. ENKELE morgens in de week brengt een stukje werk mij voorbij eindeloze blokken nieuw bouw. Als ik ga zijn de meeste gordijnen nog dicht, hier en daar zit een kamerjas achter een ont bijt. Maar als ik terugkom wappe ren dekens en rissen japonnetjes van diverse balkonnetjes en moet ik weer tussen miezerbuitjes en blank voorjaarslicht door constate ren dat het lente wordt. En, zeg ik dan tegen mezelf, dat zul je mer ken in de Open Brief. Maar als ik thuiskom is er weer een pakje post, tegen de verwachting ir.. En men blijft aan de onderwerpen kle ven: nozems, hemel, verkiezingen. En dieper zaken daarachter: ziek te, dood, opheffing van leed. De begin maar en zal proberen tastend en zoekend mee te pra ten. Hoor eens. zegt iemand, je wilt toch niet beweren dat er geen geestelijk leven is later, waarvoor is Christus dan gestorven. Je liet nog meer volgen, maar ik beant woord dit eerst. Ik heb willen zeg gen dat ik geen „aards" beeld van de hemel heb. Ik kan me niets voorstellen, ben gewoon blanco. Ze ker stel ik me geen engel voor, ik zou niet weten hoe dat zou moe ten. niet alleen is de bazuin me te veel maar een serene menselijke gestalte met eventuele vleugels ook al. Wat weerzien is weet ik ook niet. Natuurlijk begreep ik wel dat de bazuin bij wijze van spreken was van jou maar erach ter zat toch een beeld ik wou je zeggen dat ik dat beeld niet heb. Ik vind het echter boeiend mensen te ontmoeten die wel een beeld hadden of hebben. Denk aan het mooie voorbeeld van ds. Buskes aan wie door een stervende Texelse boer werd gevraagd: zijn er ook schapen in de hemel, domi nee? en die antwoordde: ja. Het zou ook mijn antwoord zijn. Het beeld doet er niet toe. Het is wat jij ie voorstelt aan opperste heer lijkheid, aan harmonie. Jij, dat is: ieder persoonlijk. De schilderkunst is er vol van, en wie ooit het landschap rond Florence proefde, weet dat er „hemel" kan zijn in de lieflijke lijnen van dc heuvels, de verten, de geui\ het licht. Er zijn kinderen gestorven die wisten dat zij straks een lang wit kleed zouden dragen en altijd blij zouden zijn dat is goed, dat is r als lijkerwijs iets waar kan zijn. Er zijn mensen die zeker weten dat zij elkaar na korte tijd van schei den weerzien, op welke leeftijd en hoe. dat blijft vaag, maar het zal gebeuren. Eenvoudig omdat, als het niet zou gebeuren, alles ineen zou storten. Waar is anders de dood voor verslonden. Waar is an ders geloof voor dat dit leven maar een voorspel is tot een an der, heerlijker, volmaakt bestaan? Nietwaar, briefschrijfster, zo be doel je het? In de Tweede Wereldoorlog werden de allergrootste kost baarheden opgeborgen: de Jeru- zalemvaarders van Jan van Sco rel, het Utrechts Psalterium gin gen in de gewelven onder de Domtoren. De mindere kostbaar heden werden, tegelijk met een heleboel rij'ksdingen, opgebor gen op kasteel Loevestein, behal ve de stukken die naar de schuil kelders in de duinen gingen. De derde categorie verdween tijde lijk in de scherf vrije kelders van het museum. In 1945 heb ik alles weer mogen terughalen! Er waren twee jaren voor nodig om alles weer in orde te krijgen. Weet u, het museum is veel te klein. Pogingen tot uitbreiding zijn nog steeds niet tot stand gekomen; er is veel tegenslag ge weest, en nog." Uit dat laatste blijkt, dat jonkvrouwe De Jonge nog steeds meeleeft met „haar" museum! „Van lieverlee moest ik ook aan het moderne systeem wennen van veel tentoonstellin gen houden, om de aandacht op de collectie te vestigen. In 1928 vervaardigde ik een catalogus van het Historisch Museum, in 1933 een catalogus van de schil derijen, in 1952 een schilderijen-, prenten- en tekeningencatalogus. Het wordt aan je eigen initiatief overgelaten hoe je zo'n museum beheert. Ik kocht bij voorkeur Utrechts zilver, dat van kunstwaarde voor Utrecht was en werk van Utrechtse zil versmeden. Er was een prettige samenwerking met suppoosten, een assistent, een secretaresse; ook met de museumcommissie onder voorzitterschap van de burgemeester. Het houden van tentoonstellingen neemt steeds toe". Bezorgd zegt ze: „er blijft weinig tijd over voor we tenschappelijk werk." Wetenschap Jonkvrouwe De Jong vond wél tijd voor wetenschappelijk werk. In het