Enthousiasme over concilie getemperd door vragen van GEESTELIJK LEVEN Humor uit het Franse protestantse leven Gelijkenissen in moderne vorm Eerder rijkdom beperken dan armoe overwinnen Welkom! ZATERDAG 11 DECEMBER 1965 j HET Tweede Vaticaans Concilie was een uit zonderlijk gebeuren. Paus Johannes XXIII gaf de toonzetting toen hij bij de opening zei: „In deze tijd geeft de kerk er de voor keur aan het geneesmiddel van barmhartigheid te gebrui ken in plaats van gestreng heid. Nieuw was de aanwezig heid van waarnemers, die wel niet mochten spreken, maar door hun wekelijkse samen komsten en de besprekingen met het secretariaat voor de eenheid een belangrijke in vloed hadden op het verloop. Het concilie was ook opmer kelijk, omdat de gehele rooms- katholieke kerkgemeenschap zo intens geïnteresseerd was. De stem van de gewone lid maten werd wel niet in de aula gehoord, maar door pu- blikaties in kranten en tijd schriften drong de stem van het kerkvolk toch door in de concilieaula. Tegelijkertijd was het conci lie een menselijk gebeuren. Idealisme en nuchterheid, spontaniteit en juridische spitsvondig wisselden elkaar af, schrijft pater A. Dijkzeul ons. Juist daarom kan hij kri tiek hebben op de resultaten. Maar tegelijkertijd stelt hij de protestanten vanuit de re sultaten van het concilie ook een aantal vragen. Pater Dijk zeul schrijft: Met erkenning van het ie-t dat een concilie niet gezien mag worden als een eindpunt en niet uitsluitend beoordeeld moet worden naar haar ogen blikkelijke resultaten, zijn er nochtans enkele kritische op merkingen te maken, deels over aparte teleurstellingen deels over precaire vragen voor de toekomst. Als eerste zou ik willen wij zen op enkele zogenaamde „hete hangijzers", die voor de bisschop pen een soort vuurproef beteken den, die een wat radicale maar toch zeer noodzakelijke zuive ring had moeten teweegbren gen. Joden-vraagstuk Ik denk bijvoorbeeld aan de uitspraak over de Joden. Het is aanvaardbaar dat het concilie zich buiten de politiek van het huidige Israël en de Arabische landen heeft willen houden en gezocht heeft naar een strikt evangelische stellingname. Het is toch betreurenswaardig dat men zich door de politieke situa tie heeft laten verleiden tot een zekere vaagheid, vooral in de tekst over de onmenselijke Jo denvervolging. Er wordt daarin namelijk niet. zoals oorspronke lijk de bedoeling was, een duide lijke veroordeling uitgesproken, maar de vervolging van de Jo den wordt „betreurd". Juist in deze zaak was er toch alle reden voor een niet mis te verstane taal, tot lering en verdieping van schuldbewustzijn en niet minder als een posthuum eerher stel aan de 6 miljoen Joden, die in de jaren '40-'45 als slachtoffer vielen. Het is bekend hoezeer de me ningen over de godsdienstvrij heid binnen het concilie uiteen gingen. Het beginsel de vrijheid van geweten, is duidelijk aan vaard. Iets minder duidelijk ko men het recht van vrije me ningsuiting en religieuze bele ving tot uitdrukking; en daar lig gen nu juist de consequenties voor de praktijk. Om heel con creet te zijn: als men in Spanje wil, kan men er langs! Men kan er voor voelen dat het hoogste kerkelijke gezag niet dictatoriaal tewerk gaat wanneer het gaat om concrete toepassingen in de verschillende, landen. Ik weet dat velen, voor al niet Rooms-Katholieken, dit van Rome verwachten. Toch ontkom ik niet aan de indruk dat juist deze aanstonds hun kri tiek doen horen, wanneer Rome op andere terreinen wel direct in grijpt. Pers, radio en televisie hebben Eigenlijk