Eerder, verder en duurder met vakantie Het weerzien D Paardenfotograaf moet proporties goed zien Reisbureaus zijn begonnen aan de grote slag Elk toestel is geschikt Door Gijs G. de Groot ZATERDAG 5 FEBRUARI 1"6# (Van een onzer verslaggevers) E KALENDER toont nog de sneeuwfoto's, de winter sport-hotels draaien op volle toeren, maar de zomervakantiefolders vallen alweer in de bus: vroeger dan vorig jaar is de run op reis bureaus van start ge gaan. Kleurrijk ge drukte reisprogram ma's in oplagen van honderdduizenden j liggen al klaar voor de vakantievierder-in-spé, die inzet is van massa le propaganda-acties Nog vroeger dan voor heen bieden de bu reaus hun reizen aan, want ervaring heeft geleerd, dat de eerste de beste kansen heeft bij de plannen maken de toerist. i's advertenties in de bladen lokten al in december naar Middellandse Zee, zon nige bergtoppen en exotische stranden. De resultaten daar van bleven niet uit. Er zijn bureaus, die nu al veertig procent meer boekingen heb ben genoteerd dan vorig jaar om deze tijd. Al geeft dit nog geen duidelijke indicatie voor het totaal aantal reserverin gen, de verwachting is toch wel, dat er komend seizoen meer en ook duurder zal wor den gereisd dan vorig jaar. Zeker, waar het de vliegrei zen betreft. K.L.M. en de bei de chartermaatschappijen, Martin's Air Charter en Schreiner Aero Contractors, hebben al contracten afgeslo ten voor in totaal 170.000 pas sagiers, dat is 50 000 meer dan in 1964! Maand eerder De vakanties zullen een maand eerder op gang komen dan vorig jaar, verwachten de meeste bureau's: in mei en juni al. De dit jaar voor het eerst wat meer geplande vakantie spreiding zal de piek ook iets terugschuiven, al zal het in de traditionele periode van half juli tot half augustus overal druk blijven. Die spreiding is er wellicht oorzaak van, dat men vroeger dan anders reserveert. De NCRV: vorig jaar kregen wij de eerste boekingen in maart, nu zijn ze er deze maand al. Voor verscheidene voorjaarsreizen zijn we al volledig volgeboekt. Ook de meeste bootreizen naar Israël van de zomer zijn zo goed als uitverkocht. Favoriete lan- den? Spanje staat nog steeds glo rieus bovenaan, gevolgd door Ita lië en Zuid-Slavië. Maar de be langstelling voor verder weg ge legen gebieden, het Nabije Oosten en Noordafrikaanse lan den, is nog steeds stijgend. De NRV: we verwachten dit jaar 20 a 30 procent meer reizen te maken dan vorig jaar. Vooral het aantal privé-reizen zal sterk toenemen. Wat de bungalows be tref4": die zijn voor een belang rijk deel al verhuurd. Hier valt de piek in juni. Bij Lissone Lin deman noteert men eveneens een aanzienlijk groter aantal boekingen, maar van vakantie- soreiding heeft men hier nog niets gemerkt. Verder en duurder op vakan tie. Dat is de algemene tendens. Dit blijkt wel uit het ieder jaar omhoog gaande aantal luchttoe- risten. De KLM rekent op 50.000 pas sagiers (vorig jaar 42.000): 37.500 voor de Ité-chartervluch- ten en 12.500 voor de Ité's op de lijndiensten. MAC verwacht er 50.000 (vo rig jaar 37.500) en Schreiner 70.000 (vorig jaar 42.000). Met kunst- en vliegwerk pro beert men aan die vraag te vol doen. De KLM zal veel nacht vluchten uitvoeren, omdat dit de enige tijd is waarin de toestellen van het Europese luchtnet onge bruikt op Schiphol staan. MAC zal zijn 3 DC-7c's, zijn Convair (die dan zal zijn uitgerust met snelheid verhogende turbo props) en indien nodig zijn DC-4 en vijf Dakota's inzet ten om de stroom op te van gen. En Schreiner, die thans be schikt over twee Friendships, een DC-3 en een DC-7c zal er zijn vloot zelfs voor uitbreiden met o.m. twee Friendships. Waar men die vandaan zal halen, wil men nog niet .bekendmaken. In ieder geval niet bij Fokker, want daar kan niet meer op zo'n Pendelen Tientallen vliegtuigen zullen pendeldiensten gaan onderhou den op de vakantieoorden. Voor al in de weekends zullen ze vrij wel geen uur aan de grond kun nen staan. De toerist vertrekt het liefst in het weekend en komt graag op een zaterdag te rug, zegt men bij Schreiner. En daarmee moeten wii rekening houden. AI het beschikbare ma terieel moet dan in