SER waarschuwt voor
loon- en prijsspiraal
SER heeft geen bezwaar
tegen duurteclausule
In de greep van het reus-achtige
Extra eisen werknemers 11a
maatregelen overheid
Hoi,
da's een
goed idee,
moet u
vaker doen:
Slagroom
erop
Geen loonafspraken
met „koplopers"
Beraad op basis
van voorjaars
rapporten
Minderheid
voor drempel
en
plafond
Voorzichtig bij loononderhandelingen
(Van onze sociaal-economische redactie)
DEN HAAG By de aanstaande loononderhandelingen moet vooral
worden voorkomen dat de te verwachten 9tyging van het interne prijs
niveau een zelfstandige factor wordt, op grond waarvan een loon-prysspi-
raal in werking wordt gezet. De contracterende partijen zullen de inter
nationale concurrentiepositie van hun bedryfstak, alsmede de invloed die
op de algemene loonontwikkeling kan uitgaan van de voor de binnenlandse
markt werkende bedrijfstakken, terdege in het oog moeten houden.
gen, wier positie bijzonder ongunstig
is". Voorts wordt er op gewezen dat
elk procent extra loonsverhoging (bo-
9,5 procent dus) zal leiden tot een
stijging van het consumptieprüspeil ir
1966 met 0.25 pet., met een doorwer
king van 0,5 procent in 1967. Boven
dien gaat er een onganstige werkinj
van uit op de omvang van de inves
teringen in vaste bedrijfsactiva in de
particuliere sector.
Deze waarschuwing geeft de So
ciaal-Economische Raad in zijn eco-
nomisch najaarsrapport, waarin dit
maal (met het oog op de komende
1 vrijere loonvorming-) geen raiming
i wordt gegeven van de toelaatbaar ge-
achte gemiddelde loonkostenstijging
in 1966. De SER verwacht dat de stij
ging van het prijspeil van het le-
vensonderhoud, die het gevolg zal zijn
van de aangekondigde regeriragsmaat-
regelen, niet zal nalaten de nieuwe
loononderhandelingen te beïnvloeden,
in die zin dat deze prijsstijging aan
leiding zal kunnen geven tot het stel
len van extra looneisen.
Gevaar
Bij inwilliging van deze eisen ver
krijgt niet alleen de prijsloonspiraal een
extra impuls, maar wordt ook het ge
stelde doel van een beperking van de
particuliere consumptie niet bereikt, zo
meent de raad, het gevaar signalerend
dat de prijsontwikkeling in ons land een
directe aanleiding wordt tot het ont
staan van een loon-prijsspiraal, die de
Nederlandse concurrentiepositie zodanig
kan aantasten dat de gevolgen voor de
nationale economie lange tüd voelbaar
blijven.
Internationaal
Een loon. en prijsspiraal kan volgens
de SER slechts worden doorbroken door
I aanvaarding van het principe dat loon
stijgingen niet zullen uitgaan boven de
produktiviteitsstijgingen. Dit zou echter
eenmalig gepaard moeten gaan met:
II. geen of een geringe verbetering
j van het reële arbeidsinkomen om
dat nog een nawerking op de
j prijzen van vorige loonsverho
gingen zal optreden, of
2. het door de ondernemingen ach
terwege laten van doorberekenin
gen van vorige loonsverhogingen,
dan wel
3. een ruilvoetverbetering tengevol
ge van een daling van de im-
portprijzen, die de nawerking op
de prijzen van vorige loonsver
hogingen over het geheel genomen
compenseert.
De mogelijkheid blijft echter bestaan
dat een voortschrijdende inflatoire ont
wikkeling in het buitenland toch weer
tot een achterstand in het Nederlandse
loon. en prijspeil zal leiden. De SER
meent dan ook dat een werkelijk succes
volle poging tot stopzetting van de in
flatoire loon- en prijsbeweging slechts
mogelijk is op basis van internationale
samenwerking, met name tussen de EEG-
landen. Tot iedere prijs moet evenwel
voorkomen worden dat Nederland op een
inflatoire ontwikkeling zou gaan voor
uitlopen.
