Oorsprong en toekomst
van de creatieve mens
C. S. Lewis gaf dagboek
van geloofsstrijd uit
LLr~*
HUIDIGE CULTUURPERIODE IS
WELLICHT VAN KORTE DUUR
Oriënterend boek van
dr. J. Stellingwerff
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1965
(Van een onzer redacteuren)
DE moderne wetenschap
en techniek hebben
niet de menselijke maat
gehouden, die de vader
van Ikarus, de bekende
mythologische figuur, al
aan zijn zoon voorschreef.
Met name het kernonder
zoek, de rakettechniek en
de moleculaire biologie
hebben hun weg gezocht
buiten de grenzen van de
menselijke maat. Daar
door dreigt het gevaar van
Ikarus' val: de ondergang
der mensheid door eigen
vermetelheid.
Men kent het verhaal van
Ikarus' val: de jonge Ikarus
en zijn vader zitten op Kre
ta gevangen en willen vluch.
ten. De vader maakt dan van
veren met behulp van draad
werk en was vleugels voor
zichzelf en zijn zoon. Als
beiden vliegen heeft de jon
gen er plezier in maar de
vader ziet gevaar: hij vréést
voor zijn uitvinding.
Eerst gaat alles goed. De
zoon volgt zijn bang omkij
kende vader door de lucht.
Maar dan wordt Ikarus
overmoedig. Hij stijgt de
zon tegemoet, de was smelt,
de vleugels dwarrelen naar
beneden en de jongen stort
in zee. De vader vervloekt
de bouw van zijn vliegtuig.
Te laat
-Zo 'dreigt de huidige mensheid
öokr ander te gaan. In -de -eerste
plaats door de ontwikkeling van
het kernonderzoek. Toen het
principe van atomaire energie
was ontdekt (en daarmee ook
de gevaren ran een atoomexplo
sie!) werden de onderzoekers
aangedreven door het geloof in
de vooruitgang. Een onbezorgde
toekomst wenkte. Het gevaar
vormde niet meer dan een pi
kant detail van een groot, veel
belovend geheel. De werkelijk
heid?
Via oorlogsbudgetten kregen
kernfysici de kans om hun vooruit
gang aan de mensheid aan te bie
den. Pas toen twee steden verwoest
waren drong zich het gevaar voor
de wereld aan de verantwoordelij
ke onderzoekers op.
Oorlogsbuit
Met de rakettentechniek ging het
niet veel anders. In Duitsland kre
gen researchmensen op het gebied
van deze techniek in de oorlog
hun kans. Hun praktische kennis
met de V 1 en de V 2 werd als
buit verdeeld tussen Amerika en
Rusland.
Via de koude oorlog met zijn be
wapeningswedloop kwamen nieu
we budgetten beschikbaar, zodat
men thans aan beide kanten genoeg
raketten en waterstofbommen be
zit om elke willekeurige stad van
de wereld te vernietigen.
Zowel kernonderzoek als ra-
kettenbouw is dus voortgeko
men uit het geloof in de voor
uitgang der mensheid door we
tenschap en techniek. De wèr-
kelijkheid is echter dat daardoor
nooit grotere gevaren voor de
mensheid hebben bestaan. Ge
zegd mag bijv. worden dat in
die in werkelijkheid ten laatste
blijkt uit te monden in de leer
van de angst voor de angst.
Dezelfde problematiek kan aan
getoond worden aan de hand van
het toekomstbeeld, waarheen de
moleculaire erfelijkheidsleer de
mensheid wil leiden. Ook hier weer
het geloof in de vooruitgang, die in
dit geval met de term evolutieleer
wordt omschreven.
Het gaat om de evolutie van de
mens naar een hoger plan: ,,aus
dem Tier musste dat ..übertier"
das heisst der Mensch kommen,
wie ,,aus dem Menschen" der über-
Dr. J. Stellingwerff heeft in de serie „Christelijke perspectief" een
boek geschreven dat poogt een integrale visie te geven op de zin van
ons mens-zijn. Het wil een bijdrage tot gesprek, tot bezinning zijn en
vormt nog maar een oriënterend begin.
