De plaaggeest
Belg ië komt met serie
nieuwe frankeerzegels
Postzegelrubriek
Nieuws van de boekenmarkt
4
s w a m
ss BAB
mipmm
m vw8 pe
iiiiiiiiiniiiiiiiiiiiii
De kinderen van het Boshuis
ZATERDAG 29 JANUARI 1966
Door G. J. Peelen
Zweden heeft, te beginnen
60 jaar na de eerste Nobel
prijzen, de gewoonte aange
nomen jaarlijks ongeveer te
gelijk met de uitreiking van
de nieuwe prijzen de win
naars van 60 jaar geleden op
een zegelserie te herdenken.
Zo kwam eind december 1965
de reeks uit met afbeeldingen
van de winnaars van 1905.
Op afb. 1 zien we allereerst
Philipp Lenard (1862/1947),
natuurkundige, vooral be
kend door zijn onderzoekin
gen op het gebied van katho-
destralen. Naar hem zijn ge
noemd: het Lenard-effect en
de Lenard-buis. Naast hem
op afb. 1 de Nobelprijswin
naar Chemie uit hetzelfde
jaar: Adolf Johann Friedrich
Wilhelm von Baeyer, 1835/
1917, de man (opvolger van
de grote Liebig) die van zo
grote betekenis was voor de
ontwikkeling der organische
scheikunde.Op afb. 2 broe
derlijk naast elkaar: Robert
Koch (1843/1910), na Pasteur
de belangrijkste pionier van
de bacteriologie, en Henri
Sienkiewicz, de Poolse auteur
van het in onze jeugd stukge
lezen boek „Quo Vadis
België, dat bijzonder onge
remd ons overlaadt met bijzonde
re zegels en geen gelegenheid
voorbij laat gaan om er met ze-
Sels op in te haken en zo geld in
et laatje te brengen, is bijzon
der nonchalant waar het norma
le frankeerzegels betreft. Die ko
men er blijkbaar minder op aan.
Veel landen lijden aan dat
euvel. Veel zegels voor de
export, maar voor de noodzake
lijke frankering langdurig en
saai dezelfde herdrukken.
ieuwe serie
N
U moet niet vreemd opkijken
als u een brief uit België krijgt,
met een postzegel erop met het
portret van Leopold III, een
serie die al in 1936 verscheen, en
die nu, 15 jaar na de troonsaf
stand van die vorst, nog in ge
bruik is. Maar daar gaat nu ver
andering in komen. Bij stukjes
en beetjes gaat een nieuwe fran-
keerserie verschijnen, waarvan
de eerste twee waarden ons nog
net in het oude jaar bereikten.
Alle waarden in duplo: één voor
Vlaanderen, één voor Wallonië.
Het wordt een z.g. toeristische
reeks: Afb. 3 Hoeilaart, centrum
van de druivencultuur, afb 4
van Huy, (in het Vlaams
„Hoei"): fort en kathedraal en
de brug over de Maas.
Söderblom
West Duitsland eert Nathan
Söderblom, die op 15 januari
1866 geboren werd (afb 5) en
Zweden volgt dat voorbeeld.
Niet zo vreemd dat deze beide
landen zich opmaken om deze
beroemde theoloog te herden
ken. We zien wel altijd eerst de
Zweed in hem, maar hij was ook
hoogleraar in de theologie in
Leipzig, voor hij naar Uppsala
ging. Hij is een der grondleggers
der oecumenische gedachte,
oprichter van „de wereldbond
voor vriendschap tussen de vol
keren. door de kerken" (1914).
In 1925 leidde hij de Wereldraad
van Kerken in Stockholm, in
1930 kreeg hij de Nobelprijs
voor de Vrede, in 1931 overleed
hij. Heerlijk dat de postzegels
behalve voor sporthelden, ook
belangstelling wekken voor ge
loofshelden.
Noorwegen begint ook een
nieuwe frankeerserie met als
thema het landschapsschoon.
De eerste waarde, (afb 6) is
naar het doel „winternacht in de
bergen" van Harold Sohlberg.