stond het concilie er ent beetje buiten, maar toch teas het een direct gevolg van de nieuwe ueg die het concilie de Rooms Katholieke Kerk gewe zen heeft: de wederzijdse ban nen van paus en patriarch wer den opgeheven. En paus Paulus die wel wist dat het concilie dit besluit niet had genomen, maar toch het concilie er niet buiten wilde Itouden. deelde het op een van de laatste vergaderingen mee. Onmiddellijk na de voorlezing van het besluit omarmden paus Paulus en metropoliet Melytis van Heliopolis elkaar. De metro poliet vertegenwoordigde patri arch Athenagorus van de Oos- ters-Ortliodoxe Kerken. heeft doorstaan. Toch zou ik hier een lans willen breken voor de bisschoppen. Al gaan ze op deze moeilijke terreinen niet als overwinnaars over de eindstreep, er is toch sprake geweest van een serieuze worsteling om de moeilijke hindernissen te nemen. Al hebben zij hier de loopbaan niet voleind, zij hebben nochtans een goede strijd gestreden. En ten! Dr. W. A. Visser 't Hooft, se cretaris-generaal van de Wereld raad van Kerken, heeft gezegd dat men van de zijde van de reformatorische kerken het wel slagen van het concilie vooral zou beoordelen naar de twee vol gende maatstaven; nl. de aanvaarding van de godsdienst vrijheid en de wijziging van de Rooms-Katholieke praktijk in za ke de gemengde huwelijken. De kerkrechterlijke praktijk in zake de gemengde huwelijken is een nog hangende kwestie. Het probleem is wel enkele ma len in de concilie-aula aangesne den, in verband met het pro bleem van de godsdienstvrij heid. Het is echter nooit tot een openlijk beraad gekomen. De paus heeft onlangs de bisschops conferenties of landelijke bis schopsraden om adviezen ge vraagd. Het resultaat daarvan is nog niet bekend. Hoewel persoonlijk voorstan der van een radicale herziening van het R.K. kerkelijk recht be treffende het gemengde huwe lijk (o.a. de geldigheidserken ning door de kerk van een niet kerkelijk gesloten gemengd hu welijk als ook van een gemengd huwelijk dat ten overstaan van een voorganger van een niet-r.k. kerk is aangegaan; ver'def de vrijheid van de gehuwden in za ke de opvoeding van hun kinde ren, dus geen bindende voor waarden van de kant van de R.K. Kerk), toch wil ik hier een paar vragen stellen: Zou dr. Visser 't Hooft ook op dit moment zijn oordeel over hel welslagen van het concilie nog uitsluitend laten afhangen van de oplossing van deze proble men? Is dit niet een wat al te magere norm, al gaat het hier om zeer praktische levensvra gen? En wat is nü zijn oordeel, nu de godsdienstvrijheid in be ginsel is aanvaard, terwijl het is? En juist wat dit laatste be treft, vraag ik mij af of deze zaak niet alle kerken, dus ook de reformatorische. aangaat. Ook in het geval dat de R.K. Kerk komt tot een brede en mil de praktijk, blijft de kwestie van het gemengde huwelijk voor de verdeelde kerken een moeilijk probleem. Immers, niet de menselijke liefde maar de verscheurdheid der kerken is hier oorzaak van veel leed, pijn en strijd. Ik meen dat gezamen lijk overleg en studie hier belan grijker zijn dan het wederzijds stellen van eisen. Gerijpt is de id.ee van de col legialiteit: paus en bisschoppen vormen samen het verantwoor delijk bestuur der kerk. Niet de curie het dagelijks bestuurs apparaat in Rome maar de bisschoppen zijn de direkte medewerkers, ja medebestuur ders van de paus. Wat gaat er nu gebeuren met de curie? Zal deze in de toe komst een louter uitvoerend apparaat worden? De paus heeft herhaaldelijk gesproken over noodzakelijke hervormingen. Het eerste