Avant-garde theologie gezangen
zegt:
ca- a J" zullen waarde in
"bog 1s aooa i praktijk tonen
ezffia mhdacfumt1:
Kerst tussen draad
6
GEESTELIJK
LEVEN
i Een bundel
I om van
te proeven
Vooral Rotterdam tobt,
maar... is te helpen
Telefonische dienst
aan de naaste
boekje over!
het Oude
Testament
ZATERDAG 18 DECEMBER 19651
(Van onxe kerkredactie)
„God is dood, leve Je
zus", is de nieuwste theo
logische kreet. Naast or
thodoxen, midden-ortho
doxen en vrijzinnigen
kunnen we nu ook spre
ken van christen-atheïs
ten. Een van de woord
voerders van deze avant-
garde theologie noemde
zijn boek het moet nog
verschijnen tenminste:
..The Gospel of Christian
Atheism" (Het evange
lie van het christelijk
atheïsme)De 38-jarige
schrijver beweert: „Wij
moeten erkennen dat de
dood van God een histo
rische gebeurtenis is: God
is gestorven in onze tijd,
in onze geschiedenis, in
ons bestaan." De oude
woorden van Nietzsche
,.God is dood" worden
herhaald zonder de uit
spraak „Geloof is opium
voor het volk" er bij. In
tegendeel, deze woorden
vormen nu de inleiding
van een bijzondere acti
vistische en sociaal voe
lende religiositeit. Deze
„theologie" wint snel ter
rein onder de jongere
of jongste theologen in
Amerika en Duitsland.
Drie namen treden in het bij-
ronder naar voren, die van de
methodist Thomas J. J. Altizer,
wiens woorden we reeds citeer
den, van dr. William H. Hamilton
en van Paul van Buuren. De
laatste schreef over de seculaire
God leeft
1 Wereldraad van Kerken dr.
W. A. Visser 't Hooft gerea-
geerd op de avant-garde theo
logie die de dood van God
verkondigd. Hij schreef: „Als
mensen roepen „God is
dood", kan dit alleen beteke
nen dat Hij niet daar is waar
zij Hem zoeken."
Visser 't Hooft schrijft over het
Kerstfeest van Herodes. Waar
om maakte deze koning zich
zoveel zorgen, toen de drie
wijzen hem de geboorte van
de Koning der Joden predik
te? Niet de angst voor een
aanval op zijn troon, is het
antwoord. Herodes wist dat
het Kind geen gewone Ko
ning zou zijn. De priesters en
de schriftgeleerden hadden
hem gezegd dat Hij de Messi
as zou zijn, de speciale gezon
dene van God. Herodes was
bang dat God in zijn leven
gevaarlijke baby uit de weg
geruimd worden. Hij had zijn
deur op slot gedaan voor
Maar. zegt dr. Visser 't Hooft,
God kwam door een achter
deur weer terug. Jozef en Ma
de Baby mee
„De boodschap van Kerstfeest
Ls dat God onze wereld binnen
komt in weerwil van alle
pogingen om Hem eruit
te houden. Als mensen roe
pen: „God is dood", kan dit
alleen betekenen, dat Hij niet
daar is waar zij Hem zoe*
ken. Maar Hij weet altijd bin
nen te komen, meestal heel
onverwacht."
„Christus komt zonder lawaai."
schrijft hij nog. En juist nu
deze jonge ..God is dood" the
ologen zoveel lawaai maken,
weten ook wij dat bij hen
ons laatste antwoord niet te
yinden is. Als zij zeggen
„God is dood," dan is dat,
omdat zij met de schriftge
leerden in Jeruzalem blijven.
Liever gaan we dan met de
herder naar Bethlehem om
neer te knielen en te aanbid
den. Want Christus is meer
dan ons voorbeeld, meer dan
onze Voorganger, die wij moe
ten opvolgen. Hij is degene
die vooraangaat op weg naar
de levende God.
betekenis van het evangelie; Ha
milton zei: God doet zich zelfs
niet meer als onze vijand ken
nen. Een vierde maeikaan dr.