IJsland, afb. 7, eert zijn dichter
Einar Benediktsson, de man die
de bergen, watervallen en gei
sers van zijn land bezong. 1965
was het jaar van de Internationa
le samenwerking.
Het siert Egypte, dat het niet
met het handdruk motief vol
stond (linker bovenhoek) maar
ruiterlijk erkende, dat dank zij
een gulle internationale mede
werking, een groot deel van de
Nubische monumenten gered
konden worden.
Op afb. 8 de beroemde Ramses-
beelden bij de Abu Simbel tem
pel.
Noord-Vietnam besloot 1965
met een zegel, druipend van
haat tegen de Amerikaanse
„agressors". Op afb. 8 wordt vol
trots en voldoening getoond hoe
op 31 oktober een verrassende
Vietcong-aanval op de Ameri
kaanse vliegbasis Bien Hoa, 20
km van Saigon één puinhoop
van brandende Amerikaanse
vliegtuigen achterliet. Deze zegel
naar een kleurenfoto, laat zelfs
de registratie-nummers - der
wrakken duidelijk zien: o.a.
02155!
Ik vrees dat we ook in 1966
nog veelvuldig met het pro
bleem Vietnam op de zegels ge
confronteerd zullen worden!
Correspondentie en oplossingen
aan de heer H. J. J. Slavekodrde,
Goudrelnetstraat 125, Den Haag.
Viermaal fout
De titel Viermaal fout waarom??
waarde lezer, berust op welbewust
plagiaat. HIJ is namelijk geïnspireerd
op een soortgelijk rubriekje „Sechs-
mal..." (en dan volgt het een of
ander) in Fernschach. orgaan van de
Wereldschaakbond voor corresponden
tiespelers. Dat ls reeds een hele mond
vol. en nog ls de titel eigenlijk niet
compleet.
Er wordt over de hele wereld Ijve
rig correspondentieschaak gespeeld.
In ons land niet zo bijster veel, maar
in tal van andere landen wèl. En niet
weinige Nederlanders schaken interna
tionaal per brief. Hun namen kan
men bij herhaling in het zo juist
genoemde „Fernschach" tegenko-
dan ook de tijd v
Een Koning Lear van de step
pe, door I. S. Toergenjew. Uitga
ve L. J. Veen, Amsterdam.
Meesterlijk door zijn boeiende
eenvoud is het verhaal over een
Russische grootgrondbezitter, die
onder invloed van een droom zijn
bezittingen aan ziin dochters ver
maakt. Hij wordt daarna het
slachtoffer van hun liefdeloosheid.
Toergenjew heeft veel buiten
Rusland gereisd. Dat heeft op zijn
werk een stempel gedrukt. Hij
ontleent zijn verhalen aan de wer
kelijkheid; zij geven een tragisch
beeld van de maatschappelijke toe
standen in het midden van de vori-
Schilderkunst (In serie Kerke
lijke kunst), door dr. D. P. R. A.
Bouvy. Uitgave C. A. J. van Dis-
hoeck, Bussum.
Het is zeker interessant, dat aan
de bestaande kunsthistorische lite
ratuur een serie van vijf handza
me deeltjes wordt toegevoegd over
kerkelijke kunst, zoals die in Ne
derlandse bisschoppelijke musea is
verzameld. De redactie van deze
reeks is bij dr. Bouvy, directeur
van het Aartsbisschoppelijk Mu
seum te Utrecht, in deskundige
handen.
Na een kort overzicht van de
nog jonge kerkelijke museale ar
beid in ons land, belicht dr. Bouvy
de aan veranderingen onderhevi
ge functie van het retabel en de
daaruit voortvloeiende wijzigingen
in vorm en uitbeelding van de
altaarversiering. De kerkelijke
schilderkunst van de middeleeu
wen tot omstreeks 1800 bespreekt
de schrijver aan de hand van vijf
tig belangrijke werken uit kerke
lijke musea.
