SER waarschuwt voor loon- en prijsspiraal SER heeft geen bezwaar tegen duurteclausule In de greep van het reus-achtige Extra eisen werknemers 11a maatregelen overheid Hoi, da's een goed idee, moet u vaker doen: Slagroom erop Geen loonafspraken met „koplopers" Beraad op basis van voorjaars rapporten Minderheid voor drempel en plafond Voorzichtig bij loononderhandelingen (Van onze sociaal-economische redactie) DEN HAAG By de aanstaande loononderhandelingen moet vooral worden voorkomen dat de te verwachten 9tyging van het interne prijs niveau een zelfstandige factor wordt, op grond waarvan een loon-prysspi- raal in werking wordt gezet. De contracterende partijen zullen de inter nationale concurrentiepositie van hun bedryfstak, alsmede de invloed die op de algemene loonontwikkeling kan uitgaan van de voor de binnenlandse markt werkende bedrijfstakken, terdege in het oog moeten houden. gen, wier positie bijzonder ongunstig is". Voorts wordt er op gewezen dat elk procent extra loonsverhoging (bo- 9,5 procent dus) zal leiden tot een stijging van het consumptieprüspeil ir 1966 met 0.25 pet., met een doorwer king van 0,5 procent in 1967. Boven dien gaat er een onganstige werkinj van uit op de omvang van de inves teringen in vaste bedrijfsactiva in de particuliere sector. Deze waarschuwing geeft de So ciaal-Economische Raad in zijn eco- nomisch najaarsrapport, waarin dit maal (met het oog op de komende 1 vrijere loonvorming-) geen raiming i wordt gegeven van de toelaatbaar ge- achte gemiddelde loonkostenstijging in 1966. De SER verwacht dat de stij ging van het prijspeil van het le- vensonderhoud, die het gevolg zal zijn van de aangekondigde regeriragsmaat- regelen, niet zal nalaten de nieuwe loononderhandelingen te beïnvloeden, in die zin dat deze prijsstijging aan leiding zal kunnen geven tot het stel len van extra looneisen. Gevaar Bij inwilliging van deze eisen ver krijgt niet alleen de prijsloonspiraal een extra impuls, maar wordt ook het ge stelde doel van een beperking van de particuliere consumptie niet bereikt, zo meent de raad, het gevaar signalerend dat de prijsontwikkeling in ons land een directe aanleiding wordt tot het ont staan van een loon-prijsspiraal, die de Nederlandse concurrentiepositie zodanig kan aantasten dat de gevolgen voor de nationale economie lange tüd voelbaar blijven. Internationaal Een loon. en prijsspiraal kan volgens de SER slechts worden doorbroken door I aanvaarding van het principe dat loon stijgingen niet zullen uitgaan boven de produktiviteitsstijgingen. Dit zou echter eenmalig gepaard moeten gaan met: II. geen of een geringe verbetering j van het reële arbeidsinkomen om dat nog een nawerking op de j prijzen van vorige loonsverho gingen zal optreden, of 2. het door de ondernemingen ach terwege laten van doorberekenin gen van vorige loonsverhogingen, dan wel 3. een ruilvoetverbetering tengevol ge van een daling van de im- portprijzen, die de nawerking op de prijzen van vorige loonsver hogingen over het geheel genomen compenseert. De mogelijkheid blijft echter bestaan dat een voortschrijdende inflatoire ont wikkeling in het buitenland toch weer tot een achterstand in het Nederlandse loon. en prijspeil zal leiden. De SER meent dan ook dat een werkelijk succes volle poging tot stopzetting van de in flatoire loon- en prijsbeweging slechts mogelijk is op basis van internationale samenwerking, met name tussen de EEG- landen. Tot iedere prijs moet evenwel voorkomen worden dat Nederland op een inflatoire ontwikkeling zou gaan voor uitlopen. Voorzichtig Het SER-rapport is gebaseerd op de jongste macro-economische ver kenning van het Centraal Planbureau en het Centraal Economisch Plan 1965. De raad is het met het CPB eens dat de economische vooruitzichten voor 1966 gunstig zyn, maar er zijn vol gens de SER een aantal factoren die tot voorzichtigheid manen. Het wordt betreurd dat ook in 1966 geen ontspanning op de arbeidsmarkt