Harvey Cox voegde er aan toe:
We zullen een tijdlang moeten
ophouden met over God te spre-
Wat deze mensen bedoelen
komt nog niet erg goed uit de
verf. Het enige duidelijke in
hun ideeën is, dat ze wel heel
erg nieuw zijn", schreef een kri
tisch ingestelde theoloog.
Geloof
Maar wel duidelijk is uit wel
ke achtergrond ze spreken. Ze
zen hoe het geloof de mensen in
onze tijd steeds minder zegt.
Hier is een verzet tegen het „ge
loven op zondag en niet door de
week". Maar in plaats van het
geloof in God weer actueel voor
maandag te maken, willen ze
het geloof op zondag afschaf-
In wezen hebben deze jonge
theologen de lijnen van bisschop
Robinson in hun ijzingwekkende
consequenties doorgetrokken. Ro
binson keerde zich tegen een
Godsbeeld, van een God in de
hemel ver boven ons. Wij kon
den indertijd wel begrip voor
die gedachten opbrengen, omdat
een Godsbeeld een afgodsbeeld
kan worden. Zijn oplossing, dat
we God in de diepte van ons
wezen moeten zoeken voldeed
ons niet. Hij schreef: „Want het
woord „God" duidt de diepste
diepte van heel ons bestaan, de
creatieve grond en de gehele zin
van onze existentie aan."
De nieuwe theologen gaan nu
een grote stap verder. Zij zeg
gen: God grijpt niet meer in ons
leven en onze geschiedenis in.
God is er dus helemaal niet
meer. Laten we ophouden met
over God te spreken.
De vraag komt op: Kan
iemand die zo God loochent nog
wel een theo-loog genoemd wor
den? Robinson redde zich daar
uit door te zeggen: „Een
uitspraak is „theologisch", niet
omdat ze betrekking heeft op
een bepaald Wezen, God ge
naamd, maar omdat ze de laat
ste vragen over de zin van het
bestaan stelt, nl. de vraag wat,
op het niveau van theos, op het
niveau van zijn diepste myste
rie, de werkelijkheid en de bete
kenis van ons leven is."
Doel
En als het dan gaat om de zin
van ons leven zeggen deze „God
is dood"-theologen, dat moeten
ten kijken naar de historische Je
zus. Hij is degene die de mens
wil leiden naar de seculaire ver
lossing, of zoals Hamilton het
zegt: „In de tijd van de dood van
God hebben wij een plaats waar
wij moeten staan. Dal is niet
voor het altaar, dat is in de we
reld, in de stad, zowel bij de be
hoeftige buurman, als bij de vij
and". En als wij al deze vage
woorden willen vertalen, zoals z
ongetwijfeld vertaald zullen wor
den, dat is geloven in God uitein
delijk niet meer dan goed zijn
hongerig gezien?": „Voorwaar,
Ik zeg u, in zoverre gij dit aan
één van mijn minste broeders
hebt gedaan, hebt gij het Mij
gedaan"
Christus dkomt tot ons in de
hongerige, de armoedige, de ge
slagene, de gevangene. De nieu
we theologen gaan echter nog
een stap verder en zeggen: Chris
tus is die hongerige, die arme,
die gevangene.
Deze nieuwe radicale theo
logen" we hopen dat die
naam niet in Nederland inbur
gert, want ze zijn alleen maar
in een negatieve zin radicaal
hebben reeds hun tienduizenden
verslagen. Maar zij Hebben ook
een stroom van protesten doen
opsteken, zowel van orthodoxe
als van vrijzinnige kant. „De
nieuwste draai van een zieke
theologie" schreef de hoofdre
dacteur van Christianity Today.
