Enthousiasme over concilie
getemperd door vragen
van
GEESTELIJK
LEVEN
Humor uit het Franse
protestantse leven
Gelijkenissen in
moderne vorm
Eerder rijkdom beperken
dan armoe overwinnen
Welkom!
ZATERDAG 11 DECEMBER 1965 j
HET Tweede Vaticaans
Concilie was een uit
zonderlijk gebeuren.
Paus Johannes XXIII
gaf de toonzetting toen hij
bij de opening zei: „In deze
tijd geeft de kerk er de voor
keur aan het geneesmiddel
van barmhartigheid te gebrui
ken in plaats van gestreng
heid. Nieuw was de aanwezig
heid van waarnemers, die wel
niet mochten spreken, maar
door hun wekelijkse samen
komsten en de besprekingen
met het secretariaat voor de
eenheid een belangrijke in
vloed hadden op het verloop.
Het concilie was ook opmer
kelijk, omdat de gehele rooms-
katholieke kerkgemeenschap
zo intens geïnteresseerd was.
De stem van de gewone lid
maten werd wel niet in de
aula gehoord, maar door pu-
blikaties in kranten en tijd
schriften drong de stem van
het kerkvolk toch door in de
concilieaula.
Tegelijkertijd was het conci
lie een menselijk gebeuren.
Idealisme en nuchterheid,
spontaniteit en juridische
spitsvondig wisselden elkaar
af, schrijft pater A. Dijkzeul
ons. Juist daarom kan hij kri
tiek hebben op de resultaten.
Maar tegelijkertijd stelt hij
de protestanten vanuit de re
sultaten van het concilie ook
een aantal vragen. Pater Dijk
zeul schrijft:
Met erkenning van het ie-t
dat een concilie niet gezien
mag worden als een eindpunt
en niet uitsluitend beoordeeld
moet worden naar haar ogen
blikkelijke resultaten, zijn er
nochtans enkele kritische op
merkingen te maken, deels
over aparte teleurstellingen
deels over precaire vragen
voor de toekomst.
Als eerste zou ik willen wij
zen op enkele zogenaamde „hete
hangijzers", die voor de bisschop
pen een soort vuurproef beteken
den, die een wat radicale maar
toch zeer noodzakelijke zuive
ring had moeten teweegbren
gen.
Joden-vraagstuk
Ik denk bijvoorbeeld aan de
uitspraak over de Joden. Het is
aanvaardbaar dat het concilie
zich buiten de politiek van het
huidige Israël en de Arabische
landen heeft willen houden en
gezocht heeft naar een strikt
evangelische stellingname. Het
is toch betreurenswaardig dat
men zich door de politieke situa
tie heeft laten verleiden tot een
zekere vaagheid, vooral in de
tekst over de onmenselijke Jo
denvervolging. Er wordt daarin
namelijk niet. zoals oorspronke
lijk de bedoeling was, een duide
lijke veroordeling uitgesproken,
maar de vervolging van de Jo
den wordt „betreurd". Juist in
deze zaak was er toch alle reden
voor een niet mis te verstane
taal, tot lering en verdieping
van schuldbewustzijn en niet
minder als een posthuum eerher
stel aan de 6 miljoen Joden, die
in de jaren '40-'45 als slachtoffer
vielen.
Het is bekend hoezeer de me
ningen over de godsdienstvrij
heid binnen het concilie uiteen
gingen. Het beginsel de vrijheid
van geweten, is duidelijk aan
vaard. Iets minder duidelijk ko
men het recht van vrije me
ningsuiting en religieuze bele
ving tot uitdrukking; en daar lig
gen nu juist de consequenties
voor de praktijk. Om heel con
creet te zijn: als men in Spanje
wil, kan men er langs!
Men kan er voor voelen dat
het hoogste kerkelijke gezag
niet dictatoriaal tewerk gaat
wanneer het gaat om concrete
toepassingen in de verschillende,
landen. Ik weet dat velen, voor
al niet Rooms-Katholieken, dit
van Rome verwachten. Toch
ontkom ik niet aan de indruk
dat juist deze aanstonds hun kri
tiek doen horen, wanneer Rome
op andere terreinen wel direct
in grijpt.