Om een indruk te geven van deze dappere poging is er neven
staand artikel, dat een veree
werking wil zijn vai
„Ikarus' val".
De monografie van
kunstenaar Flip var
Bujjten en Schipperheyn, te Amsterdam.
zou men dan de „Übermensch"
kunnen kweken. De Über
mensch" die beter dan de heden
daagse mens in staat zou zijn
om met kernenergie en kern
straling om te gaan en beter ge
schikt zou zijn voor ruimtevaart.
Wat zal er met de mens gebeu
ren als de „Übermensch" de aarde
regeert? Zal de mens uitsterven of
een slavenvolk worden? De evo
lutie leert immers dat de „Über
mensch" numeriek slechts een frac
tie zal uitmaken van de wereld
bevolking. Voor de meerderheid
der mensen betekent evolutie dus
achteruitzetting en misschien on
dergang, als logische gevolgtrek
king uit de evolutie-idee.
Tegenover deze toekomst-dialec-
tiek van de functionele mens, van
de mens die in de vooruitgang ge
looft en die de vrijheid op eigen
kracht tegemoet vliegt, maar die
ook de val van Ikarus vreest, kan
een ander inzicht inzake oorsprong
en toekomst van de mens worden
gesteld.
We (de schrijver, red.) menen dat
dit inzicht steunt op Gods openba
ring die in onze geschiedenis is in
gegaan en die gecentreerd is in het
kruis en de opstanding van Jezus
Christus.
De oorsprong van de mens is uit
deze aarde die door God ontslo
ten wordt in een historisch proces.
Daarbij komt dat God met het men
sengeslacht een verbond heeft
opgericht dat eeuwig leven inhoudt
voor de mens die „God op zijn
Woord gelooft".
De mens is uit de aarde en keert
vanwège zijn zonde naar de aarde
terug. Wie niet gelooft ontvangt de
dood als eeuwige straf. Wie gelooft
ontvangt een nieuw leven uit de
hemel, na zijn sterven.
We wagen het te vragen studie
te maken van een exegese van het
boek Genesis, waarbij Adam volgens
het beschreven verhaal heeft ge
leefd ongeveer tijdens de overgang
van de eerste naar de tweede pe
riode in Tweestromenland. In het
midden van de tweede periode van
de cultuurgeschiedenis staat dan
het kruis van Christus.
We bevinden ons aan het ein
de van de tweede en het be
gin van de derde periode. Deze
overgangsperiode loopt van on
geveer 1900 tot 1950. Thans
staan we voor een nieuwe perio
de, de periode van de ontwortel
de mens, de mens ook zonder
God, de functionele mens die
zich in de dialectiek van de
vooruitgang verstrikt. De mens
die zich door het wereldcommu
nicatiesysteem bevrijd heeft van
de vaste woonstede.
De zin van het wereld-communi
catiesysteem is, dat thans het woord
van Christus in vervulling kan
gaan: „En dit evangelie van het
Koninkrijk zal in de gehele wereld
gepredikt worden tot een getuige
nis voor alle volken en dan zal het
einde gekomen zijn." Wannéér dit
einde komt en hoe lang deze derde
periode duurt is niet bekend. Maar
het einde komt en ook het oordeel,
in plaats van een „verandering, een
mutatie van de mensheid", een
ontwikkeling naar hoger plan.
Tenslotte nog twee dingen. In
de eerste plaats merken we een
versnelling van de geschiedenis
op, juist door het wereldcom
municatiesysteem. Ten tweede
zien we dat deze derde periode
in de cultuurgeschiedenis haar
einde reeds in handen heeft,
waarbij te denken is aan de
consequenties van de hierboven
beschreven vormen van weten
schap en techniek.
Beide gegevenheden wijzen
erop dat de derde periode er een
van korte dunr kan zijn.
Drie typen van de functionele mens, verbeeld door kunstenaarshand. Zij
stellen voor de militair, in dit geval een Chinees, de vietenschapsman in zijn
ruimtevaarderspak (de Amerikaanen de sportman, een Europeaan. Op da
achtergrond fantasieloze, eenvormige uoonbunkers, waarin de functionele
mens zich terugtrekt.