besluit is reeds gevallen. Het Heilig Officie wordt éen^ congre gatie voor de geloofsleer. Toch- ifr :ën blijfter;-bijolveel voorns-katholieken een zekere onrust bestaan. Zal de voorheen oppermachtige curie, die zich tij dens het concilie te pas en te onpas en met alle haar beschik baar staande middelen heeft doen gelden, deze „degradatie" aanvaarden? Er zijn reeds be richten uitgelekt over botsingen tussen oude curie-organen en post-conciliaire commissies. Toekomst Het doet ook vreemd aan dat het concilie inzake de curie-her vorming alleen maar wensen naar voren heeft kunnen bren- j£EN zondagsschoolonderwij zeres wil na het vertellen van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan na gaan of de leerlingetjes het begrepen hebben. Ze vraagt: „En wie heeft volgens jullie nu in dit verhaal het meest zijn best gedaan?" Als in koor klinkt het antwoord: ,.De ezel". Een andere vraag op de zondagsschool: „Wie was niet tevreden met de terugkeer van de verloren' zoon?" Antwoord: „Het ge meste kalf1." Dit zijn enkele anecdotes uit het boekje L'Humor Protestant (Protestantse humor) over het Franse protestantse leven. Ds. A. L. Janse de Jonge uit Sens (Yvonne) noemt in het blad Lettres de Paron dat informatie geeft over de protestants-chris telijke school in Paron) er een paar. In de rubriek Uit de kinder mond staat het volgende over de farizeeër en de tollenaar. In het Frans is dat le Pharisien et le publicain. Een jonge catechisant leest: parisien et républicain. Het wordt dan; Twee mannen gingen op naar de tempel; de ene was een Parij zenaar en de ander een repu blikein. Op de vraag wat er in de Bijbel le vinden is, antwoordt een meis je: „Hij bevat de foto van de ver loofde van mijn zus, het recept van de schoonheidscrème van mamma, een lokje haar van onze baby en het garantiebewijs van pappa's horloge".... Amen Een dominee met een heel groot gezin kondigt op een dag de ge boorte van een volgende baby aan. Hij vraagt aan de kinderen; „En hoe zullen we die noemen?" Eén roept: „Amen Een ander domineesmopje be treft de predikant, die zich zon dagsmorgens bij het acheren in de wang snijdt. Aldus toegetakeld houdt hij op de preekstoel een erg lang sermoen. Bij het uitgaan geeft hij, naar gewoonte, de paro chianen de hand. Een dame infor- gen, en dat een apparaat, dat duidelijk hervorming nodig heeft, zichzelf gaat hervormen. De moeilijkheid wordt vergroot door het feit dat het concilie het grote probleem van de verhou ding van paus en bisschoppen qiet.he^ft opgelost. Het collegia- liteitsbeginsel is slechts een stap iQ(.de, goede.,richting. .Maar de praktijk zal moeten uitwijzen v/at dit concreet inhoudt. En het is niet onmogelijk dat een nieuw beginsel i.e. het collegialiteits- beginsel te zwak zal blijken om een oude, ingewortelde prak tijk te veranderen. Misschien ligt hier wel de grootste onzeker heid voor de toekomst. Ondanks de genoemde onze kerheden leeft er binnen de R.K. Kerk een hoopvolle ver wachting voor de toekomst: do algemene kerkvergadering is ten einde, het concilie-beraad gaal door. De R.K. Kerk is in bewe ging. Er is veel bereikt, al is veel nog onopgelost. meert belangstellend naar de oorzaak van zijn blessure. „Ach, mevrouw", zegt de predikant, ik was vanmorgen zo geconcentreerd op mijn preek, dat ik me tijdens het scheren in de wang gesneden heb." Fijntjes glimlachend zegt dan deze „zuster der gemeente": „Zou het niet beter geweest zijn, dominee, als u zich wat meer ge concentreerd had op uw wang en het mes in uw preek had gezet?" „Omhels