paraatheid worden gehouden. Prijzen Opvallend is, dat de meeste reisbureaus hun prijzen ondanks de kostenstijgingen nauwelijks hebben verhoogd. Voor een slor dige 600 gulden kan men al een 14-daagse reis naar Egypte of de Libanon maken. Er wordt voor miljoenen omge zet, maar de winstmarges zijn dikwijls maar enkele tientjes per passagier. Fel wordt gecon curreerd om maar een zo groot mogelijk aandeel van de zich steeds uitbreidende markt in handen te krijgen. Een buiten landse vakantie hoeft nauwe lijks meer duurder te zijn dan een binnenlandse. De folders laten er geen twijfel over bestaan. Voor een handvol briefjes van honderd genieten aan subtropische stranden, op romantische pal- men-boulevards. Maar voor meer gaat men ook. Grif wor den bedragen van 1500 gul den betaald voor reizen naar bijbelse landen. Op geld wordt steeds minder gekeken. De reisbureaus maken er dankbaar gebruik van. EEN PAARD is anders dan elk ander dier, het is zouden we haast zeggen menselijker. En door de eeuwenoude ver trouwdheid van de mens met het paard als huisdier, wordt het anders gewaar deerd, als een vriend bijna. Aan geen enkel ander dier of het zou de hond moeten zijn kan een mens zo sterk hechten als aan een paard. Daarom be hoort het ook tot de meest afgebeelde dieren in de kunst. Er zijn schilders ge weest, die zich een leven lang hebben toe gelegd op het schilderen van paarden. En het aantal keren dat er een camera sluiter heeft geklikt om een paard te fotograferen, zal wel in de miljoenen lopen. Toch varieert de waardering voor het paard landelijk en zelfs plaatselijk heel sterk. Bewoners van de randstad Hol land zullen er meestal niet meet- in zien dan een dier op vier poten en dan zien ze het boven dien nog verkeerd ookwant het paard is het enige dier dat bénen heeft inplaats van poten. En een hoofd inplaats van een kop. Die benamingen bewijzen op zich al de liefde van de mens voor „Equus cabaillus" zoals het paard bij de geleerden heel. Groningers, Friezen en Zeeuwen daarentegen staan bekend als echte paardenliefhebbers. ■rrukking zullen bren- Miljoenen camerasluiters heb ben er al geklikt om een paard te fotograferen en daaruit zou u kunnen afleiden, dat het por tretteren van een paard een simpele aangelegenheid is. Maar dat is allerminst waar! Zeldzaam Eeh werkelijk goed portret van een paard, is zeldzaam, vraagt u dat maar eens aan een paardekenner. Een mooi paard heeft namelijk bepaalde proporties, afhankelijk van soort, raszuiverheid, ge slacht en leeftijd. Wanneer wij vlak voor een paardehoofd staan, zien we dat hoofd onevenredig groot ten opzichte van het paardelijf. Eigenlijk drukken we ons ver keerd uit: het is onevenredig groot, maar we zien het niet, omdat ons oog deze onevenredi ge verhouding wel „doorgeeft" naar de hersens, die echter blik semsnel het beeld omzetten in zijn juiste verhoudingen. Het camera-oog mist echter die corrigerende hersenen en re gistreert alleen wat het ziet: een heel groot hoofd met een veel te klein lijf. Daarom moet de man achter de camera het denkwerk overne men en er voor zorgen, dat de camera iets te zien krijgt, dat volkomen natuurlijk is en in de juiste proporties. Dit laatste is het moeilijkste deel van de paar- denfotografie, maar ook het be langrijkste. Het vereist niei alleen een tikje kennis van wal een lens „ziet", maar ook ee" zekere kennis van het paard Dan pas kan men met succes foto's maken, die ook een ken- Dankbaar Doch omdat lang niet iedereen zulke hoge eisen stelt, is ook voor de gewone amateurfoto graaf het kieken van paarden een dankbare bezigheid. Bij landschapsfotografie kan een paard voor de nodige sfeer zorgen, op het strand leveren de stakkerds die de hele dag met kinderen op hun rug moeten rondsukkelen. tóch soms nog een bijzonder leuk plaatje op en zelfs het paard van de schille- man kan stemming brengen in uw prent van een verregende of besneeuwde straat. Elke camera Dit soort foto's kan met prak tisch elke camera gemaakt wor den, van box tot super-de-luxe toetel met „vijf versnellingen vooruit en onafhankelijke voor vorkvering". Voor foto's van draverijen en springconcoursen