Bezwaren
Heel scherp zegl de hoogle
raar aan de Hervormde Theologi
sche Academie in Boedapest,
Alexander Czeglédy, dat deze
„theologie" alleen maar een theo
logische verwerking van de exis
tentialistische filosofie van na
de oorlog is: „Er is geen weg tot
zekerheid, wordt er gezegd, dan
de onzekerheid aanvaarden; la
ten we daarom alle troost uit
het verleden en alle valse zeker
heden opgeven om de vaste
grond onder de voeten te heb
ben." Hij komt tot de conclusie
dat we op deze manier God gaan
„ontpersoonlijken". Volgens hem
staan deze theologen dan in
dienst van hen die bezig zijn de
mens te ontpersoonlijken. Met
een Russische schrijver zegt hij:
„De dood van de mens, moet de
consequentie zijn van de dood
van God."
hoogleraar in de pastorale theo
logie, Warren L. Moulton, dat de
gedachte „God is dood" uiteinde
lijk een einde maakt aan de
theologie.
Maar hij heeft veel practi-
scher bezwaren: „Als God er
niet meer is, wordt mijn liefde
selectief, een poging tot liefde,
zij verandert van karakter en
past zich aan bij mijn stem
ming". Hij zegt dus dat als we
de eerste gedachte van deze theo- Afoodsrij
logen aanvaarden, „God is
dood", er uiteindelijk geen
plaats meer zal zijn voor de
tweede, de werkelijk christelijke
daad in de wereld.
door de theologie, door de chris
telijke ethiek en door Christus
zelf. Men kan zich afvragen of
het nog niet te vroeg is om zo'n
hard oordeel uit te spreken.
Paul van Buuren schreef tenmin
ste van Altizer dat hij eenvou
dig niet in staat was te begrij
pen wat de man schreef. Kun
nen wij het dan wel begrij
pen?
Een derde reden, waarom hij
deze theologie afwijst is dat het
de christologie zijn inhoud laat
verliezen: „We houden een zieke
Christus over".
In wezen komt zijn oordeel
hier op neer: Deze theologie
haalt uiteindelijk een streep
Altizer schrijft ergens: „De
christelijke theologie moet de
dood van God verkondigen als
zij van het Woord des geloofs
wil getuigen." De theoloog van
Boston University J. Robert Nel
son vraagt zich af: ,Wat is dan
wel dat Woord des geloofs?"
Het is allemaal niet erg duide
lijk. Wel duidelijk is dat deze
mannen niet spreken over de
afwezigheid van onze beleving
van God, maar over de beleving
van de afwezigheid van God. En
daar ligt voor ons de grote tra
giek van deze „theologen" Zij
zijn zo onder de indruk geko
men van de spottende roep uit
de wereld: „Waar is uw God?"
dat zij in dat koor mee zijn gaan
roepen.
Geldt in wezen niet voor hen
wat Paulus schreef aan de Ro
meinen: „Bewerende wijs te
zijn, zijn zij dwaas geworden, en
zij hebben de majesteit van de
onvergankelijke God vervangen
door hetgeen gelijkt op het
beeld van een vergankelijke
mens". Want terwijl het waar is
dat Christus in de hongerige de
naakte, de gevangene tot ons
kan komen, is, wie zegt dat die
hongerige, die naakte, die gevan-
ge Christus is, op de weg van
een nieu-- afgoderij gegaan.
(Vai
kerkredactie)
DEN HAAG Als de kerk
in beweging komt worden er
nieuwe liederen gebqren,
want het geloof moet niet
alleen geleerd, maar ook be
zongen worden. Veel van die
liederen krijgen nimmer ker
kelijke status. Maar nu is er
een bundeltje verschenen met
102 nieuwe gezangen die
straks kerkelijke goedkeuring
moeten verkrijgen. De bedoe
ling is dat zij in, voor en na
de kerkdiensten gezongen
worden, ook al is de titel nog
altijd: „Proefbundel".
Deze proefbundel bevat
louter nieuwe liederen, die
genomen zijn uit de nieuwe
hervormde bundel, die wordt
samengesteld. Zij zijn dan
ook niet in de eerste plaats
gegeven om ze te beproeven
of ze bruikbaar zijn, maar als
een voorproefje van wat er
komt.