me" Een dominee vraagt voor hij op bezoek gaat bij de diacones sen een kruidenier om advies. Hij wil iets meenemen voor bij de thee. Met een zak onder de arm komt hij bij de dames aan. Als de thee wordt geschonken ontstaat er onder de zustertjes grote ontsteltenis. Blozend lezen ze op de kaakjes vrijmoedige opschriften als: Omhels me, lief jeBen je vanavond vrij, Je vriend bedriegt je en Jij bent het. Bij het afscheid van de dominee kunnen ze toch niet laten te vra gen bii welke winkelier de koek jes zijn gekocht. „Daar op de hoek", is het bescheid. „Olala, dat verwondert me niets, want dat is een verwoede anti-klericaal; u had but kaart,. conducteur, die hem herkt „Och. monsieur Babut", laat maar zitten, het gaat zo ook wel." „Ja", is het antwoord van de oude predi kant: „ja, vriend, voor jou is dat niet zo erg, maar voor mij wel, want nu weet ik absoluut niet waar ik eruit moet".... Een oud boeren vrouwtje uit da Cevennen moest een röntgenfoto laten maken. De dokter zag, dat het vrouwtje danig van de kook was en om haar gerust te stellen maakte hij een praatje met haar. „U komt uit de Cevennen?" „Ja wel, dokter." En toen hij haar hu- genotenkruisje zag, vroeg hij: „En u bent protestant?" Geheel verbou wereerd stottert het vrouwtje: „Kon u dat ook op de foto Onder de Franse dominees wordt het volgende doorverteld ook al komt het uit een Canadees blad. Er zijn kerken die, als ze een predikant nodig hebben, een man zoeken met: De kracht van een adelaar, de zachtmoedigheid van een duif, de gratie van een zwaan, hel doordringende oog van een valk, de trouw van een zwaluw, het nachtelijk uithoudingsvermo gen van een uil, de energie van een groene specht, de deftigheid van een pauw en de taaiheid van een gent. En als ze dan eenmaal zo'n vogel gevonden hebben, dan verwachten ze dat hij leeft op het menu van een kanarie!!.... (Van onze kerkredactie) De Zweedse schooltelevisie doet dit jaar een poging, om de gelijkenissen opnieuw onder de aandacht van de jeugd te bren gen. door ze te bewerken in moderne vorm. De gelijkenissen, die hiertoe allereerst zijn uitge kozen. zijn die van de barm hartige Samaritaan, de onbarm hartige dienstknecht en de rijke dwaas. De moderne gelijkenis van de barmhartige Samaritaan vertelt van een familie, wier huis tot de grond toe is afgebrand. De rijke kerkelijke fabriekseigenaar,- die1 va- cantiehuisjès heeft gebouwd voor zijn arbeiders, wil er niet Jjén afstaan ten behoeve van het onge lukkige gezin. Uiteindelijk vindt de familie onderdak in het tref punt van een groep nozems. Hopman De onbarmhartige dienstknecht is in de moderne versie een hop man bij de padvinderij. Hij over treedt echter de padvinderswettcn. steelt auto's, doet allerlei andere afkeurenswaardige zaken en be landt in de gevangenis. Met veel moeite krijgt hij later gedaan, zijn padvinderswerk voort te zetten. Als dan in een kamp een van de jongens een regel overtreedt, wordt hij zonder genade door de Dwaas De rijke dwaas is een gara ge-eigenaar. die alles en iedereen op het spel zet, om zijn concurren ten voorbij te streven. Het lukt hem inderdaad, maar hij heeft zijn gezin totaal verwaarloosd en is let terlijk over lijken gegaan. Dooi de radio hoort hij de stem van de kerk. die waarschuwt tegen heb zucht. maar hij zet de radio af en gaat naar een paardenrace om te gokken. Agenda Kerk en nieuws In de kerk worden vele verga deringen gehouden. De kerke- raad komt bijeen, de classis, de particuliere of provinciale synode, de generale synode of de algemene vergadering. En