wordt verwacht en de raad vraagt zich af of de beleidsvoornemens van de rege ring wel voldoende op de noodzaak ontspanning gericht zijn. „Van een i cyclische werking van de overheidsuit gaven is geen sprake". De vakbewegingsvertegenwoordigers de helft der kroonleden zien vooralsnog evenwel geen aanvaardbare mogelijk heden om de spanning op de arbeids markt te verlichten. De werkgevers c andere helft van de kroonleden daaren tegen adviseren de regering een met ontspanning gericht beleid te voeren door een zekere temporisering in acht te ne men. „Doorvoering van het thans voorge. gestelde regeringsprogramma in één jaar legt een te grote druk op de economie" Lonen Zoals bekend is het Centraal Plan bureau uitgegaan van een stijging vai de loonsom per werknemer in 196i van 9,5 procent (neerkomend op een gemiddelde verhoging der contracts ionen en andere arbeidsvoorwaarden met 6 a 7 procent) bij een toeneming van het nationale inkomen per hoofd van de actieve beroepsbevolking van 8,5 procent. Hiervan uitgaande zal het werknemersaandeel in het nationale inkomen stijgen van 74 tot 74,5 pro cent. De SER vraagt hierbij aandacht voor „bepaalde groepen zelfstandi Arbeidstijd Over de gevolgen van eventuele dere arbeidstijdverkorting merkt de SER op, dal, indien de in de achtste industri alisatienota veronderstelde verkorting met 4 procent in de periode 1963-1970 slechts voor de helft zou worden doorge voerd, het nationale produkt van 1965- 1970 met 1,5 procent extra zou kunnen stijgen, waardoor bijv. een extra sumptievergroting van ca. 2,5 procent mogelijk zou zijn of een extra stijging van de overheidsinvesteringen met procent. De SER deelt de regering in zijn rapport mee niet in staat te zijn aan het verzoek, om de economische mo gelijkheden voor de komende twee L drie jaar te beoordelen, te voldoen omdat de prognoses van het CPB voor 19651970 eerst in de eerste helft van volgend jaar gereed zullen zijn. Nekkramp in Nijmegen NIJMEGEN Bij twee soldaten it nekkramp geconstateerd. Om uitbrei ding te voorkomen hebben alle militai- ren van het kazernecomplex pillen ge kregen. Er is nog geen uitgaansverbod afgekondigd. Dit sfeervolle plaatje werd ge maakt in de werkplaats van een muziek-instrumentenmaker in Dushanbe in Tadjikistan. De pro- dukten van deze vakman zijn op zeven wereldtentoonstellingen uitgestald geweest Dampende chocolademelk met slagroom: origineel en vurrukkulluk! SER uijst suggestie van minister af (Van onze soc.-econ. redactie) DEN HAAG De Sociaal-Econo mische Raad heeft de gedachte van minister Veldkamp (sociale zaken) om in een jaarlijks gesprek op na tionaal niveau een gentlemen's agreement op te stellen omtrent de mogelijke loonontwikkeling in een aantal centrale bedrijfstakken er zeer grote ondernemingen, unanien van de hand gewezen. Zoals bekend heeft minister Veld kamp in zijn gerichte adviesaanvrage aan de SER deze gedachte geopperd als een belangrijke bijdrage aan het door de regering voorgestane systeem van een zeer globale toetsing van de lonen. De raad ziet er echter geen heil in. omdat dan de bedoelde bedrijfs takken en ondernemingen een „bij zondere plaats" verkrijgen bij het overleg tussen regering en bedrijfsle ven. Ook vindt de raad de gedachte in strijd met de organisatorische op bouw van het loonpolitieke overleg, waardoor een zelfstandig optreden van de centrale organisaties bij voor baat onmogelijk zou worden. Voorts zou de onderhandelingsvrijheid van de contractpartners in de bedoelde bedrijfstakken te veel worden be- Wel overleg DEN HAAG De Sociaal-Econo mische Raad is unaniem van mening dat loonindexering (koppeling van de loonontwikkeling aan de prijsin dex van het levensonderhoud) op zichzelf geen aanbeveling verdient, maar in het kader van meerjarige cao's aanvaardbaar moet worden ge-1 (Van onze soc.