Pers, radio en televisie hebben
Eigenlijk stond het concilie er
ent beetje buiten, maar toch teas
het een direct gevolg van de
nieuwe ueg die het concilie de
Rooms Katholieke Kerk gewe
zen heeft: de wederzijdse ban
nen van paus en patriarch wer
den opgeheven. En paus Paulus
die wel wist dat het concilie dit
besluit niet had genomen, maar
toch het concilie er niet buiten
wilde Itouden. deelde het op een
van de laatste vergaderingen mee.
Onmiddellijk na de voorlezing
van het besluit omarmden paus
Paulus en metropoliet Melytis
van Heliopolis elkaar. De metro
poliet vertegenwoordigde patri
arch Athenagorus van de Oos-
ters-Ortliodoxe Kerken.
heeft doorstaan. Toch zou ik
hier een lans willen breken voor
de bisschoppen. Al gaan ze op
deze moeilijke terreinen niet als
overwinnaars over de eindstreep,
er is toch sprake geweest van
een serieuze worsteling om de
moeilijke hindernissen te nemen.
Al hebben zij hier de loopbaan
niet voleind, zij hebben nochtans
een goede strijd gestreden. En
ten!
Dr. W. A. Visser 't Hooft, se
cretaris-generaal van de Wereld
raad van Kerken, heeft gezegd
dat men van de zijde van de
reformatorische kerken het wel
slagen van het concilie vooral
zou beoordelen naar de twee vol
gende maatstaven; nl. de
aanvaarding van de godsdienst
vrijheid en de wijziging van de
Rooms-Katholieke praktijk in za
ke de gemengde huwelijken.
De kerkrechterlijke praktijk
in zake de gemengde huwelijken
is een nog hangende kwestie.
Het probleem is wel enkele ma
len in de concilie-aula aangesne
den, in verband met het pro
bleem van de godsdienstvrij
heid. Het is echter nooit tot een
openlijk beraad gekomen. De
paus heeft onlangs de bisschops
conferenties of landelijke bis
schopsraden om adviezen ge
vraagd. Het resultaat daarvan is
nog niet bekend.
Hoewel persoonlijk voorstan
der van een radicale herziening
van het R.K. kerkelijk recht be
treffende het gemengde huwe
lijk (o.a. de geldigheidserken
ning door de kerk van een niet
kerkelijk gesloten gemengd hu
welijk als ook van een gemengd
huwelijk dat ten overstaan van
een voorganger van een niet-r.k.
kerk is aangegaan; ver'def de
vrijheid van de gehuwden in za
ke de opvoeding van hun kinde
ren, dus geen bindende voor
waarden van de kant van de
R.K. Kerk), toch wil ik hier een
paar vragen stellen:
Zou dr. Visser 't Hooft ook op
dit moment zijn oordeel over hel
welslagen van het concilie nog
uitsluitend laten afhangen van
de oplossing van deze proble
men? Is dit niet een wat al te
magere norm, al gaat het hier
om zeer praktische levensvra
gen? En wat is nü zijn oordeel,
nu de godsdienstvrijheid in be
ginsel is aanvaard, terwijl het
is?
En juist wat dit laatste be
treft, vraag ik mij af of deze
zaak niet alle kerken, dus ook
de reformatorische. aangaat.
Ook in het geval dat de R.K.
Kerk komt tot een brede en mil
de praktijk, blijft de kwestie
van het gemengde huwelijk
voor de verdeelde kerken een
moeilijk probleem. Immers, niet
de menselijke liefde maar de
verscheurdheid der kerken is
hier oorzaak van veel leed, pijn
en strijd. Ik meen dat gezamen
lijk overleg en studie hier belan
grijker zijn dan het wederzijds
stellen van eisen.
Gerijpt is de id.ee van de col
legialiteit: paus en bisschoppen
vormen samen het verantwoor
delijk bestuur der kerk. Niet de
curie het dagelijks bestuurs
apparaat in Rome maar de
bisschoppen zijn de direkte
medewerkers, ja medebestuur
ders van de paus.
Wat gaat er nu gebeuren met
de curie? Zal deze in de toe
komst een louter uitvoerend
apparaat worden? De paus heeft
herhaaldelijk gesproken over
noodzakelijke hervormingen. Het
eerste besluit is reeds gevallen. Het
Heilig Officie wordt éen^ congre
gatie voor de geloofsleer.
