ONDftGS BLAD DE OORLOG OM CENTIMETERS else IVj Voor Zwitserland is de „Affaire Fentener" een internationaal incident ZATERDAG 18 DECEMBER 1965 J tC HEIN eigenlijk Henri- Louis, Fentener van Vlissingen is niet krank zinnig. Hij is alleen maar anders dan anderen - excentriek zou een pas- send woord kunnen zijn voor zoiets wordt ge- ^Jlukkig nog niemand in de land vrije wereld in een ge- ind-lsticht opgeborgen. 2791 tige De 44-jarige, tot Ameri- 3gs" kaan genaturaliseerde, ^^Nederlandse miljonair ligt I jaren met de Zwitser se autoriteiten overhoop, omdat zijn villa Linquen- ia („het moet verlaten worden")die hij in Saint ïulpice aan het Meer van Senève liet neerzetten, centimeter hoger werd dan de plaatselijke bouw verordening toestond. Na een serie processen, die sinds 1961 hebben geduurd, werd Hein ten- lotte op 11 oktober jl. >ver de grens gezet. Het uitwijzingsbevel, dat door de minister van justitie, .udwig von Moos, werd mdertekend, staat hem looit meer toe ook maar »lp voet op Zwitserse ibodém te zetten. t..op zigeunertcijze gecultiveerd en Hein had toen 500.000 gulden aan z'n huis ge spendeerd en nog eens 350.000 gulden aan pro- 18 ceskosten. Z'n bankreke- or hingen zijn geblokkeerd, terwijl ook z'n vrouw en K ivier kinderen Zwitserland gullen moeten verlaten. y De formeel denkende en redenerende paragrafen- -ruiters hebben zich tot doel gesteld de kapitale villa af te breken, zome de de sporen van de vreemdeling, die de naam van Zwitserland in weinig positieve zin „all over the world" heeft gebracht, Voor altijd uit te wissen. In hotel Schiller in Amster dam, in een salon, die van konin gin Victoria zou kunnen zijn ge weest, zitten we tegenover de schatrijke balling. Zijn snor baard a la de Marx Brothers keizer Franz-Josef had er ja loers op kunnen zijn is zo idonker als zijn intelligente ogen. pijn „glengarry" van dik tweed j— dit hoofddeksel een hoed te noemen, zou een belediging voor f een hoedenmaker zijn gaat op en af, maar blijft toch 250 van de 270 minuten, die we met hem praten, op zijn (kale) kruin toen het geluk reeds faaldet heus niet om m'n kale kop I verbergen j Herkenn ing Snorbaard noch hoofddeksel hebben een functie, die in de ifeer van persoonsverheerlijking ligt. Ze zijn slechts een herken- tingsbeeld, en ze stammen regel recht uit de reklame, welke Hein, die van beroep markton- lerzoeker is, door studie en er- Varing onder de knie heeft ge kregen. >em altijd het voorbeeld van het Maggi-flesje", zegt hij. ,De fabriek, die dat model op de markt heeft gebracht, heeft mil joenen uitgegeven om het er in te krijgen. Op 't ogenblik ziet men het flesje op alle tafels ttaan, ook in paleizen en in exclusieve restaurants. Zelfs de zilversmeden hebben zich er op geworpen, want ze hebben er alle mogelijke, prachtige hou ders voor gemaakt." „Ik ben niet tegen rijkdom" verklaarde Hein, „maar wel te gen armoede. De slechte behui zing van anderen, het ontbreken van werkelijk woongeluk, heeft tne altijd dwars gezeten. In Hel mond heb ik er overigens een mislukt projekt voor opgezet. Woningnood is iets verschrikke lijks; hij staat falïkant tegen de wetten der natuur. Zelfs de mus sen en de sprinkhanen hebben een plekje, waar ze kunnen ver blijven. Waarom jonge mensen, die willen trouwen, dan niet?" En dan: „Dat hoedje draag ik al acht jaar en heus niet om m'n kale kop te verbergen. M'n snor da teert van ver voor de oorlog. Alleen m'n snorbaard is nieuw. Toen ik hoorde dat men het plan had mij uit te wijzen, heb ik hem op zigeunerwijze geculti veerd. Ik zou een moderne ver sie van een zigeuner worden, zonder vaste woon- en verblijf plaats. Bovendien waardeer ik de zigeuners in hoge mate. Ze hebben ongeschreven wetten en een collectieve rechtspraak, waar ze zich zonder morren aan