-econ. redactie) Daarbij is het volgens de raad noodza kelijk dat de periode, waarover de stij-men weet, ook opgenomen ging van de kosten van levensonderhoud meerjarige cao's voor de metaalindu- wordt berekend, ruim wordt genomen te voorkomen dat incidentele facto- zoals b.v. tijdelijke schaarstever- schijnselen en tijdelijke verslechtering de ruilvoet) in de indexering worden meegenomen. Limiet Over de vorm, waarin loonindexe ring zou moeten worden gegoten, is de raad niet eenstemmig in zijn oordeel, zo blijkt uit het thans aan de regering uitgebrachte advies. De grootst mogelijke minderheid x de SER-leden (t.w. de vakbeweging een deel der kroonleden) meent in tegen stelling tot de werkgevers en het andere deel van de kroonleden, dat niet de weg moet worden gekozen van partiële indexering, d.w.z.: het bij voorbaat bui ten beschouwing laten van bepaalde as pecten, die aanleiding .c-unnen zijn tot een stijging van de kosten van levensonderhoud zoals bijv. directe en indirecte belastingen en sociale lasten. De minderheid meent dat voor partiële indexering geen eenvoudig beoordelings criterium kan worden aangelegd. Wél zou het aanbeveling verdienen een op lossing te zoeken in de richting van een gelimiteerde indexering. (Deze is, zoals Drempel Daarbij wordt gedacht aan de invoe ring van een bepaalde drempelwaarde, inhoudende *dat de loonindexering pas effectief gaat worden indien de prijs index van het levensonderhoud deze drempel zal hebben overschreden- Ook zou een plafond moeten worden inge steld om een inflatoire ontwikkeling zoveel mogelijk tegen te gaan. De voorstanders van partiële indexe ring wijzen eveneens op de mogelijkheid van een drempel, doch zij willen die al leen Invoeren indien de niet voor com pensatie in aanmerking komende prijs stijgingsfactoren niet duidelijk uit de prijsindex van het levensonderhoud kun nen worden geëlimineerd. De SER komt in zijn advies voorts tot de conclusie dat niet voor compen satie via loonindexering in aanmerking mag komen de stijging van de prijs index van het levensonderhoud voor zover deze een uitvloeisel is van reële loonsverhoging, die uitgaan boven de produktiviteitstoeneming. Ditzelfde geldt ook voor de gevolgen van ar beidstijdverkorting en van verhoging van invoerprijzen bij gelijkblijvende exportprijzen. De raad meent dat het van het systeem van loonvorming afhangt of 't gewenst is op centraal niveau richt lijnen vast te stellen. Ook is de SER van oordeel, dat de overheid de even tueel in de cao's vastgelegde index clausules in haar beschouwing dient te betrekken indien zij aanleiding heeft in te grijpen in de feitelijke loon vorming. Kou houdt aan DE BILT De temperatuur is in de afgelopen nacht in ons land tot bijzon der lage waarden gedaald. Op verschil lende plaatsen vroor het ongeveer 10 graden, terwijl de vorst op het vlieg veld Eelde niet minder dan 13 graden bedroeg. Een dergelijke koude, zo vroeg in de winteris zeer uitzonderlijk en op tal van plaatsen in de Laatste, honderd jaar niet voorgekomen. Het hogedrukgebïed boven Scandinavië, dati een belangrijke rol heeft gespeeld bij de kou inval, handhaaft zich daar nog\ steeds. Boven de Britse eilanden en\ Frankrijk en ook in onze omgeving jdaalt de barometer echter aanzienlijk. Dit hangt samen met een diepe, lang. 2aam bewegende depressie op ongeveer '00 kilometer ten zuidwesten van Ier land. Het frontensysteem ervan dringt langzaam op in de richting van ons land. In verband hiermee wordt de kans op sneeuw of ijzel groter, in hoofdzaak in hei zuiden van het land. De vorst houdt het komende etmaal aan hoewel de temperatuur niet meer tot zulke extreem lage waarden zal dalen als in de afgelopen nacht het ge val is geweest. Van veel betekenis is dit echter niet, icant daar staat tegenover dat er een krachtige wind zal waaien uit richtin-i gen tussen oost en zuidoost. ZON EN MAAN Woensdag 17 november zon op 8.03 uur: onder 16 46 uur Maan op 00.23 uur; on der 15.02 uur. Dinsdag 23 november: nieuwe maan. Hoogwater Scheveningen 17 november 9.28 v.m.; 22 