Toch- ifr :ën blijfter;-bijolveel
voorns-katholieken een zekere
onrust bestaan. Zal de voorheen
oppermachtige curie, die zich tij
dens het concilie te pas en te
onpas en met alle haar beschik
baar staande middelen heeft
doen gelden, deze „degradatie"
aanvaarden? Er zijn reeds be
richten uitgelekt over botsingen
tussen oude curie-organen en
post-conciliaire commissies.
Toekomst
Het doet ook vreemd aan dat
het concilie inzake de curie-her
vorming alleen maar wensen
naar voren heeft kunnen bren-
j£EN zondagsschoolonderwij
zeres wil na het vertellen
van de gelijkenis van de
barmhartige Samaritaan na
gaan of de leerlingetjes het
begrepen hebben. Ze vraagt:
„En wie heeft volgens jullie
nu in dit verhaal het meest
zijn best gedaan?" Als in
koor klinkt het antwoord:
,.De ezel". Een andere vraag
op de zondagsschool: „Wie
was niet tevreden met de
terugkeer van de verloren'
zoon?" Antwoord: „Het ge
meste kalf1."
Dit zijn enkele anecdotes uit
het boekje L'Humor Protestant
(Protestantse humor) over het
Franse protestantse leven. Ds.
A. L. Janse de Jonge uit Sens
(Yvonne) noemt in het blad
Lettres de Paron dat informatie
geeft over de protestants-chris
telijke school in Paron) er een
paar.
In de rubriek Uit de kinder
mond staat het volgende over de
farizeeër en de tollenaar. In het
Frans is dat le Pharisien et le
publicain. Een jonge catechisant
leest: parisien et républicain. Het
wordt dan; Twee mannen gingen
op naar de tempel; de ene was een
Parij zenaar en de ander een repu
blikein.
Op de vraag wat er in de Bijbel
le vinden is, antwoordt een meis
je: „Hij bevat de foto van de ver
loofde van mijn zus, het recept
van de schoonheidscrème van
mamma, een lokje haar van onze
baby en het garantiebewijs van
pappa's horloge"....
Amen
Een dominee met een heel groot
gezin kondigt op een dag de ge
boorte van een volgende baby aan.
Hij vraagt aan de kinderen; „En
hoe zullen we die noemen?" Eén
roept: „Amen
Een ander domineesmopje be
treft de predikant, die zich zon
dagsmorgens bij het acheren in de
wang snijdt. Aldus toegetakeld
houdt hij op de preekstoel een erg
lang sermoen. Bij het uitgaan
geeft hij, naar gewoonte, de paro
chianen de hand. Een dame infor-
gen, en dat een apparaat, dat
duidelijk hervorming nodig
heeft, zichzelf gaat hervormen.
De moeilijkheid wordt vergroot
door het feit dat het concilie het
grote probleem van de verhou
ding van paus en bisschoppen
qiet.he^ft opgelost. Het collegia-
liteitsbeginsel is slechts een stap
iQ(.de, goede.,richting. .Maar de
praktijk zal moeten uitwijzen
v/at dit concreet inhoudt. En het
is niet onmogelijk dat een nieuw
beginsel i.e. het collegialiteits-
beginsel te zwak zal blijken
om een oude, ingewortelde prak
tijk te veranderen. Misschien
ligt hier wel de grootste onzeker
heid voor de toekomst.
Ondanks de genoemde onze
kerheden leeft er binnen de
R.K. Kerk een hoopvolle ver
wachting voor de toekomst: do
algemene kerkvergadering is ten
einde, het concilie-beraad gaal
door. De R.K. Kerk is in bewe
ging. Er is veel bereikt, al is
veel nog onopgelost.
meert belangstellend naar de
oorzaak van zijn blessure. „Ach,
mevrouw", zegt de predikant, ik
was vanmorgen zo geconcentreerd
op mijn preek, dat ik me tijdens
het scheren in de wang gesneden
heb." Fijntjes glimlachend zegt
dan deze „zuster der gemeente":
„Zou het niet beter geweest zijn,
dominee, als u zich wat meer ge
concentreerd had op uw wang en
het mes in uw preek had gezet?"