UIIIUIIIII3IIIIIIIIIII1IIII
dien het superwapen van Ameri
ka er nimmer ware geweest de
naoorlogse periode ook niet in
die mate door wantrouwen en
bewapeningswedloop zou zijn be
heerst geweest.
Men kan het ook anders zeggen.
Door het kernonderzoek en door
de rakettenbouw is er 'n bijzon
der grote toeneming van machte
loze macht gekomen. Machteloos,
omdat atoommacht weinig moge
lijkheden biedt tot politiek ma
noeuvreren. In de eerste plaats
omdat men de gevolgen van het
gebruik dezer macht geenszins
kent, met name de erfelijke ge
volgen op lange termijn. Ten
tweede niet omdat men weinig
weet te doen, althans zo goed
als niets doet. aan bescherming
van de bevolking in een atoom-
Einde der mensheid
Komt er zulk een oorlog dan
zullen grote delen van het noorde
lijk halfrond verwoest, verbrand
mensch" kommen muss." Het doel
van het onderzoek is de kennis van
het evolutiemechanisme.
De moleculaire erfelijkheidsleer
of genetica concentreert alle aan
dacht op het gegeven dat via de
eicel en de zaadcel alle erfelijke
eigenschappen van de ouders op
het kind worden overgedragen.
Niet alleen typische familieken-
merken. maar ook het hele bouw
plan van het menselijk lichaam
en de ontwikkelingsstructuur daar
van. (Niet slechts in deze ene
cel, in vrijwel alle cellen van het
menselijk lichaam is een afdruk
van het bouwplan van die mens
aanwezig.)
Indien men nu in staat zou zijn
dit. bouwplan te „lezen" en daar-.
ha de Inhoud ervan door bestrad
ling of chemische beïnvloeding te
verbeteren, zou men de ontwikke
ling of evolutie van de mens kun
nen bevorderen en sturen.
Niet alleen door de reeds veel
toegepaste kunstmatige insemi
natie maar ook door de groei van
het embryo of vruchtje buiten
de moeder, in het laboratorium,
(Van onze kerkredactie)
Het is niet nieuw; 1962 staat
er gedrukt op de titelpagina. Het
is maar een klein boekje: „No
tities van een nabestaande". Als
auteur staat aangegeven N. W.
Clerk. Als uitgever wordt ver
meld: De Brug-Djambatan n.v.
te Amsterdam. Deze pagina is
verouderd, want er klopt niet
veel meer van. Het boekje is
overgenomen door de Amster
damse uitgever Ten Have. En
bekend is nu dat de schrijvers
naam een pseudoniem is, waar
achtig zich de overleden beken
de Engelse auteur C. S. Lewis
verschool. Deze Ieek-theoloog
werd vooral bekend door zijn
„Brieven uit de hel". In wezen
is dit boekjd ëétt^tearvol», ook
al heeft het in niets te maken
met zijn bestseller. Hier vinden
we losse aantekeningen die hij
neergepend heeft in oude schrif
ten, toen zijn vrouw was over
leden. Het zijn notities uit de hel
van zijn geloofsstrijd, toen hij
niet alleen zijn vrouw kwijt was,
Het zijn opmerkingen van een
man, die geen weg weet met zijn
verdriet en zich toch moet uiten;
een man die zich schaamt voor zijn
tranen: „Sentimentele tranen. Dan
zijn de ogenblikken van ziele-
angst me bijna nog liever. Die Vrienden
zijn tenminste zuiver en eerlijk.
Maar zo'n bad van zelfmedelijden,
het modderige, walgelijke, klefzoe-
te genot, waarmee men er aan toe
geeft dat verfoei ik."
maal eerlijk is. „Het was onwijs
van mij om te vragen, want als
de zekerheid nu zou komen, zou
ik wantrouwig zijn. Ik zou het
voor zelf-hypnose houden, te
weeggebracht door mijn eigen
gebeden."