onderwerpen." We brengen Hein een rond schrijven van de Zwitserse ambassade in Den Haag onder ogen, waarin o.m. enkele overwe gingen zijn opgenomen van de civiele rechtbank van het arron dissement Lausanne in de „Affai re Fentener". Agressief" „Dat de eiser een querulant is", staat er te lezen, „in die zin, dat volgens een meer algemene definitie sprake is van een abnormale, die wegens een wer kelijk of vermeend onrecht een klacht indient, vervolgens onbe zonnen beschuldigt en zich ten slotte in een reeks eindeloze pro cessen stort „Dat deze meer algemene defi nitie van querulantie haast woord voor woord en ten aanzien van elke relevante omstandigheid van toepassing is op de eiser ,,Dat zich zijn sterk agressief gedrag, dat wordt gecamou fleerd door zijn jovialiteit er zelfvoldaanheid, tot een steeds grotere minachting voor wetten, gebruiken, administratief-rech- telijke en gerechtelijke beslis singen ontwikkelde, kortom voor alles, wat het maatschappe lijk leven in een rechtsstaat waarborgt." „Baarlijke nonsens", repliceert Hein na doorlezing van deze voor zijn persoon belastende woorden. „Als je 't niet meteen met iedereen eens bent, wordt je voor «en querulant versleten, of zelfs voor een gek. Ik ben slechts voor de rechten, die ik meende te hebben, opgekomen, hoewel ik weet en wist dat het voor een vreemdeling in Zwitser land vechten tegen de bierkaai Vervolgend, maar nu wat hef tiger: „Waar ik allemaal voor ben uitgekreten, zou een fraai woor denboek kunnen vullen. Queru lant, rebel, communist, kapita list, nihilist, gezagsondermijner, om maar eens wat te noemen. Degenen dfe tegen me samensme den, vergeten echter dat ik zes jaar onder zware discipline in het Amerikaanse leger heb ge-. diend, dat ik het tot sergeant- majoor heb gebracht ep dat ik nooit een enkele aantekening wegens wangedrag of insubordi natie heb gekregen. Integendeel. Ik ben met de beste aanbevelin gen en getuigschriften de dienst uitgegaan." Zijn „tour de psychiatrie" komt dan ter sprake. Onder de Zwitserse wetgeving is het nog mogelijk iemand wegens ver meende krankzinnigheid aan te klagen. De persoon in kwestie wordt dan voor een rechtbank gedaagd, waarvan de leden uitmaken, of de klacht gegrond is, of niet. kend. Ze probeerden me onder een wet te vangen, die nog uit de tijd van de Inquisitie stamt. Op eigen rekening heb ik eerst zestien psychiaters bezocht, oude en jonge, rijke en arme, dure en goedkope. Geen van allen zag een geval in mij, en de recht bank uiteindelijk ook niet. De advocaat, die ik had ik heb er in m'n leven tientallen versle ten, onder wie de voorlaatste Ne derlandse minister van justitie, mr. Y. Scholten heb ik vlak voor het proces aan de kant ge zet, waarna ik m'n eigen verdedi ging heb gevoerd. Hoewel ik van krankzinnigheid vrijgespo- ken werd je moet deze woor den eens goed tot je laten door dringen wilden ze me alle kosten laten betalen, ook die van de toegewezen staatspsychia- ters. Ik voelde daar niets voor, want tenslotte was ik geen eiser, maar gedaagde. Ook toen de re kening van 16.000 naar 1600 gul den werd verlaagd, heb ik niet toegegeven." te klein is, laat ons een volle pagina ingezonden stukken zien misschien dertig van de dui zenden reacties, die bij de Zwit serse krantenredacties zijn bin nengekomen. In het grootste defil ervan spu wen de schrijvers hun gal uit over het kleinzielige centimeters- gedoe. Ze beschuldigen de autori teiten ervan geen gevoel voor de verhoudingen te hebben. De for mele redenering en de paragra fen winnen het van het gevoel een vader van vier jonge kin deren wordt tegen zijn wil uit zijn huis en uit zijn tweede va derland gezet. Een argument, dat eveneens zwaar schijnt te wegen, is de gepleegde aanslag op de spreek woordelijk geworden, Zwitserse gastvrijheid. Wat