In deze bundel staan nieuwe
vertalingen van zeer oude chris
telijke hymnen, die in de dagen
van de Reformatie al groten
deels vergeten waren, veel liede
ren uit de reformatietijd, nieu
we vertalingen van liederen uit
andere landen. En bovendien
staan in deze bundel Schriftge
zangen, berijmingen van bepaal
de bijbelgedeelten, zoals we die
in beperkte vorm reeds kenden
uit de lofzangen van Maria en
Simeon.
Neem bijvoorbeeld lied zes,
een Schriftgezang naar Spreu
ken 8 en 9. Kunnen we mensen
van deze tijd nog wel laten zin
gen: „O, komt tot de zeven pila
ren, eenvoudigen dolenden scha
ren, breekt brood, drinkt diepro
de wijn." of met lied 45 „Gij
die mijn liefste kleinood zijt,
mijn allerschoontste kostbaar
heid." om niet te spreken van
Jan Wits: „Ik weet een lieflijk
lustprieel, waar englen zich ver
maken."
2 lede
:and«
de zondagsschool zouden lachen i
zingen door kleuters. Dan kun
nen ze nog ieder keer het aantiVeel
vingers opsteken van het getsyolg
ieu
Prediking
Heel wat dichter bij ons levens
gevoel staat dan lied 84: Wij
hebben Gods natuur gepacht en
nooit meer om de huur ge
dacht." Maar zal dit lied ooit een
kerklied worden? In een kerk
lied zingt de gemeente haar ge
loof uit, maar hier wordt van
ons gevraagd om in het refrein
te zingen: „God iveek te lang
geleden uit ons bestaan. God is
in eeuwigheden op reis gegaan."
Het zou een goed stuk prediking
zijn als het kerkkoor dit lied
eens voor de preek zong, maar
van een echt kerklied verwach
ten we meer.
Een enkele keer vroegen we
ons ook af of een bepaald lied
niet beter gepubliceerd had kun
nen worden in een zondags
schoolbundel. Neem bijvoor
beeld lied 30, een vertaling door
J. W. Schulte Nordholt van een
Duits lied. Het bevat 12 couplet
ten van twee regels in de trant
dat genoemd wordt. Zo wore
het een leuk bewegingsik
Maar we kunnen ons moeilijken
een gemeente voorstellen du
zingt: „Zeven is voldoende, vijvruu
en twee, zeven was voldoendkjel
voor vijfduizer op de heuvels
langs de zee." man
waai
Reveil
Wc bladerden de uit f;e
Engels vertaalde liederen door'6/
Er zijn een paar heel mooing re
'oude bij. Maar dan valt op dc.
de liederen uit de grote opioek-'S'
kingsbeweging ontbreken, terjPari
wijl dat juist de liederen zijjj-
die in het verleden en nu no^ie
ontzaggelijk veel menseijn
geestelijk geraakt hebben. Upp-f
Zo kwamen we bladerend eineei
lezend tot de vraag of de dicWjaar
ters niet heel sterk leven uit c'
reactie tegen de liederen van t
opwekkingsbeweging en het n
veil, dat toch ook op de Neden,
landse kerken een stempel heef
gedrukt. Is het geen verlies aken
terug willen grijpen, zowfy-^
lie
wat de muziek als de tekstq
betreft naar de tijd van de refo
matie, zonder dit brok kerkge|;
schiedenis te willen verwerp
ken?
Co.
Beproeven
Opnieuw heeft West-Duitsland kerstbomen laten planten langs het prikkeldraad
dat het hart van Berlijn doorsnijdt. Op de bomen zijn elektrische kaarsjes geplant
om de bevolking achter het ijzeren gordijn te laten weten dat het Westen het Kerst
feest nog niet vergeten is. Zoals hier bij de Knesebeck Brücke over het Teltow-
kanaal staan dezer dagen overal langs de muur en het prikkeldraad deze kerstbomen,
als, zoals een Duitse krant schreef: „vreedzame en hoopvolle wachters".
