Avant-garde theologie gezangen zegt: ca- a J" zullen waarde in "bog 1s aooa i praktijk tonen ezffia mhdacfumt1: Kerst tussen draad 6 GEESTELIJK LEVEN i Een bundel I om van te proeven Vooral Rotterdam tobt, maar... is te helpen Telefonische dienst aan de naaste boekje over! het Oude Testament ZATERDAG 18 DECEMBER 19651 (Van onxe kerkredactie) „God is dood, leve Je zus", is de nieuwste theo logische kreet. Naast or thodoxen, midden-ortho doxen en vrijzinnigen kunnen we nu ook spre ken van christen-atheïs ten. Een van de woord voerders van deze avant- garde theologie noemde zijn boek het moet nog verschijnen tenminste: ..The Gospel of Christian Atheism" (Het evange lie van het christelijk atheïsme)De 38-jarige schrijver beweert: „Wij moeten erkennen dat de dood van God een histo rische gebeurtenis is: God is gestorven in onze tijd, in onze geschiedenis, in ons bestaan." De oude woorden van Nietzsche ,.God is dood" worden herhaald zonder de uit spraak „Geloof is opium voor het volk" er bij. In tegendeel, deze woorden vormen nu de inleiding van een bijzondere acti vistische en sociaal voe lende religiositeit. Deze „theologie" wint snel ter rein onder de jongere of jongste theologen in Amerika en Duitsland. Drie namen treden in het bij- ronder naar voren, die van de methodist Thomas J. J. Altizer, wiens woorden we reeds citeer den, van dr. William H. Hamilton en van Paul van Buuren. De laatste schreef over de seculaire God leeft 1 Wereldraad van Kerken dr. W. A. Visser 't Hooft gerea- geerd op de avant-garde theo logie die de dood van God verkondigd. Hij schreef: „Als mensen roepen „God is dood", kan dit alleen beteke nen dat Hij niet daar is waar zij Hem zoeken." Visser 't Hooft schrijft over het Kerstfeest van Herodes. Waar om maakte deze koning zich zoveel zorgen, toen de drie wijzen hem de geboorte van de Koning der Joden predik te? Niet de angst voor een aanval op zijn troon, is het antwoord. Herodes wist dat het Kind geen gewone Ko ning zou zijn. De priesters en de schriftgeleerden hadden hem gezegd dat Hij de Messi as zou zijn, de speciale gezon dene van God. Herodes was bang dat God in zijn leven gevaarlijke baby uit de weg geruimd worden. Hij had zijn deur op slot gedaan voor Maar. zegt dr. Visser 't Hooft, God kwam door een achter deur weer terug. Jozef en Ma de Baby mee „De boodschap van Kerstfeest Ls dat God onze wereld binnen komt in weerwil van alle pogingen om Hem eruit te houden. Als mensen roe pen: „God is dood", kan dit alleen betekenen, dat Hij niet daar is waar zij Hem zoe* ken. Maar Hij weet altijd bin nen te komen, meestal heel onverwacht." „Christus komt zonder lawaai." schrijft hij nog. En juist nu deze jonge ..God is dood" the ologen zoveel lawaai maken, weten ook wij dat bij hen ons laatste antwoord niet te yinden is. Als zij zeggen „God is dood," dan is dat, omdat zij met de schriftge leerden in Jeruzalem blijven. Liever gaan we dan met de herder naar Bethlehem om neer te knielen en te aanbid den. Want Christus is meer dan ons voorbeeld, meer dan onze Voorganger, die wij moe ten opvolgen. Hij is degene die vooraangaat op weg naar de levende God. betekenis van het evangelie; Ha milton zei: God doet zich zelfs niet meer als onze vijand ken nen. Een vierde maeikaan dr. Harvey Cox voegde er aan toe: We zullen een tijdlang moeten ophouden met over God te spre- Wat deze mensen bedoelen komt nog niet erg goed uit de verf. Het enige duidelijke in hun ideeën is, dat ze wel heel erg nieuw zijn", schreef een kri tisch ingestelde theoloog. Geloof Maar wel duidelijk is uit wel ke achtergrond ze spreken. Ze zen hoe het geloof de mensen in onze tijd steeds minder zegt. Hier is een verzet tegen het „ge loven op zondag en niet door de week". Maar in plaats van het geloof in God weer actueel voor maandag te maken, willen ze het geloof op zondag afschaf- In