„Omhels me"
Een dominee vraagt voor hij
op bezoek gaat bij de diacones
sen een kruidenier om advies.
Hij wil iets meenemen voor bij
de thee. Met een zak onder de
arm komt hij bij de dames aan.
Als de thee wordt geschonken
ontstaat er onder de zustertjes
grote ontsteltenis. Blozend lezen
ze op de kaakjes vrijmoedige
opschriften als: Omhels me, lief
jeBen je vanavond vrij, Je
vriend bedriegt je en Jij bent
het.
Bij het afscheid van de dominee
kunnen ze toch niet laten te vra
gen bii welke winkelier de koek
jes zijn gekocht. „Daar op de
hoek", is het bescheid. „Olala, dat
verwondert me niets, want dat is
een verwoede anti-klericaal; u had
but
kaart,.
conducteur, die hem herkt
„Och. monsieur Babut", laat maar
zitten, het gaat zo ook wel." „Ja",
is het antwoord van de oude predi
kant: „ja, vriend, voor jou is dat
niet zo erg, maar voor mij wel,
want nu weet ik absoluut niet
waar ik eruit moet"....
Een oud boeren vrouwtje uit da
Cevennen moest een röntgenfoto
laten maken. De dokter zag, dat
het vrouwtje danig van de kook
was en om haar gerust te stellen
maakte hij een praatje met haar.
„U komt uit de Cevennen?" „Ja
wel, dokter." En toen hij haar hu-
genotenkruisje zag, vroeg hij: „En
u bent protestant?" Geheel verbou
wereerd stottert het vrouwtje:
„Kon u dat ook op de foto
Onder de Franse dominees
wordt het volgende doorverteld
ook al komt het uit een Canadees
blad. Er zijn kerken die, als ze een
predikant nodig hebben, een man
zoeken met: De kracht van een
adelaar, de zachtmoedigheid van
een duif, de gratie van een zwaan,
hel doordringende oog van een
valk, de trouw van een zwaluw,
het nachtelijk uithoudingsvermo
gen van een uil, de energie van
een groene specht, de deftigheid
van een pauw en de taaiheid van
een gent. En als ze dan eenmaal
zo'n vogel gevonden hebben, dan
verwachten ze dat hij leeft op het
menu van een kanarie!!....
(Van onze kerkredactie)
De Zweedse schooltelevisie
doet dit jaar een poging, om de
gelijkenissen opnieuw onder de
aandacht van de jeugd te bren
gen. door ze te bewerken in
moderne vorm. De gelijkenissen,
die hiertoe allereerst zijn uitge
kozen. zijn die van de barm
hartige Samaritaan, de onbarm
hartige dienstknecht en de rijke
dwaas.
De moderne gelijkenis van de
barmhartige Samaritaan vertelt
van een familie, wier huis tot de
grond toe is afgebrand. De rijke
kerkelijke fabriekseigenaar,- die1 va-
cantiehuisjès heeft gebouwd voor
zijn arbeiders, wil er niet Jjén
afstaan ten behoeve van het onge
lukkige gezin. Uiteindelijk vindt
de familie onderdak in het tref
punt van een groep nozems.
Hopman
De onbarmhartige dienstknecht
is in de moderne versie een hop
man bij de padvinderij. Hij over
treedt echter de padvinderswettcn.
steelt auto's, doet allerlei andere
afkeurenswaardige zaken en be
landt in de gevangenis. Met veel
moeite krijgt hij later gedaan, zijn
padvinderswerk voort te zetten.
Als dan in een kamp een van de
jongens een regel overtreedt,
wordt hij zonder genade door de
Dwaas
De rijke dwaas is een gara
ge-eigenaar. die alles en iedereen
op het spel zet, om zijn concurren
ten voorbij te streven. Het lukt
hem inderdaad, maar hij heeft zijn
gezin totaal verwaarloosd en is let
terlijk over lijken gegaan. Dooi de
radio hoort hij de stem van de
kerk. die waarschuwt tegen heb
zucht. maar hij zet de radio af en
gaat naar een paardenrace om te
gokken.
