De plaaggeest Belg ië komt met serie nieuwe frankeerzegels Postzegelrubriek Nieuws van de boekenmarkt 4 s w a m ss BAB mipmm m vw8 pe iiiiiiiiiniiiiiiiiiiiii De kinderen van het Boshuis ZATERDAG 29 JANUARI 1966 Door G. J. Peelen Zweden heeft, te beginnen 60 jaar na de eerste Nobel prijzen, de gewoonte aange nomen jaarlijks ongeveer te gelijk met de uitreiking van de nieuwe prijzen de win naars van 60 jaar geleden op een zegelserie te herdenken. Zo kwam eind december 1965 de reeks uit met afbeeldingen van de winnaars van 1905. Op afb. 1 zien we allereerst Philipp Lenard (1862/1947), natuurkundige, vooral be kend door zijn onderzoekin gen op het gebied van katho- destralen. Naar hem zijn ge noemd: het Lenard-effect en de Lenard-buis. Naast hem op afb. 1 de Nobelprijswin naar Chemie uit hetzelfde jaar: Adolf Johann Friedrich Wilhelm von Baeyer, 1835/ 1917, de man (opvolger van de grote Liebig) die van zo grote betekenis was voor de ontwikkeling der organische scheikunde.Op afb. 2 broe derlijk naast elkaar: Robert Koch (1843/1910), na Pasteur de belangrijkste pionier van de bacteriologie, en Henri Sienkiewicz, de Poolse auteur van het in onze jeugd stukge lezen boek „Quo Vadis België, dat bijzonder onge remd ons overlaadt met bijzonde re zegels en geen gelegenheid voorbij laat gaan om er met ze- Sels op in te haken en zo geld in et laatje te brengen, is bijzon der nonchalant waar het norma le frankeerzegels betreft. Die ko men er blijkbaar minder op aan. Veel landen lijden aan dat euvel. Veel zegels voor de export, maar voor de noodzake lijke frankering langdurig en saai dezelfde herdrukken. ieuwe serie N U moet niet vreemd opkijken als u een brief uit België krijgt, met een postzegel erop met het portret van Leopold III, een serie die al in 1936 verscheen, en die nu, 15 jaar na de troonsaf stand van die vorst, nog in ge bruik is. Maar daar gaat nu ver andering in komen. Bij stukjes en beetjes gaat een nieuwe fran- keerserie verschijnen, waarvan de eerste twee waarden ons nog net in het oude jaar bereikten. Alle waarden in duplo: één voor Vlaanderen, één voor Wallonië. Het wordt een z.g. toeristische reeks: Afb. 3 Hoeilaart, centrum van de druivencultuur, afb 4 van Huy, (in het Vlaams „Hoei"): fort en kathedraal en de brug over de Maas. Söderblom West Duitsland eert Nathan Söderblom, die op 15 januari 1866 geboren werd (afb 5) en Zweden volgt dat voorbeeld. Niet zo vreemd dat deze beide landen zich opmaken om deze beroemde theoloog te herden ken. We zien wel altijd eerst de Zweed in hem, maar hij was ook hoogleraar in de theologie in Leipzig, voor hij naar Uppsala ging. Hij is een der grondleggers der oecumenische gedachte, oprichter van „de wereldbond voor vriendschap tussen de vol keren. door de kerken" (1914). In 1925 leidde hij de Wereldraad van Kerken in Stockholm, in 1930 kreeg hij de Nobelprijs voor de Vrede, in 1931 overleed hij. Heerlijk dat de postzegels behalve voor sporthelden, ook belangstelling wekken voor ge loofshelden. Noorwegen begint ook een nieuwe frankeerserie met als thema het landschapsschoon. De eerste waarde, (afb 6) is naar het doel „winternacht in de bergen" van Harold Sohlberg. IJsland, afb. 7, eert zijn dichter Einar Benediktsson, de man die de bergen, watervallen en gei sers van zijn land bezong. 