GRANITA WEL EXCLUSIEF, MAAR OOK DUUR Perzië vraagt braille-bijbels lis Noorse (houten) bungalows: door Hans van Haeften ZONDAGSBLAD ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1965 (Van een onzer verslaggevers) De eerste Noorse houten huizen in Nederland staan er. Het Limburgse Meerlo heeft de primeur gekregen van importeur-initiatief- nemer H. Dekkers (56), eigenaar van zes floreren de Tilburgse zaken op het gebied van woninginrich ting. Ik wacht op de rijks goedkeuring, zegt hij. Is die er eenmaal, dan ga ik direct aan de slag, want er is enorme vraag naar. Of die overheidstoestemming voor uitvoering van dit nieuwe initiatief er komt? De heer Dekkers: bin nenkort komen er een paar heren van het minis terie kijken en als die ak koord gaan met de uitvoe ring, hoop ik de papieren over drie weken in huis te hebben. Met twee aantrekkelijke houten bungalows van don kerbruin keihard Noors grenehout heeft hij zijn idee in Nederland ge ïntroduceerd. Ze staan er een maand lang te kijk voor de belangstellende toeschouwer. Al tientallen zijn er geweest, zegt de heer Dekkers en ze zijn er allemaal enthousiast over. Moet een over- heids-waardering dan nog wofden afgewacht, bij de kopers-in-spe is het project al aan geslagen. ïk zou er zo al een paar honderd kwijt kun nen, zegt hij. Exclusief Voor hoeveel? De heer Dek kers: de prijzen staan nog niet vast, maar als ik een contin gent van een paar honderd bungalows toegewezen zou krij gen (massabouw), zullen ze waarschijnlijk variëren van een kleine veertig mille tot ccn ton. Exclusief de grond dan. Duur? Niets duurder dan een stenen bungalow van dezelfde opzet, zelfs nog iets goedkoper. En: veel exclusiever. De bungalows zijn geheel ge bouwd naar Noors ontwerp. Bij het opzetten ervan zijn ook een paar Noorse ingenieurs komen helpen, want deze in Nederland onbekende bouwtechniek eist een zeer gespecialiseerde kennis. De Noren hebben daar uiter= aard het best slag van. Ze bouwen deze huizen al eeuwen lang. En er zijn ook huizen, die er al eeuwen staan, want de constructie is oersterk. De hui zen zijn vrijwel onverwoestbaar en, doordat het hout is geïm pregneerd, bestand tegen alle weersinvloeden. Zes typen Waarschijnlijk zullen er onge- ik al direct toestemming om tt gaan bouwen zodra de rijksgoed keuring er is. Allemaal platte landsgemeenten. In de stad za! ik waarschijnlijk nooit bouwen Daar passen deze huizen, die eigenlijk in een bosachtig ge bied moeten staan, niet. Maai dat hij ze kwijt zal kunnen staat voor hem vast. De belangstelling is groot, zeg hij. Propaganda heb ik nog niet eens gemaakt. Folders van dit huizen bestaan niet: je moet ze met eigen ogen zien, een foto zegt niet voldoende, zegt de heer Dekkers. Tóch had ik m'n beide model len al voor fikse prijzen weg kunnen doen, maar ik houd ze voorlopig nog vast. Eerst moet de rijksgoedkeuring er zijn en zolang blijven de bungalows in De grootste het Limburgse Meerlo te kijk opgetrokken. staan. de twee in Meerlo te kijk slaande Noorse bungalows. Behalve het fundament (dal van beton i spijker is er vrijwel niet te vinden. Enige afwijking van het Noorse ontwerp: de grote ran constructie zó sterk dat de bungalow ten minste honderd jaar meegaat een warme gezelligheid schep pen behalve in de keuken en badkamer, die van normaal materiaal zijn vervaardigd om condensvorming tegen houten wanden en kap tegen te gaan. Totaal oppervlak: 120 m2 totale inhoud 457 m3. Het tweede type is aanzienlijk kleiner, maar biedt met zijn 80 m2 oppervlak