In de met kleurenrepro's en
zwart-wit afbeeldingen uitstekend
geïllustreerde serie zullen verder
verschijnen: Beeldhouwkunst, Me
talen. Weef- en borduurwerk en
Handschriften en incunabelen (80
blz., 52 ilL, ƒ5,90).
De verdwijning van prof. Sar
tori us, door H. O. Melssner.
Uitgave G. F. Callenbach NV,
NIJkerk.
Een aardig, soms ook wel span
nend boek over een fabrieksdirec
teur van wie aangenomen wordt
dat hij bij een scheepsramp om
het leven gekomen is. Zijn red
ding door een rotobenjager blijft
lange tijd verborgen, omdat de
boot van de laatste in het pakijs
bekneld raakt. We moeten er nu
een punt achter zetten, omdat we
anders in dezelfde fout vervallen
als de uitgever, die de intrige van
het boek op de flap heeft aangege
ven (232 blz., 6,50).
Wij zullen overwinnen, door
Ben Haas. Uitgave J. H. Gott-
mer, Haarlem.
Een intrigerende roman over de
strijd om de burgerrechten in de
Verenigde Staten. De hoofdperso
nen zijn een blanke en een neger,
die in het „beruchte zuiden"
aanvankelijk als vrienden met
elkaar zijn omgegaan, doch uitein
delijk elfeears opponenten worden.
Een leerzaam boek. dat inzicht
1 partij Pesta—Krützfeldt.
schaft in een van Amerika's groot
ste problemen. Goed vertaald,
maar ook goed geschreven (476
blz., 16,90).
De laatste kaper, door Douglas.
Reeman. Uitgave West-Friesland,
Hoorn.
Drie dagen voor het aanbreken
van het bewogen oorlogsjaar 1918
ontsnapt het onder zijn camoufla
ge sterk bewapende kaperschip
Vulkan uit de oorlogshaven Kiel
door de Engelse blokkade naar de
oceaan. Het opperbevel van de aan
banden gelegde Keizerlijke Kriegs-
marine verwacht dat de korvetten-
Kapitan Felix von Steiger in de
voor Duitsland depressieve oorlogs
toestand door een sensationele
kaapvaart een psychologische om
mekeer teweeg zal brengen.
Het is een spannende roman ge
worden, niet slechts door de reeks
geslaagde raids op koopvaardij
schepen en de ondergang van het
schip in een ongelijk gevecht met
de conflicten aan boord. De poging
van de schrijver het verschil tus
sen moed en lafheid en tussen fa
natisme en plichtsbetrachting aan
te duiden, is niet helemaal ge
slaagd. (300 blz, ƒ7,90).
A A
f H SA
AA üaa&B
hsb s m
partij Grafe—Cornu.
partij LungmuszZiems.
I 1#
A AA» A
Ai A'
B^S SS&B
- DABAB
Dit blad is. voor zover wij dit kun
nen beoordelen, een van de allerbeste
periodieken die men zich op dit ge
bied kan denken. Het in de aanhef
genoemde maandelijkse rubriekje
is slechts een der facet-
Wij kozen uit „Sechsmal" ditmaal
onze stellingen, en hopen dat u er
plezier aan beleeft. De namen der
spelers zullen waarechijnlijK niet veel
zeggen. Correspondentieschaak leeft
abcdefgh
l.Pxc5? was fout. Waarom!
Uit een partij Jordan-Möhlenkamp
I ifsi I
i AA
A A A
A A
ASAE HAÖ
abcdefgh
lLg4? was fout. Waarom!
JET'S Oplossingen
Hieronder volgen de oplossingen
der opgaven uit onze rubriek van 18
januari jl.
(1) Honan-Mardle: 1. Dxg2t!l J.
Dxg2 Pg3t! hxg3. Nu is de h-lijn
open zodat zwart mat kan zetten met
3. Th8. Een origineel partijslot.
(2) Rödl-Blümich: 1. DxCTtü Kxfl
(Wanneer zwart het dameoffer wei
gert met 1Kh3 volgt 2. Lg4.