1965 was het jaar van de Internationa le samenwerking. Het siert Egypte, dat het niet met het handdruk motief vol stond (linker bovenhoek) maar ruiterlijk erkende, dat dank zij een gulle internationale mede werking, een groot deel van de Nubische monumenten gered konden worden. Op afb. 8 de beroemde Ramses- beelden bij de Abu Simbel tem pel. Noord-Vietnam besloot 1965 met een zegel, druipend van haat tegen de Amerikaanse „agressors". Op afb. 8 wordt vol trots en voldoening getoond hoe op 31 oktober een verrassende Vietcong-aanval op de Ameri kaanse vliegbasis Bien Hoa, 20 km van Saigon één puinhoop van brandende Amerikaanse vliegtuigen achterliet. Deze zegel naar een kleurenfoto, laat zelfs de registratie-nummers - der wrakken duidelijk zien: o.a. 02155! Ik vrees dat we ook in 1966 nog veelvuldig met het pro bleem Vietnam op de zegels ge confronteerd zullen worden! Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekodrde, Goudrelnetstraat 125, Den Haag. Viermaal fout De titel Viermaal fout waarom?? waarde lezer, berust op welbewust plagiaat. HIJ is namelijk geïnspireerd op een soortgelijk rubriekje „Sechs- mal..." (en dan volgt het een of ander) in Fernschach. orgaan van de Wereldschaakbond voor corresponden tiespelers. Dat ls reeds een hele mond vol. en nog ls de titel eigenlijk niet compleet. Er wordt over de hele wereld Ijve rig correspondentieschaak gespeeld. In ons land niet zo bijster veel, maar in tal van andere landen wèl. En niet weinige Nederlanders schaken interna tionaal per brief. Hun namen kan men bij herhaling in het zo juist genoemde „Fernschach" tegenko- dan ook de tijd v Een Koning Lear van de step pe, door I. S. Toergenjew. Uitga ve L. J. Veen, Amsterdam. Meesterlijk door zijn boeiende eenvoud is het verhaal over een Russische grootgrondbezitter, die onder invloed van een droom zijn bezittingen aan ziin dochters ver maakt. Hij wordt daarna het slachtoffer van hun liefdeloosheid. Toergenjew heeft veel buiten Rusland gereisd. Dat heeft op zijn werk een stempel gedrukt. Hij ontleent zijn verhalen aan de wer kelijkheid; zij geven een tragisch beeld van de maatschappelijke toe standen in het midden van de vori- Schilderkunst (In serie Kerke lijke kunst), door dr. D. P. R. A. Bouvy. Uitgave C. A. J. van Dis- hoeck, Bussum. Het is zeker interessant, dat aan de bestaande kunsthistorische lite ratuur een serie van vijf handza me deeltjes wordt toegevoegd over kerkelijke kunst, zoals die in Ne derlandse bisschoppelijke musea is verzameld. De redactie van deze reeks is bij dr. Bouvy, directeur van het Aartsbisschoppelijk Mu seum te Utrecht, in deskundige handen. Na een kort overzicht van de nog jonge kerkelijke museale ar beid in ons land, belicht dr. Bouvy de aan veranderingen onderhevi ge functie van het retabel en de daaruit voortvloeiende wijzigingen in vorm en uitbeelding van de altaarversiering. De kerkelijke schilderkunst van de middeleeu wen tot omstreeks 1800 bespreekt de schrijver aan de hand van vijf tig belangrijke werken uit kerke lijke musea. In de met kleurenrepro's en zwart-wit afbeeldingen uitstekend geïllustreerde serie zullen verder verschijnen: Beeldhouwkunst, Me talen. Weef- en borduurwerk en Handschriften en incunabelen (80 blz., 52 ilL, ƒ5,90). De verdwijning van prof. Sar tori us, door H. O. Melssner. Uitgave G. F. Callenbach NV, NIJkerk. Een aardig, soms ook wel span nend boek over een fabrieksdirec teur van wie aangenomen wordt dat hij bij een scheepsramp om het leven gekomen is. Zijn red ding door een rotobenjager blijft lange tijd verborgen, omdat de boot van de laatste in het pakijs bekneld raakt. We moeten er nu een punt achter zetten, omdat we anders in dezelfde fout vervallen als de uitgever, die de intrige van het boek op