Eigenlijk is dit boekje een
modern Jobsgedicht, want het
gaat niet alleen om de overle
den vrouw. Lewis beseft, dat het
gaat om zijn gelóóf in God. „On
dertussen, waar is God?" roept
hij uit-„Ga eens tot Hem als -je
Hem wanhopig nodig hebt, als
alle andere hulp te vergeefs is,
wat vind je dan? Een deur die
voor je neus dichtgeslagen w.ordt
en binnen het schuivende geluid
van een grendel, een dubbele
grendel." Maar hij weet heel
goed, dat zijn vraag niet hele-
zal worden beschadigd. Sterker:
thans staat ons de mogelijkheid van
het einde van de gehele mensheid
voor ogen als resultaat van het
vooruitgangsgeloof in de weten-
De wetenschappelijke onder
zoekers bij kernresearch en fa
bricage van bommen hebben in
hun levenshouding duidelijk het
type van de functionele mens
vertoond: ze functioneerden
(slechts) in hun onderzoek, waar
over het licht van de bom plot
seling flitste. Ze waren blind
voor bredere verbanden buiten
hun specialisme. Ze wilden met
hun onderzoek de wereld leiden
naar een hel verlichte toekomst,
earfw Mhdaw/mt1.
Op de dezer dagen geopende Firato te Amsterdam
zijn weer belangrijk méér inzendingen te zien van
elektronische en andere met behulp van elektriciteit
werkende orgels dan het jaar daarvoor. Hiermee wordt
de snel toenemende populariteit van dit instrument,
ook (of misschien wel juist vooral) in ons land ge
demonstreerd. Wat de oorzaken van die toegenomen
liefde zijn en welke andere interessante ontwikkelin
gen met betrekking tot dit instrument kunnen worden
waargenomen komt in bijgaand artikel nader aan de
Groeiende populariteit
van elektronisch orgel
(Van een onzer
redacteuren)
Een nieuw muziekinstru
ment is in Nederland zijn
opmars begonnen. Of lie
ver een oud muziekinstru
ment in een nieuw jasje:
het elektronische orgel. U
kent het wel van de radio
en t.v. het kan zowel
vlotte melodietjes (van
walsen via beat tot cha
cha cha) als gedragen
„kerkorgelmuziek" ten ge.
hore brengen. Er mogen
dan van bepaalde zijden
de nodige weerstanden
tegen dit instrument
vooral voor gebruik in de
eredienst zijn, de opko.
mende populariteit van
het elektronische orgel
lijkt niet meer te stuiten.
Optimistische deskundigen
voorspellen voor ons land op
den duur dezelfde orgeldicht
heid als in de Verenigde Sta
ten, waar men ln huisgezinnen
Hoe dit zij, inderdaad worden
elk jaar meer elektrische en
elektronische orgels verkocht
dan ooit. Dat komt vooral door
de prijzen die steeds lager
kunnen worden gesteld. Velen
voor wie zo'n instrument nog
maar enkele jaren geleden on
bereikbaar was hebben nu de
mogelijkheid om het zich te
kunnen permitteren het be
gint een massa-artikel te wor-
Cijfers
Een enkel cijfer kan dit al
illustreren. Werden het afgelo
pen jaar voor orgels begint
het ..seizoen" in september
in ons land ongeveer achtdui
zend instrumenten verkocht, dit
jaar rekent men minstens op
een afzet van twaalfduizend,
dat is vijftig procent meer.
Die prijzen nu. Een jaar of
vijf geleden kostte het goed
koopste Hammond-orgel, wer
kend overigens volgens een to
taal ander principe, dan het
elektronische orgel, nog negen
mille. Thans vergt hetzelfde
type er nog geen zes. Daarbij
dient dan bovendien de alge
mene waardevermindering van
het geld nog in overweging te
worden genomen.
die ontwikkeling nog duidelij
ker aantoonbaar. Deze instru
menten zijn qua constructie
voordeliger dan die van het
eerder genoemde elektromag
netische type en worden zowel
uitgevoerd met radiobuizen als
met transistors. Ook mengvor
men zijn er wel.
Men zegt dat radiobuizen een
vollere klank geven, maar dat
is natuurlijk ook een kwestie
van persoonlijke smaak. In
ieder geval kan men wel zeg
gen dat transistorisering steeds
meer veld wint. Het zijn vooral
de meerdere mogelijkheden die
transistorisering biedt, zonder
relatief kostenverhogend te
werken, welke deze opgang
veroorzaken.
