Kruipertje, de
slimme slak
Protesten van Canadese
Indianen een beroep op
het geweten
PUZZEL VAN DE WEEK
4
De kinderen van het Boshuis
ZATERDAG 5 FEBRUARI 1961
2
3
5
6
7
8
9
10
II
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
138
39
40
42
43
44
45
46
47
48
«9
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
Kruiswoord - puzzel
Horizontaal: 1. plaats in N.H.. 5. schaaldier, 10. een zekere, 12.
familielid, 13. soort vink, 15. tevens, 17. vlek, 18, telwoord, 20. vogel,
22. boom, 23. meervoud (afk. Lat), 25. reohten inbegrepen (afk), 26.
scheik. element (afk), 27. belegsel, 31 uitroep. 32 rund, 34.
wratmeloen, 41. bijwoord, 42. votre excèllence (afk.), 43. lidwoord,
(Fr). 44. muzieknoot. 45. hoepel, 47. stad in Noorwegen, 49. tweetal,
51. bergweide, 53. platvis, 55. tijdrekening, 58. buitenhaven, 59. plaats
in Friesland, 60. klimwerktuig.
Vertikaal: 1. uurwerk, 2. telwoord (Eng), 3. nauwe opening, 4.
bijwoord, 6. rund, 7. nu en dan, 8. plaats in Gelderl., 9. verborgen, 11.
rivier in Italië, 14. Surinaamse pad, 15. voorvoegsed, 16. lengtemaat
(afk), 17. teken, 19. priem, 21. eer, 24. lidwoord. 27. bundel 28.
sportterm, 29. patroon, 30. hoogste punt, 33. garenwlnder, 35.
nakomeling, 36. ontkenning, 37. voedsel, 38. plaats in Neder-Silezië. 39.
verdikking der opperhuid. 40. vaartuig, 45. venster, 46 familielid, 47.
voorzetsel, 48. plaats, plek, 50. vlaktemaat, 52. maanstand, 54.
ontkenning, 56. uitroep, 57. voorzetsel.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. Masker ,6. pon,
8. tralie. 13. iedere. 14. opeens. 15.
la, 17. ion, 18. kat. 20. net, 21. mr,
22. arm, 24. regie, 26. bas. 27.
anio, 28. weieens. 30. Vere, 31.
non. 32. neg. 33. gal, 35. sol, 36.
keten. 38. peper, 40. adder. 42.
nagel, 44. Roden, 47. alva, 48. tod,
49. tuba. 50. allee, 52. Nimes, 54.
ronde, 56. Nubië, 58. loket, 60.
sern. 02. sas. 64. ban. 65. Oss. 67.
twee, 68. naderen, 71. pose, 72.
rat, 74. Niger, 76. iet, 77. a.k., 78.
Bea. 80. een. 81. eng, 83. nt, 94.
Aarhus, 85. evriet, 87. dahlia, 88.
tot. 89. ekster.
Vertikaal: 1. Milaan. 2. si. 3.
kei, 4. edom, 5. ren, 6. pekel. 7.
notie, 8. ten, 9. reep, 10. ant, 11.
L.S., 12. Eersel. 16. Arnold. 19.
Agen, 21. marode. 23. min, 24.
Regen, 25. engel. 26. bes. 28. wet,
29. sap, 32. nerveus, 34. lemuren.
36. kelen, 37. natie, 38. pedel, 39.
robot, 40. ara, 41. dal. 43. »»m, 45.
dan, 46. lee, 51. loewak, 52. nisan.
53. sober, 55. Dussen, 57. ban. 59.
kan, 60. strand, 61. met, 63. lege
65. ooi. 66. setter. 69. Diest. '0.
renet. 73. Peri. 75. sni. 78. ba-I,
79. aha. 81. ere. 82. ges. 84. ah, 8ö.