op al die bijeenkomsten wor den besluiten genomen, die op de een of andere manier het kerkvolk weer moeten be reiken. Lezen de leden de officiële verslagen? We hebben de indruk van niet of nauwelijks. Een paar we ken geleden publiceerde het Doopsgezind Weekblad een verslag van de curatoren van de Doopsgezinde Kweek school. Meegedeeld werd dat slechts één student om toela ting verzocht had. We lazen het verslag en publiceerden het op onze pagina Kern- merk. gecombineerd met een aantal cijfers uit dc Evange- llsch-Lutherse Kerken. De vorige week werd dit be richt overgenomen door. met enige aanvullende cijfers opnam. We willen ons niet op de borst kloppen door te zeggen dat kennelijk de kerk du krant niet kan missen, geen dag zelfs. Maar hier was toch wel opnieuw het bewijs geleverd dat officiële verslagen weinig gelezen worden. Er kunnen misschien vele oorzaken opgesomd worden, maar de belangrijkst^ i= toch wel. dat velen uit leidende organen van de kmken no. niet begrepen heoben da' voor het publiceren van nieuws wetten geiden. De mens leest niet alles wat in dc laatste weken uitvoerig aandacht besteed aan de in r.k. kring zeer omstreken kwestie van het gebruik van anticoncep- tionalia. Feitelijk is het concilie in deze niet tot een beslissig ge komen. Voor velen binnen de R.K. Kerk is dit een teleurstel ling, voor velen ook een opluch ting. Steeds meer rijst de vraag: moet de kerk hier wel tot een uitspraak komen? Is dit niet veel meer een medisch-psycholo gische kwestie en moet de kerk zich niet als voornaamste taak stellen: de positieve opvoeding naar echte Christelijke liefde? Men kan het betreuren dat het concilie de vuurproef van de „hete hangijzers" niet glansrijk zijn brievenbus gedeponeerd wordt. De mens leest niet alles wat in zijn krant gepu bliceerd wordt. De tijd waarin de leden het eigen kerkblad spelden is voorbij. De ogen glijden over de kolommen en de mens leest alleen wat hem op een gegeven ogenblik als interes sant voorkomt. Als de interes se niet gewekt wordt, dan wordt het bericht ook niet gelezen. De kerk heeft veel nieuws me de te delen. En het belang rijkste nieuws is het Goede Nieuws, het evangelie. Als er geklaagd wordt, dat er wei nig beiangstelling is voor de verkondiging, dan hoeft dit niet te zijn, omdat de menser naar het evangelie niet wil len luisteren. Het kan zijn dat in vele gevallen de stem van het evangelie verloren gaat tussen de vele andere stemmen die de aandacht opeisen, eenvoudig omdat het de aandacht niet weet te van- Misschien. als de organen van de kerken zich gingen bezin nen op de vraag, hoe zij hun eigen leden op sprekender wijze op de hoogie kunnen brenger, van wat zij mede te delen heboen. dat dan de ker ken zcif ook sprekender vor men vinden om de mensen het evangelie te verkondi gen. eocfw MhdaMfmt1: Van prof. dr. B. Landheer verscheen bij de uitgever Lemniscaat te Rotterdam een studie over het probleem van de toekomst, dat hij ais een wereldvraagstuk ïiet. Daarin komen nogal van de gangbare opvattingen afwijkende gedachten voor, waarvan we er in bijgaand artikel een aantal hebben verzameld, hoofdzakelijk geput uit een der laatste hoofdstukken: „De voorzich tige profetie en de rol van de waarschijnlijkheid". Men kan op deze gedachten kritiek hebben, men moge ze idealistisch, al of niet met de toevoeging naief noemen, een feit blijft, dat het hier gedachten betreft die tot nadenken stemmen. i de Toekomst, door Bart Landheer. Uitgave Wat doet de mensheid aan zijn toekomst? Het eerste punt zou het ver mijden van een algemene oorlog moeten zijn. Echter lijkt de wereld zich naar een oorlog toe te bewegen, waarmee in Zuid-Vietnam al een begin gemaakt is. De VS willen hun in vloedssfeer in Z.O.