wezen hebben deze jonge theologen de lijnen van bisschop Robinson in hun ijzingwekkende consequenties doorgetrokken. Ro binson keerde zich tegen een Godsbeeld, van een God in de hemel ver boven ons. Wij kon den indertijd wel begrip voor die gedachten opbrengen, omdat een Godsbeeld een afgodsbeeld kan worden. Zijn oplossing, dat we God in de diepte van ons wezen moeten zoeken voldeed ons niet. Hij schreef: „Want het woord „God" duidt de diepste diepte van heel ons bestaan, de creatieve grond en de gehele zin van onze existentie aan." De nieuwe theologen gaan nu een grote stap verder. Zij zeg gen: God grijpt niet meer in ons leven en onze geschiedenis in. God is er dus helemaal niet meer. Laten we ophouden met over God te spreken. De vraag komt op: Kan iemand die zo God loochent nog wel een theo-loog genoemd wor den? Robinson redde zich daar uit door te zeggen: „Een uitspraak is „theologisch", niet omdat ze betrekking heeft op een bepaald Wezen, God ge naamd, maar omdat ze de laat ste vragen over de zin van het bestaan stelt, nl. de vraag wat, op het niveau van theos, op het niveau van zijn diepste myste rie, de werkelijkheid en de bete kenis van ons leven is." Doel En als het dan gaat om de zin van ons leven zeggen deze „God is dood"-theologen, dat moeten ten kijken naar de historische Je zus. Hij is degene die de mens wil leiden naar de seculaire ver lossing, of zoals Hamilton het zegt: „In de tijd van de dood van God hebben wij een plaats waar wij moeten staan. Dal is niet voor het altaar, dat is in de we reld, in de stad, zowel bij de be hoeftige buurman, als bij de vij and". En als wij al deze vage woorden willen vertalen, zoals z ongetwijfeld vertaald zullen wor den, dat is geloven in God uitein delijk niet meer dan goed zijn hongerig gezien?": „Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan" Christus dkomt tot ons in de hongerige, de armoedige, de ge slagene, de gevangene. De nieu we theologen gaan echter nog een stap verder en zeggen: Chris tus is die hongerige, die arme, die gevangene. Deze nieuwe radicale theo logen" we hopen dat die naam niet in Nederland inbur gert, want ze zijn alleen maar in een negatieve zin radicaal hebben reeds hun tienduizenden verslagen. Maar zij Hebben ook een stroom van protesten doen opsteken, zowel van orthodoxe als van vrijzinnige kant. „De nieuwste draai van een zieke theologie" schreef de hoofdre dacteur van Christianity Today. Bezwaren Heel scherp zegl de hoogle raar aan de Hervormde Theologi sche Academie in Boedapest, Alexander Czeglédy, dat deze „theologie" alleen maar een theo logische verwerking van de exis tentialistische filosofie van na de oorlog is: „Er is geen weg tot zekerheid, wordt er gezegd, dan de onzekerheid aanvaarden; la ten we daarom alle troost uit het verleden en alle valse zeker heden opgeven om de vaste grond onder de voeten te heb ben." Hij komt tot de conclusie dat we op deze manier God gaan „ontpersoonlijken". Volgens hem staan deze theologen dan in dienst van hen die bezig zijn de mens te ontpersoonlijken. Met een Russische schrijver zegt hij: „De dood van de mens, moet de consequentie zijn van de dood van God." hoogleraar in de pastorale theo logie, Warren L. Moulton, dat de gedachte „God is dood" uiteinde lijk een einde maakt aan de theologie. Maar hij heeft veel practi- scher bezwaren: „Als God er niet meer is, wordt mijn liefde selectief, een poging tot liefde, zij verandert van karakter en past zich aan bij mijn stem ming". Hij zegt dus dat als we de eerste gedachte van deze theo- Afoodsrij logen aanvaarden, „God is dood", er uiteindelijk geen plaats meer zal zijn voor de tweede, de werkelijk christelijke daad in de wereld. door de theologie, door de chris telijke ethiek en door Christus zelf. Men kan zich afvragen of het nog niet te vroeg is om zo'n hard oordeel uit te