Uw salaris per Vierde (en laatste?) fase van concilie beslissend? flFFKTFi UK LEVEN Ingrijpende vernieuwing wettigt groot optimisme Reukwerk STILTE ex/M aahdacwmt1: Omgaan met onzichtbaar geld moet even wennen ZONDAGSBLAD ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1961 VAN ALLE KANTEN van de wereld reizen in de komende dagen kar dinalen en bisschoppen van de r.k. kerk, hun raadgevers en de door hen of door de concilieleiding uitgenodigde deskundigen, de waarnemers van vele Christelijke Kerken en een leger van jour nalisten voor de vierde maal naar Rome. Dinsdag 14 september a.s. begint wederom het interne beraad van de r.k. kerkelijke leiding binnen de ruimte van de Sint Piet er. Men zou dit het officiële, institutionele concilie kunnen noemen, naar rooms- katholieke visie het 21ste concilie in de Kerkgeschiedenis. Het beraad beperkt zich echter geens zins tot de aula van de Sint Pieter, waar de zwaar beladen agenda punt voor punt wordt besproken aan de hand van zgn. schema's, die door verschillende werkcom- missies zijn samengesteld. Er is nL ook een druk en intens overleg in wat men „de wan. delgangen" pleegt te noemen. Er zijn samen komsten van de bisschoppen van een bepaald land met hun raadgevers en deskundigen, vergaderingen en besprekingen van de bis schoppen van het ene land met die van een ander of zelfs van meer landen. Theologen en andere deskundigen houden openbare, voor iedereen toegankelijke inleidingen en referaten over concilie-schema's of belang rijke onderdelen dastfuit. Daar zijn verder de wekelijkse besprekingen, uitgaande van het secretariaat voor de eenheid der christenen, met de waarnemers, waar deze hun stem kunnen doen horen en hun zienswijze open en eerlijk naar voren kunnen brengen. Het is dan ook allerwege bekend dat de waar nemers op menig concilie-stuk, zowel op de inhoud daarvan als op de konkrete tekst, veel invloed hebben gehad. Naast de vele persconferenties tenslotte, die regelmatig worden gehouden, niet alleen door het concilie-secretariaat maar ook door niet r.k. leidinggevende figuren door de Nederlandse stichting Documentatie-centrum van het Concilie (D.O.C.) e.a., is er het persoonlijk kontakt, waarbij niet alleen ruimtelijke af standen zijn weggevallen maar ook ver schillen van landsaard, geloofsbeleving of zelfs tegengestelde kerkopvatting niet lan ger een rol spelen, nog minder verschil van kerkelijke rang of funktie. Kardinalen en bisschoppen krijgen protestantse vrienden en andersom. ONZE kerkredactie nodigde een rooms-katholiek geestelijke uit zijn visie te geven op de vierde en wel licht laatste fase van het Vaticaans concilie. Op deze pagina leest u zijn boeiende bijdrage. Men noemt dit alles tezamen wel eens het Ilde concilie, dat voor de onderlinge toenadering en eens- Jezindheid, voor de bezinning en e meningsvorming zeker zo belang rijk is als het eerste concilie, dat zich binnen de muren van de Sint Pieter voltrekt. Men spreekt soms ook wel van het lilde concilie: d.i. de meeleven de en meedenkende kerkgemeen schap van alle rooms katholieken. Ja zelfs van alle christenen van heel de wereld. Dit zgn. derde concilie, dat vanaf de aankondiging door paus Johannes XXIII al aanstonds In het bijzonder dank zij de pers. Al blijft er in deze nog heel wat te wensen over, men mag toch zeker vaststellen dat ook binnen de r.k. kerk de tijd voorbij is dat de hele plicht van de leek kon wor den samengevat in de woorden: ge- kwen en bidden, gehoorzamen en Collegiale leiding Dit concilie als vergadering van de r.k. wereldkerk is ontegenzeg lijk een spektakulaire aangelegen heid. alleen reeds door het aantal deelnemers plm. 