Deze bundel moet beproefd,
niet besproken worden. Pas dan
kan men de werkelijke waarde
van deze nieuwe liederen ontdek
ken. Liederen slaan niet aan
omdat hun teksten feilloos en
artistiek verantwoord zijn of
omdat de muziek aan de hoogste
eisen van de kunst vüldbét Dat
is reeds lang bewezen. Dergelij
ke kerkliêderên zullen de liede
ren van de weinigen blijven.
Een kerklied moet een volkslied
in de beste zin van het woord
zijn. De echte kerkliederen wor
den ook niet gemaakt, ze wor
den geboren. Voldoet deze bun
del aan die eis?
Het is dan ook nog veel te
vroeg om nu al tot de conclusie
te komen dat hooguit een kwart
van deze liederen bruikbaar is,
zoals wij een vrijzinnig predi
kant hoorden zeggen.
Al lezend ontdekten we prach
tige liederen, maar ook bekroop
ons de vraag: Voldoen die nu
echt wel allemaal aan de eisen
die de commissie zichzelf stelde:
..Als algemeen kernmerk van
Ook buiten de kring van de^ne
dichters, in de moderne, naoojren.
logse opwekklngsbewegingejtijd i
zijn liederen geboren, vaak hetleefd-
sterk geënt op de opwekkingsbjleuk
wegingen van de vorige eeuwen
Er zat ook daar veel kaf ondfestie
het koren, maar ook liederen c
aanspraken en graag en veel gjque
zongen werden en worden, z
bijvoorbeeld het lied „Er ziiyaarc
geen grenzen aan Jezus machÏDaar.
of de mooie vertaling van Jaaj"'
van der Leek van de Schot#
psalm 23. Maar soms krijgen wpe
het gevoel dat er zo'n onoveise
eld van de „102" en de werel
van het opwekkingslied dat v
ons afvragen of dit juist is. Z<
een wederzijdse beïnvloed»
niet--bevrucht-end kunnen we
ken?
van: „Met thuis bedoel ik 't he
melrijk waar 'k eeuwig naar
mijn Vader kijk." We hebben
altijd gedacht dat we persoon
lijk veel meer waardering kon
den opbrengen voor sommige
piëtistische liederen dan sommi
ge van deze dichters, maar het
eerste couplet ligt ons toch niet
erg: „Ik zou zo graag naar huis
toe gaan, de troost der wereld
laten staan." Is dit niet heel erg
wereldmijdend?
Dat laatste bezwaar hebben
we niet tegen Bernards „Zeven
was voldoende." Maar dat is ook
weer zo'n lied dat we graag op
Wij leven naar de Kerst toe, waarbij aan de geboor
te gedacht wordt van een arm Kind dat op de aarde
kwam om velen rijk te maken. Voor de komende feest
dagen zal wel weer het nodige in huis gehaald worden
en dat mag best. Mits we daarbij sommige dingen
maar niet over het hoofd zien. Bijvoorbeeld de proble
matiek (gemakkelijk door ons weg te werken) zoals
die hieronder aan de orde wordt gesteld.
Van een onzer redacteuren
In Den Haag luidt de
naam S.O.S., in Rotter
dam T.H.D. Deze letter
combinaties duiden op
stichtingen, die via de te
lefoon hulp in levensnood
verschaffen. Merkwaardi
ge, moderne organisaties,
waarvan er in ons land
thans ongeveer een dozijn
bestaan. Nuttige organi
saties ook, die hun recht
van bestaan elke dag op
nieuw bewijzen. Hun ac
tiviteiten hebben in de
volle zin van het woord
de betekenis van dienst
aan de naaste.
hun tijd aan op volkomen vrij
willige basis. Ze worden niet ge
honoreerd behoudens een enkele
vakkracht 'maatschappelijk
werker) die aan de dienst kan
zijn verbonden. Ook een groot
deel van de financiële medewer
king is vrijwillig en particulier.
Dat is goed zo, want nimmer
zou een telefonische hulodienst
het karakter van instituut mo
gen krijgen. Die zijn er in ons
land genoeg.