spreken. Paul van Buuren schreef tenmin ste van Altizer dat hij eenvou dig niet in staat was te begrij pen wat de man schreef. Kun nen wij het dan wel begrij pen? Een derde reden, waarom hij deze theologie afwijst is dat het de christologie zijn inhoud laat verliezen: „We houden een zieke Christus over". In wezen komt zijn oordeel hier op neer: Deze theologie haalt uiteindelijk een streep Altizer schrijft ergens: „De christelijke theologie moet de dood van God verkondigen als zij van het Woord des geloofs wil getuigen." De theoloog van Boston University J. Robert Nel son vraagt zich af: ,Wat is dan wel dat Woord des geloofs?" Het is allemaal niet erg duide lijk. Wel duidelijk is dat deze mannen niet spreken over de afwezigheid van onze beleving van God, maar over de beleving van de afwezigheid van God. En daar ligt voor ons de grote tra giek van deze „theologen" Zij zijn zo onder de indruk geko men van de spottende roep uit de wereld: „Waar is uw God?" dat zij in dat koor mee zijn gaan roepen. Geldt in wezen niet voor hen wat Paulus schreef aan de Ro meinen: „Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, en zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijke mens". Want terwijl het waar is dat Christus in de hongerige de naakte, de gevangene tot ons kan komen, is, wie zegt dat die hongerige, die naakte, die gevan- ge Christus is, op de weg van een nieu-- afgoderij gegaan. (Vai kerkredactie) DEN HAAG Als de kerk in beweging komt worden er nieuwe liederen gebqren, want het geloof moet niet alleen geleerd, maar ook be zongen worden. Veel van die liederen krijgen nimmer ker kelijke status. Maar nu is er een bundeltje verschenen met 102 nieuwe gezangen die straks kerkelijke goedkeuring moeten verkrijgen. De bedoe ling is dat zij in, voor en na de kerkdiensten gezongen worden, ook al is de titel nog altijd: „Proefbundel". Deze proefbundel bevat louter nieuwe liederen, die genomen zijn uit de nieuwe hervormde bundel, die wordt samengesteld. Zij zijn dan ook niet in de eerste plaats gegeven om ze te beproeven of ze bruikbaar zijn, maar als een voorproefje van wat er komt. In deze bundel staan nieuwe vertalingen van zeer oude chris telijke hymnen, die in de dagen van de Reformatie al groten deels vergeten waren, veel liede ren uit de reformatietijd, nieu we vertalingen van liederen uit andere landen. En bovendien staan in deze bundel Schriftge zangen, berijmingen van bepaal de bijbelgedeelten, zoals we die in beperkte vorm reeds kenden uit de lofzangen van Maria en Simeon. Neem bijvoorbeeld lied zes, een Schriftgezang naar Spreu ken 8 en 9. Kunnen we mensen van deze tijd nog wel laten zin gen: „O, komt tot de zeven pila ren, eenvoudigen dolenden scha ren, breekt brood, drinkt diepro de wijn." of met lied 45 „Gij die mijn liefste kleinood zijt, mijn allerschoontste kostbaar heid." om niet te spreken van Jan Wits: „Ik weet een lieflijk lustprieel, waar englen zich ver maken." 2 lede :and« de zondagsschool zouden lachen i zingen door kleuters. Dan kun nen ze nog ieder keer het aantiVeel vingers opsteken van het getsyolg ieu Prediking Heel wat dichter bij ons levens gevoel staat dan lied 84: Wij hebben Gods natuur gepacht en nooit meer om de huur ge dacht." Maar zal dit lied ooit een kerklied worden? In een kerk lied zingt de gemeente haar ge loof uit, maar hier wordt van ons gevraagd om in het refrein te zingen: „God iveek te lang geleden uit ons bestaan. God is in eeuwigheden op reis gegaan." Het zou een goed stuk prediking zijn als het kerkkoor dit lied eens voor de preek zong, maar van een echt kerklied verwach ten we meer. Een enkele keer vroegen we ons ook af of een bepaald lied niet beter gepubliceerd had kun nen worden in een zondags schoolbundel. Neem bijvoor beeld lied 30, een vertaling door J. W. Schulte Nordholt van een Duits lied. Het bevat 