is de eenvoudi ge camera echter ongeschikt. Voor een springend paard b.v. is een sluitersnelheid van 1/500 sek. voorwaarde en dan moet u het dier nog niet eens van opzij nemen, want dan redt u het met die 1/500 ook niet! Schuin van voren is het juis te standpunt en daarbij dient u door de knieën, te zakken of neer te hurken. U „hecht" daar door paard *n ruiter tegen de wolkenlucht, waardoor een rusti ge achtergrond gewaarborgd is en de sprong bovendien' helang- rijk hoger schijnt dan hij is. Als film is een 21° Din erg geschikt (als het weer niet don ker is tenminste). Met een tikje zon komt u dan al gauw op 1/500 bij lensopening 5.6 of 8. Zorg er bij het opstellen voor iat u enkele meters uit de route van het paard blijft en blijf ook -rnver bij de hindernis vandaan, dat een weggeschopte balk of een vallend paard u niet treffen kan. Stel van tevoren in op de hin dernis, dan behoeft u bij de sprong alleen maar op de knop te drukken. Doe dit pas als het hoogtepunt van de sprong be reikt is! Als u tijdig de organisa toren van draverij of concours vraagt om toestemming om te fotograferen, krijgt u zeker alle medewerking. Slanker Ook stilstaande paarden kunt u het beste schuin van voren nemen. Wilt u de sierlijkheid van de paardebenen benadruk ken, neem dan weer een tame lijk laag standpunt in. De benen zullen dan langer en slanker schijnen. Wilt u het robuuste, stoere van een ploegpaard weer geven, ga dan juist iets hoger staan. De benen schijnen korter en er komt meer van de flanken en de rug te zien, waardoor het dier breder en forser lijkt. Eigenaars van een reflex-ca mera zijn hier in het voordeel, omdat zij in de grote zoeker op hun gemak het effect van het standpunt kunnen beoordelen. De achterkant van een paard is het minst fotogeniek. Tenzij u paardenkoopman bent en wilt la ten zien hoeveel biefstuk er wel aan het dier zit. Want bij het fotograferen van achter naar vo ren, worden deze.... biefstukken zullen we maar zeggen, onwaar schijnlijk groot weergegeven. Elke regel heeft uitzonderin gen, dus ook deze. Er zijn prach tige foto's gemaakt van bespan nen rijtuigen, van achteren naar voren genomen. Het hangt er maar vanaf, hoe veel smaak de maker van de fo to heeft... Maar al is het maken van goede paardefoto's moeilijk, toch.... nee, juist daarom zou u eens een poging moeien wagen. U zult er een massa van le renI JUIST nu hij het zo druk had deze avond, was de electriciteit uitgevallen. Tij dens het NTS-journaal liet het gemeentelijk engergiebe- drijf het afweten. En het leek er niet op, dat de leve ring van het licht, als één van de eerste levensbehoef ten, spoedig hervat zou wor den. De storing was defini tief. Ook buiten was het donker. Alleen waren er wat lampen van het schaarse verkeer. Gedoemd tot niets doen. Het was voor hem een vreemde ervaring. Op de ta fel lagen de- paoieren. Hij was in de stoel bij het raam gaan zitten. De lampen in de kamer had hij uitgedraaid. Zonder er een bepaalde re den voor te hebben. Het was nu al een half uur donker. De ongedurigheid groeide. Al een paar keer was hij het vertrek op en neer gelopen. Nu blijven zitten en ge woon niets doen. Het was een moeilijke opgave. De straat was doods. Even was er wat gepraat en geroep aan de voordeuren geweest. Langzaam kwamen zijn gedachten los. Gedachten, die je de baas moest blijven en ze.lf leiden. Het lukte slecht. Het beeld drong zich steeds sterker en scherper op. Frits. Frits de Leeuw. Nee. er kon niet meer aan getwijfeld worden. De man, die van middag bij het zebrapad stond te wachten op het groene licht om veilig te kunnen oversteken, moest het zijn geweest. Frits, als een keurige, nette en norma le verschijning. Eén van de vele belangrijken en onhe- langrijken, die over het Haagse Binnenhof plegen te gaan. Het verkeerslicht stond op rood. Het sprong op groen. De file trok op. Langzaam over het zebrapad. Aan de rand van het trottoir stond Frits. Zijn gestalte gleed langs het zijraam. Zoals hij altijd was geweest. Maar welvarender, meer voorko mend en indrukwekkender. Het gebeurde in een fractie van één seconde, dat Frits terug in zijn