Zwart mag dan Pd7 niet wegspelen
wegens de dreiging 3. Df8t! gevolgd
door Txf8 mat. Zwart is weerloos
tegen de dreigingen 3. Lxd7 of ook
Le€. Na de tekstzet is hij er echter
nauwelijks beter aan toe. Zijn koning
wordt opgedreven en mat gezet) 2.
Lxd5tt Kg6 (2Ke7 dan 3. Tf7
mat) 3. Lf7f Kxg5 4. Lelt Kg4 5. Tf4t
Kg5 6. Te4 mat.
(3) Keres-Gllgoric. Na 1Ta6?
won wit met 2. Txg7tü Lxg7 (Ook na
2 Kh8 3. Tg3 staat zwart slecht)
3. Dg4 Dx(5 (Do zwarte dame was
niet te redden: 3. Tg6 4. Ph6t
benevens 5. Dxd7). Hiermee ls de
partij beslist Er volgde nog: 4. Dxf5
Tf6 5. Dd7 Tfe€ 6. Te3 dxe4 7. Tg3
Ta8 8 Dd4 Tg6 9. Dxe4 To3 10. b3 Pc6
11. Td3 Te6 12. Dc4 Tee8 13. Tg3 Te6
14. LhS! Tg6 13. Lxg7 Kxg7 16. Dc3t
Kg8 17 h4 Pe7 18. Txg6t hxg6 19.
Dxa5 Tcl+ 20. Kh2 Tdl en zwart gaf
het gelijktijdig op.
Horizontul: 1. mom, 6. nachtgewaad. 8. «pijltje, 13. elke. 14.
plotseling. 15. muzieknoot. 17. elektrisch geladen atoom. 18. huisdier.
20. keurig. 21. titel <afk.>, 22. lichaamsdeel. 24. spelleiding, 26.
zangstem. 27. rivier in Italië, zijtak Tiber, 28. bijwoord. 30. plaats in
Zeeland, 3i. zuster. 32. zelfkant. 33. bitter vocht, 35. muzieknoot, 36.
ketting. 38. specerij. 40. gifslangetje, 42. spijker. 44. patroon, 47. was
landvoogd der Nederlanden. 48. vod, 49. koperen blaasinstrument, 50.
laan (Fr.), 52. plaats in Frankrijk, 54. ommegang. 56. het land aan de
Nijl tussen Chartoem en Assoean, 58. raamvormige opening in de
wand van een kantoor. 60. zoon van Noach. 62. sluiskolk, 64.
bezweringsformule, 65. plaats in Noord-Brabant. 67. sluiskolk, 64.
dichtbij komen. 71. stand, 72. knaagdier. 74. rivier in Afrika, 76.
onbep. voornaamw.. 77. algemeen kiesrecht lafk.), 78. meisjesnaam,
80. telwoord, 81. nauw, 83. deel van de bijbel, 84. stad in Denemarken,
85. de officiële taal van Israël, 87. bloem, 88. voorzetsel, 89.
bosvogel.
Vertikaal: 1. stad in Italië. 2. muzieknoot. 3. steen, 4. bijnaam van
Ezau 5. kippenloop, 6. zilt vocht. 7. begrip, 8. voorzetsel. 9. hoepel. 10.
voorvoegsel, 11. staat soms boven drukwerk. 12. plaats in Noord-
Brabant. 16. jongensnaam. 19. stad in Frankrijk. 21. stroperij.
23. gering, 24. zijtak Donau. 25. hemelgeest. 26. vruchtje, 28. vaste
regel. 29 levensvocht in organische .lichamen, 32. zenuwachtig. 34.
geesten der doden bij de Romeinen. 36. jonge raapstelen. 37. volk, 38.
bode aan een universiteit, 39. kunstmens, 40. vogel. 41. laagvlakte. 43.
kleefmiddel. 45. zoon van Jacob, 46. water in Z.H.. 51. een soort van
civetkat. 52. lentemaand der joden. 53. matig, karig. 55. plaats in
Noord-Brabant. 57. bezweringsformule, 59. oude benaming voor liter,
60. strook land langs de kust. 61. voorzetsel. 63. ongevulde. 65. schaap.