de flap heeft aangege ven (232 blz., 6,50). Wij zullen overwinnen, door Ben Haas. Uitgave J. H. Gott- mer, Haarlem. Een intrigerende roman over de strijd om de burgerrechten in de Verenigde Staten. De hoofdperso nen zijn een blanke en een neger, die in het „beruchte zuiden" aanvankelijk als vrienden met elkaar zijn omgegaan, doch uitein delijk elfeears opponenten worden. Een leerzaam boek. dat inzicht 1 partij Pesta—Krützfeldt. schaft in een van Amerika's groot ste problemen. Goed vertaald, maar ook goed geschreven (476 blz., 16,90). De laatste kaper, door Douglas. Reeman. Uitgave West-Friesland, Hoorn. Drie dagen voor het aanbreken van het bewogen oorlogsjaar 1918 ontsnapt het onder zijn camoufla ge sterk bewapende kaperschip Vulkan uit de oorlogshaven Kiel door de Engelse blokkade naar de oceaan. Het opperbevel van de aan banden gelegde Keizerlijke Kriegs- marine verwacht dat de korvetten- Kapitan Felix von Steiger in de voor Duitsland depressieve oorlogs toestand door een sensationele kaapvaart een psychologische om mekeer teweeg zal brengen. Het is een spannende roman ge worden, niet slechts door de reeks geslaagde raids op koopvaardij schepen en de ondergang van het schip in een ongelijk gevecht met de conflicten aan boord. De poging van de schrijver het verschil tus sen moed en lafheid en tussen fa natisme en plichtsbetrachting aan te duiden, is niet helemaal ge slaagd. (300 blz, ƒ7,90). A A f H SA AA üaa&B hsb s m partij Grafe—Cornu. partij LungmuszZiems. I 1# A AA» A Ai A' B^S SS&B - DABAB Dit blad is. voor zover wij dit kun nen beoordelen, een van de allerbeste periodieken die men zich op dit ge bied kan denken. Het in de aanhef genoemde maandelijkse rubriekje is slechts een der facet- Wij kozen uit „Sechsmal" ditmaal onze stellingen, en hopen dat u er plezier aan beleeft. De namen der spelers zullen waarechijnlijK niet veel zeggen. Correspondentieschaak leeft abcdefgh l.Pxc5? was fout. Waarom! Uit een partij Jordan-Möhlenkamp I ifsi I i AA A A A A A ASAE HAÖ abcdefgh lLg4? was fout. Waarom! JET'S Oplossingen Hieronder volgen de oplossingen der opgaven uit onze rubriek van 18 januari jl. (1) Honan-Mardle: 1. Dxg2t!l J. Dxg2 Pg3t! hxg3. Nu is de h-lijn open zodat zwart mat kan zetten met 3. Th8. Een origineel partijslot. (2) Rödl-Blümich: 1. DxCTtü Kxfl (Wanneer zwart het dameoffer wei gert met 1Kh3 volgt 2. Lg4. Zwart mag dan Pd7 niet wegspelen wegens de dreiging 3. Df8t! gevolgd door Txf8 mat. Zwart is weerloos tegen de dreigingen 3. Lxd7 of ook Le€. Na de tekstzet is hij er echter nauwelijks beter aan toe. Zijn koning wordt opgedreven en mat gezet) 2. Lxd5tt Kg6 (2Ke7 dan 3. Tf7 mat) 3. Lf7f Kxg5 4. Lelt Kg4 5. Tf4t Kg5 6. Te4 mat. (3) Keres-Gllgoric. Na 1Ta6? won wit met 2. Txg7tü Lxg7 (Ook na 2 Kh8 3. Tg3 staat zwart slecht) 3. Dg4 Dx(5 (Do zwarte dame was niet te redden: 3. Tg6 4. Ph6t benevens 5. Dxd7). Hiermee ls de partij beslist Er volgde nog: 4. Dxf5 Tf6 5. Dd7 Tfe€ 6. Te3 dxe4 7. Tg3 Ta8 8 Dd4 Tg6 9. Dxe4 To3 10. b3 Pc6 11. Td3 Te6 12. Dc4 Tee8 13. Tg3 Te6 14. LhS! Tg6 13. Lxg7 Kxg7 16. Dc3t Kg8 17 h4 Pe7 18. Txg6t hxg6 19. Dxa5 Tcl+ 20. Kh2 Tdl en zwart gaf het gelijktijdig op. Horizontul: 1. mom, 6. nachtgewaad. 8. «pijltje, 13. elke. 14. plotseling. 15. muzieknoot. 17. elektrisch geladen atoom. 18. huisdier. 20. keurig. 21. titel <afk.>, 22. lichaamsdeel. 24. spelleiding, 26. zangstem. 27. rivier in Italië, zijtak Tiber, 28. bijwoord. 30. plaats in Zeeland, 3i. zuster. 32. zelfkant. 33. bitter vocht, 35. muzieknoot, 36. ketting. 