Agenda
Kerk en
nieuws
In de kerk worden vele verga
deringen gehouden. De kerke-
raad komt bijeen, de classis,
de particuliere of provinciale
synode, de generale synode of
de algemene vergadering. En
op al die bijeenkomsten wor
den besluiten genomen, die
op de een of andere manier
het kerkvolk weer moeten be
reiken. Lezen de leden de
officiële verslagen?
We hebben de indruk van niet
of nauwelijks. Een paar we
ken geleden publiceerde het
Doopsgezind Weekblad een
verslag van de curatoren van
de Doopsgezinde Kweek
school. Meegedeeld werd dat
slechts één student om toela
ting verzocht had. We lazen
het verslag en publiceerden
het op onze pagina Kern-
merk. gecombineerd met een
aantal cijfers uit dc Evange-
llsch-Lutherse Kerken.
De vorige week werd dit be
richt overgenomen door.
met enige aanvullende cijfers
opnam.
We willen ons niet op de borst
kloppen door te zeggen dat
kennelijk de kerk du krant
niet kan missen, geen dag
zelfs. Maar hier was toch wel
opnieuw het bewijs geleverd
dat officiële verslagen weinig
gelezen worden.
Er kunnen misschien vele
oorzaken opgesomd worden,
maar de belangrijkst^ i= toch
wel. dat velen uit leidende
organen van de kmken no.
niet begrepen heoben da'
voor het publiceren van
nieuws wetten geiden. De
mens leest niet alles wat in
dc laatste weken uitvoerig
aandacht besteed aan de in r.k.
kring zeer omstreken kwestie
van het gebruik van anticoncep-
tionalia. Feitelijk is het concilie
in deze niet tot een beslissig ge
komen. Voor velen binnen de
R.K. Kerk is dit een teleurstel
ling, voor velen ook een opluch
ting. Steeds meer rijst de vraag:
moet de kerk hier wel tot een
uitspraak komen? Is dit niet
veel meer een medisch-psycholo
gische kwestie en moet de kerk
zich niet als voornaamste taak
stellen: de positieve opvoeding
naar echte Christelijke liefde?
Men kan het betreuren dat
het concilie de vuurproef van de
„hete hangijzers" niet glansrijk
zijn brievenbus gedeponeerd
wordt. De mens leest niet
alles wat in zijn krant gepu
bliceerd wordt.
De tijd waarin de leden het
eigen kerkblad spelden is
voorbij. De ogen glijden over
de kolommen en de mens
leest alleen wat hem op een
gegeven ogenblik als interes
sant voorkomt. Als de interes
se niet gewekt wordt, dan
wordt het bericht ook niet
gelezen.
De kerk heeft veel nieuws me
de te delen. En het belang
rijkste nieuws is het Goede
Nieuws, het evangelie. Als er
geklaagd wordt, dat er wei
nig beiangstelling is voor de
verkondiging, dan hoeft dit
niet te zijn, omdat de menser
naar het evangelie niet wil
len luisteren. Het kan zijn
dat in vele gevallen de stem
van het evangelie verloren
gaat tussen de vele andere
stemmen die de aandacht
opeisen, eenvoudig omdat het
de aandacht niet weet te van-
Misschien. als de organen van
de kerken zich gingen bezin
nen op de vraag, hoe zij hun
eigen leden op sprekender
wijze op de hoogie kunnen
brenger, van wat zij mede te
delen heboen. dat dan de ker
ken zcif ook sprekender vor
men vinden om de mensen
het evangelie te verkondi
gen.
eocfw MhdaMfmt1:
Van prof. dr. B. Landheer verscheen bij de uitgever
Lemniscaat te Rotterdam een studie over het probleem
van de toekomst, dat hij ais een wereldvraagstuk ïiet.
Daarin komen nogal van de gangbare opvattingen
afwijkende gedachten voor, waarvan we er in bijgaand
artikel een aantal hebben verzameld, hoofdzakelijk
geput uit een der laatste hoofdstukken: „De voorzich
tige profetie en de rol van de waarschijnlijkheid".
Men kan op deze gedachten kritiek hebben, men moge
ze idealistisch, al of niet met de toevoeging naief
noemen, een feit blijft, dat het hier gedachten betreft
die tot nadenken stemmen.
i de Toekomst, door Bart Landheer. Uitgave
Wat doet de mensheid
aan zijn toekomst? Het
eerste punt zou het ver
mijden van een algemene
oorlog moeten zijn. Echter
lijkt de wereld zich naar
een oorlog toe te bewegen,
waarmee in Zuid-Vietnam
al een begin gemaakt is.