2500 bisschop- ri). Het is echter nog veel meer. verhouding met de voorafgaan de tijd, een revolutionair gebeuren. Terwijl, vooral sinds de dagen van de Hervormingsstrijd van de 16-de eeuw, de kerkelijke gezagsuitoefe ning en het kerkelijk beleid ge centraliseerd waren in een kleine groep met name de paus en de zgn. Romeinse Curie heeft een kerkvergadering tot doel het col lege van bisschoppen in te schake len in het bepalen van het konkre te beleid voor de toekomst. Dit was dan ook de duidelijke opzet van paus. Johannes. Voortdurend wees hij op „de vrijheid" van het con- cU'e. Het was spoedig voor iedereen duidelijk dat Johannes het college van de bisschoppen erkende als zijn eigenlijke medewerkers en me debestuurders. Naargelang het con cilie vorderde bleek meer en meer dat deze visie van Paus Johannes door bijna alle leden werd gedeeld, met uitzondering van een kleine, vooral Italiaanse minderheid. Spe ciaal de Romeinse Curie ge vormd door een groep kardinalen met een grote staf van medewer kers verzette zich fel. Zowel tij dens Johannes als onder de hui dige paus Paulus VI hoort men. tot in de concilieaula. «temmen vanuit fi eestverwanten o luwen tegen de o Paus Paulus heeft de moeilijke taak het concilie tot een goed einde te dermijning van het pauselijk ge zag. Feitelijk is dit een poging om de oude toestand van centra lisme te handhaven. Twijfels Naar menselijke berekening is paus Johannes te vroeg gestorven. Binnen de r.k. kerk is echter de overtuiging nog steeds levendig dat zijn initiatief vrucht zal dragen. Zijn ..aggirnamento", d.i. zijn wil om de kerk te hervormen en te ver nieuwen (letterlijk betekent aggior- n amen to ..up to date maken!") heeft geest en hart van het me rendeel der rooms katholieken blijvend beïnvloed. Vernieuwing Dit geldt ook voor de vaders van het concilie. Daarvan getui gen de tot nu toe bereikte re sultaten. Wie zich de moeite ge troost kennis te nemen van de concilie-stukken over de liturgie of eredienst, over de kerk en het oecumenisme. zal ontdekken dat er-binnen de r.k.kerk een in grijpende vernieuwingsbewe ging is begonnen, die een groot optimisme wettigt. Het is echter niet verwonder lijk dat er nog veel vragen en onzekerheden overblijven. Zoals de oecumenische beweging bin nen de gehele verdeelde chris tenheid dagelijks nieuwe tegen stellingen aan het licht brengt, zo is dit ook bijna noodzake lijkerwijze het geval binnen de r.k.kerk. Wat voorheen voor bijna iedereen binnen en buiten de r.k.kerk verborgen was, komt nu in de openbaarheid. Terwijl Johannes XXIII slechts ten dele met de bestaande me ningsverschillen en tegenstellin gen is gekonfronteerd, staat zijn opvolger, paus Paulus VI, er midden in. Op hem rust de on noemelijk zware last, de botsing der meningen en het verschil van visie op werkelijke en ver meende belangen van de Kerk in deze tijd, zó op te vangen dat ze het aggiornamento van paus Johannes niet in de weg staan. Want al zijn er pessimisten die beweren dat de huidige paus te rug wil naar de oude koers, de meeste rooms katholieken, voor al ook onder de hoogste kerke lijke leiders en invloedrijke theologen, zijn overtuigd van Paulus' eerlijke houding jegens het erfgoed van zijn voorganger. Dit neemt echter niet weg dat er een bepaalde onzekerheid heerst over het verdere verloop van het concilie. verklaring over het Jodendom door een vertragingspolitiek eveneens nog niet was klaar gekomen, dan kan men zich de verontwaardiging alsook de groeiende onzekerheid van het concilie indenken. Beleid Toch rijst hier de vraag: Is het gebeuren van de zon. jswarte week" een kwestie van pauselijk BELEID, die de tegenstanders