moeten die daar in het buitenland en de „Affaire Fentener" is de hele we reld overgegaan wel van onze Id63list mentaliteit denken? stane maten van een bouwveror dening, die nota bene nog slechts in ontwerp gereed was. Hij hield z'n mond tot het dak was geplaatst en de bouwver ordening intussen was aangeno men waarna hij zijn vriend de burgemeester op de overtre ding attent maakte. Zijn huis, dat hij nog steeds aan ons kwijt wil, werd langzamerhand steeds duurder. Op 't ogenblik kan ik het alleen nog maar krijgen, als ik er een miljoen voor op tafel leg. De laatste streek, die m'n kwade genius heeft uitgehaald, is het bewerkstelligen van een rooibevel voor mijn schitterende acaciabomen. Toen ze volgens een wet van 1912 verkeerd ge plant werden, was ik weliswaar nog maar vier jaar, terwijl ik Zwitserland nog nooit had ge zien, maar toch moeten ze nu worden gekapt." Ingewikkeld Droeve zaak Zo geschiedde ook met Hein in een bijna eindeloze procedu re. Hij kreeg enkele staatspsychi- aters toegewezen, aan wier proe ven hij zich moest onderwerpen. Hij weigerde dit echter, daar hij van mening is dat abnormale proeven niet door normale men- sen kunnen worden uitge- Knipsels voerd. De „Affaire Fentener" is inmiddels zo ingewikkeld gewor den dat het hele juristenblad er mee zou kunnen worden gevuld. De oorlog om centimeters de actuele aanleiding is en blijft de hoge villa, die Hein aan Les Pierrettes in Saint Sulpice liet neerzetten, precies naast Huize Bonne Brise, waar zijn moeder woont is tot een prestigestrijd uitgegroeid, waarbij niet alleen gemeentelijke, maar ook kanto nale en federale autoriteiten zijn gemoeid. De burgemeester van het luxe forensendorp aan het Meer van Genève, Kontran Gourdou in het kanton Vau- dois beter bekend onder de bij naam „Fen-Fen-killer heeft in de gemeenteraadsverkie zingen van drie weken geleden het onderspit gedolven. Het Zwitserse volk, dat door middel van zijn uitgebreide en veeltali ge pers jarenlang op de hoogte is gehouden van het doen en la ten van „F.v.V.", is er moe en beu van. „Een droeve zaak", verklaart hij, „en tegelijkertijd lachwek- Hein, die zo'n stapel binnen- en buitenlandse knipsels heeft dat de grootste opbergkast nog Heins commentaar: „Het is een ongehoorde schan de dat iemand, wiens strafregis ter helemaal blanco is, als onge wenste vreemdeling uit het land wordt gejaagd. Over ex-nazi's en hun smerige miljoenen wordt in Zwitserland nooit met een woord gerept. Hassan Sayed Ka- mel, de beruchtste Egyptische wapenagent, kan er ongestoord blijven rondlopen, hoewel ieder een weet dat hij in agressieve zin meehelpt de rust van de staat Israël te verstoren." Chantage, jaloezie en eigenlijk een dood-ordinaire burenruzie liggen aan de wortel van de „Affaire Fentener". „Mijn buurman", aldus Hein „een zekere Wolff, die in bruids artikelen doet, wilde dat wij m'n vader leefde toen nog het huurhuis, waarin hij woonde, voor 350.000 gulden van hem kochten, terwijl hijzelf een optie van 100.000 gulden op zak had. Omdat we hem uiteraard niet de gelegenheid gaven er met een woekerwinst van 250.000 gulden tussenuit te trekken, is hij ons, met name mij, gaan zoeken. Hij is aan het plussen en het reke nen geslagen, en kwam tot de ontdekking dat de architect, die mijn villa bouwde, geen reke ning had gehouden met de toege- Hein zegt dit alles zonder zich al te veel op te winden. Hij is gewend te doen wat hij meent te moeten doen. Omdat hij idea list is, vecht hij z'n leven lang tegen onrecht en misstanden, wat hem door het bezit van geld gemakkelijker is afgegaan dan wanneer hij geen miljoenen op de bank had staan. Zijn levensloop Geboren in Aarle-Rixtel als oudste zoon van een Helmondse textielbaron, lagere school, mid delbare school, onderduiker. Zwerven