leven sprong. Het achteruitkijksoiegeltje ving hem weer op. Hij keek onwillekeurig de auto na. De file stopte. De man bij het zebrapad bleef naar zijn auto kiiken. Gefascineerd haast. Als verwachtte hij juist iets van deze wagen. Het spiegel tje gaf Frits verkleind en scherp weer. Het verkeer op het Binnenhof vraagt alle aandacht. Een onbekende drang deed hem plotseling omdraaien. Een joviaal ge baar met de hand. De man op het trottoir reageerde. Over zijn gelaat gleed een verwonderde trek. Daarna brak de lach van de herken ning door. Ook hij zwaaide. In het donker in de eigen kamer was deze ontmoeting met moeite te reconstrueren. Hij had omgedraaid in zijn auto gezeten. Lang? Bepaald niet. Achter hem was een getoeter losgebroken. Hij was verder gereden. Wat verdwaasd. Het spiegeltje van altijd had hem leeg ge leken, Het was de rest van de dag te druk geweest om er verder aan te denken. Misschien zou hij het weer vergeten zijn. Nu drong Frits zich ao.n hem op. Nee, niet de man in het spiegeltje. (Dat was een interessante foto, maakte hij zich zelf wijs). Maar Frits de Leeuw met wie hij twaalf jaar gele den samen had gewoond. Dat beeld nam hem deze avond in beslag. En hij wilde niet. In de donkere straat was nauwelijks leven te beken- Het pension lag buiten de stad. Zij hadden hun ge meenschappelijke kamer bo ven het restaurant van de tussen grote bomen gelegen uitspanning. Het was een lustoord, 's Zomers waren dikwijls grote groepen kinderen, afgeleverd door autobussen, in de speel tuin. Frits was een serieuze vent. Hij kon lang en met overtuiging redeneren. Maar zo, dat het niet verveelde. Dan leunde hij met zijn elle bogen op de tafel en hield zijn hoofd iets voorover. Hij kon ook goed naar je luiste ren. En de opvatting van een ander waarderen. Om weer met meer klem zijn eigen mening te laten horen. Zo was Frits plezierig in de omgang. Vrolijk en zelden humeurig. Ze waren even in de twin tig. Hun carrière moest nog beginnen. Frits zou op zijn terrein stellig veel gaan be tekenen. Hij was open en eerlijk en slaagde er in de mensen voor zich te winnen. Maar deze eigenschappen was hij zich niet bewust. Trouwens, over de toekomst spraken ze niet. Hoe lang duurde de storing nu al? Het viel hem op, dal de vlammen van de olieka chel een schaduwspel produ ceerden op het plafond. Wal kon hem Frits schelen en alles wat er was gebeurd? Kon hij de film in zijn hoofd als gevolg van die stomme ontmoeting van deze middag dan niet stopzetten? In hun grote kamer stond een radio. Zn luisterden er graag naar. Beiden hielden van dezelfde muziek. Eigen lijk was het met de radio begonnen. De avond, dat Frits plotseling was opge sprongen en schreeuwde: „Zet dat rotding af". Het was een rare, onverwachte reak- tie. De volgende dag vroeg Frits een eindje mee op te lopen. Tijdens deze wandeling bood hij zijn excuus aan. „Ik kon het niet meer verdra gen." Ze liepen verder. Niets zeggend. Want de kwestie was nog niet opgelost. Er was een verklaring nodig. Na een kwartier zei Frits en het kostte hem veel ener gie: „Weet je. ik ben bang. Echt bang soms". ..Voor die radio?" Minuten later pas kwam het antwoord: „Ja, ik geloof van wel. Je moet me begrij - pen. Ik hoor vreemde stem men in de radio. En ze be luisteren ons via het toestel." „Wat voor stemmen?" „Ik weet het niet. Maar ze moeten mij hebben." „Hoor je die stemmen al lang?" „Ongeveer een half jaar." „Zijn ze er altijd als de radio aanstaat?" Frits verzekerde: „Geluk kig niet. Een enkele keer." Het was een wat angstig gesprek geweest. Ze spraken af, dat Frits voortaan naar believen de radio zou afzet- ten. De eerste weken deed hij het zelden. Later draaide hij vaker het toestel af. Je kon het aan zijn ogen zien. wan neer hij het zou doen. Hoorde hij iets boven in het huis? Liep er iemand? Nu moest het uit zijn. De verbeelding begon hem par ten te spelen. Hij had zich zelf niet meer in bedwang. Hij draaide zijn stoel een kwart slag. Nu alleen maar zitten en niet meer denken. Frits was moeilijker ge worden. In zijn diensttijd was hij in Indonesië ingezet in de politionele aktie. Over deze oorlogsdagen