Voorzichtig
Het SER-rapport is gebaseerd op
de jongste macro-economische ver
kenning van het Centraal Planbureau
en het Centraal Economisch Plan 1965.
De raad is het met het CPB eens dat
de economische vooruitzichten voor
1966 gunstig zyn, maar er zijn vol
gens de SER een aantal factoren die
tot voorzichtigheid manen.
Het wordt betreurd dat ook in 1966
geen ontspanning op de arbeidsmarkt
wordt verwacht en de raad vraagt zich
af of de beleidsvoornemens van de rege
ring wel voldoende op de noodzaak
ontspanning gericht zijn. „Van een i
cyclische werking van de overheidsuit
gaven is geen sprake".
De vakbewegingsvertegenwoordigers
de helft der kroonleden zien vooralsnog
evenwel geen aanvaardbare mogelijk
heden om de spanning op de arbeids
markt te verlichten. De werkgevers c
andere helft van de kroonleden daaren
tegen adviseren de regering een met
ontspanning gericht beleid te voeren door
een zekere temporisering in acht te ne
men. „Doorvoering van het thans voorge.
gestelde regeringsprogramma in één jaar
legt een te grote druk op de economie"
Lonen
Zoals bekend is het Centraal Plan
bureau uitgegaan van een stijging vai
de loonsom per werknemer in 196i
van 9,5 procent (neerkomend op een
gemiddelde verhoging der contracts
ionen en andere arbeidsvoorwaarden
met 6 a 7 procent) bij een toeneming
van het nationale inkomen per hoofd
van de actieve beroepsbevolking van
8,5 procent. Hiervan uitgaande zal het
werknemersaandeel in het nationale
inkomen stijgen van 74 tot 74,5 pro
cent. De SER vraagt hierbij aandacht
voor „bepaalde groepen zelfstandi
Arbeidstijd
Over de gevolgen van eventuele
dere arbeidstijdverkorting merkt de SER
op, dal, indien de in de achtste industri
alisatienota veronderstelde verkorting
met 4 procent in de periode 1963-1970
slechts voor de helft zou worden doorge
voerd, het nationale produkt van 1965-
1970 met 1,5 procent extra zou kunnen
stijgen, waardoor bijv. een extra
sumptievergroting van ca. 2,5 procent
mogelijk zou zijn of een extra stijging
van de overheidsinvesteringen met
procent.
De SER deelt de regering in zijn
rapport mee niet in staat te zijn aan
het verzoek, om de economische mo
gelijkheden voor de komende twee L
drie jaar te beoordelen, te voldoen
omdat de prognoses van het CPB voor
19651970 eerst in de eerste helft
van volgend jaar gereed zullen zijn.
Nekkramp in Nijmegen
NIJMEGEN Bij twee soldaten it
nekkramp geconstateerd. Om uitbrei
ding te voorkomen hebben alle militai-
ren van het kazernecomplex pillen ge
kregen. Er is nog geen uitgaansverbod
afgekondigd.
Dit sfeervolle plaatje werd ge
maakt in de werkplaats van een
muziek-instrumentenmaker in
Dushanbe in Tadjikistan. De pro-
dukten van deze vakman zijn op
zeven wereldtentoonstellingen
uitgestald geweest
Dampende chocolademelk met slagroom: origineel en vurrukkulluk!
SER uijst suggestie van minister af
(Van onze soc.-econ. redactie)
DEN HAAG De Sociaal-Econo
mische Raad heeft de gedachte van
minister Veldkamp (sociale zaken)
om in een jaarlijks gesprek op na
tionaal niveau een gentlemen's
agreement op te stellen omtrent de
mogelijke loonontwikkeling in een
aantal centrale bedrijfstakken er
zeer grote ondernemingen, unanien
van de hand gewezen.