zoveel mogelijk tegemoet treedt om ze alle kansen te geven in het meegaan met het concilie m.a.w. stapelt Paulus VI op de ze wijze vurige kolen op het hoofd van de conservatieve min derheid om ze een laatste kans te geven hun. conservatisme te laten varen en wil hij door z?n optreden de tegengestelde groe peringen tot het einde toe dioin- gend uitnodigen om het gesprek te blijven voortzetten, of was Paulus' ingrijpen een uiting van een principiële stéllingname? Ziet hij de „vrijheid" van het concilie anders dan Johannes XXIII. Is hij de mening van de collegialiteit van paus en bis schoppen niet toegedaan? Naar ik meen zijn er thans weinigen, die deze vragen kun nen beantwoorden. Misschien ts paus Paulus VI de enige. De toe komst zal het leren. En om al deze redenen gaat het concilie z'n beslissende fase tegemoet. blijft de collegialiteitsgedachte ge handhaafd. De paus staat niet naast, noch minder boven de bisschoppen, maar maakt deel uit van een col lege. Samen met de bisschoppen representeert hij in zichtbare teke nen van prediking, bestuur en sacramentele bediening het ene. onvervangbare hoofd der kerk, Christus Zelf. De bisschoppen zijn dus medebestuurders met de paus. Daarom dient de Romeinse Curie teruggebracht te worden tot een adviserend, uitvoerend en admini stratief apparaat, in dienst van een kroonraad van paus en bisschop- Geduld Tijdens de duur van het concilie heeft menig katholiek geleerd dat hij geduld en vertrouwen moet heb ben. Hij. hoopt dat ook de niet r.k christenheid deze echt Evangelische gesteltenissen zal handhaven, niet alleen in het geheel van de oecume nische beweging, maar ook ten overstaan van het aggiornamento binnen de r.k. kerk. Dit behoeft overigens niets af te doen aan de konkrete verwach tingen, die wij als rooms katho lieken koesteren en die ook ande re christenen terecht naar voren brengen. Het al of niet tijdelijk gebruik la ten maken van de gereformeerde Pniëlkerk in Almelo door de rooms- katholiek en heeft de tongen in de ge meente wel losgemaakt. Een gemeen- telid schreef het volgende: Wat on-gereformeerd, die angst voor wierook en wijwater in de kerk. We zingen toch: Myn bêe met opgeheven handen Klimt voor Uw heilig aangezicht als reukwerk, voor u toegericht. Dat is toch wierook? Dezelfde als de wierook die de wijzen, mèt goud en mirre over bergen en door dalen naar Bethlehems stal sleepten? Hoe geurt eigenlijk: „Mir* en kassie, wijd en zijd en d'aloë, wier geur het hart verblijd"? Het wordt tijd, dat we het eens te Wij kunnen beter zingen: „Hoe geurt de eau de cologne wijd en pepermunt, wier zoet 't gebit Met groot vertoon pen. Deze kroonraad moet worden gevormd u;t bisschoppen uit de gehele wereld. Het kerkelijk beleid moet uitslui tend door deze Kroonraad worden bepaald. Voorzover de Romeinse Curie adviesraad is, dient zij in ternationaal te worden samenge steld en niet louter uit ambtsdra gers uit het bisdom Rome. De verwachtingen gaan verder uit naar een duidelijke stellingna- me van de r.k.kerk inzake de gods dienstvrijheid. Naar verluidt, is de tekst van dit schema inmiddels weer vernieuwd en nog aanzienlijk verbeterd. Het besluit van Paulus VI om deze contitutie op te schor ten zou derhalve ten gunste van dit concili-stuk zijn uitgevallen. Knelpunt Eén van de konsekwenties van de godsdienstvrijheid is de her ziening van de r.k.wetgeving om trent het gemengde hnwelijk. De vooruitzichten schijnen omtrent dit punt minder rooskleurig. Vol gens sommigen zijn de onlangs door de paus* genomen beslissin gen slechts voorlopig en zou het zijn wens zijn dat het concilie zelf de nieuwe koers zal vast stellen. Het schema over het jodendom