-Azië behouden. Zij vrezen misschien terecht een afbrokkelingsproces, waar door Z.O.-Azië in de in vloedssfeer van communis tisch China zou komen. Hel merkwaardige is, dat men zich moeilijk een andere ontwikkeling kan voorstellen als men streeft naar het naast elkaar .bestaan (co-existentie) van een aantal landen. In zo'n situatie zullen grote landen een zekere uitstraling hebben op kleinere landen. Voorbeeld: de VS, wier macht doordringt in een groot aantal van de meer dan honderd staten waaruit de wereld bestaat. Daar China groeiende mo gendheid is zou het logisch zijn dat ook zijn machtssfeer uitbreiding ondergaat. Een Chi na. waarvan de machtagroei tot stilstand komt is namelijk ondenkbaar, een wensdroom. Een verstandige en realistische toekomstverwachting zou hier mee rekening moeten houder Hiervan L* echter weinig merk Bovendien groei, bloei en ver val van staten zijn in feite na tuurprocessen, die men niet kan verhinderen. Denk aan het tweemaal verslagen Duitsland, dat zijn macht weer snel her won omdat het nu eenmaal een hoog machtspotentieel hééft. En verder: ondanks alle boosheid van het Westen is de Sowjet Unie in minder dan een halve eeuw opgeklommen tot tweede wereldmacht! China zal, ofschoon ongetwij feld op zijn eigen manier, vol gens waarschijnlijkheidsbereke ningen in macht blijven toene men. Echter is dit land geen lid van ae V.N. en niet betrokken bij het atoomoverleg. Wat nu een land als het onze aangaat is het zeker nuttig ais het zich bezighoudt met de eco nomische ontwiitkeling van Su riname. Maar het had er beter reeds jaren geleden op kunnen aandringen dat de Chinese Volksrepubliek haar rechtmati ge plaats in de V.N. kreeg. Bo vendien was dit geheel in dc lijn van de wereldrechtsorde ge weest, waarover men in Neder land zo graag spreekt en schrijft. Een soortgelijk verhaal zou men kunnen doen over de be en ontwapening. Men verga dert, schrijft en wetenschapt over ontwapening, maar men bewapent maar verder op de meest immorele wijze. Men kan de vraag stellen: Wie houdt wie zoet met het gepraat over ontwapening, terwijl men de wérkelijke mogelijkheden van bewapeningsbeperking niet eens aan de orde stelt. Daai Kloof groter Een betere inkomensverde ling in de wereld komt al even min naderbij. Integendeel, de kloof tussen rijke en arme lan den wordt steeds groter. Waar om kan men geen wereldbelas ting invoeren, die in mindering komt van nationale belastingen of speciaal van uitgaven voor defensie? Het is dikwijls ge- De opbouw van de wereld maatschappij is de taak waarop wij al onze krachten zouden moeten concentreren. Wij die deze maatschappij te zien verwijderd! Toch is het totaalbeeld eenvoudig: er zijn zoveel men sen, er is zoveel ruimte en er zijn zoveel hulpbronnen. Ieders aandeel is op vrij simpele wijze te berekenen. Dit zou het uitgangspunt moeten zijn van alle werkelijke samenwer king. Aan welke mondiale waarden geven wij evenwel in ons dage lijks bestaan de voorrang bo ven Individuele, regionale, nati onale belangen? Toch zou het bij iedere handeling en beslis sing mogelijk moeten zijn zich zelf de vraag te stellen naar de mondiale consequenties en zich daarnaar te richten» Offer» eldmaatschappij offers zal vereisen, evenals vroeger de ontwikkeling van nationale maatschappijen een machtsver lies betekend heeft voor feoda le heersers en onafhankelijke steden. 