Zoals bekend heeft minister Veld
kamp in zijn gerichte adviesaanvrage
aan de SER deze gedachte geopperd
als een belangrijke bijdrage aan het
door de regering voorgestane systeem
van een zeer globale toetsing van de
lonen. De raad ziet er echter geen heil
in. omdat dan de bedoelde bedrijfs
takken en ondernemingen een „bij
zondere plaats" verkrijgen bij het
overleg tussen regering en bedrijfsle
ven. Ook vindt de raad de gedachte
in strijd met de organisatorische op
bouw van het loonpolitieke overleg,
waardoor een zelfstandig optreden
van de centrale organisaties bij voor
baat onmogelijk zou worden. Voorts
zou de onderhandelingsvrijheid van
de contractpartners in de bedoelde
bedrijfstakken te veel worden be-
Wel overleg
DEN HAAG De Sociaal-Econo
mische Raad is unaniem van mening
dat loonindexering (koppeling van
de loonontwikkeling aan de prijsin
dex van het levensonderhoud) op
zichzelf geen aanbeveling verdient,
maar in het kader van meerjarige
cao's aanvaardbaar moet worden ge-1
(Van onze soc.-econ. redactie)
Daarbij is het volgens de raad noodza
kelijk dat de periode, waarover de stij-men weet, ook opgenomen
ging van de kosten van levensonderhoud meerjarige cao's voor de metaalindu-
wordt berekend, ruim wordt genomen
te voorkomen dat incidentele facto-
zoals b.v. tijdelijke schaarstever-
schijnselen en tijdelijke verslechtering
de ruilvoet) in de indexering worden
meegenomen.
Limiet
Over de vorm, waarin loonindexe
ring zou moeten worden gegoten, is de
raad niet eenstemmig in zijn oordeel,
zo blijkt uit het thans aan de regering
uitgebrachte advies.
De grootst mogelijke minderheid x
de SER-leden (t.w. de vakbeweging
een deel der kroonleden) meent in tegen
stelling tot de werkgevers en het andere
deel van de kroonleden, dat niet de
weg moet worden gekozen van partiële
indexering, d.w.z.: het bij voorbaat bui
ten beschouwing laten van bepaalde as
pecten, die aanleiding .c-unnen zijn tot
een stijging van de kosten van
levensonderhoud zoals bijv. directe en
indirecte belastingen en sociale lasten.
De minderheid meent dat voor partiële
indexering geen eenvoudig beoordelings
criterium kan worden aangelegd. Wél
zou het aanbeveling verdienen een op
lossing te zoeken in de richting van een
gelimiteerde indexering. (Deze is, zoals
Drempel
Daarbij wordt gedacht aan de invoe
ring van een bepaalde drempelwaarde,
inhoudende *dat de loonindexering pas
effectief gaat worden indien de prijs
index van het levensonderhoud deze
drempel zal hebben overschreden- Ook
zou een plafond moeten worden inge
steld om een inflatoire ontwikkeling
zoveel mogelijk tegen te gaan.
De voorstanders van partiële indexe
ring wijzen eveneens op de mogelijkheid
van een drempel, doch zij willen die al
leen Invoeren indien de niet voor com
pensatie in aanmerking komende prijs
stijgingsfactoren niet duidelijk uit de
prijsindex van het levensonderhoud kun
nen worden geëlimineerd.
De SER komt in zijn advies voorts
tot de conclusie dat niet voor compen
satie via loonindexering in aanmerking
mag komen de stijging van de prijs
index van het levensonderhoud voor
zover deze een uitvloeisel is van reële
loonsverhoging, die uitgaan boven de
produktiviteitstoeneming. Ditzelfde
geldt ook voor de gevolgen van ar
beidstijdverkorting en van verhoging
van invoerprijzen bij gelijkblijvende
exportprijzen.