en 220 m3 in houd toch altijd tenminste zo veel ruimte als een doorsnee flat. Ook hier een ruime „living", drie slaapkamei-s, badkamer en keuken. „Wat doet je vader in Per zië?" vroeg de tandarts in Tehe ran. „Oh, mijn vader verkoopt kippen en groenten." Deze indruk heeft het oudste zoontje van dr. J. van Weelden van het werk, dat zijn vader met een internationaal team in Perzië verricht voor de vele duizenden blinden, die daar wonen. Voor deze zeer grote groep visueel gehandicapten 60.000 blinden op de 22.000.000 inwoners, dat is per duizend inwoners vijf maal zoveel als in Nederland werd tot voor kort bijna niets gedaan. Hierin wordt thans op beschei den wijze verbetering gebracht. De Diaconale Raad van de Her vormde Kerk en van de Gerefor meerde Kerken zond enige jaren geleden dr. J. van Weelden, tot dan toe pedagogisch ambtenaar van het Koninklijk instituut tot onderwijs van blinden te Bussum, naar Perzië om met behulp van enkele andere staffunctionarissen het ^nderwijs van blinden te be- Niet vreemd In een vraaggesprek vertelde de heer Van Weelden, die met verlof in ons land verblijft, ons, dat de school in Isfahan ongeveer hon derd leerlingen telt. Samen hebben zij in het woestijnachtige gebied een waterbron aangeboord. Met dit kostbare water bevloeit men de akkers, waarop de blinde leerlin gen een eenvoudige landbouwop- leiding krijgen. Op deze akkers wordt de groenten geteeld, die de heer Van Weelden later in de stad verkoopt. Ditzelfde doet hij met de gefokte kippen in de daar aanwe zige farms. De opmerking van zijn zoon was dus niet zo heel vreemd. Men heeft daar ook een lagere school, een middelbare school en andere vormen van onderwijs. Om de benodigde leerboeken te kun nen aanmaken, heeft men in Isfahan behoefte aan de inrichting van een kleine drukkerij, waarin braille- boeken kunnen worden gemaakt. Een aantal Nederlandse instellin gen van en voor blinden heeft tot dusverre reeds een bedrag van f 7.000 voor dit doel bijeenge- braent. De overtuiging is er, dat het ïestant ad 8.000 nog bijeen zal worden gebracht uit een aantal nog te ontwikkelen activiteiten. Nu moeten er ook bijbelboeken in brailleschrift komen. Wanneer de drukkerij zal zijn ingericht dan wordt dit doel bereikt en dat kan Beroep Voor het drukken van het Nienwe Testament en een aantal door theologen aan te wijzen bij belboeken uit het Oude Testament is een bedrag nodig van 30.000. Dit hoeft voor ons In een welvaartsstaat niet zo'n probleem te zijn. Ook vele christenen in Perzië hebben zich bereid ver klaard een bijdrage voor dit doel af te staan. Doch het is duidelijk, dat het grootste deel van dit bedrag van ons moet komen. Daarom durven wij een dringend beroep op u te doen de christen- blinden in Perzië te helpen. Het gironummer ten name van de Generale Diaconale Raad te Utrecht met vermelding Blinden- werk lion «s 86S5. BOEKBESPREKING ilet recht op apartheid, door drs. W. J. Bruyn. Uitgave Druk kerij Derksen N.V., Arnhem. Het zwaar geladen begrip apart heid wordt hier toegepast op ons land Lv.m. de voortgaande immi grate \«n Surinamers en Antil- lianen. De schrijver pleit voor een niet onvoorwaardelijk prijs geven van eigen niveau, levensstijl en identiteit en signaleert een zoge naamde progressieve politiek in de geest van de tijd die tot een sprong in het duister leidt. Welis waar zegt de schrijver met zoveel woorden dat een apartheidspolitiek die neerkomt op het belemmeren van de ontplooiingsmogelijkheid van „andere mensen" verwerpelijk