66. soort van hond, 69. plaats in België. 70. appel. 73. beschermgee?'
bij de Perzen. 75. soort van trekschuit, 78. danspartij. 79. uitroep. 81.
;r. 82. verstandig (bargoens>. 84. uitroep. 86. geheel de
Lat.)
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1 spar. 4. smelt. 8.
belt, 12. tin. 13. stins. 14. milie.
15. ik. 16. deels. 17. dis. 18. se. 19.
los. 21. tra. 22. pos. 24. lik, 26.
kabel. 28. lis. 31. pol. 33. net. 34.
nappa. 36. ib. 38. met. 40. koppel.
41. Noë. 43. legator. 44. elk. 45.
domein. 47. rek. 49. te, 50. armee.
51. erp, 53. no. 55. ter. 56. pedel,
58. Ees. 61. dak, 62. ton. 64. kop.
66. op. 68. het. 69. steek, 70. ea.
71. satan. 73. steng. 74. Est, 75.
Turk, 76. frans, 77. Pets.
Vertikaal: 1. stil. 2. pikol. 3.
An. 4. sterk, 5. Milaan. 6. Ens, 7.
(afk.
L.S., 8. bis, 9. el. 10. lis. 11. teer.
13. set, 14. mis, 17. dol. 20. sip. 22.
pet, 23. Lippe. 25. kom. 27. be
daard, 28. lap, 29. spelt, 30. pinda,
32. lelie, 34. Noren, 35. Alken, 37.
boort. 39. ten, 40. kor, 42.
Emmen, 46. eer. 48. koe, 51. eek.
52. Petten. 54. pek, 56. pat, 57.
loens. 59. Soest. 60. most. 61. den.
63. neg. 65. pats. 67. Pau. 68. hak.
69. sta, 72. tr, 73. sr. 74. E.E.
INZENDINGEN
In de linker
eden: „Puzzel-
oplossing". Er zijn drie prijzen:
een van ƒ5.— en twet van
ƒ2,50.
Peter was een echte plaag
geest. Als er buiten gevoetbald
werd en Peter kreeg de bal te
pakken, gaf hij hem zo'n harde
trap, dat de bal een heel eind
verderop terecht kwam. En als
de meisjes uit de buurt aan 't
springen waren, pakte hij 't
touw af en gooide 't hoog in
een boom. Niemand wilde
meer met Peter spelen. Hij ver
veelde zich, terwijl 't zonnetje
heerlijk 9cheen. Alle kinderen
uit de buurt hadden veel ple
zier buiten en Peter keek een
beetje jaloers naar de spelle
tjes die ze deden. „Mag ik mee
doen?", vroeg hij verlegen aan
een troep jongens, die met een
bal aan 't spelen waren.
„Jij? Nee hoor, hoepel jij
maar op, jij bent altijd aan 't
plagen".
En met een woedend gezicht
liep hij verder en ontdekte
ineens een klein meisje, dat
aan 't schommelen was.
..Kun je niet hoger?", vroeg
hij haar.
„Nee", antwoordde ze verle
gen.
„Zullen we samen eens heel
hoog gaan?"
„Dat durf ik niet, hoor".
„Ach joh, je houdt de tou
wen goed vast en dan kan er
niets gebeuren. We gaan net zo
hoog als de wolken".
„Kan ik die dan echt pak
ken?", vroeg 't kleine meisje.
„Ja hoor" en meteen sprong
Peter op de schommel en spoe
dig gingen ze al heel hoog. De
kleine meid keek angstig om
zich heen en riep bang: „Niet
hoog, niet zo hoog. Hou nou
stil!"
Toen Peter, de plaaggeest
hoorde, dat de kleine meid
bang werd, kreeg hij 't pas
goed naar z'n zin.
„Laat me er nou af, ik ben
bang, ik durf niet zo hoog".
„Nee, hou je maar vast, v/e
gaan eerst die wolken pak
ken".
't Kleine meisje voelde zich
daaiierig worden en vergat 't
touw vast te houden.