De raad meent dat het van het
systeem van loonvorming afhangt of
't gewenst is op centraal niveau richt
lijnen vast te stellen. Ook is de SER
van oordeel, dat de overheid de even
tueel in de cao's vastgelegde index
clausules in haar beschouwing dient
te betrekken indien zij aanleiding
heeft in te grijpen in de feitelijke loon
vorming.
Kou houdt aan
DE BILT De temperatuur is in de
afgelopen nacht in ons land tot bijzon
der lage waarden gedaald. Op verschil
lende plaatsen vroor het ongeveer 10
graden, terwijl de vorst op het vlieg
veld Eelde niet minder dan 13 graden
bedroeg. Een dergelijke koude, zo
vroeg in de winteris zeer uitzonderlijk
en op tal van plaatsen in de Laatste,
honderd jaar niet voorgekomen. Het
hogedrukgebïed boven Scandinavië, dati
een belangrijke rol heeft gespeeld bij
de kou inval, handhaaft zich daar nog\
steeds. Boven de Britse eilanden en\
Frankrijk en ook in onze omgeving
jdaalt de barometer echter aanzienlijk.
Dit hangt samen met een diepe, lang.
2aam bewegende depressie op ongeveer
'00 kilometer ten zuidwesten van Ier
land. Het frontensysteem ervan dringt
langzaam op in de richting van ons
land. In verband hiermee wordt de
kans op sneeuw of ijzel groter, in
hoofdzaak in hei zuiden van het land.
De vorst houdt het komende etmaal
aan hoewel de temperatuur niet meer
tot zulke extreem lage waarden zal
dalen als in de afgelopen nacht het ge
val is geweest.
Van veel betekenis is dit echter niet,
icant daar staat tegenover dat er een
krachtige wind zal waaien uit richtin-i
gen tussen oost en zuidoost.
ZON EN MAAN
Woensdag 17 november zon op 8.03 uur:
onder 16 46 uur Maan op 00.23 uur; on
der 15.02 uur.
Dinsdag 23 november: nieuwe maan.
Hoogwater Scheveningen
17 november 9.28 v.m.; 22 14 n.m.
Duitse soldaten ziek
na eten van
vergiftigde worst
KEMPTEN In de Westduitse garnl-
zoenstad Kempten zijn meer dan 300 sol
daten en een aantal burgers ziek ge
worden na het eten van worst. Er ls een
uitgaansverbod voor twee kazernes af
gekondigd en bij alle winkels is de voor
raad worst in beslag genomen. De ziekte
lijkt op paratyfus maar laat zich niet
bijzonder kwaadaardig aanzien. Uit een
onderzoek is gebleken dat de worst met
salmonella was besmet. In het produkt
zijn Duitse. Hongaarse en Roemeense
varkens verwerkt.
Door dr. C. RIJNSDORP
TN hoever is Kuypers neo-calvinisme reus-achtig geble
ken? Wat een tijdlang zijn kracht is geweest, blijkt
vandaag zijn zwakheid te zijn: de zelfverzekerdheid, het
superioriteitsgevoel, dat hele stel van onwrikbaar geachte
vastigheden, meer afkomstig uit Kuypers school dan van
hemzelf. Wij staan, in kerk, staat en maatschappij, voor
het échec van de erfgenamen. Hun behoefte alles te willen
formuleren en organiseren, vast te stellen of althans uit te
stippelen, hun behoudzucht, bemoeizucht en gebrek aan
visie, hun overschatting van het controlerend bewustzijn,
hun wantrouwen van wat buiten de eigen grenzen viel, is
hun noodlottig geworden. Ik snijd hier in eigen vlees.
De in zichzelf verloren mens wist zich geroepen tot
arbeid voor de ere Gods op alle terreinen des levens
men herinnert zich de terminologie. Wie actief wil zijn
moet niet te veel dubben en zo hebben te veel volgelingen
uit het latere kader genoegen genomen met een halve
kennis, een halve ontwikkeling, een geestelijk arsenaal
bijeenvergaderd uit dag- en weekbladen, brochures, aan
bevolen boeken, redevoeringen, polemieken en leuzenver-
werkende gesprekken. Het was vaak meer een exerceren
dan een studeren.