schijnt nog steeds een ernstig knel punt te zijn. Volgens de bekende Amerikaanse journalist Xavier Ryhne zou het in de voorbije maapden eerst geheel van de agen da zijn afgevoerd maar onder in vloed van de Wereldraad van Kerken, met name Visser 't Hooft, -zitting zijn Naast al deze belangrijke zaken is er tenslotte het concilie-stuk over de verhouding van kerk en wereld, een uitermate aktueel probleem, niet alleen voor de r.k.kerk maar voor heel de christenheid. Het gaat hier immers om de verant woordelijkheid van de kerk van Christus tegenover en in de huidige wereld, maar ook mèt de wereld. Hoewel er over dit punt al veel in de concilie-aula is gesproken, zien velen binnen en buiten de r.k.kerk maar ook buiten de chris tenheid met een zekere spanning Hoop de definitieve tekst dit Het bovenstaande moge voldoen de duidelijk hebben gemaakt waar om men terecht moet zeggen dat het Ilde Vaticaans Concüie haar beslissende fase is ingegaan. Door diverse teleurstellingen in het ver leden heerst er een zekere spanning. Naar ik meen zijn er nochtans ge gronde redenen voor een hoopvolle verwachting. Overigens dient men te beseffen dat de waarde van een concilie niet alleen kan worden af gemeten aan de direkte resultaten Menig rooms katholiek maar ook veel protestantse christenen vragen om konkreet nawijsbare winstpun ten: b.v. de invoering van de volks taal in de liturgie, toetreding van de r.k.kerk tot de Wereldraad van Kerken, opheffing van de achteruitzetting van protestanten in Spanje enz. Hoe begrijpelijk het ook is dat Boekbespreking Terugblik en uitricht deel II. door L. J. Rogier. Uitgave Paul Brand, Hilversum. Kort reeds na het eerste deel van deze gebundelde „versprei de opstellen" van de Nijmeegse historicus kwam dit tweede, even kloeke, van de pers. Ro gier heeft er weer velen, ook niet-vakgenoten en niet-ge- loofsgenoten, mee verplicht. Dit tweede deel bevat biografische opstellen alsmede een hoofdstuk regionale en lokale geschiede nis. Uiteraard valt het accent weer op r.-k. onderwerpen (voor al de „ontluiking" boeit hem), maar ook algemene komen erin voor. Bij de lokale geschied schrijving had vooral Nijmegen zijn aandacht. Een biobliografie, die de bundel completeert, somt 286 geschriften van Rogier op, verschenen van 1920 tot 1965. (869 blz„ ƒ20). men om tastbare vernieuwingen vraagt men mag niet vergeten dat 1 uitwendige veranderingen en ver- nieuwingeq pas verantwoord zijn wanneer er een innerlijke „bekering" en „geestelijke vernieuwing" aan voorafgegaan zijn. De hervormin gen in de r.k.liturgie waren nu reeds mogelijk omdat er geduren de 50 jaar een intense vernieuwings- beweging in zake de eredienst waj gegroeid. Het lidmaatschap van de r.k.kerk van de Wereldraad moet ni t alleen binnen de r.k.kerk maar ook binnen de andere christelijke kerken worden voorbereid. Het is niet voldoende dat de leiding van de Wereldraad een eerlijk bedoel de uitnodiging zendt aan een goed- willende r.k. kerkelijke overheid Ik zou om deze en nog vele andere redenen willen sluiten met de opmerking dat het Ilde Vaticaans Concilie weliswaar een beslissende fase is ingegaan, maar niet de beslissende fase. Het concilie is een onderdeel en voorzeker een belangrijk onder deel van de r.k. vernieuwings beweging. Deze beweging kan en mag niet worden afgesloten met de beëindiging van deze alge mene kerkvergadering. Op ve lerlei wijze, niet minder intens, blijft, naar wij vertrouwen, de r.k.kerk als geheel in concilie, i een blijvend en voortdurend be raad omtrent haar eigen wezen en gestalte, haar verhouding ten opzichte van de andere christe lijke kerken, van de wereld en de steeds nieuwe