Inzendingen worden voor don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart wor
den geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden: ..Puzzel
oplossing". Er zijn drie prijzen:
een van ƒ5.en twee van
f 2.50.
(Van onze correspondent)
DE omstandigheden, waar.
onder de oorspronkelijke
Canadese bevolkingsgroep, de
Indianen moeten leven, vor
men de laatste tijd in Canada
een dankbaar gespreksonder
werp. Die toestanden zou
den een blos op de kaken
moeten jagen van de blanke
inwoners, die een zeer hoge
levensstandaard hebben.
Maar men kan daarentegen
bij de blanke Canadezen een
grote onverschilligheid waar
nemen ten opzichte van het
lot van de Indiaan, met name
van die, welke tot de Noord-
indiaanse stammen behoren.
Sommigen onder hen leven
onder de meest mensonwaardige
omstandigheden. 200 jaar lang
hebben de Indianen een apathi
sche houding aangenomen, maar
onlangs heeft men dan toch
eindelijk tekenen kunnen waar
nemen, die er op wijzen, dat zij
zich niet langer met hun lot wen
sen te verzoenen.
In het dorpje Kenora, dat in
het noord-westen van Ontario
ligt, trokken onlangs 450 India
nen in een protestmars op naar
een gebouw, waar juist de ge
meenteraad in vergadering bij
een was. Zij demonstreerden te
gen plaatselijke discriminatie, te
kort aan arbeidsmogelijkheden
en slechte levensomstandighe-
Woede
De burgemeester, Edward Nor
ton, en de blanke inwoners van
het dorp waren vanzelfsprekend
bijzondr r onaangenaam getroffen
toen de dagbladen en ook de te
levisie Kenora een slechte publi
citeit bezorgden door het verto
nen van opnamen die een duide
lijk beeld gaven van de krotten
wijk van het dorp, waarin de
Indianen plegen te leven. Hun
\voede nam nog toe, toen een
dierenarts uit de omgeving, die
een jaar onderwijs in Afrika ge
geven had, verklaarde, dat som-
door
T. SLIJK
Beste jongens en meisjes,
tante Jos is ziek, zoals jul
lie al wel gemerkt zullen
hebben. Deze week dus geen
jeugdrubriek, maar wel een
verhaal.
door M. VAN NUIS-ZUIDEMA
ne, die er het snelst af zou
rollen, was winnaar.
Toen de nachtegaal het sein
gaf voor het vertrek, kroop
Kruipertje zijn huisje binnen
en rolde hij als een kleine bal
vliegensvlug naar omlaag,
waar hij weer als nummer één
aankwam.
Dat had hij eventjes handig
gedaan!
Nu zou er een dans uitge
voerd worden en de dieren zei-
den tegen elkaar: „Dat kan
Kruipertje nooit winnen, want
onze pootjes zijn veel groter en
wij kunnen echte danspasjes
maken!"
Maar toch deed Kruipertje
De boomvalk, de specht, de
eekhoorn, het hertje, allemaal
maakten ze hele ingewikkelde
dansfiguurtjes eri wat deed
Kruipertje?
Weer was hij in zijn huisje
gekropen en draaide hij als
een klein tolletje in de rondte
op de maat van de muziek. Nu
weer eens langzaam, dan weer
eens vlug.
De kabouterkoning keek zijn
ogen uit, hij vond prachtig
wat ze daar allemaal deden,
maar toch riep hij Kruipertje
weer als de winnaar uit, want
zoiets had de koning nou nog
nooit gezien.
De slak was geweldig trots
en blij, dat hij alle wedstrijden
had gewonnen en toen de prij
zen werden uitgereikt, kwam
hij als eerste aan de beurt. Een
enorme krop sla werd hem toe
bedeeld en hij wist niet aan
welke kant hij zou moeten be
ginnen.
„Hmmmmmmm", dacht Krui-
(Vervolg)
Dokter was geschrokken.