En toentoen vloeg ze door
de lucht en met een harde
boems viel ze op de grond. Pe
ter schrok toen hij zag wat er
gebeurd was en stopte de
schommel. Geschrokken ging
hij naar 't meisje toe en zag,
dat ze haar oogjes dicht had.
Oh. misschien is ze wel dood.
dacht Peter, wat moet ik nu
doen?
„Hé, psst". fluisterde hij
angstig, „hé kijk me eens aan",
maar 't witte gezichtje bleef
roerloos liggen en de oogjes
bleven dicht. Toen tikte Peter
tegen 't raam van 't huis.
„Mevrouw, Uw dochtertje is
van de schommel gevallen".
De moeder van 't meisje
kwam verschrikt naar buiten
en toen ze zag. dat haar kleine
meid er erg aan toe was. vroeg
ze Peter: „Heb jij soms gezien
hoe 't gebeurd is?"
Stotterend vertelde Peter
toen, dat 't zijn schuld was en
dat hij haar beloofd had een
wolk te pakken en dat ze toen
heel erg hoog waren gegaan.
„Heb je dan niet gezegd, dat
ze zich goed vast moest hou
den?"
„Ja mevrouw, maar ze werd
bang en...en...en toen ben ik
toch doorgeschommeld".
„Bah wat vind ik dat ge-
door
I T. SLIJK
niet te vertellen,
't is zo
erg".
„Wat dan? Heb je soms weer
iets gemeens uitgespookt?"
„Ja, en ik heb er erg veel
spijt van".
„Dat heb jij altijd, als 't ge
beurd is. Vooruit, vertel eens
op. Wat heb je gedaan?"
En toen vertelde Peter hape
rend, wat er gebeurd was.
„Maar Peter, hoe heb je dat
nou toch kunnen doen, wat ver
schrikkelijk. Zo'n klein ding te
plagen en zo bang te maken.
Bah, wat ben jij een gemene
laffaard. Ga onmiddellijk naar
je kamer! Je hoeft vandaag
niet meer naar beneden te ko-
j men!"
g Stilletjes en met lood in z'n
2- schoenen ging Peter naar bo
s' ven, terwijl hij dacht, ik wou,
i> dat ik 't maar niet gedaan
g had".
Ineens verhelderde z'n ge-
zicht. Ik ga met mijn spaarpot
naar de speelgoedwinkel en
wwwvww+wi-w-ww kf)0p de mooiste pop die er be_
staat. Hij vertelde z'n idee aan
moeder, die nog wel erg boos
meen van je, wat ben jij een
laffe plaaggeest, om zo'n klein
kind bang -te maken" enter
wijl mevrouw de kleine meid
voorzichtig mee naar binnen
nam, keurde ze Peter geen blik
meer waardig.
Hij stak z'n handen in z'n
zakken en schel fluitend liep
hij weg. Hij voelde zich hele
maal niet op z'n gemak en
angstig bedacht hij, dat 't wel
eens heel slecht zou kunnen
aflopen, deze keer. Wat had hij
een spijt, en wat was hB nu
bang! Had ik 't maar niet ge
daan. dacht hij, wat zal dat
meisje pijn hebben! Misschien
moet ze wel naar 't ziekenhuis!
En terwijl Peter probeerde z'n
tranen in te houden, liep hij
naar huis.
Moeder zag onmiddellijk, dat
er iets gebeurd was.
„Peter, wat is er? Wat is er
gebeurd? Waarom kijk je zo
benepen?"
„Oh moeder, ik durf 't haast
door M. VAN NUIS-ZUIDEMA
„Maar Hen toch", zei tante, ter
wijl ze naar de deur liep. „Zo
praten we niet over de dok
ter."
„Nou, hij is helemaal niet
aardig", mopperde Hen nog. „De
eerste keer wel, maar later en
gister...." Verder kwam hij niet.