problemen die de menselijke gemeenschap be zig houden. Dit is nochtans niet alleen een opdracht en een ver antwoordelijkheid voor de r.k. kerk alleen. Alle christenen, ja heel de mensheid dient zich op de tekenen van de tijd waaron der ook Gods tekenen schuil gaan te bezinnen, voortge stuwd door de ene Geest, die de Geest van waarheid en liefde is en die in de wereld „Gods raads besluit voltrekt om allen in Christus als onder één Hoofd samen te brengen" (Eph. 110) „Zwarte week" Trouw Jose Tavarez is ruim zestig jaar oud. Hij is voorganger van een baptistengemeente in het Braziliaanse stadje Maceio. Deze ex-rooms-katholieke priester werd dit jaar afge vaardigd door de unie van zijn gemeenten naar de we reldconferentie van baptisten, die onlangs in Miami werd gehouden. Zoals zovele congresgangers ging hij op zondagochtend naar een baptistengemeente, om als gewoon kerkganger de dienst bij te wonen. Het was een vriendelijke gemeente en bij de uitgang van de dienst nodigden enkele leden hem uit om met hen het middag maal te gebruiken. Natuurlijk waren de Rasthecr en gastvrouw geinteresserd in zijn levensgeschiedenis. Hoe was hij er toe gekomen om de Rooms Katholieke Kerk de rug toe te keren en hoe was hij baptiftenprodikant geworden? Het duurde niet lang of hij was aan het vertellen. Hij b^chreef zijn geloofsstrijd. Hoe hij eindelijk wist, niet langer als priester zijn kerk te kunnen dienen. Hoe hij i kwam, Leslie L. John- die hem het evangelie had uitgelegd. Terwijl hij zijn bekeringsge schiedenis vertelde zag hij dat er tranen kwamen in de ogen van de leden van het Amerikaanse gezin. Zijn eni ge gedachte was: „Ontzettend, wat zijn die Amerikanen emotioneel." Toen hij zijn verhaal verteld had stond zijn gastvrouw op en kuste hem onverwachts op het voorhoofd. Toen vertelde zij haar verhaal: „Dertig iaar geleden kwam zendeling Johnson in onze kerk. Hij vertelde van de priester die tot bekering gekomen was en zo'n diepe geestelijke strijd had doorgemaakt. Van die dag af, hebben wi; iedere dag voor hem gebeden, hoewel wij nimmer geweten hebben hoe hij heette of wat er vaa hem geworden was." Het is zo gemakkelijk onszelf voor te nemen voor iemand te bidden. Het is zo gemakke lijk ook om het dan weer te vergeten. Juist daarom is het goed om eens van iemand te horen die weet wat „trouw" Om de problemen en vragen be treffende de toekomst van het Ilde Vaticaans concilie beter te door zien, is het noodzakelijk een ogen blik stil te staan bij de z.gn. „zwar te week," tegen het einde van de derde concilie-periode. Vlak vóór de plechtige afkondi ging van de constituties over de kerk en het oecumenisme werd be kend dat „van hoger hand" een zgn. „toelichtende nota" aan het concilie stuk over de kerk was toegevoegd, waarin de stellingname betreffen de de collegialiteit van paus en bis schoppen ernstig werd afgezwakt. Bovendien bleek de tekst over het oecumenisme op 15 plaatsen te zijn gewijzigd. Weliswaar werd het hierdoor niet wezenlijk aangetast, maar verloor het toch aan waarde. Tenslotte werd aan de vergadering bijeengekomen Vaders meegedeeld dat de concilie-verklaring betref fende de godsdienstvrijheid niet niet zou worden afgekondigd. Deze gang van zaken riep voor de meeste kardinalen en bisschop pen en voor heel de bij het conci lie betrokken christenheid plotse ling de vraag op: Is het concilie toch toch NIET vrij? Heeft het „e Het Gronings Kerkblad geeft en kele praktische suggesties ter bevor dering van de stilte in de kerk: 1 Laat uw snoepgoed duiis 5 Spreek af met degene, die naa?t u sit, dat men u waarschuwt, als u kucht. Sommigen weten niet eens, dat ze het doen. In het pas verschenen septembernummr van 't V.O.