lijstje dat hier volgt kunt u haar speciale inte ressen vinden: meubels, siera- Veel brieven ontvangen wij in de trant van: „Moet de Staat nu overal voor gaan zorgen" en „Zijn we dan nooit tevreden" of „Hebben wij Christenmen sen dan helemaal geen vertrouwen meer?" Daar om vonden wij de brief van mevr. H. W. tc D. zo fijn. Zij schreef duidelijk. Wij citeren: „Uw onder werp heeft me aan het den ken gebracht en eerlijk gezegd, ik zou zelf niet op het idee gekomen zijn, maar het gaat hier om een belangrijke zaak. Door een goede voorzie ning zou veel zorg weggeno men kunnen worden. Zouden de kerken niet iets kunnen organiseren gecombineerd met b.v. gezinsverzorging? Het lijkt mij nl. goed dat het werk in een meer persoonlij ke sfeer plaats vindt. Zelf heb ik gezinshulp, ik ben er dolblij mee. Maar wie beter dan de leidster daarvan weet dat je het écht- nodig hebt. Ook als je door familie, ken nissen of buren geholpen wordt kan het geld kosten. Vooral als het lang duurt. maand een bedragje uit te trek ken voor dit fonds en de zieke huisvrouw kent één zorg min der. Ik ben veel door kennissen en buren geholpen, op het laatst durfde ik het bijna niet meer te vragen. Je weet nooit of het wel uitkomt. En dat vind ik nu zo heerlijk nu ik ge zinshulp heb; je weet welke tij den zo'n meisje komt je laat haar merken dat je dankbaar bent voor haar hulp en tegelijk kun je overleggen wat het beste gedaan kan worden. Het is voor de huisvrouw zenuwslo pend om zelf niets te kunnen doen, zo'n gezinshulp maakt je weer wat rustiger en neemt veel zorgen weg. VHen zijn dus zinshulp. de buren en familie- dienst. Of is er dan zo'n tekort aan liefde dat we geen hulp meer voor de ander op kun nen brengen?" Niet te hoog Ook onze trouwe schrijfster mevrouw N. D. te H. geeft over dit onderwerp haar me ning: „Ik vind dat er wél 'n premie betaald moet wor den, maar niet te hoog. Het lijkt mij nl. de groep die er het minst misbruik van zal maken (daar moet toch altijd rekening mee gehouden wor- en ik hoop uit te voeren is." (Hartelijk dank brief, mevr. W., en u van harte beterschap. iets wat meestal van korte duur is. Zelf heb ik rugklach ten, het is al de vierde keer dat ik niet in staat ben mijn gezin zelf te verzorgen, en artsen heb- ben mij gezegd dat het zich EenZlidia steeds kan herhalen. Ik ben nu tweeënveertig jaar, misschien begrijpt u dat de vraag weieens in me opkomt, wat ons nog te wachten staat. Kan er niet een soort fonds gesticht worden, net zoals bij de Kruisverenigin gen? Iedere huisvrouw, gezond of ziek, betaalt een bedragje. Heeft ze hulp nodig, dan kan dat via het fonds. Zorg minder De gezonde huisvrouw kan dan toch ook haar naastenlief- betrachten door iedere „Over het algemeen is er uit de rubriek „Dialoog" wel wat te leren: dit onderwerp vind ik echter bar eenzijdig" schrijft mevr. J. V. te B. „Mij dunkt, als we er als Christenvr~—"en bij leefden dat ons bij ons huwe lijk de allerbetrouwbaarste verzekering is meegegeven, wij ons niet druk behoefden te ma ken over het probleem dat thanS aan de orde gesteld is. Als je daarbij -ft. mag je er varen dat je. hoe naar en ake lig alles mag zijn. toch de kracht krijgt die nodig is. Bij langdurige ziekte is er de ge- den). Wie vindt het als huisvrouw leuk het heft uit handen te moeten geven?" Tot slot een brief van dhr. V. te dll. „Ik zou willen wijzen op de mogelijkheid om bij een ver zekeringsmaatschappij een on gevallen- en een ziekengeldver zekering te sluiten. Deze verze keringen waarborgen een uitke ring ingeval van blijvende inva liditeit en tijdelijke ongeschikt heid ten gevolge van een onge val en/of ziekte. Voor blijven de invaliditeit kan een kapitaal en/of rente verzekerd worden. Bij ongeval wordt de te verze keren weekuitke-' -g v—r tijde lijke ongeschiktheid uitgekeerd over een onbeperkt aantal da gen. Voor ongeschiktheid tenge volge van ziekte kan een verze kering worden gesloten die over maximaal één, twee of drie jaar uitkering geeft. Ver der bestaan er nog de arbeidson- ongeschiktheidsverzekeringen. die de te verzekeren jaar rente uitkeren, tot aan het eind van het verzekeringsjaar, waar in de zestigjarige leeft:-»'» is be reikt. Deze verzekering, die zowel uitkering