Wie naar het antwoord zoekt
zou zichzelf eerst nog een ande
re vraag kunnen stellen: waar
om zouden al die duizenden
hulpzoekenden zich uitgere
kend NIET wenden tot één of
meerdere van de 120.000 instel
lingen die ons land rijk is en
uitgerekend WEL tot die man
of vrouw aan de andere kant
van de lijn, door dat en dal
te draaien?
Omdat het hier gaat om de
vereenzaamde, wanhopige of
vertwijfelde mens. die al of
niet anoniem een medemens
wil ontmoeten. Een medemens
die naar hem of haar kan en
wil luisteren, waarbij het kun
nen helpen in vele gevallen
niet eens op de voorgrond be
hoeft te staan.
„Magie"
Medemenselijke dienst in le
vensnood dus. Men heelt deze
ontmoetingen wel de magie van
het medium telefoon genoemd.
Immers op elk willekeurig
ogenblik kan er een dialoog tus
sen twee elkaar volkomen
vreemde mensen ontstaan.
De opbeller voelt zich rede
lijk veilig. Hij verkeert door
gaans in eigen omgeving en
kan elk moment de verbinding
verbreken en het gesprek beëin
digen als hij daar zin in heeft
De gesprekspartners zien el
kaar niet en toch kan er een
bijzondere relatie, een geëigend
klimaat ontstaan, waarin de ge
sprekspartners elkaar meer
kunnen toevertrouwen. dan
wanneer ze in elkaar tegen
woordigheid waren. In enkele
ogenblikken kan men het zo
over de diepste levensproblema
tiek krijgen en zeer intieme,
persoonlijke ervaringen aanroe-
Bij alle telefonische hulpdien
sten in ons land kan men een
geleidelijke omvang van het
werk waarnemen. Over de aard
van de aan de orde komende
problematiek vermeldt een pu-
blikatie van Rotterdam in de
eerste plaats vraagstukken tus
sen man en vrouw voor en in
het huwelijk (15 procent van
het totaal); 2. Financiële moei
lijkheden (11 procent): 3. huis
vesting (7.5 procent); 4. zoeken
van onderdak (7 procent); 5.
psychische moeilijkheden '6
procent).
En vervolgens in nummerie-
ke volgorde; opvoedingsproble
men, eenzaamheid, huishoudelij
ke hulp, ziekte, alcoholisme, ge
loofskwestie, vragen die met
het ouder worden te maken
hebben, poging tot of dreigen
met zelfmoord, verstoringen of
afwijkingen in het s
drag; criminaliteit,
gen
ele i
ongehuwde
moeders. Daarna komen we
wat de aard der problemen
aangaat onder de 1 procent.
De vrijwillige hulpkrachten
die bij toerbeurt de telefoon
dienst vervullen de groep is
doorgaans niet omvangrijk; kan
dit ook niet zijn kunnen
veelal terugvallen op deskundi
gen die specialist zijn zoals een
psychiater, een psycholoog, een
zielszorger. maar ook een huis-
tant! eCn JUriSt' ee" aecoun*
Een goede telefonische hulp
dienst zal voorts een „boek der
mensen' 'bijhouden. Dank zij dit
boek, of liever: de mensen die
daarin staan, kunnen zo nodig
acuutnoodvoorzieningcn getrof
fen worden. Het gaat hier, om
enkele voorbeelden te noemen
om tijdelijk onderdak, het ver
schaffen van een wanne maal
tijd, het vervoeren van invali
den of bejaarden, het bezoeken
van eenzamen en zieken. Vaak
zijn op deze wijze gelegde con
tacten weer uitgangspunt voor
bemoeiingen op langere duur.
Waarom dit werk. dat in alle
stilte cn met grote toewijding
wordt gedaan op deze wijze
wat nadrukkelijk naar voren
wordt gehaald? Omdat vele er
de harde noodzaak blijkbaar
onvoldoende van inzien. In de
financiële sector zit met name
Rotterdam waar het werk
zeer grote vlucht heeft geno
men met de handen in het
In de Maasstad gaat men het
nieuwe jaar in met een tekort
van ongeveer 25 mille. Behalve
de salariskosten van de vaste
(beroepskrachten) die voor 80
procent worden gesubsidieerd
moet de dienst het van vrijwil
lige bijdragen hebben. De situa
tie is zo slecht geweest dat de
telefoon met afsluiting be
dreigd werd. Een snelle actie
lenigde de ergste nood, maar
daarmee Is deze financiële zwa
righeid natuurlijk niet uit de
wereld. Per dag vergt hier hel
niet gesubsidieerde werk
ƒ75!