12 couplet ten van twee regels in de trant dat genoemd wordt. Zo wore het een leuk bewegingsik Maar we kunnen ons moeilijken een gemeente voorstellen du zingt: „Zeven is voldoende, vijvruu en twee, zeven was voldoendkjel voor vijfduizer op de heuvels langs de zee." man waai Reveil Wc bladerden de uit f;e Engels vertaalde liederen door'6/ Er zijn een paar heel mooing re 'oude bij. Maar dan valt op dc. de liederen uit de grote opioek-'S' kingsbeweging ontbreken, terjPari wijl dat juist de liederen zijjj- die in het verleden en nu no^ie ontzaggelijk veel menseijn geestelijk geraakt hebben. Upp-f Zo kwamen we bladerend eineei lezend tot de vraag of de dicWjaar ters niet heel sterk leven uit c' reactie tegen de liederen van t opwekkingsbeweging en het n veil, dat toch ook op de Neden, landse kerken een stempel heef gedrukt. Is het geen verlies aken terug willen grijpen, zowfy-^ lie wat de muziek als de tekstq betreft naar de tijd van de refo matie, zonder dit brok kerkge|; schiedenis te willen verwerp ken? Co. Beproeven Opnieuw heeft West-Duitsland kerstbomen laten planten langs het prikkeldraad dat het hart van Berlijn doorsnijdt. Op de bomen zijn elektrische kaarsjes geplant om de bevolking achter het ijzeren gordijn te laten weten dat het Westen het Kerst feest nog niet vergeten is. Zoals hier bij de Knesebeck Brücke over het Teltow- kanaal staan dezer dagen overal langs de muur en het prikkeldraad deze kerstbomen, als, zoals een Duitse krant schreef: „vreedzame en hoopvolle wachters". Deze bundel moet beproefd, niet besproken worden. Pas dan kan men de werkelijke waarde van deze nieuwe liederen ontdek ken. Liederen slaan niet aan omdat hun teksten feilloos en artistiek verantwoord zijn of omdat de muziek aan de hoogste eisen van de kunst vüldbét Dat is reeds lang bewezen. Dergelij ke kerkliêderên zullen de liede ren van de weinigen blijven. Een kerklied moet een volkslied in de beste zin van het woord zijn. De echte kerkliederen wor den ook niet gemaakt, ze wor den geboren. Voldoet deze bun del aan die eis? Het is dan ook nog veel te vroeg om nu al tot de conclusie te komen dat hooguit een kwart van deze liederen bruikbaar is, zoals wij een vrijzinnig predi kant hoorden zeggen. Al lezend ontdekten we prach tige liederen, maar ook bekroop ons de vraag: Voldoen die nu echt wel allemaal aan de eisen die de commissie zichzelf stelde: ..Als algemeen kernmerk van Ook buiten de kring van de^ne dichters, in de moderne, naoojren. logse opwekklngsbewegingejtijd i zijn liederen geboren, vaak hetleefd- sterk geënt op de opwekkingsbjleuk wegingen van de vorige eeuwen Er zat ook daar veel kaf ondfestie het koren, maar ook liederen c aanspraken en graag en veel gjque zongen werden en worden, z bijvoorbeeld het lied „Er ziiyaarc geen grenzen aan Jezus machÏDaar. of de mooie vertaling van Jaaj"' van der Leek van de Schot# psalm 23. Maar soms krijgen wpe het gevoel dat er zo'n onoveise eld van de „102" en de werel van het opwekkingslied dat v ons afvragen of dit juist is. Z< een wederzijdse beïnvloed» niet--bevrucht-end kunnen we ken? van: „Met thuis bedoel ik 't he melrijk waar 'k eeuwig naar mijn Vader kijk." We hebben altijd gedacht dat we persoon lijk veel meer waardering kon den opbrengen voor sommige piëtistische liederen dan sommi ge van deze dichters, maar het eerste couplet ligt ons toch niet erg: „Ik zou zo graag naar huis toe gaan, de troost der wereld laten staan." Is dit niet heel erg wereldmijdend? Dat laatste bezwaar hebben we niet tegen Bernards „Zeven was voldoende." Maar dat is ook weer zo'n lied dat we graag op Wij leven naar de Kerst toe, waarbij aan de geboor te gedacht wordt van een arm Kind dat op de aarde kwam om velen rijk te maken. Voor de komende feest dagen zal wel weer het nodige in huis gehaald worden en dat mag best. Mits we daarbij sommige