bij ongeval als bij ziekte geeft, kent een wachttijd van zes maanden: de uitkering eindigt als de invaliditeit bene den de vijftig procent daalt. De ze condities gelden voor huisvrouwen. Uiteraard kan de ze verzekering voor personen die een beroep uitoefenen op gunstiger voorwaarden worden aangegaan. Ik ben er van over tuigd. dat de bonafide verzeke ringsmaatschappijen ook voor de huisvrouwen een passende verzekering kunnen aanbieden. De premies kunnen wat hoog voorkomen, maar in deze tijd van welvaart waarbij zeer veel mensen in staat zijn een tv-toestel aan te schaffen en an deren er nog een auto op na kunnen houden, moet het toch ook mogelijk zijn een bedrag voor dit soort verzekeringen op zij te leggen." Mode Met deze zakelijke advie zen sluiten we de sociale voor zieningen. Onze volgende dia loog vraagt uw oordeel o - ver de mode* Daar behoe ven we weinig aan toe te voe gen. Wij hopen, dat deze keer ook de tieners en twens eens in hun ballpoint klimmen. blad-Zij geeft je nü de gele genheid! Doen. Meteen. Ver geet het keuzeboekje niet te vermelden in de brief, die op de enveloppe graag de aante kening dialoog heeft. EN onze Heer komt ons hier bij te hulp en laat ons onze niet uitgewerkte gedachten, geeft ons landschap en schoonheid als aanduiding van volmaakte harmo nie, geeft ons genegenheid voor mens en dier, maakt ons zachtjes duidelijk dat wij alles slechts tea dele vatten. Dat is niet erg, alles wordt nieuw. En Hij stierf voor ons een heel duidelijke dood, voor de tijd waar- in het gebeurde zelfs een bijzon der spectaculaire dood, zodat nie mand zich achteraf op die dood kon bedenken en zeggen dat het een fabeltje was; de dood kon niet duidelijk door opstanding overwon nen worden als er geen gruwelijk lijden en sterven was geweest. Zou het heden ten dage gebeurd zijn, dan zou een vreeslijk onge luk hetzelfde effect kunnen heb ben. Dit in antwoord op weer een vraag. Maar nu nog even terug naar dal beeld van de hemel. Van wat zaligheid is. Wat „koninkrijk Gods" is. Ik kan me niets voorstel len. zei ik je. ben gewoon blanco. Dat komt geloof ik omdat ik hier op aarde al zoveel hemel zie. Er is hier misverstand, verdriet, er is de dood. Maar soms zie je mensen in vurig geloven en volhouden naar begrip toeleven. Bidden om naastenliefde. Vechten tegen haat en verachting. Dat is hemeL Soms zie je mensen ziekte verlichten, zie je hoe ze zich inleven met als enig doel de ander niet eenzaam te laten zijn; zie je artsen en ver pleegsters mensen behoeden voor vertwijfeling, zie je geleerden rusteloos zoeken, dat alles is he mel. Verbanning van smart, dat is hemeL De dood heeft naar het schijnt nog het laatste woord maar je ziet mensen zich over de opvoeding van hun kinderen buigen, je ziet ze hun best doen om te komen tot gesprekken die ze naar de mens gesproken want we zijn alle maal liever lui dan moe niet zouden willen aangaan. Zo nemen ze angst weg voor hun kinderen en hun naasten en zichzelf. Dat is hemel. Dag in dag uit worden bittere woorden ingeslikt. Dag in dag uit belijden mensen elkaar hoe hart verscheurend zij elkaar kunnen wonden als zij daarvoor niet worden bewaard, en elkaar ook willen bewaren. Dag in dag uit worden kopjes koffie aangereikt, boeken geleend, ogenschijnlijke kletspraatjes gehouden, alles in de naam des Heren, om te zorgen dat er vreeslijke dingen niet gebeuren. Overal wordt hel voorkomen: dat is hemel- Het ongeziene koninkrijk weeft zich door de voor handen zijnde werkelijkheid heen. zoals licht over een landschap. T^N dan besef ik terdege dat er bij ons nog niets van te recht komt. We zien ten aanzien van wat het eens zal zijn in eer. beslagen spiegel. Een spiegel waar voor we zelf nog het hardst staan te ademen. Goed, maar zo kan ik toch wel verder. Zonder beeld, zon der wat het ook maar bij mogelijk heid eens zal zijn maar met een werkelijkheid: die van het werken van Christus, nier. en nu. Pasen is niet voor later alleen Voor als er niemand meer tobt. gilt van pijn. doodgaat. Pasen begint al bij het frisse strijkgoed, bij de vreugde dat anderen kunnen leven door uw tipedoen. Wat zou hemel ander» zijn. in beginsel, dan dat begin?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 15