schijnt, maar we zouden er toch wel op willen wijzen dat niet alles wat met het begrip kleurlin gen samenhangt, nu direct ge bruist moet worden om een zekere apartheid in te voeren of zelfs maar te propageren. Mits men de cijfers handig groepeert en niet schroomt een en ander buiten de samenhang te plaatsen, is het mo gelijk een bepaalde bevolkings groep kapot te maken. Niet alles wat over het kleurlingenprobleem geschreven wordt (al er in Neder land dan al een dergelijk probleem is) is rassenwetenschap. (113 blz., 'ƒ6,90.) veer zes typen komen. Twee er van worden thans in Meerlo ge demonstreerd: de goedkoopste en de duurste. Zegt de heer Dek kers: de meeste belangstelling bestaat er voor de duurste. Dat is ook de grootste en de meest luxe, met alles erop en eraan. Het laatste is trouwens ook het geval met het andere type, dat zelfs is uitgerust met een een voudige centrale verwarming. De grootste bungalow heeft 10 cm dikke houten wanden met een strook asbestvezel. Een prachtige isolatie, zegt de heer Dekkers: 's winters wordt de kou buiten gehouden en 's zo mers is het er heerlijk koel. Niet zonder trots showt hij het interieur: een grote „living" van 36 m2, een ruime keuken van 12 m2 (met zeer veel luxe"), een badkamer van 8,5 m2, drie slaap kamers van resp. 13,10 m2 en 8,7 m2, plus dan nog een aan trekkelijk ruime hal van 13,6 m2 en een overdekte waranda van 18,2 m2, terwijl naast de bunga low een eveneens houten garage verrijst. Overal hetzelf de beeld: ruwhouten balken, die In maand klaar Aanleiding voor dit voor Ne derland wel zeer originele ini tiatief? Zegt de heer Dekkers: 1 omdat ik ook een vloerenbedrijf heb, kom ik veel in Noorwegen. Daar legde ik de contacten met de bouwers, die wel wilden mee doen. Per trein zijn de eerste houtladingen naar Limburg ge- - bracht. Alles was van tevoren op maat gebracht, zodat de bunga lows eigenlijk geprefabriceerd zijn. Vier man kunnen de hele zaak in een maand in elkaar zet ten. Zeker als ze eenmaal erva ring hebben opgedaan. Uiteraard zal de bouw, als er een behoorlijk contingent wordt toegewezen, een stuk goedkoper kunnen worden uitgevoerd dan met de eerste twee bungalows het geval is (,ze hebben me tonnen gekost"). De fabrikanten zullen goedkoper leveren en ook het transport (dan per coaster) zal voordeliger worden. Naar buitenland En als de rijksgoedkeuring er niet komt? Dan ga ik naar het buitenland, zegt de heer Dekkers. Er zijn al plannen voor een bungalowpark in België en een rij woningen vlak onder de Bel gische grens, van Bergen op Zoom tot aan Maastricht. Voor Nederlanders dan wel te ver staan. Bij onze zuiderburen is het nu eenmaal gemakkelijker bouwen dan hier. Maar 1* de eei'ste plaats wil de heer Dekkers zijn idee in eigen land vorm geven. Toe komstmogelijkheden: van zeven van de negen Brabantse burge meesters, die ik benaderde, kreeg En dit is de kleinste met 80 m2 vloeroppervlak. Ondanks zijn beperkte afmetingen maakt hij toch nog te., rimte indruk. Als de rijksgoedkeuring wordt verleend, zal hij waarschijnlijk nog voor minder dan 40 mille f ziin exclusief grond, maar inclusief eenvoudige centrale verwarmin). QP de keper beschouwd is 't allemaal de schuld van Gra, ja Gra, mijn meisje, of misschien wel niet mijn meisje, ik weet het op het ogenblik niet meer, want de zaak wordt met de dag in gewikkelder. Even de uitleg van de naam. Ze heet vol-uit Granita, naar haar Spaanse grootmoeder, maar ik heb dat afgekort tot Gra. logisch natuurlijk. Nu'het verhaal. We ztttep