dingen maar niet over het hoofd zien. Bijvoorbeeld de proble matiek (gemakkelijk door ons weg te werken) zoals die hieronder aan de orde wordt gesteld. Van een onzer redacteuren In Den Haag luidt de naam S.O.S., in Rotter dam T.H.D. Deze letter combinaties duiden op stichtingen, die via de te lefoon hulp in levensnood verschaffen. Merkwaardi ge, moderne organisaties, waarvan er in ons land thans ongeveer een dozijn bestaan. Nuttige organi saties ook, die hun recht van bestaan elke dag op nieuw bewijzen. Hun ac tiviteiten hebben in de volle zin van het woord de betekenis van dienst aan de naaste. hun tijd aan op volkomen vrij willige basis. Ze worden niet ge honoreerd behoudens een enkele vakkracht 'maatschappelijk werker) die aan de dienst kan zijn verbonden. Ook een groot deel van de financiële medewer king is vrijwillig en particulier. Dat is goed zo, want nimmer zou een telefonische hulodienst het karakter van instituut mo gen krijgen. Die zijn er in ons land genoeg. Wie naar het antwoord zoekt zou zichzelf eerst nog een ande re vraag kunnen stellen: waar om zouden al die duizenden hulpzoekenden zich uitgere kend NIET wenden tot één of meerdere van de 120.000 instel lingen die ons land rijk is en uitgerekend WEL tot die man of vrouw aan de andere kant van de lijn, door dat en dal te draaien? Omdat het hier gaat om de vereenzaamde, wanhopige of vertwijfelde mens. die al of niet anoniem een medemens wil ontmoeten. Een medemens die naar hem of haar kan en wil luisteren, waarbij het kun nen helpen in vele gevallen niet eens op de voorgrond be hoeft te staan. „Magie" Medemenselijke dienst in le vensnood dus. Men heelt deze ontmoetingen wel de magie van het medium telefoon genoemd. Immers op elk willekeurig ogenblik kan er een dialoog tus sen twee elkaar volkomen vreemde mensen ontstaan. De opbeller voelt zich rede lijk veilig. Hij verkeert door gaans in eigen omgeving en kan elk moment de verbinding verbreken en het gesprek beëin digen als hij daar zin in heeft De gesprekspartners zien el kaar niet en toch kan er een bijzondere relatie, een geëigend klimaat ontstaan, waarin de ge sprekspartners elkaar meer kunnen toevertrouwen. dan wanneer ze in elkaar tegen woordigheid waren. In enkele ogenblikken kan men het zo over de diepste levensproblema tiek krijgen en zeer intieme, persoonlijke ervaringen aanroe- Bij alle telefonische hulpdien sten in ons land kan men een geleidelijke omvang van het werk waarnemen. Over de aard van de aan de orde komende problematiek vermeldt een pu- blikatie van Rotterdam in de eerste plaats vraagstukken tus sen man en vrouw voor en in het huwelijk (15 procent van het totaal); 2. Financiële moei lijkheden (11 procent): 3. huis vesting (7.5 procent); 4. zoeken van onderdak (7 procent); 5. psychische moeilijkheden '6 procent). En vervolgens in nummerie- ke volgorde; opvoedingsproble men, eenzaamheid, huishoudelij ke hulp, ziekte, alcoholisme, ge loofskwestie, vragen die met het ouder worden te maken hebben, poging tot of dreigen met zelfmoord, verstoringen of afwijkingen in het s drag; criminaliteit, gen ele i ongehuwde moeders. Daarna komen we wat de aard der problemen aangaat onder de 1 procent. De vrijwillige hulpkrachten die bij toerbeurt de telefoon dienst vervullen de groep is doorgaans niet omvangrijk; kan dit ook niet zijn kunnen veelal terugvallen op deskundi gen die specialist zijn zoals een psychiater, een psycholoog, een zielszorger. maar ook een huis- tant! eCn JUriSt' ee" aecoun* Een goede telefonische hulp dienst zal voorts een „boek der mensen' 'bijhouden. Dank zij dit boek, of liever: de mensen die daarin staan, kunnen zo nodig acuutnoodvoorzieningcn getrof fen worden. Het gaat hier, om enkele voorbeelden te noemen om tijdelijk onderdak, het ver schaffen van een wanne maal tijd, het vervoeren van invali den of bejaarden, het