Bovendien is het moeilijk de volgelingen van alles te
willen laten doen en ze tegelijkertijd te doen leven uit de
overtuiging dat dit alles voor God niets te betekenen
heeft. Het activisme heeft het neo-calvinisme onrustig
gemaakt; bezonkenheid, tact. levenswijsheid en andere
meer verborgen bloeiende deugden kregen te weinig
aarde, lucht, zon, water ontbeerden dus het element-air
nodige. Over wat bereikt is behoeft hier niet te worden
gesproken: dat is niet in het geding.
Op grote mannen kan men tegen hebben, dat zij, met
hun deugden, ook hun tekortkomingen op hun volgeling
schap projecteren, die daarmee opgescheept blijft zitten
als met een soort natuurlijke grenzen. Dit geldt van
Luther, van Calvijn, van Kuyper, van Barth, van Schilder
elk naar formaat en invloed.
Op ergenamen en epigonen kan men tegen hebben, dat
zij de grenzen sluiten en binnen die gesloten grenzen
zweren bij gesloten gelederen. Tenslotte is alles gesloten.
Het levenskrachtige van het neo-calvinisme in de geest
van Kuyper is in Nederland maar betrekkelijk gebleken.
Moet men dit betreuren, of in die ontoereikende reus
achtigheid veeleer een hoopvol teken zien?
Het reus-achtige leidt tot traditievorming. De reuzen
worden historisch: „die van ouds geweest zijn mannen van
naam". Nu is traditie een fundamentele voorwaarde voor
de continuïteit in een samenleving; zonder traditie geen
cultuur. Tot het algemene beeld behoort zelfs een revolu
tie nu en dan, waarvan later doorgaans blijkt dat ze als
revolutie niet volstrekt was. Zelfs de Chinese revolutie
blijft Chinees.
De mens leeft zo kort; hij kan niet telkens weer
helemaal opnieuw beginnen; hij is vergeetachtig en snel
vermoeid. Hij heeft behoefte aan dingen waarin hij rusten
kan; aan vormen, patronen die tegemoetkomen aan zijn
onvolkomenheden. Hij is van gisteren, maar de overleve
ring is van vóór eergisteren. Een kind heeft voor een
gelukkige ontwikkeling een milieu nodig, waarbinnen het
zich hechten kan aan mensen, dingen en toestanden; zo
heeft ook de volwassene, meer dan hij wil toegeven,
traditie nodig: een geestelijk huis, behoorlijk gestoffeerd,
ook met rustbanken en gemakkelijke stoelen.
Nog niet zo lang geleden kon men zeggen, „Hoe
barmhartig van God, dat Hij de horizon voor ons blauw
heeft gemaakt. Onze kortzichtigheid wordt met een liefe
lijk waas verbloemd. Het panorama geeft ons een verhe
ven gevoel, want we zien zo veel, en wat we niet kunnen
zien is esthetisch versluierd. Wordt die sluier weggeno
men, zoals op Nebo voor Mozes en voor Jezus op de berg
van de verzoeking, dan is er iets heel bijzonder» aan de
hand: Mozes ziet het beloofde land, maar mag het niet
betreden; Jezus overschouwt de bewoonde aarde met haar
culturen, maar Hij weet dat Hij eerst lijden moet.
Gelukkige horizon, die ons onze rust waarborgt."
Traditie brengt het gevoel mee van het verre en oude;
ze heeft een esthetische nevenwerking, waaraan de roman
tiek zich zo graag bedwelmde. Meer dan de „blaue Blume"
was het de blauwe horizon die de romanticus heeft gelokt.