allebei ip de hoogste klas van het gymnasium en ^'e wonen in dezelfde straat. En het be gon met het gelijk opfietsen naar school. U kent dat wel. De eerste keer gaat dat toe vallig. En je bent er verbaasd over. Je zegt: Hé, dat is leuk. Zullen we samen verder gaan? De tweede keer is het ook nog toevallig, maar de derde keer komt de opzet om het hoekje kijken. Eerlijkheidshalve moet ik vertellen, dat de opzet van mijn kant kwam. Ik mocht Granita al van het ogenblik, waarop ze de klas binnen stapte. Ze kwam namelijk van een andere school, de reden daarvan weet ik niet meer en doet er ook niet toe. Ik mocht dus Granita, dat is belang rijker. Goed, de derde keer was zeer zorgvuldig door mij uitgekiend. Ik ging gewoon op wacht staan en toen ik haar op de fiets zag stappen, ging ik achter haar aan. NA veertien dagen was het heel normaal geworden, dat ik 's morgens op haar wachtte en dat we 's avonds samen naar huis terugfietsten. En het werd heel gewoon, dat we bij elkaar het huiswerk gingen maken en op vrije mid dagen samen wandelden door de polders, want we zijn alle twee echte natuurliefhebbers. En toen we in de herfstvakantie samen bij Granita's grootmoeder te logeren gingen, stond het voor iedereen vast. dat het tussen ons wel wat zou worden Op school werd Granita het-meisje- van-Hein. zo heet ik. Als een vreemde knul wat al te lang naar haar keek. werd hij ge waarschuwd met: Pas maar op. als Hein het merkt. Is de boot Tk dacht -cl H*» hP< tussen ons wat zou worden. Ze had het al lang goed gevonden, dat ik haar Gra noemde, ter wijl ieder ander haar naam vol-uit moest zeggen. Zo scheen de toekomst een hele grote rozentuin zonder doorns. Hoe gaat dat dan, je praat samen over „later", je maakt samen plannen, nou ja, je doet alles samen. In het begin snapten ze er thuis niet veel van. eerlijk is eerlijk. Dat bleek, toen mijn moeder zei, dat ik een nieuw Jiak moest hebben. Ze zei: Zaterdagmidag gaan we dat voor je kopen. Ik zei: Helemaal nic-t! Voortaan koop ik mijn pakken met Gra! Mijn moeder keek me met grote ogen aan. maar zei niets. Ja. dat eerste pak, dat ik met Gra kocht. Ik heb het nog. al is het tot op de draad versleten. Het was een prachtig pak, zacht blauw van kleur met een grijze draad er doorheen. Ik heb het altijd met veel plezier gedragen. Maar achteraf is dat pak toch het begin geworden van alle narigheid, waar ik nu tot over mijn oren in zit. KIJK, ik ben nog al wal aan de slordige kant van mezelf. In dien zin dan slordig, dat ik gauw vlekken maak. De eerste keer. dat Gra een vlek. van as geloof ik. op mijn vest zag. maakte ze een aardige op merking. Ze zei zoiets van: As hoort eerder in een asbak, dan op een kledingstuk Leuk ge zegd. hè? De tweede keer was het al anders. Toen zei ze: Je bent wel morserig, jongetje! En de derde keer zei ze scherp. Je moest eens wat netter op je pakken zijn! Dat deed de deur dicht. En daar moet u begrip voor heb ben. Een vent laat zich niet alles aanleunen. Er zijn grenzen. Dus antwoordde ik even scherp: Is het jouw pak of is het mijn pak? Heeft mijn moeder het be taald of heb jij het betaald? Gra keek me wat verwonderd aan. haalde de schouders op. en ging op een ander onderwerp over. Maar sindsdien vlotte het niet zo erg meer tussen ons Het bleef wel goed, daar niet van. Maar ja, je kon merken, dat er in onze verhouding wat was veranderd, dat er wat was gebroken. Ik probeerde wat minder morserig te zijnin tegenwoordigheid van Gra wreef ik overdreven denkbeel dige vlekken van mijn