..Dat spijt me, Hen, jongen, Ik
heb aldoor gedacht dat het jouw
schuld was. Je fietste zo hard en
zag er zo gejaagd uit. Je kwam
juist deze kant uit, en toen ik
hier passeerde en je oom zag,
dacht ik dadelijk, dat heeft Hen
gedaan. Maar nu ben ik toch erg
blij. dat ik me zo vergist heb.
Ben je niet boos op me, dat ik zo
slecht over je dacht?"
Boos? Welnee, Hen was veel te
blij. 't Was wel vervelend, dat de
dokter dat van hem gedacht had,
maar dat hij nu toch wist, dat
het niet zo was. vond hij fijn.
Een kwartiertje later stapte de
dokter weer op.
„Rijd je soms zo ver mee?"
Daar had Hen wel zin in, maar
de krant? Hij was er nog maar
pas mee begonnen, nee. nu ging
het toch niet,
„Dat moet er voor deze keer
dan maar bij inschieten", vond
oom, die wel begreep, dat Hen
veel zin had in het ritje.
Hen naast de dokter, zo reden
ze even later door de Dorps
straat.
Als hij ze nu van thuis tegen
kwam, wat zouden ze opkij-
Langs een omweg reden ze
naar het Boshuis, en pas toen ze
er vlak bij waren dacht Hen er
aan, dat moeder hem bij oom
Kees zou komen halen.
„Dan rijden we maar weer te
rug". besloot de dokter. Enkele
minuten later stapte Hen weer
voor het huis van oom Kees uit
de auto.
Hij holde vlug achterom naar
binnen. „Gelukkig!" was het
eerste, wat hij riep, want moe
was nog in de kamer.
Ze was juist even voor hem
gekomen, en wel een beetje te
leurgesteld, dat Hen hun af
spraak zo maar vergeten was,
Hen genoot, toen hij samen
met moeder langs een achterweg
getje naar huis wandelde.
„Moe, hoe vindt U dat nou van
de dokter .dat hij dacht, dat ik
oom Kees aangereden had?"
„Het was niet prettig, maar
toch wel te begrijpen, vooral
ook, omdat hij je zo hard weg
had zien rijden."
„Hallo!" Meteen hoorden ze
een hevig gebel
„Kijk eens, daar is vader met
de kinderen." Jannie was er nu
ook bij, en allen stapten ze bij
moeder en Hen af.
Iki straalde van plezier. Met I
een sprongetje plofte ze in de
hei berm.
„Nee Iki, we gaan nu niet zit
ten, anders wordt het veel te laat
voor jou. vlug weer opstappen"
commandeerde vader.
„Fijne tocht gehad!" beweerde
Dik.
„Mag ik verder lopen?" vroeg
Han. Ze was wel wat stijf gewor
den van het achterop zitten.
Moe in het midden, de twee-
ling ieder aan een arm, zo wan- j
delden ze even later verder
Dik had nog gevraagd, of Hen
zijn fiets nu liever zelf weer wil-
de hebben, maar hij was liever
bij moe gebleven.
(Volgende week vei der)
pert je, „wat zal me dat lekker
smaken".
Op zijn gemaxje knabbelde
hij blaadje na blaadje op en
toen hij de hele krop naar bin
nen had gewerkt, kroop hij in
zijn huisje. Zijn buikje was zo
vol en rond, dat hij er met
moeite in kon komen.
Hij sloot zijn kleine oogjes
en sliep heerlijk in terwijl het
kabouterfeest verder ging.
Niemand had in de gaten,
dat de slak een dutje deed en
niemand miste hem.
Toen hij uitgeslapen was, I
stak hij zijn kopje naar buiten
en zag, dat 't al donker was.
Terwijl hij zich verder naar,
buiten trachtte te wurmen,
kreeg hij de schrik van zijn
leven. Hij had zo vreselijk veel
gegeten, dat zijn dikke bolle
buikje niet meer door 't deurtje
van zijn huisje paste.