Véél ivuter
De overheid heeft een defini
tieve subsidieregeling toege
zegd, maar voor hier iets van
komt stroomt er nog heel wat
water door de Rijn. In Rotter
dam geven drie kerken elk
twee mille per jaar; in Den
Haag moet men het kerkelijk
hebben van een incidentele
gift. Den Haag heeft het in zo
verre gemakkelijker dat in ge
meentelijk verband meer subsi
die (met terugwerkende kracht
zelfs) los zal komen. Toch ook
hier nog financiële tekorten.
Vraag: bunnen de kerken,
maar vooral: kunnen particulie
ren hier niet méér doen? Het is
toch eigenlijk beschamend dat
dit prachtige en hoognodige
werk financieel zo slecht wordt
begeleid. Meer zullen we er
niet van zeggen. Alleen nog
dit: in Rotterdam is het giro
nummer 121414 (Stichting Tele
fonische Hulpdienst, Eendrachts-
weg 69) en in Den Haag: gi
ronummer 1668 (S.O.S. Telefo
nische hulp in levensnood).
Proeven
We hebben gebladerd door
„102 gezangen" en een aar
vragen op papier gezet. En
welden zoveel vragen op dat
bijna vergeten waren
aandacht te schenken aan i
ons trof. En er was veel dat
trof. Het eerste lied al,
Schriftgezang naar Deuteronoi
um 30:1-14 „Het Woord dat
ten leven riep is niet te hoog
niet te diep voor mensen die
zo traag beamen. Het is een tij
ken in uw hand, een licht dat
uw oogen brandt. Het roept
elke dag bij name."
Een paar eeuwen lang hebbi
wij elkaar toegezongen: „Zini
zingt een nieuw gezang, den H
re." Dat kunnen we nu in
praktijk brengen. We hebben
een bundel nieuwe gezangen, d
we nog nooit gezongen hebbe
We kunnen ze leren, zingen,
de praktijk zal het kaf wel v
het koren scheiden. Laten
uit deze bundel.
recepten komen op
duur vanzelf tevoorschijn.
102 Gezangen, de nlew
proefbundel, uitgegeven
opdracht van de generale syni
de van de Nederlandse He
vormde Kerk, samengestel
door de commissie voo
zangen van de Raad
Eeredienst. Uitgave Boekenc<
trum, Den Haag, 2,50.
Koraalboek voor de 102
zangen, voor koren, cantorl:
en speelgroepen, voor toetslri
strumenten ter begeleidii
van gemeentezang en solozai
voor kerkelijk cn huiselijk g«
bruik, in ringband. UitgaT
Boekencentrum, Den Haa
13.50.
(Van onze kerkredactie) j
In de Elthelo-brochurereeks i
een studie verschenen over ee
aantal oud-testamentischc be-
grippen onder de titel „Woon
voor woord". Dit boekje breng
in vertaling een aantal artikelet
van de Duitse theoloog prof. dn
Claus Westermann, die Oudt
Testament doceert aan de uni
versiteit van Heidelberg. Behan
deld worden onder meer de be
grippen „heil", „zegen", „lofprij
zing van God", „eredienst" ei
„heilig"
Het boekje maakt de indruk
dat ieder overtollig vioord ge
schrapt is. Het is zeer compaü
geschreven en is uitstekend
bruikbaar als leiddraad bij bij
belstudies over deze cnderwtr\
pen.
De Eltheto-brochurereeks is
een uitgave van de Christen Stu
denten Associatie, waarin dt
NCSV, de VCSB en de Eindho-,
vense PGG samenwerken.