14 n.m. Duitse soldaten ziek na eten van vergiftigde worst KEMPTEN In de Westduitse garnl- zoenstad Kempten zijn meer dan 300 sol daten en een aantal burgers ziek ge worden na het eten van worst. Er ls een uitgaansverbod voor twee kazernes af gekondigd en bij alle winkels is de voor raad worst in beslag genomen. De ziekte lijkt op paratyfus maar laat zich niet bijzonder kwaadaardig aanzien. Uit een onderzoek is gebleken dat de worst met salmonella was besmet. In het produkt zijn Duitse. Hongaarse en Roemeense varkens verwerkt. Door dr. C. RIJNSDORP TN hoever is Kuypers neo-calvinisme reus-achtig geble ken? Wat een tijdlang zijn kracht is geweest, blijkt vandaag zijn zwakheid te zijn: de zelfverzekerdheid, het superioriteitsgevoel, dat hele stel van onwrikbaar geachte vastigheden, meer afkomstig uit Kuypers school dan van hemzelf. Wij staan, in kerk, staat en maatschappij, voor het échec van de erfgenamen. Hun behoefte alles te willen formuleren en organiseren, vast te stellen of althans uit te stippelen, hun behoudzucht, bemoeizucht en gebrek aan visie, hun overschatting van het controlerend bewustzijn, hun wantrouwen van wat buiten de eigen grenzen viel, is hun noodlottig geworden. Ik snijd hier in eigen vlees. De in zichzelf verloren mens wist zich geroepen tot arbeid voor de ere Gods op alle terreinen des levens men herinnert zich de terminologie. Wie actief wil zijn moet niet te veel dubben en zo hebben te veel volgelingen uit het latere kader genoegen genomen met een halve kennis, een halve ontwikkeling, een geestelijk arsenaal bijeenvergaderd uit dag- en weekbladen, brochures, aan bevolen boeken, redevoeringen, polemieken en leuzenver- werkende gesprekken. Het was vaak meer een exerceren dan een studeren. Bovendien is het moeilijk de volgelingen van alles te willen laten doen en ze tegelijkertijd te doen leven uit de overtuiging dat dit alles voor God niets te betekenen heeft. Het activisme heeft het neo-calvinisme onrustig gemaakt; bezonkenheid, tact. levenswijsheid en andere meer verborgen bloeiende deugden kregen te weinig aarde, lucht, zon, water ontbeerden dus het element-air nodige. Over wat bereikt is behoeft hier niet te worden gesproken: dat is niet in het geding. Op grote mannen kan men tegen hebben, dat zij, met hun deugden, ook hun tekortkomingen op hun volgeling schap projecteren, die daarmee opgescheept blijft zitten als met een soort natuurlijke grenzen. Dit geldt van Luther, van Calvijn, van Kuyper, van Barth, van Schilder elk naar formaat en invloed. Op ergenamen en epigonen kan men tegen hebben, dat zij de grenzen sluiten en binnen die gesloten grenzen zweren bij gesloten gelederen. Tenslotte is alles gesloten. Het levenskrachtige van het neo-calvinisme in de geest van Kuyper is in Nederland maar betrekkelijk gebleken. Moet men dit betreuren, of in die ontoereikende reus achtigheid veeleer een hoopvol teken zien? Het reus-achtige leidt tot traditievorming. De reuzen worden historisch: „die van ouds geweest zijn mannen van naam". Nu is traditie een fundamentele voorwaarde voor de continuïteit in een samenleving; zonder traditie geen cultuur. Tot het algemene beeld behoort zelfs een revolu tie nu en dan, waarvan later doorgaans blijkt dat ze als revolutie niet volstrekt was. Zelfs de Chinese revolutie blijft Chinees. De mens leeft zo kort; hij kan niet telkens weer helemaal opnieuw beginnen; hij is vergeetachtig en snel vermoeid. Hij heeft behoefte aan dingen waarin hij rusten kan; aan vormen, patronen die tegemoetkomen aan zijn onvolkomenheden. Hij is van gisteren, maar de overleve ring is van vóór eergisteren. Een kind heeft voor een gelukkige ontwikkeling een milieu nodig, waarbinnen het zich hechten kan aan mensen, dingen en toestanden; zo heeft ook de volwassene, meer dan hij wil toegeven, traditie nodig: een geestelijk huis, behoorlijk gestoffeerd, ook met rustbanken en gemakkelijke stoelen. Nog niet zo lang geleden