door de Verenigde Sta ten, zes jaar militaire dienst in het Amerikaanse leger, in welke periode hij werd genaturali- Terug naar Helmond als direc teur en buitenlandse markton derzoeker van het familiebedrijf Vlisco. In conflict met z'n oom, eveneens een textielbaron. Hein bestond het eens met een Ameri kaans vechtpetje op het hoofd een meer dan deftige aandeel houdersvergadering binnen te stappen. Een andere keer be weerde hij en dat deed de deur voor goed dicht, zij 't dat de nodige tonnen hem na diver se processen werden nagesmeten dat hij het concern liever door werknemers, die wisten, waar ze over praatten, zag gere geerd dan door sigarenboeren, die alleen maar geld bezaten. In 1960 naar Zwitserland, waar zijn ouders reeds woonden, maar niet nadat hij een metse laar met negen kinderen in zijn extra opgeknapte villa had ge zet, omdat de man nog nooit iets anders dan twee kamers had be woond. We vragen Hein, waarom hij, na alles wat hij in Zwitserland heeft meegemaakt, nog terug wil. ,We stellen eeilijk gezegd niet te begrijpen vpat hij daar nog zoekt. „Voor onrecht en) moeilijkhe den als gevolg v^h onrecht", antwoordt hij, „ben ik nog nooit uit de weg gegaan. Ik heb me bovendien vast voorgenomen m'n kinderen in Zwitserland op te voeden. Ik ben beslist niet op dat land gebrand, omdat er voor buitenlanders zulke gunstige be lastingfaciliteiten bestaan. Op zichzelf is dat trouwens nonsens, want de vreemdelingen, die er met hun miljoenen zitten, wor den toch wel geplukt. Zwitser land is voor mij een zeer bewus te keuze geweest in verband met de nog steeds geslaagde neu traliteitspolitiek. De gevoelens zijn daar niet beschadigd door haat en vooroordelen. Sinds de cennia, zeg maar: eeuwen, is de oorlogsbrand alle kantons voor bijgegaan." Vele situaties en problemen treedt Hein met de allure van een weredlhervormer tegemoet. sterke medezeggen- Vermenging Hij is tegen de enorme winst marges, die tussen de fabrieks prijs en de consumentenprijs liggen. Hij ziet niet in, waarom een auto, die voor 4.000 gulden wordt gemaakt, voor 11.000 gul den op de markt aangeboden wordt. Evenmin begrijpt hij, waarom een meter Vlisco-tex- tiel, die voor één gulden de fa briek verlaat voor zestien gul den door een confectionier wordt gesleten. Hij is niet tegen de ontwape ning „dan zou iedereen, die kwaad wil, aan het langste eind trekken" maar zou wel graag zien dat er in elk land vreemde troepencontingenten worden ge stationeerd. „De horizon van de mensheid wordt er door ver ruimd", motiveert hij. „Men leert de ander beter begrijpen en er vindt een zekere mate van ver menging plaats. Als het fout gaat dan kunnen die militairen in het hart van het vijandige land van zich afslaan, en wat nog belangrijker is: toeslaan." Hij is vóór een sterke mede zeggenschap van de werknemers in alle bedrijven. Het moeten echter lieden zijn, die him man netje staan, en die begrip kun nen opbrengen voor het onderne merschap. „Niets is er erger dan domheid, die gesteund wordt door geld en macht". De theorieën en de levensfilo sofie van miljonair Henri-Louis Fentener van Vlissingen zullen begin volgend jaar in een boek te lezen zijn, dat hij onder de titel Mensenpeper voor De Bezi ge Bij te Amsterdam aan het schrijven is. Maar vóór het zover is, voor dat de Amerikaanse Nederlan der als schrijver debuteert, zul len vooral Nederland en Zwitser land nog veel van hem horen. Recht „In de Kerstweek", zegt hij met grote stelligheid, „ga ik, hoe dan ook, proberen Zwitserland binnen te komen. Er staat een jaar op, maar dat kan me niet schelen. Ik heb m'n vrouw en kinderen in geen tweeëneenhal- ve maand gezien. Bovendien heeft elke man het recht tijdens de Kerstdagen bij zijn gezin t« zijn".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 13