bezoeken van eenzamen en zieken. Vaak zijn op deze wijze gelegde con tacten weer uitgangspunt voor bemoeiingen op langere duur. Waarom dit werk. dat in alle stilte cn met grote toewijding wordt gedaan op deze wijze wat nadrukkelijk naar voren wordt gehaald? Omdat vele er de harde noodzaak blijkbaar onvoldoende van inzien. In de financiële sector zit met name Rotterdam waar het werk zeer grote vlucht heeft geno men met de handen in het In de Maasstad gaat men het nieuwe jaar in met een tekort van ongeveer 25 mille. Behalve de salariskosten van de vaste (beroepskrachten) die voor 80 procent worden gesubsidieerd moet de dienst het van vrijwil lige bijdragen hebben. De situa tie is zo slecht geweest dat de telefoon met afsluiting be dreigd werd. Een snelle actie lenigde de ergste nood, maar daarmee Is deze financiële zwa righeid natuurlijk niet uit de wereld. Per dag vergt hier hel niet gesubsidieerde werk ƒ75! Véél ivuter De overheid heeft een defini tieve subsidieregeling toege zegd, maar voor hier iets van komt stroomt er nog heel wat water door de Rijn. In Rotter dam geven drie kerken elk twee mille per jaar; in Den Haag moet men het kerkelijk hebben van een incidentele gift. Den Haag heeft het in zo verre gemakkelijker dat in ge meentelijk verband meer subsi die (met terugwerkende kracht zelfs) los zal komen. Toch ook hier nog financiële tekorten. Vraag: bunnen de kerken, maar vooral: kunnen particulie ren hier niet méér doen? Het is toch eigenlijk beschamend dat dit prachtige en hoognodige werk financieel zo slecht wordt begeleid. Meer zullen we er niet van zeggen. Alleen nog dit: in Rotterdam is het giro nummer 121414 (Stichting Tele fonische Hulpdienst, Eendrachts- weg 69) en in Den Haag: gi ronummer 1668 (S.O.S. Telefo nische hulp in levensnood). Proeven We hebben gebladerd door „102 gezangen" en een aar vragen op papier gezet. En welden zoveel vragen op dat bijna vergeten waren aandacht te schenken aan i ons trof. En er was veel dat trof. Het eerste lied al, Schriftgezang naar Deuteronoi um 30:1-14 „Het Woord dat ten leven riep is niet te hoog niet te diep voor mensen die zo traag beamen. Het is een tij ken in uw hand, een licht dat uw oogen brandt. Het roept elke dag bij name." Een paar eeuwen lang hebbi wij elkaar toegezongen: „Zini zingt een nieuw gezang, den H re." Dat kunnen we nu in praktijk brengen. We hebben een bundel nieuwe gezangen, d we nog nooit gezongen hebbe We kunnen ze leren, zingen, de praktijk zal het kaf wel v het koren scheiden. Laten uit deze bundel. recepten komen op duur vanzelf tevoorschijn. 102 Gezangen, de nlew proefbundel, uitgegeven opdracht van de generale syni de van de Nederlandse He vormde Kerk, samengestel door de commissie voo zangen van de Raad Eeredienst. Uitgave Boekenc< trum, Den Haag, 2,50. Koraalboek voor de 102 zangen, voor koren, cantorl: en speelgroepen, voor toetslri strumenten ter begeleidii van gemeentezang en solozai voor kerkelijk cn huiselijk g« bruik, in ringband. UitgaT Boekencentrum, Den Haa 13.50. (Van onze kerkredactie) j In de Elthelo-brochurereeks i een studie verschenen over ee aantal oud-testamentischc be- grippen onder de titel „Woon voor woord". Dit boekje breng in vertaling een aantal artikelet van de Duitse theoloog prof. dn Claus Westermann, die Oudt Testament doceert aan de uni versiteit van Heidelberg. Behan deld worden onder meer de be grippen „heil", „zegen", „lofprij zing van God", „eredienst" ei „heilig" Het boekje maakt de indruk dat ieder overtollig vioord ge schrapt is. Het is zeer compaü geschreven en is uitstekend bruikbaar als leiddraad bij bij belstudies over deze cnderwtr\ pen. De Eltheto-brochurereeks is een uitgave van de Christen Stu denten Associatie, waarin dt NCSV, de VCSB en de Eindho-, vense PGG samenwerken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 14