38. specerij. 40. gifslangetje, 42. spijker. 44. patroon, 47. was landvoogd der Nederlanden. 48. vod, 49. koperen blaasinstrument, 50. laan (Fr.), 52. plaats in Frankrijk, 54. ommegang. 56. het land aan de Nijl tussen Chartoem en Assoean, 58. raamvormige opening in de wand van een kantoor. 60. zoon van Noach. 62. sluiskolk, 64. bezweringsformule, 65. plaats in Noord-Brabant. 67. sluiskolk, 64. dichtbij komen. 71. stand, 72. knaagdier. 74. rivier in Afrika, 76. onbep. voornaamw.. 77. algemeen kiesrecht lafk.), 78. meisjesnaam, 80. telwoord, 81. nauw, 83. deel van de bijbel, 84. stad in Denemarken, 85. de officiële taal van Israël, 87. bloem, 88. voorzetsel, 89. bosvogel. Vertikaal: 1. stad in Italië. 2. muzieknoot. 3. steen, 4. bijnaam van Ezau 5. kippenloop, 6. zilt vocht. 7. begrip, 8. voorzetsel. 9. hoepel. 10. voorvoegsel, 11. staat soms boven drukwerk. 12. plaats in Noord- Brabant. 16. jongensnaam. 19. stad in Frankrijk. 21. stroperij. 23. gering, 24. zijtak Donau. 25. hemelgeest. 26. vruchtje, 28. vaste regel. 29 levensvocht in organische .lichamen, 32. zenuwachtig. 34. geesten der doden bij de Romeinen. 36. jonge raapstelen. 37. volk, 38. bode aan een universiteit, 39. kunstmens, 40. vogel. 41. laagvlakte. 43. kleefmiddel. 45. zoon van Jacob, 46. water in Z.H.. 51. een soort van civetkat. 52. lentemaand der joden. 53. matig, karig. 55. plaats in Noord-Brabant. 57. bezweringsformule, 59. oude benaming voor liter, 60. strook land langs de kust. 61. voorzetsel. 63. ongevulde. 65. schaap. 66. soort van hond, 69. plaats in België. 70. appel. 73. beschermgee?' bij de Perzen. 75. soort van trekschuit, 78. danspartij. 79. uitroep. 81. ;r. 82. verstandig (bargoens>. 84. uitroep. 86. geheel de Lat.) OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1 spar. 4. smelt. 8. belt, 12. tin. 13. stins. 14. milie. 15. ik. 16. deels. 17. dis. 18. se. 19. los. 21. tra. 22. pos. 24. lik, 26. kabel. 28. lis. 31. pol. 33. net. 34. nappa. 36. ib. 38. met. 40. koppel. 41. Noë. 43. legator. 44. elk. 45. domein. 47. rek. 49. te, 50. armee. 51. erp, 53. no. 55. ter. 56. pedel, 58. Ees. 61. dak, 62. ton. 64. kop. 66. op. 68. het. 69. steek, 70. ea. 71. satan. 73. steng. 74. Est, 75. Turk, 76. frans, 77. Pets. Vertikaal: 1. stil. 2. pikol. 3. An. 4. sterk, 5. Milaan. 6. Ens, 7. (afk. L.S., 8. bis, 9. el. 10. lis. 11. teer. 13. set, 14. mis, 17. dol. 20. sip. 22. pet, 23. Lippe. 25. kom. 27. be daard, 28. lap, 29. spelt, 30. pinda, 32. lelie, 34. Noren, 35. Alken, 37. boort. 39. ten, 40. kor, 42. Emmen, 46. eer. 48. koe, 51. eek. 52. Petten. 54. pek, 56. pat, 57. loens. 59. Soest. 60. most. 61. den. 63. neg. 65. pats. 67. Pau. 68. hak. 69. sta, 72. tr, 73. sr. 74. E.E. INZENDINGEN In de linker eden: „Puzzel- oplossing". Er zijn drie prijzen: een van ƒ5.— en twet van ƒ2,50. Peter was een echte plaag geest. Als er buiten gevoetbald werd en Peter kreeg de bal te pakken, gaf hij hem zo'n harde trap, dat de bal een heel eind verderop terecht kwam. En als de meisjes uit de buurt aan 't springen waren, pakte hij 't touw af en gooide 't hoog in een boom. Niemand wilde meer met Peter spelen. Hij ver veelde zich, terwijl 't zonnetje heerlijk 9cheen. Alle kinderen uit de buurt hadden veel ple zier buiten en Peter keek een beetje jaloers naar de spelle tjes die ze deden. „Mag ik mee doen?", vroeg hij verlegen aan een troep jongens, die met een bal aan 't spelen waren. „Jij? Nee hoor, hoepel jij maar op, jij bent altijd aan 't plagen". En met een woedend gezicht liep