De VS willen hun in
vloedssfeer in Z.O.-Azië
behouden. Zij vrezen
misschien terecht een
afbrokkelingsproces, waar
door Z.O.-Azië in de in
vloedssfeer van communis
tisch China zou komen.
Hel merkwaardige is, dat
men zich moeilijk een andere
ontwikkeling kan voorstellen
als men streeft naar het naast
elkaar .bestaan (co-existentie)
van een aantal landen. In zo'n
situatie zullen grote landen een
zekere uitstraling hebben op
kleinere landen. Voorbeeld: de
VS, wier macht doordringt in
een groot aantal van de meer
dan honderd staten waaruit de
wereld bestaat.
Daar China groeiende mo
gendheid is zou het logisch zijn
dat ook zijn machtssfeer
uitbreiding ondergaat. Een Chi
na. waarvan de machtagroei tot
stilstand komt is namelijk
ondenkbaar, een wensdroom.
Een verstandige en realistische
toekomstverwachting zou hier
mee rekening moeten houder
Hiervan L* echter weinig merk
Bovendien groei, bloei en ver
val van staten zijn in feite na
tuurprocessen, die men niet
kan verhinderen. Denk aan het
tweemaal verslagen Duitsland,
dat zijn macht weer snel her
won omdat het nu eenmaal een
hoog machtspotentieel hééft. En
verder: ondanks alle boosheid
van het Westen is de Sowjet
Unie in minder dan een halve
eeuw opgeklommen tot tweede
wereldmacht!
China zal, ofschoon ongetwij
feld op zijn eigen manier, vol
gens waarschijnlijkheidsbereke
ningen in macht blijven toene
men. Echter is dit land geen lid
van ae V.N. en niet betrokken
bij het atoomoverleg.
Wat nu een land als het onze
aangaat is het zeker nuttig ais
het zich bezighoudt met de eco
nomische ontwiitkeling van Su
riname. Maar het had er beter
reeds jaren geleden op kunnen
aandringen dat de Chinese
Volksrepubliek haar rechtmati
ge plaats in de V.N. kreeg. Bo
vendien was dit geheel in dc
lijn van de wereldrechtsorde ge
weest, waarover men in Neder
land zo graag spreekt en
schrijft.
Een soortgelijk verhaal zou
men kunnen doen over de be
en ontwapening. Men verga
dert, schrijft en wetenschapt
over ontwapening, maar men
bewapent maar verder op de
meest immorele wijze. Men kan
de vraag stellen: Wie houdt
wie zoet met het gepraat over
ontwapening, terwijl men de
wérkelijke mogelijkheden van
bewapeningsbeperking niet
eens aan de orde stelt. Daai
Kloof groter
Een betere inkomensverde
ling in de wereld komt al even
min naderbij. Integendeel, de
kloof tussen rijke en arme lan
den wordt steeds groter. Waar
om kan men geen wereldbelas
ting invoeren, die in mindering
komt van nationale belastingen
of speciaal van uitgaven voor
defensie? Het is dikwijls ge-
De opbouw van de wereld
maatschappij is de taak waarop
wij al onze krachten zouden
moeten concentreren. Wij die
deze maatschappij te zien
verwijderd!
Toch is het totaalbeeld
eenvoudig: er zijn zoveel men
sen, er is zoveel ruimte en er
zijn zoveel hulpbronnen. Ieders
aandeel is op vrij simpele wijze
te berekenen. Dit zou het
uitgangspunt moeten zijn van
alle werkelijke samenwer
king.
Aan welke mondiale waarden
geven wij evenwel in ons dage
lijks bestaan de voorrang bo
ven Individuele, regionale, nati
onale belangen? Toch zou het
bij iedere handeling en beslis
sing mogelijk moeten zijn zich
zelf de vraag te stellen naar de
mondiale consequenties en zich
daarnaar te richten»
Offer»
eldmaatschappij offers
zal vereisen, evenals vroeger de
ontwikkeling van nationale
maatschappijen een machtsver
lies betekend heeft voor feoda
le heersers en onafhankelijke
steden.