De jongste ontwikkeling is
dat er ln ons land een wel heel
voordelig type elektronisch
(volledig getransistoriseerd) or
gel op de markt kon worden
gebracht met doorlopende re
gisters, liefst 31 in getal. Het
bovenmanuaal omvat drie 16-
voeten, acht 8-voeten, vier 4-
voeten, twee vulstemmen en
twee 2-voeten. Het instrument
is uitgerust met de bekende
veelgevraagde attractieve snuf
jes zoals nagalm-effect, allerlei
vibatro-mogeiykheden, zwei-
kast e.d. en kost nog geen
twee-en-een-half duizend gul-
Weinig ruimte
Voeg daarbij de bijzonder
weinige ruimte die zo'n modern
orgel in de huiskamer inneemt
het is doorgaans kleiner dan
een baby-piano en men heeft
alwéér een „pluspunt" dat het
bezit voor menigeen aantrekke
lijk kan maken.
De onbevangen luisteraar
vermoedt dan ook niet dat uit
orgel tevoorschijn kan komen.
Maar ja, het is al net als met
een radio: ook in deze sector
kan een klein kastje heel wat
geluid produceren... Overigens:
het binnenwerk van een elek
tronisch orgel maakt op de leek
een niet veel óndere indruk
dan het interieur van een ra
dio.
Kan een elektronisch orgel
ontstemd raken? Inderdaad is
dit mogelijk. Gemiddeld moet
zo'n orgel per jaar één goede
servicebeurt hebben, die onge
veer twee-en-eén-half maal zo
duur is als pianostemmen. Be
denkt men echter dat een piano
bij normaal gebruik toch wel
viermaal per jaar gestemd moet
worden dan zijn deze kosten
niet aan de hoge kant.
De afzetmogelijkheden heb
ben heel velen geïnspireerd tot
produktie. In plaats van vroe
ger uit enkele merken kan men
tegenwoordig zijn keus (trach
ten te) maken uit ruim dertig
fabrikaten die dan elk vaak ook
nog weer verschillende typen
uitbrengen ook. Nederland al
leen al heeft vier elektronische
orgelproducenten.
Omdat voor het bespelen
men zou haast spreken van
bedienen van het orgel wel
enige instructie nodig is, beij
veren goede zaken zich deze zo
goed mogelijk te geven, hetzij
doordat ze een leraar in dienst
Bij de elektronische orgels is massief geluid als uit een kerk-
Linguaphone
Het jongste initiatief dat een
drietal zaken genomen heeft is
een soort linguaphone-cursus
voor bezitters van elektronische
orgels. De clou hiervan is de
zelfde als die voor het moderne
talenonderwijs: de grammo
foonplaat vervult de leraars
functie.
De instructie verloopt onge
veer zo. In een instructieboek
wordt ee® en ander uiteengezet
en dan kan men prèktisch
oefenen. Daarvoor zet men de
plaat op de grammofoon, de
bijbehorende koptelefoon op z'n
hoofd en zo hoort men dan
bijvoorbeeld als men met de
linkerhand oefent de rechter
hand door de koptelefoon (de
plaat) begeleiden, terwijl daar
naast nog de nodige aanwijzin
gen worden gegeven en men op
de achtergrond de metronoom
hoort meetellen.
Uiteraard vergt de mogelijk
heid tot het leren bespelen van
een elektronisch orgel een be
hoorlijk thuis-zijn op het kla
vier. Bepaald te optimistisch
zijn de verhalen dat men het
spelenderwijs leert, dat er niets
aan is en dat bij het indrukken
van één toets a.h.w. een heel
orkest te horen zou zijn. Niet
voor niets zei dezer dagen nog
via de t.v. een deskundige als
Pim Jacobs dat het goed be
spelen van een elektronisch or
gel bepaald geen sinecure is.