kon men zeggen, „Hoe barmhartig van God, dat Hij de horizon voor ons blauw heeft gemaakt. Onze kortzichtigheid wordt met een liefe lijk waas verbloemd. Het panorama geeft ons een verhe ven gevoel, want we zien zo veel, en wat we niet kunnen zien is esthetisch versluierd. Wordt die sluier weggeno men, zoals op Nebo voor Mozes en voor Jezus op de berg van de verzoeking, dan is er iets heel bijzonder» aan de hand: Mozes ziet het beloofde land, maar mag het niet betreden; Jezus overschouwt de bewoonde aarde met haar culturen, maar Hij weet dat Hij eerst lijden moet. Gelukkige horizon, die ons onze rust waarborgt." Traditie brengt het gevoel mee van het verre en oude; ze heeft een esthetische nevenwerking, waaraan de roman tiek zich zo graag bedwelmde. Meer dan de „blaue Blume" was het de blauwe horizon die de romanticus heeft gelokt. Dit leidde, terugblikkend, tot historiestudie en archeologie; naar binnen schouwend, tot een steeds dieper borende psychologie; de maan en de niimte bedromend, tot een steeds meer geperfectioneerde sterrekundige apparatuur en tot ruimtevaart. Zo werd de horizon een uitdaging die zeker niet zonder de oorspronkelijk romantische impul sen geleid heeft tot prestaties, waarvan men vroeger nauwelijks heeft durven dromen. We weten nu dat de horizon niet blauw is en het doet zeer aan de ogen. tenzij men ze sluit. Er is een waas verscheurd, waardoor de esthetische nevenwerking van al wat traditioneel is, haar tover heeft verloren. De histori sche droom behoort tot de voor geld verkrijgbare recrea tie; het verleden is een toeristische attractie; de folklore een deviezenbron. De „pompe romaine" waartegen Calvijn zich (ook esthetisch) afzette, wordt vandaag door menige goed-roomse met een twijfelend oog bezien. Israël is weer een geografisch en staatkundig begrip; het Hebreeuws is in het ivTJt gemoderniseerd; mijnbouwkundigen zoeken via de bijbel naar vindplaatsen van mineralen; militairen bestuderen de oud-testamentische oorlogen uit strategische overwegingen; landbouwkundigen kennen de prestaties van hun verre voorvaderen. De landen van de oude zoals Egypte en India, worden bij de moderne civilisatie betrokken; geïsoleerde landen zoals Nepal en Tibet komen in het nieuws. Wie noemt Korea nog het land van de kalme morgen. China het hemelse rijk en Japan (bedreiger van de westerse economie) een sprookje? Waar kan men nog dromen? Welke horizonnen zijn nog liefelijk versluierd. Maar laten we nu even nadenken over de traditie op het gebied van openbaring en kerk. In het volgende hoofstuk: De vertraagde belofte. Wel acht de SER het gewenst dat het bedrijfsleven wordt geconfronteerd met de nationaal-economische aspec ten, die aan de loonvorming zijn ver bonden. Dit kan worden bereikt door overleg op centraal niveau tussen overheid en bedrijfsleven, welk beraad niet beperkt dient te blijven tot het •loonbeleid, maar ook andere instru menten van economische politiek moet omvatten. Voorts kunnen de economische rappor ten van de SER het nodige inzicht ver schaffen. Volgens de raad dienen deze rapporten een bredere opzet te hebben en moet bet zwaartepunt meer komen te liggen bij de voorjaarsrapporten. Dit i» ook aantrekkelijk voor de regering i.v.m. het uitstippelen van haar beleid in het kader van de samenstelling der rijksbe groting. Het najaarsrapport van de SER zou dan het karakter van een nabeschou wing kunnen dragen. Het overleg, dat tussen regering en Stichting van de Arbeid aan de hand van de SER-rapporten moet plaatsvinden, mag echter niet betekenen dat de cen trale werkgevers- en werknemersorgani saties verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de concrete loonvorming. De SER is het met de regering eens dat het gewenst is op nationaal niveau wel afspraken te maken over bepaalde algemene loonpolitieke elementen als gelijke beloning van mannen en vrou wen, arbeidstijdverkorting e.d. Ingrijpen Gezien hun standpunt