had hij nooit verteld en het bij een eenvoudige mededeling gela ten. „Zij is beslist niet te ver trouwen", zei hij eens plotse ling even voor het eten zou worden opgediend. „Ze is een spionne. Ze werkt in opdracht." Op dat ogenblik kwam de hospita binnen. Toen ze de kamer weei had verlaten, was hij nog niet tot rust gekomen. „Ze hoort ook tot dat gemene stel." Er was verder niet veel over gesproken. Weer maak ten ze een afspraak. Frits zou steeds als tweede op scheppen en als tweede gaan eten. Zo zou hij geen risico Dagen konden verlopen, dat er niets gebeurde. Maar (Jan greep de onrust hem weer. Het was veel erger dan dat. Iets onweerstaanbaars nam hem in bezit. De eigenaar van de uit spanning had het ook op hem voorzien. En de postbo de loerde als vermomde agent naar hem. De radio stond zelden meer aan. Zo vielen alle vaste, ver trouwde punten voor Frits weg. Zo verloor hij veel om zich aan vast te klemmen. De geschiedenis drong zich aan hem op. In die twaalf jaar had hij er niet meer aan willen denken. Hij was er Ons kort >rhaal goed in geslaagd. Maar van middag het beeld, die foto in het spiegeltje. Hij haalde een zakdoek uit zijn zak en veegde het natte voorhoofd af. Zijn kleren plakte tegen hem aan. Toch was het nog tot een gesprek gekomen. Op een moment, dat Frits geen angst had. De zon scheen. Ze zaten in een bank in de speeltuin. Er hoefde niets gevraagd te worden. Hij vertelde. Hoe het was om echt bang te zijn. Zo, dat je jezelf helemaal kwijt was. Hoe een net om hem heen werd gespannen. Heel concreet. De organisatie van Soekarno zou toeslaan en wraak nemerif Hij praatte rustig, alsof hij het over een ander had. „Je moet me geloven. Je moet weten dat het echt is. Voor mij is het echt. Ze spoorden me op via die ra dio. Haar, de hospita, betalen ze. Maar met het eten lukte het niet. Ik weet dal hij ook in de organisatie is. Hij is ook communist. Er heeft een sluipschutter in die bomen gezeten. Meer dan eens." Frits vervolgde: „Ze kon den niets doen, omdat jij er steeds bij was. Jij moet bij me blijven. Anders ben ik dood..." Zo bracht hij verslag uit over zich zelf. Een kind, dat haast geen licht meer ziet. Het eind van dit gesprek was, dat een arm op zijn schouders rustte: „Je moet me vasthouden. Ik haal je er door. Je moet..." Waar was hij? Wat was het donker? Vanmiddag stond Frits zo gewoon voor het zebrapad. Het kon niet. Bang. Frits was zo bang ge weest. In de kamer was geen licht. Hij was nu bang. Hij voelde een druk op zijn keel en op zijn borst. Twee dagen later. In hun kamer was Frits op hem toe gelopen. Met ogen, die de zijne niet waren. „Jij bent vals en gemeen. Jij hebt me verraden. Je hebt me aangegeven. Ik weet het, over een kwartier ko men ze me halen en ontvoe ren." Hij zwaaide met een mes. Het was een lang gevecht geworden. Frits was neerge- stompt en lag op de vloer. Wat hij krijste, kwam regel recht uit de hel. Dat was het eind geweest Eerst kwam de eigenaar. Daarna de dokter. Frits werd weggevoerd. Naar het ziekenhuis. De volgende dag naar de inrichting. „Volslagen gek geworden", zei de hospita. „Hoe hebt u het vol kunnen houden?" Frits was verdwenen uit zijn leven. Het was nog donker. Dui delijk gearticuleerd klonk Frits stem in de kamer: „Angst is zo moeilijk te be grijpen. Maar als we haar bespeuren bij de ander, moe ten we hem- vasthouden. Dicht bij hem blijven" Door de kamer flitste een. blauwachtig licht. Het weer spiegelde op de wanden en veranderde het vertrek to taal. Alsof het geen huiska mer meer was. Weer dat vreemde licht. Daar was het beeld van Frits. Hij praatte. De ellebo gen op de tafel, het hoofd iets voorover. „Soms moet je elkaar los laten. Maar..." Zijn ogen werden groter. Kwamen dichter bij. Dan was alleen zijn mond te zien niet de bedaard bewegende lippen. Maar toch zal je elkaar weer vinden" Het beeld naderde meer. En verdween. „Dit was ons forum over het onderwerp „De mens en de andere mens". Leden van het forum waren Frits de Leeuw..." Maar hij was buiten be wustzijn en zag en hoorde de televisieomroepster niet meer....

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 17