Dit leidde, terugblikkend, tot historiestudie en archeologie;
naar binnen schouwend, tot een steeds dieper borende
psychologie; de maan en de niimte bedromend, tot een
steeds meer geperfectioneerde sterrekundige apparatuur
en tot ruimtevaart. Zo werd de horizon een uitdaging die
zeker niet zonder de oorspronkelijk romantische impul
sen geleid heeft tot prestaties, waarvan men vroeger
nauwelijks heeft durven dromen.
We weten nu dat de horizon niet blauw is en het doet
zeer aan de ogen. tenzij men ze sluit. Er is een waas
verscheurd, waardoor de esthetische nevenwerking van al
wat traditioneel is, haar tover heeft verloren. De histori
sche droom behoort tot de voor geld verkrijgbare recrea
tie; het verleden is een toeristische attractie; de folklore
een deviezenbron. De „pompe romaine" waartegen Calvijn
zich (ook esthetisch) afzette, wordt vandaag door menige
goed-roomse met een twijfelend oog bezien. Israël is weer
een geografisch en staatkundig begrip; het Hebreeuws is
in het ivTJt gemoderniseerd; mijnbouwkundigen zoeken
via de bijbel naar vindplaatsen van mineralen; militairen
bestuderen de oud-testamentische oorlogen uit strategische
overwegingen; landbouwkundigen kennen de prestaties
van hun verre voorvaderen. De landen van de oude
zoals Egypte en India, worden bij de moderne
civilisatie betrokken; geïsoleerde landen zoals Nepal en
Tibet komen in het nieuws. Wie noemt Korea nog het land
van de kalme morgen. China het hemelse rijk en Japan
(bedreiger van de westerse economie) een sprookje? Waar
kan men nog dromen? Welke horizonnen zijn nog liefelijk
versluierd. Maar laten we nu even nadenken over de
traditie op het gebied van openbaring en kerk.
In het volgende hoofstuk: De vertraagde belofte.
Wel acht de SER het gewenst dat
het bedrijfsleven wordt geconfronteerd
met de nationaal-economische aspec
ten, die aan de loonvorming zijn ver
bonden. Dit kan worden bereikt door
overleg op centraal niveau tussen
overheid en bedrijfsleven, welk beraad
niet beperkt dient te blijven tot het
•loonbeleid, maar ook andere instru
menten van economische politiek moet
omvatten.
Voorts kunnen de economische rappor
ten van de SER het nodige inzicht ver
schaffen. Volgens de raad dienen deze
rapporten een bredere opzet te hebben
en moet bet zwaartepunt meer komen te
liggen bij de voorjaarsrapporten. Dit i»
ook aantrekkelijk voor de regering i.v.m.
het uitstippelen van haar beleid in het
kader van de samenstelling der rijksbe
groting. Het najaarsrapport van de SER
zou dan het karakter van een nabeschou
wing kunnen dragen.
Het overleg, dat tussen regering en
Stichting van de Arbeid aan de hand van
de SER-rapporten moet plaatsvinden,
mag echter niet betekenen dat de cen
trale werkgevers- en werknemersorgani
saties verantwoordelijk kunnen worden
gesteld voor de concrete loonvorming.
De SER is het met de regering eens
dat het gewenst is op nationaal niveau
wel afspraken te maken over bepaalde
algemene loonpolitieke elementen als
gelijke beloning van mannen en vrou
wen, arbeidstijdverkorting e.d.
Ingrijpen
Gezien hun standpunt ta-v. de nood
zaak van toetsing van nieuwe collectieve
arbeidsovereenkomsten hebben de werk
gevers en de kroonleden. als het gaat om
ingrijpen van de overheid, geen behoefte
aan het onverbindend verklaren van
cao's en aan de mogelijkheid van het af
kondigen van een loonpauze of oen loon
stop. De vakbeweging ziet het onverbin
dend verklaren wèl als een instrument
voor de overheid, hoewel erkend wordt
dat de reële gevolgen er van niet „zeer
wezenlijk" zijn. Aan het instrument van
de loonpauze beeft ook de vakbeweging
geen behoefte. De overheid moet volgen»
haar echter wel het instrument van da
loonstop kunnen hanteren, waaronder
dan verstaan moet worden het tijdelijk
bevriezen van de feitelijke loonsituatie.