De dokter kwam de kamer bin-
toen pas zag
op hem was, maar toch blij
was, dat Peter spijt had
daad. De volgende dag
belde hij aan bij 't huis van de
kleine meid, terwijl hij een gro
te doos met een prachtige pop
onder z'n arm hield. Eerst wil
de mevrouw hem niet binnenla
ten.
„Heus, mfevrouw, ik beloof
U, ik zal 't nooit meer doen. Ik
zal helemaal nooit meer
iemand plagen".
„Nou, vooruit dan maar,
maar zachtjes, want misschien
slaapt Miesje wel".
Zachtjes opende Peter de
deur van de slaapkamer en
juist werd de kleine wakker.
Ze had een groot verband om
haar hoofd en toen Peter haar
verlegen de pop overhandigde
en haar beloofde, nooit meer
zo lelijk te doen, ging 't meisje
rechtop in haar bed zitten. Vol
ongeduld maakte ze 't touwtje
los en toen ze zag, wat Peter
voor haar had meegebracht,
kreeg ze een kleur van blijd
schap. Ze boog zich naar Peter
toe en gaf hem een zoen boven
op z'n neus.
„Dank je wel, wat een
pracht van een pop".
Peter werd er verlegen van.
Maar hij was zo geschrokken,
dat hij sinds die tijd niemand
meer geplaagd heeft. Hij speelt
nu net als z'n vrienden op
straat en was blij, dat 't nare
avontuur toch nog goed was
afgelopen. Eneen plaag
geest is Peter nu niet meer.
Hij groette
hij Hen.
„Jij hier?" Het klonk zo ver
baasd. dat oom in een lach
schoot.
.Ja, eh... dag dokter," stotterde
Hen.
„Hij heeft me alles verteld van
gister". Oom was weer gemakke
lijk in zijn stoel gaan zitten. „U
had maar een natte vangst met
zulke bengels." Maar hij is niet
altijd zo ondeugend," C
hoofd knikte in de richting
Hen. „Hij komt wat graag de
oude luitjes opzoeken, dan leest
hij de krant voor, en als er iets
te doen is helpt hij moeder ook
wel eens."
Hen zat onrustig op zijn stoel
heen en weer te schuiven. Waar
om moest oom dat nu allemaal
van hpm zeggen, hij
dat ze ergens anders over gingen
praten. Zou de dokter lang blij
ven? Dan kon hij niet eens meei
voorlezen.
Hen tuurde naar buiten Waar
zou vader nu ziin met de ande-
„Die jongen heeft me maar le
lijk toegetakeld", hoorde Her
oom weer zeggen. .Dat hebben
ze nu van da» wilde rijden.
oud mens wordt er het slachtof
fer van."
Weer keek de dokter zo raar
naar Hen. dat hij zich onbehaag
lijk voelde, hii begreep er niets
,,'t Is bijna weer in orde hoor"
praatte hij, „nog maar wat voor
zichtig aan doen. Over een paar
weekjes weet U er niets meer
van. En de vrede is geloof ik
weer getekend, wal jij Hen?"
Hen wist niet. wat te antwoor
den. De vrede wat bedoelde hij
„Ja jongen, jt zult in het ver
volg wat voorzichtiger moeten
zijn, 't is nu gelukkig goed afge-
„Hè...?" Nu hegreep Hen er he
lemaal niets meer van.
.Ja, ik weet meer dan je
denkt, omdat ik je toevallig hard
weg zag rijden. Je had zo'n haast
dat je mij niet eens merkte Ik
wist toen niet, dat het je oom
was dokters stem klonk ver
ontwaardigd Maar het was laf
van ie er gauw van door te gaan.
in plaats van eerst je oom te hel-
P Hen was vuurrood geworden.
Tante sloeg haar handen ineen,
het breiwerk viel op de grond.
„Och, och." steunde ze.
Oom alleen lachte. „Maar dok
ter, dacht U nu heus, dat Hen?
igen neef, stel
iets kon den
ken. Nu begrijp ik alles, eerst
vond Hen U zo aardig, later niet
meer. U groette hem niet vriende
lijk genoeg maar was het
daarom?"
(Volgende week vei der)