't Zou logisch en natuurlijk zijn, dat daar vooruitgang zou komen, waar nu de grootste achterstand is en achteruitgang, waar nu de hoogtepunten lig gen die remmend inwerken op de rest van de wereld. Daarbij dient men dan dc zelfbeperking van de rijkdom als belangrij ker te zien dan de overwinning van de armoede. Zolang evenwel globale over wegingen niet tot de sterkste motivering voor het individu worden, is een wereldmaat schappij ondenkbaar. Waarom men dit alles niet wil inzien? Omdat een reëel toekomstbeeld politiek en economisch niet „verkoopbaar" is. Geen optimistische visie zal men zeggen. Inderdaad en dat komt, omdat de enige positieve factor die men in het huidige wereldbestel kan aanwijzen de drang tot zelfbehoud van de mensheid is. Deze vormt echter eerder een blinde, dan een con structieve kracht. Deze blinde drang naar zelfbehoud om te zetten in een constructieve sa menwerking is de eis van onze tijd. Misschien dat het door onszelf opgehangen (nucleaire) zwaard van Damocles de drei ging vormt die we nodig heb ben om dichter tot het te berei ken doel te komen. De hiermee verbonden problematiek mag nimmer overgedragen worden aan experts en wetenschaps mensen. Wij allen moeten m> iet* doen. De tijd is kort. Het Duitse blad „Die Gemeinde" ging weer geheel andere wegen, de gelijkenis van de rijke zittingen van de synode en van de gemeenteraad hier nog niet bij. Waar kan ik die nog onderbren gen? En hij kocht een nog grotere agenda met meer indelingsmoge lijkheden. ook voor nachtelijk* uren. Ging weer zitten en boekte alle afspraken en bijeenkomsten. Daarna zei hij tot zichzelf: Nu ben ik safe, want alles is goed inge- Sast. Het gaat er nu nog om om et bij te houden! Des te minder hij nu echter ver zuimde, des te meer steeg zijn aanzien. Hij werd in bestuur Q, zelfs in presidium R gekozen, twee de en eerste voorzitter, president. Maar op zekere dag was het zover en God zei: „Jij dwaas! deze nacht sta je op Mijn agenda!" Ds. W. A. Hoek haalt in hel maandblad van de Kohlbruggia- nen jeugdherinneringen op. Zijn vader was predikant in Oudewa ter, waar de doleantie nog niet zo lang geleden een diepe schei ding in de gemeente had veroor zaakt. Toen ik, schrijft hij, naar school ging, was het voor de ouderen nog zeer nabij. De storm was wel over, maar de golven deinden nog na. Dat merkte ik op een middag, toen ik op weg van school naar huis door een geweldige regenbui overvallen werd. Ik drukte me schuilend tegen de deur van een huisje aan. Plotseling ging echter het bovenste deel van die ouderwetse deur open; ik zag een oud vrouwtje met een neep jesmuts en hoorde me de woor den toevoegen: „Kom jij maar binnen; je hoeft niet nat te rege nen, al ben je maar een syno daal jongetje." Rekening Rond Kerstmis 1710 gaf een pas toor in Normandië aan de schilder decorateur Jacques Barbou opdracht tot verschillende werkzaamheden in de kerk. Hier enkele posten van de rekening die de pastoor een maand later ontving: Corrigeren en verlakken vau de tien geboden 3,12 Verfraaien van Pontius Pilatus 3,06 Vervangen en vergulden van het linker oog van de engel Ga- briël 6,18 Vernieuwen van de hemel en het hijplaatsen van twee sterren 7,14 Verlevendigen van de vlammen ill liet vagevuur en het op knappen van enkele zielen 6,16 Schoonmaken van de oren van de ezel van Biliain 1,02 Stuk inzetten in de muts van Amos en aanzetten van twee knopen aan zijn jas 2,05 Dc duivel een nieuwe -taart aan- zetten 7,1#

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 14