vest, maar het was toch niet je dat. F.n toen inppns eehcurdp he' Op een dag vond ik een briefje op mijn bank: „Lieve Hein. het spijt me erg, maar ik moet toch met je breken, het gaat niet tussen ons." Want zo zijn meisjes, ze zeg gen het niet ronduit in je ge zicht. nee, ze nemen hun toe vlucht tot briefjes. Ik reageerde niet. Daar sta ik te hoog voor. Ik heb alles voor een meisje over. maar het moet niet te gortig worden. Ijskoud stapte ik na schooltijd op mijn fiets en reed vrolijk fluitend alleen naar huis. echt uitdagend. ONZE verbroken verhou ding bleef natuurlijk niet onopgemerkt. De eerste dag werd er niets gezegd. De twee de dag ook nog niet De derde dag zei een van mijn vriendjes, zo'n echte zuiger: Jullie hebben toch geen ruzie gemaakt? Ik zie jullie nooit meer samen. Ja, dat zei dat krengetje: Nooit meer samen, met de nadruk op nóóit. Wat zou dat?, vroeg ik uit de hoogte. Hoe kom je er bij, dat we een soort verhouding hebben gehad? En toen werd ik snoeverig. Ik zei: Vlerkje, onthoud dat voor altijd: Hein is niet zo'n jongen, die op het eerste het beste lieve gezichtje van de kaart is. Daar moet meer voor gebeuren. O, zei het gluipertje voor zichtig. En als ik niet zo zelf ingenomen over dat antwoord geweest en beter op zijn had gelet, dan had ik c" valse glimlach gezien, die zijn mond speelde. Ook thuis werd ik om Gra lastig gevallen. Waarom zien we Granita nooit meer?, vroeg mijn moeder. Is dat dan nodig? zei ik. Het huis is vol genoeg, er hoeft niet elke dag een vreemde over de vloer te zijn. Na een maand werd er niet meer over gesproken. Ik ont moette Gra elke dag op school, maar ik deed of mijn neus bloedde. Niet dat ik ze ontweek of onbeleefd tegen haar was, maar ik sprak alleen het hoog nodige tegen haar en dat was niet veel. Ik was dus niet meer Hein- die-met-Granita gaat. maar, zo gaat het nu in de wereld, ik werd Hein-die-met-Granita ging. Voelt u de fijne nuance? Eerst vond ik het nog al aar dig. doch spoedig ging het mij vervelen. Op een middag nam ik een kloek besluit. Toen we. vriendjes van school, bij el- Kerels, luistert even naar me. Doe me een groot plezier en verbindt mij naam nooit meer met die van de Spaanse Gra nita. TK zeg dit ook een tikkel- 1 tje ter lering van ande ren. Want wat gebeurde er? Op een avond belde Gra me op met de vraag of ik haar kon helpen met een Latijnse ver taling. Ik wist gewoonweg niet wat me overkwam Ik had wel kunnen juichen aan de tele foon. Want zo zijn de mannen dan. Ze zeggen: Ik moet niets meer van dat meisje weten, maar intussen eten ze hun vest op van verdriet. Gelukkig wist ik mijn stem in bedwang te houden. Ik zei zo neutraal mogelijk: Goed, ik kom naar je toe. Hoe het nu allemaal precies is gelopen, doet niets ter zake. Weest u tevreden met de mede deling, dat het 's avonds weer „aan" was. dat ik weer Hein- die-met-Granita gaat, genoemd kon worden. U denkt nu zeker, dat van toen af alles weer als nieuw was? In het begin wel. Wat men ook van Granita zeggen kan. niet, dat ze oude koeien uit de sloot haalt. De zaak was van a tot z uitgesproken en we hadden er alletwee een dik ke streep onder gezet. De narigheid J>egon twee weken later Op een zaterdag middag toen Gra en ik op het punt stonden van school naar huis te fietsen. Juist kwam dat gluipertje voorbij, dat snert vent je van toen. En wat zei hij? Zo. dat Granita het moest horen? Hij zei: Hé. ik dacht. Ons kort verhaal dat jij met van dat lieve ge zichtje gediend was? Toen maakte hij, en terecht, dat hij wegkwam. Gra