hij verder en ontdekte ineens een klein meisje, dat aan 't schommelen was. ..Kun je niet hoger?", vroeg hij haar. „Nee", antwoordde ze verle gen. „Zullen we samen eens heel hoog gaan?" „Dat durf ik niet, hoor". „Ach joh, je houdt de tou wen goed vast en dan kan er niets gebeuren. We gaan net zo hoog als de wolken". „Kan ik die dan echt pak ken?", vroeg 't kleine meisje. „Ja hoor" en meteen sprong Peter op de schommel en spoe dig gingen ze al heel hoog. De kleine meid keek angstig om zich heen en riep bang: „Niet hoog, niet zo hoog. Hou nou stil!" Toen Peter, de plaaggeest hoorde, dat de kleine meid bang werd, kreeg hij 't pas goed naar z'n zin. „Laat me er nou af, ik ben bang, ik durf niet zo hoog". „Nee, hou je maar vast, v/e gaan eerst die wolken pak ken". 't Kleine meisje voelde zich daaiierig worden en vergat 't touw vast te houden. En toentoen vloeg ze door de lucht en met een harde boems viel ze op de grond. Pe ter schrok toen hij zag wat er gebeurd was en stopte de schommel. Geschrokken ging hij naar 't meisje toe en zag, dat ze haar oogjes dicht had. Oh. misschien is ze wel dood. dacht Peter, wat moet ik nu doen? „Hé, psst". fluisterde hij angstig, „hé kijk me eens aan", maar 't witte gezichtje bleef roerloos liggen en de oogjes bleven dicht. Toen tikte Peter tegen 't raam van 't huis. „Mevrouw, Uw dochtertje is van de schommel gevallen". De moeder van 't meisje kwam verschrikt naar buiten en toen ze zag. dat haar kleine meid er erg aan toe was. vroeg ze Peter: „Heb jij soms gezien hoe 't gebeurd is?" Stotterend vertelde Peter toen, dat 't zijn schuld was en dat hij haar beloofd had een wolk te pakken en dat ze toen heel erg hoog waren gegaan. „Heb je dan niet gezegd, dat ze zich goed vast moest hou den?" „Ja mevrouw, maar ze werd bang en...en...en toen ben ik toch doorgeschommeld". „Bah wat vind ik dat ge- door I T. SLIJK niet te vertellen, 't is zo erg". „Wat dan? Heb je soms weer iets gemeens uitgespookt?" „Ja, en ik heb er erg veel spijt van". „Dat heb jij altijd, als 't ge beurd is. Vooruit, vertel eens op. Wat heb je gedaan?" En toen vertelde Peter hape rend, wat er gebeurd was. „Maar Peter, hoe heb je dat nou toch kunnen doen, wat ver schrikkelijk. Zo'n klein ding te plagen en zo bang te maken. Bah, wat ben jij een gemene laffaard. Ga onmiddellijk naar je kamer! Je hoeft vandaag niet meer naar beneden te ko- j men!" g Stilletjes en met lood in z'n 2- schoenen ging Peter naar bo s' ven, terwijl hij dacht, ik wou, i> dat ik 't maar niet gedaan g had". Ineens verhelderde z'n ge- zicht. Ik ga met mijn spaarpot naar de speelgoedwinkel en wwwvww+wi-w-ww kf)0p de mooiste pop die er be_ staat. Hij vertelde z'n idee aan moeder, die nog wel erg boos meen van je, wat ben jij een laffe plaaggeest, om zo'n klein kind bang -te maken" enter wijl mevrouw de kleine meid voorzichtig mee naar binnen nam, keurde ze Peter geen blik meer waardig. Hij stak z'n handen in z'n zakken en schel fluitend liep hij weg. Hij voelde zich hele maal niet op z'n gemak en angstig bedacht hij, dat 't wel eens heel slecht zou kunnen aflopen, deze keer. Wat had hij een spijt, en wat was hB nu bang! Had ik 't maar niet ge daan. dacht hij, wat zal dat meisje pijn hebben! Misschien moet ze wel naar 't ziekenhuis! En terwijl Peter probeerde z'n tranen in te houden, liep hij naar huis. Moeder zag onmiddellijk, dat er iets gebeurd was. „Peter, wat is er? Wat is er gebeurd? Waarom kijk je zo benepen?" „Oh moeder, ik durf 't haast door M. VAN NUIS-ZUIDEMA „Maar Hen toch", zei