Wat een schrik, de dieren
zouden hem zeker uitlachen,
als ze hoorden wat er gebeurd
Angstig en verdrietig wacht
te hij af en toen zijn kleine
vriendjes hoorden wat er ge
beurd was, kregen ze medelij
den met hem en zeiden:
„Wij willen je wel helpen,
maar eerst moet je ons vertel
len, hoe 't mogelijk is, dat jij
de eerste prijs met hardlopen
gewonnen hebt".
Toen moest de slak hun ver
tellen, dat hij ze allemaal te
slim was afgeweest.
De dieren keken hem kwaad
aan en de slak zei:
„Heus, ik heb er erge spijt
van. ik zal 't nooit meer
doen".
Eigenlijk "onden ze het toch
wel erg slim en handig van die
kleine deugniet en omdat hij
beloofd had, 't nooit meer te
doen, besloten ze hem te verge
ven en te helpen.
Met man en macht werd hij
uit z'n kleine huisje gepeuterd
en toen hij een paar dagen niet
had gegeten, paste zijn wo
ninkje hem weer keurig.
Vanaf die tijd is hij de beste
maatjes met alle dieren in het
bos en als er wedstrijden wer
den gehouden, kreeg hij een
ereplaats naast de koning en
deelde voortaan tevreden de
prijzen uit.
Men kan zich er alleen maar
over verheugen. Ook Nederland
heeft in elk nummer een belang
rijk deel van de inhoud. Voor
geïnteresseerden geven wij hier
bij het adres:
maar o jeetje, wat liep hij toch
langzaam. Het duurde wel een
halve dag, eer hij bij zo'n
struik was aangeland.
Hij bracht er natuurlijk
niets van terecht, maar alle
andere dieren hadden het veel
te druk om op hem te letten.
Eindelijk was de dag van het
feest aangebroken.
's Morgens vroeg, toen het
zonnetje juist was opgestaan,
vormden alle dieren uit het
bos een mooie rij.
Bambi, het kleine hert, liep
vooraan en vlak daarachter
kwam het zangkoor, dat het
feestlied prachtig ten gehore
bracht.
De koning kwam uit zijn
kleine kasteeltje te voorschijn
toen hij de dierenoptocht zag
naderen en nadat hij met d^
zingende rij dieren op het feest
terrein was aangekomen, sprak
het hert als volgt:
„Majesteit, wij houden alle
maal erg veel van u en hebben
ons best gedaan om van uw
verjaardag een onvergetelijke
dag te maken. Wilt u zo goed
zijn om op de versierde troon
plaats te nemen, dan kan het
feestprogramma beginnen. Al
lereerst wilden wij u laten ge
nieten van een wedstrijd hard-
De koning nam plaats en
keek om zich heen. Wat had
den ze 't allemaal keurig ver-
Vele dieren maakten zich
klaar om aan de wedstrijd mee
te doen en ook Kruipertje, de
mige dorpjes rond Kenora nog
armoediger waren dan bepaalde
negergemeenschappen in Zuid-
scbeepse publiciteitscampagne
naar aanleiding van dit alles,
heeft nu de positie van de Indi
aan in Canada in het middel
punt van de belangstelling ge
bracht. De Canadian Union of
Students wijdde er bijvoorbeeld
pas geleden een grote „teach-
in" in Ottawa aan.
Opzienbarend was ook de le
zing, die dr. Monture onlangs
voor de Canadian Club te Otta
wa verzorgde. Monture, een
vooraanstaand Canadees ambte
naar en zelf van Indiaanse
afkomst, vertelde zijn toehoor
ders, dat er sprake was van gro
te discriminatie ten opzichte van
zijn volk. Indiaanse kinderen, die
op „blanke" scholen zaten, wer
den vaak om hun afwijkende
manier van kleden en hun ge
brekkige kennis van Engels door
hun schoolgenootjes uitgelachen.