Anderzijds z\jn er na
tuurlijk wel de nodige
„natuurtalenten" die hun
weg op dit instrument ge
makkelijk zullen weten te
vinden. Maar zij vormen
uitzonderingen op de regel
dat het leren omgaan met
dit ultra moderne muziek
instrument bepaald geen
kwestie van „aanwaaien"
En dan komen de vrienden. Niet
de aardse vrienden, die naast hem
komen zitten als bij Job op de mest
vaalt van zijn lege leven, maar zijn
gedachten, ideeën. De opstand te
gen God breekt los. Hoe kan God
goed zijn en dit toch doen: „In het
enige leven dat wij kennen pijnigt
Hij ons meer dan onze ergste vrees
_deed vermoeden en vreselijker dan
alles wat we ons konden voorstel
len." en „Welke reden is er te
geloven dat God goed is?" De-ge
dachte dringt zich bij hem op dat
God misschien slecht is,- een Cos-
mische Sadist. Oordeel hem niet te
hard. Hij komt zelf tot de uitroep:
„Waarom laat ik in mijn gedach
ten^ zulke vuiligheid en nonsens
Maar als zijn gedachten gaan in
de richting van de „goede God",
dan vindt hij daar ook geen vrede.
Hij weet dat „al dat spul van de
Cosmische Sadist" niet zozeer een
uitdrukking is van „zijn denken
als wel van zijn haat. Het bezorgdp
me het enige plezier dat een man
in nood kan hebben: het plezjer
terug te kunnen slaan." Maar „Het
is verschrikkelijk dat in dit ver
band een volstrekt goede God nau
welijks minder is dan een Cosmi
sche Sadist." Want als dit alles
van een „goede God" komt, dan
is het om ons te helpen, de weg te
wijzen. Maar moet dat dan door
zoveel pijn heen? Een sadist zou
dan misschien met tranen te be
wegen zijn om op te houden, maar
een goede God zou weten dat Hij
verder moet gaan: „Wat bedoelen
de mensen als ze zeggen Ik ben niet
bang voor God, want ik weet
dat Hij goed is? Zijn ze nog nooit
bij de tandarts geweest?"
Rust
Maar na de strijd komt ook
uiteindelijk de rust. Niet het be
grijpen, evenmin als bij Job. Dit
boekje geeft geen gemakkelijke
oplossing voor mensen die ook
geliefden verloren hebben. Op
eens beseft hij: „Als ik me tot
God wend, vindt mijn geest niet
langer een gesloten deur." Maar
de rust komt met een zelfont
dekking: „Mijn aantekeningen
gingen over mezelf, en over H.
(zijn overleden vrouw), en over
God. In die volgorde. De volg
orde en de intensiteit waren pre
cies het omgekeerde van wat ze
hadden moeten zijn. En ik zie
nu dat ik over geen van bei
den, over H. niet en over God
niet, zo gedacht heb dat het de
naam lofprijzing zou verdienen.
Beeldenstorm
En dan komt hij te spreken over
een onderwerp dat de laatste ja
ren in het middelpunt van de be
langstelling heeft gestaan. Tillicb
en Robinson hebben zich gekeerd
tegen het godsidee, als zou God een
oude man ergens in de hemel zijn.
Zij brengen een nieuw beeld: God
is de diepste grond van ons be
staan, alsof een nieuw godsidee een
dieper inzicht zou kunnen geven.
Lewis, die niets moet weten van het
overgeleverde idee, moet van deze
oplossing en terecht ook
niets hebben: „Mijn godsidee is
geen goddelijk idee. Het moet iede
re keer verbrijzeld worden. Dat
doet Hij zelf. Hij is de grote beel
denstormer. Zouden we niet bijna
kunnen zeggen dat' dit verbrijzelen
één van de tekenen is van zijn aan
wezigheid?"
Het is als bij Job. Job begrijpt
God niet, ook niet aan het slot,
maar hij begrijpt zichzelf beter. Hij
beseft dat hij met zijn vroomheid
het kennen van God in de weg kon
staan. En Lewis begreep dat hij met
zijn verdriet God in de weg kon
staan. Zo eindigt dit korte werkje
X3?.,71 Pagina's g^pte druk uitein
delijk met geloven, niet met be
grijpen: „Niet mijn idee omtrent
God, maar God. Waar het ook van
daan kwam het heeft een voor
jaarsschoonmaak in mijn geest ge-