't Zou logisch en natuurlijk
zijn, dat daar vooruitgang zou
komen, waar nu de grootste
achterstand is en achteruitgang,
waar nu de hoogtepunten lig
gen die remmend inwerken op
de rest van de wereld. Daarbij
dient men dan dc zelfbeperking
van de rijkdom als belangrij
ker te zien dan de overwinning
van de armoede.
Zolang evenwel globale over
wegingen niet tot de sterkste
motivering voor het individu
worden, is een wereldmaat
schappij ondenkbaar. Waarom
men dit alles niet wil inzien?
Omdat een reëel toekomstbeeld
politiek en economisch niet
„verkoopbaar" is.
Geen optimistische visie zal
men zeggen. Inderdaad en dat
komt, omdat de enige positieve
factor die men in het huidige
wereldbestel kan aanwijzen de
drang tot zelfbehoud van de
mensheid is. Deze vormt echter
eerder een blinde, dan een con
structieve kracht. Deze blinde
drang naar zelfbehoud om te
zetten in een constructieve sa
menwerking is de eis van onze
tijd.
Misschien dat het door
onszelf opgehangen (nucleaire)
zwaard van Damocles de drei
ging vormt die we nodig heb
ben om dichter tot het te berei
ken doel te komen. De hiermee
verbonden problematiek mag
nimmer overgedragen worden
aan experts en wetenschaps
mensen. Wij allen moeten m>
iet* doen. De tijd is kort.
Het Duitse blad „Die Gemeinde"
ging weer geheel andere wegen,
de gelijkenis van de rijke
zittingen van de synode en van de
gemeenteraad hier nog niet bij.
Waar kan ik die nog onderbren
gen? En hij kocht een nog grotere
agenda met meer indelingsmoge
lijkheden. ook voor nachtelijk*
uren. Ging weer zitten en boekte
alle afspraken en bijeenkomsten.
Daarna zei hij tot zichzelf: Nu ben
ik safe, want alles is goed inge-
Sast. Het gaat er nu nog om om
et bij te houden!
Des te minder hij nu echter ver
zuimde, des te meer steeg zijn
aanzien. Hij werd in bestuur Q,
zelfs in presidium R gekozen, twee
de en eerste voorzitter, president.
Maar op zekere dag was het zover
en God zei: „Jij dwaas! deze nacht
sta je op Mijn agenda!"
Ds. W. A. Hoek haalt in hel
maandblad van de Kohlbruggia-
nen jeugdherinneringen op. Zijn
vader was predikant in Oudewa
ter, waar de doleantie nog niet
zo lang geleden een diepe schei
ding in de gemeente had veroor
zaakt. Toen ik, schrijft hij, naar
school ging, was het voor de
ouderen nog zeer nabij. De
storm was wel over, maar de
golven deinden nog na. Dat
merkte ik op een middag, toen
ik op weg van school naar huis
door een geweldige regenbui
overvallen werd. Ik drukte me
schuilend tegen de deur van een
huisje aan. Plotseling ging
echter het bovenste deel van die
ouderwetse deur open; ik zag
een oud vrouwtje met een neep
jesmuts en hoorde me de woor
den toevoegen: „Kom jij maar
binnen; je hoeft niet nat te rege
nen, al ben je maar een syno
daal jongetje."
Rekening
Rond Kerstmis 1710 gaf een pas
toor in Normandië aan de schilder
decorateur Jacques Barbou opdracht
tot verschillende werkzaamheden in
de kerk. Hier enkele posten van de
rekening die de pastoor een maand
later ontving:
Corrigeren en verlakken vau
de tien geboden 3,12
Verfraaien van Pontius Pilatus 3,06
Vervangen en vergulden van het
linker oog van de engel Ga-
briël 6,18
Vernieuwen van de hemel en het
hijplaatsen van twee sterren 7,14
Verlevendigen van de vlammen
ill liet vagevuur en het op
knappen van enkele zielen 6,16
Schoonmaken van de oren van
de ezel van Biliain 1,02
Stuk inzetten in de muts van
Amos en aanzetten van twee
knopen aan zijn jas 2,05
Dc duivel een nieuwe -taart aan-
zetten 7,1#