Velen, zo vertelde hij, voelden
zich zo gekwetst, dat zij niet
meer op school wilden verschij
nen en hun studie afbraken.
Ontroostbaar
„Ze vereenzamen" aldus Mon
ture „en glijden geleidelijk af
naar een maatschappelijk mi
lieu, waarin ze wel worden
aanvaard. Dat milieu heeft
echter een weinig gunstige
invloed op hen. Vele vrouwen
vallen ten prooi aan souteneurs,
terwijl de mannen, die zich
eenzaam en ontroostbaar voelen,
hun toevlucht zoeken tot cafés
en alcoholisten worden.
De Indianen, zo vond hij, heb
ben twee werelden gekend. De
eerste was die, waarin ze ge
leefd hebben voordat de blanken
kwamen, de tweede die, welke
nog niet bereid schijnt te zijn de
Indiaan als bewoner te aanvaar-
Sterke groei
Hij vond, dat de toestand
steeds ernstiger werd, omdat de
Indiaanse bevolking zeer sterk
groeit. Het huidige aantal wordt
geschat op 210.000. Wanneer die
toename in hetzelfde tempo door
gaat, zal Canada in 1990 het dub
bele aantal Indiaanse inwoners
tellen. 67.000 Indianen zijn thans
onder de 20. De reservaten zijn
overbevolkt. De Indiaanse jeugd
zal daaruit weg moeten en in de
wereld van de blanken moeten
gaan leven.
Een onderzoek, dat onlangs in
Dauphin in Manitoba werd ge
houden wees uit, dat in deze
omgeving, waar vele reservaten
zijn, de plaatselijke bevolking
vrij onverschillig staat ten
opzichte van de Indianen, behal
ve wanneer die dronken zijn of
overlast bezorgen.
Dit goede nieuws bereikte ons
dezer dagen in de vorm van het
eerste nummer van de jaargang
1966 van dit altijd interessante,
bijzonder goed uitgevoerde blad,
dat niet alleen nieuws brengt
vanuit Canada, maar de gehele
wereld bestrijkt met interessan
te artikelen, standen eti proble
men op de 64, 100 en 144 vel-
Deze one-man-show van groot
meester problemist (Canadese
bord) Louis Giroux heeft een
jaar lang stil gelegen, maar het
bloed kruipt waar het niet gaan.,
kan.
481 Rue Nicolet, Gatineiau,
Qué, Canada. prijs van dit
maandblad bedraagt Can. $.3,15
per halfjaar (Can. 6,15 per
jaar).
De liefhebbers van eindspelen
zijn lange tijd in deze ritfbriek
niet volledig aan hun trek geko-
Om hen te plezieren geven
wij hierbij een viertal korte
eindspelen uit „de oude doos",
maar alle met leuke, markante
trekjes.
Correspondentie voor d»7e rubriek
te richten aan de heer J. Ivens,
Frankenslag 69, Den Haag.
In het grote bos was het een
drukte van belang. De kabou
terkoning zou binnenkort jarig
zijn en dan was er altijd een
groot feest, niet alleen voor de
kabouters, maar ook voor alle
dieren, die in het bos woon-
De meesjes oefenden uit vol
le borst op het feestlied, dat ze
voor de koning zouden zingen
en hoewel de bosuil alleen
maar kan krassen, was hij een
goede dirigent, die de maat
sloeg voor het mezenkoor.
De versieringen in het bos
waren al een heel eind klaar.
De spinnen hadden samen een
prachtig web gesponnen, waar
onder de zetel van de koning
zou worden neergezet.
De wind had gezorgd, dat
alle dode takken en verdorde
slak meldde zich, en allen be
gonnen ze hartelijk te la
chen.
„Maar Kruipertje", sprak de
koning, „je weet toch wel dat
de laatste nooit de winnaar
kan zijn?"
„Zeker Sire", sorak Kruiper
tje, maar ik zou toch best wel
eens de eerste kunnen zijn en
winnen?"