moest natuurlijk direct weten, wat hij bedoelde. Ik be gon met te zeggen, dat ik hem niet helemaal had begrepen om dat ik hem niet best had ver staan. Dat is in zo'n geval het veiligste. Doch Gra had het wel verstaan en herhaalde de opmerking van het stukje venijn. Een ogenblik nog veins de ik onwetendheid, maar het vuur werd me zo na aan de schenen gelegd, dat ik ten slotte maar alles vertelde, de zaak daarbij zo draaiend, dat ik er zelf het voordeligst op kwam te staan. Goed. Gra accepteerde mijn uiteenzetting, en ook over die aangelegenheid werd niet meer gesproken Een veertien dagen bleef alles normaal, toen barst te voor de tweede keer de bom. Weer vond ik op een morgen een briefje op mijn bank. Nu scherper gesteld, dan de eerste luidde .Meneer, naa' mij is gebleken, heeft u over mij gepraat, Ik zal niet tot in alle details afdwalen, maar u hebt gezegd, dat u niet wilde dat uw naam aan de mijne werd verbonden. Daar zal ik reke ning mee houden Van van daag af wens ik niet meer met u te spreken. U bent voor mij lucht, Granita." T\AT had ik dus aan mijn JL/ vriedjes te danken. Ach, ik had het kunnen weten. Jongens houden er nu eenmaal niet t Goed, te kletsen. Je kunt ns vertrouwen. Alles wat zegt. vertellen ze over. de tweede keer breuk tussen Gra nita en mij. Zo is het al veer tien dagen. Ze spreekt niet alleen niet tegen me. ze kijkt me ook niet aan. Erger, giste ren reed ze me bijna onderste boven. Het is dat ik de tegen woordigheid van geest had op zij Ie springen, anders had ze me vermoord, en dan was het moord geweest met voorbedach ten rade. Dat is natuurlijk het Spaanse bloed van die groot moeder dat spreekt. Allemaal opgewonden standjes, die Span jaarden. Feitelijk is het maar goed. dat het zo is gelopen. Wie weet. misschien zouden wij later dagelijks slaande ruzie hebben gekregen. Misschien had ze me wel vergiftigd. Of aan een Spaans mes geregen terwijl ik rustig lag te slapen. Weet u veel? Toen ik dat vanavond alle maal eens zat te overdenken brak het angstzweet me uit. Ik geloof, dat ik aan een gevaar lijke vrouw ben ontsnapt, ont komen aan de luimen van een furie. Vindt u erg gek. dat ik haar een brief op poten heb geschreven? Hier hebt u 'm: „Mejuffrouw, ik doe nooit iets overhaast. Ik neem altijd af stand van de dingen. Dat is zo mijn aard. Daarom schrijf ik u eerst nu op uw brief van veertien dagen geleden. Ik moet u zeggen: Uw initiatief heeft mij goed gedaan. Merkwaardig is. dat u mij net een slag voor bent geweest. Maar zo vind ik het ook goed. Toen ik uw brief las. was het alsof er een bran dende steen van me werd af genomen. Ik ging al lang onder u gebukt. Het leven had alle glans voor mij verloren. Zo lang u dagelijks tegen mij kwebbelde en van die onbenul lige taal uitsloeg zag ik geen uitkomst meer Gelukkig is er een kentering gekomen. Ik kan weer lachen, hahaha, ik kan weer jubelen, oehoe, ik ben weer de oude. De drie maanden, die ik genoodzaakt ben met u in de klas door te brengen, kom ik wel door. Wat er van u wordt kan me niet schelen, dat er wat van u wordt meen ik te moetep betwijfelen O. wacht even. daar gaat de telefoon. Ja hallo? Met wie? Ben jij het Gra? Leuk zeg! Vertel het Heintje eens? Moei lijkheden met je vertaling? Na tuurlijk kom ik ogenblikkelijk naar je toe. Wat denk je dan wel. lieverd. Ik snel naar mijn fiets, ik rijd als een razende naar mijn schat. Dag-dag, tot strakjes! Jn. toe. makkelijk praten. Wnt moet ik and&rs doen?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 17