Een loonstop zal moeten worden afge
kondigd in samenhang met andere over
heidsmaatregelen, w.o. het vragen van
advies aan de SER over maatregelen, die
kunnen leiden tot opheffing van de loon-
Minimum
Ook over het vraagstuk van het mi
nimum-cao-loon bestaat in de SER
geen eenstemmigheid. Naar de mening
van de vakbeweging moet een cao zelf
bepalen welk karakter het overeenge
komen loon zal dragen. Het kan een
standaardloon, maar ook een mini
mumloon zijn, waarbij al dan niet een
marge voor afwijkingen kan worden
aangegeven.
Strafsancties zijn slechts op hun plaat»
gedurende de periode waarin een door de
regering afgekondigde loonstop van
Werkgevers en kroonleden willen het
cao-loon niet als een minimum beschou
wen. Wel moet het volgens hen mogelijk
zijn in een cao aan te geven in welke
mate binnen een bedrijfstak afwijkingen
zullen zijn toegestaan.
Wat het institutionele kader van de
nieuwe loonpolitiek betreft kan de
SER niet instemmen met de gedachte
van de regering dat kan worden vol
staan met een enkele aanpassing van
de spelregels binnen het raam van het
Buitengewoon Besluit Arbeidsverhou
dingen. Volgens de raad is een wijzi
ging van het BBA zelf nodig. Geduren
de een eventuele overgangsfase (1966)
is het evenwel mogelijk een regeling te
treffen voor de hantering van het hui
dige BBA.
Daarin zullen de grondslagen van het
nieuwe systeem reeds tot gelding moeten
worden gebracht. Zo kan volgens de vak
beweging de goedkeuring van cao's door
de Stichting van de Arbeid gedurende de
overgangsfase een formeel karakter dra
gen, terwijl de toetsing van op centraal
niveau gemaakte afspraken blijft gehand
haafd. Werkgevers en kroonleden zijn
dezelfde mening toegedaan, evenwel met
deze aanvulling, dat de stichting een ma
teriële uitspraak over al of niet goed
keuring van een cao moet doen als het
College van Rijksbemiddelaars er om
vraagt. Ook zou volgens deze raadsleden
een nader te bepalen aantal in de stich
ting, samenwerkende organisaties een be
spreking moeten kunnen verlangen van
een cao die naar hun oordeel gevaar
kan opleveren voor de nationale eco
nomie.
Regelingen
Uit het advies blijkt verder dat de
vakbeweging geen vaststelling van al
gemeen bindende loonregelingen meer
wenst. Verplichte compensaties dienen
deel uit te maken van een beleidsplan
ning op langere termjjn met de moge
lijkheid om bij algemene loonmaatre
gel compensaties door te voeren. Be
paalde onderdelen (zoals het algemeen
minimumloon en gelijke beloning voor
mannen en vrouwen) zouden bij wet
kunnen worden geregeld. Werkgevers
en kroonleden menen dat de mogelijk
heid van het treffen van bindende
loonregelingen voorshands dient te
blijven bestaan.
Geen der SER-leden heeft thans be
hoefte aan de verplichte inschakeling
van een bemiddelingsinstantie bij hel
zich voordoen van arbeidsgeschillen.
De SER heeft dit vraagstuk, samen
met dat van het stakingsrecht, in stu
die. In afwachting daarvan kan de
Stichting van de Arbeid als bemidde
lend orgaan optreden, indien onder
handelingen vastlopen.
Het advies van de SER iS voorbereid
door een commissie onder leiding van
het kroonlid prof mr. W. C. L. va» d*r
Grinten.