ta-v. de nood zaak van toetsing van nieuwe collectieve arbeidsovereenkomsten hebben de werk gevers en de kroonleden. als het gaat om ingrijpen van de overheid, geen behoefte aan het onverbindend verklaren van cao's en aan de mogelijkheid van het af kondigen van een loonpauze of oen loon stop. De vakbeweging ziet het onverbin dend verklaren wèl als een instrument voor de overheid, hoewel erkend wordt dat de reële gevolgen er van niet „zeer wezenlijk" zijn. Aan het instrument van de loonpauze beeft ook de vakbeweging geen behoefte. De overheid moet volgen» haar echter wel het instrument van da loonstop kunnen hanteren, waaronder dan verstaan moet worden het tijdelijk bevriezen van de feitelijke loonsituatie. Een loonstop zal moeten worden afge kondigd in samenhang met andere over heidsmaatregelen, w.o. het vragen van advies aan de SER over maatregelen, die kunnen leiden tot opheffing van de loon- Minimum Ook over het vraagstuk van het mi nimum-cao-loon bestaat in de SER geen eenstemmigheid. Naar de mening van de vakbeweging moet een cao zelf bepalen welk karakter het overeenge komen loon zal dragen. Het kan een standaardloon, maar ook een mini mumloon zijn, waarbij al dan niet een marge voor afwijkingen kan worden aangegeven. Strafsancties zijn slechts op hun plaat» gedurende de periode waarin een door de regering afgekondigde loonstop van Werkgevers en kroonleden willen het cao-loon niet als een minimum beschou wen. Wel moet het volgens hen mogelijk zijn in een cao aan te geven in welke mate binnen een bedrijfstak afwijkingen zullen zijn toegestaan. Wat het institutionele kader van de nieuwe loonpolitiek betreft kan de SER niet instemmen met de gedachte van de regering dat kan worden vol staan met een enkele aanpassing van de spelregels binnen het raam van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhou dingen. Volgens de raad is een wijzi ging van het BBA zelf nodig. Geduren de een eventuele overgangsfase (1966) is het evenwel mogelijk een regeling te treffen voor de hantering van het hui dige BBA. Daarin zullen de grondslagen van het nieuwe systeem reeds tot gelding moeten worden gebracht. Zo kan volgens de vak beweging de goedkeuring van cao's door de Stichting van de Arbeid gedurende de overgangsfase een formeel karakter dra gen, terwijl de toetsing van op centraal niveau gemaakte afspraken blijft gehand haafd. Werkgevers en kroonleden zijn dezelfde mening toegedaan, evenwel met deze aanvulling, dat de stichting een ma teriële uitspraak over al of niet goed keuring van een cao moet doen als het College van Rijksbemiddelaars er om vraagt. Ook zou volgens deze raadsleden een nader te bepalen aantal in de stich ting, samenwerkende organisaties een be spreking moeten kunnen verlangen van een cao die naar hun oordeel gevaar kan opleveren voor de nationale eco nomie. Regelingen Uit het advies blijkt verder dat de vakbeweging geen vaststelling van al gemeen bindende loonregelingen meer wenst. Verplichte compensaties dienen deel uit te maken van een beleidsplan ning op langere termjjn met de moge lijkheid om bij algemene loonmaatre gel compensaties door te voeren. Be paalde onderdelen (zoals het algemeen minimumloon en gelijke beloning voor mannen en vrouwen) zouden bij wet kunnen worden geregeld. Werkgevers en kroonleden menen dat de mogelijk heid van het treffen van bindende loonregelingen voorshands dient te blijven bestaan. Geen der SER-leden heeft thans be hoefte aan de verplichte inschakeling van een bemiddelingsinstantie bij hel zich voordoen van arbeidsgeschillen. De SER heeft dit vraagstuk, samen met dat van het stakingsrecht, in stu die. In afwachting daarvan kan de Stichting van de Arbeid als bemidde lend orgaan optreden, indien onder handelingen vastlopen. Het advies van de SER iS voorbereid door een commissie onder leiding van het kroonlid prof mr. W. C. L. va» d*r Grinten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 9