tante, ter wijl ze naar de deur liep. „Zo praten we niet over de dok ter." „Nou, hij is helemaal niet aardig", mopperde Hen nog. „De eerste keer wel, maar later en gister...." Verder kwam hij niet. De dokter kwam de kamer bin- toen pas zag op hem was, maar toch blij was, dat Peter spijt had daad. De volgende dag belde hij aan bij 't huis van de kleine meid, terwijl hij een gro te doos met een prachtige pop onder z'n arm hield. Eerst wil de mevrouw hem niet binnenla ten. „Heus, mfevrouw, ik beloof U, ik zal 't nooit meer doen. Ik zal helemaal nooit meer iemand plagen". „Nou, vooruit dan maar, maar zachtjes, want misschien slaapt Miesje wel". Zachtjes opende Peter de deur van de slaapkamer en juist werd de kleine wakker. Ze had een groot verband om haar hoofd en toen Peter haar verlegen de pop overhandigde en haar beloofde, nooit meer zo lelijk te doen, ging 't meisje rechtop in haar bed zitten. Vol ongeduld maakte ze 't touwtje los en toen ze zag, wat Peter voor haar had meegebracht, kreeg ze een kleur van blijd schap. Ze boog zich naar Peter toe en gaf hem een zoen boven op z'n neus. „Dank je wel, wat een pracht van een pop". Peter werd er verlegen van. Maar hij was zo geschrokken, dat hij sinds die tijd niemand meer geplaagd heeft. Hij speelt nu net als z'n vrienden op straat en was blij, dat 't nare avontuur toch nog goed was afgelopen. Eneen plaag geest is Peter nu niet meer. Hij groette hij Hen. „Jij hier?" Het klonk zo ver baasd. dat oom in een lach schoot. .Ja, eh... dag dokter," stotterde Hen. „Hij heeft me alles verteld van gister". Oom was weer gemakke lijk in zijn stoel gaan zitten. „U had maar een natte vangst met zulke bengels." Maar hij is niet altijd zo ondeugend," C hoofd knikte in de richting Hen. „Hij komt wat graag de oude luitjes opzoeken, dan leest hij de krant voor, en als er iets te doen is helpt hij moeder ook wel eens." Hen zat onrustig op zijn stoel heen en weer te schuiven. Waar om moest oom dat nu allemaal van hpm zeggen, hij dat ze ergens anders over gingen praten. Zou de dokter lang blij ven? Dan kon hij niet eens meei voorlezen. Hen tuurde naar buiten Waar zou vader nu ziin met de ande- „Die jongen heeft me maar le lijk toegetakeld", hoorde Her oom weer zeggen. .Dat hebben ze nu van da» wilde rijden. oud mens wordt er het slachtof fer van." Weer keek de dokter zo raar naar Hen. dat hij zich onbehaag lijk voelde, hii begreep er niets ,,'t Is bijna weer in orde hoor" praatte hij, „nog maar wat voor zichtig aan doen. Over een paar weekjes weet U er niets meer van. En de vrede is geloof ik weer getekend, wal jij Hen?" Hen wist niet. wat te antwoor den. De vrede wat bedoelde hij „Ja jongen, jt zult in het ver volg wat voorzichtiger moeten zijn, 't is nu gelukkig goed afge- „Hè...?" Nu hegreep Hen er he lemaal niets meer van. .Ja, ik weet meer dan je denkt, omdat ik je toevallig hard weg zag rijden. Je had zo'n haast dat je mij niet eens merkte Ik wist toen niet, dat het je oom was dokters stem klonk ver ontwaardigd Maar het was laf van ie er gauw van door te gaan. in plaats van eerst je oom te hel- P Hen was vuurrood geworden. Tante sloeg haar handen ineen, het breiwerk viel op de grond. „Och, och." steunde ze. Oom alleen lachte. „Maar dok ter, dacht U nu heus, dat Hen? igen neef, stel iets kon den ken. Nu begrijp ik alles, eerst vond Hen U zo aardig, later niet meer. U groette hem niet vriende lijk genoeg maar was het daarom?" (Volgende week vei der)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1966 | | pagina 16