„Ha, ha, ha, ha". Kruipertje
werd van alle kanten uitgela
chen toen hij dat zei, maar nie
mand wist, dat hij een heel
handig plannetje bedacht had.
De nachtegaal gaf het sein
tot vertrek en toen hij gefloten
had, renden alle dieren weg, zo
hard ze konden.
En Kruipertje? hij ver
stopte zich stiekum achter de
stam van een hele dikke boom
en bleef er geduldig zitten
wachten, totdat hij Rennertje,
het haasje, in de verte zag
aankomen. Hij kwam voorzich
tig uit z'n schuilplaatsje te
voorschijn en haastte zich op
zijn manier naar de eindstreep,
waar hij nog juist als eerste
voor 't haasje aankwam.
„Hoe is dat nou mogelijk?"
sprak de Kabouterkoning.
„Kruipertje, ik begrijp er niets
van, maar jij hebt deze wed
strijd gewonnen en jij krijgt
de eerste prijs".
Alle andere dieren keken
erg beteuterd, want ze hadden
nooit kunnen denken, dat die
langzame slak het van hen zou
kunnen winnen.
Ze kregen respect voor hem
en keken hem vol ontzag
aan.
Kruipertje was nu niet
alleen het sterkste, maar ook
het snelste dier van het bos.
„Wie had dat nou ooit kunnen
denken", zeiden de bosbewo-
nertjes ongelovig tegen elkaar.
Het volgende punt dat op
het programma stond, was
bergje buitelen.
De mollen hadden een grote
berg zand opgeworpen en dege-
Deze arts, dr. Fogarty, vertel
de, dat hij bezig was met een
film over de levensomstandighe
den van de Indianen in het ge
bied van Kenora. Hij had al
opnamen gemaakt, waarin te
zien was hoe mensen wroetten
in vuilnisbelten en voedsel con
sumeerden uit afvalbakken van
supermarkten. Verder zou deze
film een gezin laten zien van zes
personen, dat moet wonen in
een tent en verstoken is van ver
lichting, verwarming en sani-
De burgemeester vond, dat de
„hier getoonde wantoestand nu
niet uitgesproken betrekking
had op de achterstelling van ras
sen", maar dat er wel van die
incidentele gevallen zouden kim
nen voorkomen.
Ontslag
Na de protestmars, werd een
23-jarige Indiaanse sociale wer
ker plotseling bij de „Kenora
Children Aid Society" ontslagen.
Hij verrichtte zijn werkzaamhe
den voornamelijk onder zijn
eigen rasgenoten en was een van
de belangrijkste initiatiefnemers
tot de mars geweest. Bij de „Ke
nora Aid Society" gaf men te
kennen, dat het ontslag van de
sociale werker daarmee niets
uitstaande had.
„Teach-in"
De protestmars en het „toeval
lige" ontslag van de Indiaanse
employé, gevoegd bij de groot
blaadjes op de grond waren ge
vallen en de bosmieren sjouw
den en ploegen, om dat alle
maal op te ruimen.
De eekhoorntjes veegden
daarna met hun staartjes de
grond keurig schoon, want het
feestterrein moest netjes opge
ruimd zijn.
Zo hadden alle dieren van
het bos hun taak, die ze met
plezier vervulden.
Kruipertje de slak had ge
zegd: „Laat mij maar het zwa
re werk doen, ik ben immers
het sterkste dier uit het
Alle dieren begonnen te la
chen en riepen: „Ha, ha, ha.
die Kruiper, hij 't sterkste, ha,
ha".
„Zeker", zei Kruipertje ver
ontwaardigd, „ik draag immers
mijn eigen huis op mijn
rug!"
Ja, dat was waar en daarom
hadden ze Kruipertje gezegd,
de struiken, die in de weg ston
den. uit de grond te trekken.
Kruipertje deed zijn best,