- journaal, personeelsorgaan van Phs. van Ommeren, het bekende scheepvaartconcern, wordt medegedeeld dat binnenkort alle leden van het personeel het salaris op hun girorekening zullen ontvangen. Wie nog geen rekeninghouder is moet h«t worden en dat verzorgt zo nodig „de baas". Beslissingen als deze worden meer en meer geno men. Waarom? Zijn er dan geen nadelen aan verbon den? Hoe moeten we in dit verband de ontwikkeling van het giroverkeer zien: loopt iedereen straks met een boekje in de zak in plaats van met een portemon- naie? Over deze en andere vragen kregen we antwoord van de directie der Postcheque en Girodienst. Een en ander vindt men in bijgaand artikel terug. wordt getaxeerd, zodat tóch Blind voor nadelen Allemaal Van een onzer redacteuren „Over enige maanden krijgt u uw salaris aan het eind van de maand niet meer in de !hand, maar wordt het door de boekhouding op uw giro rekening overgeschre ven." Mededelingen van deze en soortgelijk# aard. gevolgd door een nadere uiteenzetting over de ver schillende consequenties kan men tegenwoordig herhaaldelijk in perso neelsorganen aantreffen. De reden? Het is gemak kelijker en minder om slachtig. Zowel voor het bedrijf als voor de werk nemer. het giroverkeer, ontstond toen de Postcheque- en Girodienst «nlangs zijn mechanisatië vol tooide. Een vergissing is het echter te menen dat salaris-pei - riro een nieuwtje zou zijn. Verscheidene bedrijven maken voor dit doel al jarenlang ge bruik van de giro. De BPM bijvoorbeeld deed het voor de jorlog aL Echter zijn er tegen woordig wel dwingender rede nen dan vroeger die loonadmi nistraties naar giroverkeer doen verlangen. Vooral als het be drijven met veel werknemers betreft. Uitbetaling van salaris sen per kas, dus contant, vergt namelijk heel wat meer werk dan per giro. En aangezien elk oedrijf in deze tijd van dure argeidskrachten in verhevigde mate naar efficiency moet stre- en ligt die ontwikkeling dus voor de hand. Girobetalingen van het salan.s geeft echter al evenzeer onmis kenbare voordelen voor de werknemer. Echter zou het on werkelijk zijn indien werd be weerd dat men vooral van die zijde de voordelen overal al onverkort ziet. Anders gezegd: er zijn wel enige weerstanden te overwinnen alvorens deze rigemeen: tot ontwikkeling van andere manier van salaris over- De meeste mensen in loon dienst zijn nu eenmaal van oudsher gewoon aan contante betaling, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk. Zij zien het verdiende geld. Een factor van psychologisch niet te onder schatten betekenis die de oor zaak kan zijn van blindheid voor de nadelen van contante oetaling. Gedacht kan worden aan diefstal en verlies van het geld, hetgeen de cijfers wij zen het uit herhaaldelijk pleegt voor te komen. Over deze en andere weer standen kan de Postcheque- en Girodienst meepraten. Bijna twee jaar geleden is men hier begonnen met girale betaling van het salaris aan alle perso neelsleden. Het bleek toen ook daar (of zélfs daar) dat bijzon der veel moeite moest worden gedaan om de nieuwe wijze van betaling aanvaard te krij gen. In tweeërlei opzicht is een voorlichtingsactie gevoerd: via Je bedrijfskern en via de afde lingschefs, de hiërarchische weg dus. Behalve deze inten- ieve voorlichting bleek het no- Iig de omschakeling van kas iaar girobetaling gepaard te •loen gaan met het voldoen aan 'wee belangrijke voorwaarden Alles net gehe". van het salaris dient te worden ivergemaakt; anders heeft de veranderde betalingstechnie) mmers weinig zin, zowel vooi -Je werknemer als voor de werkgever. Hiermee werd nadrukkelijl ïfgestapt van het thans dof veel voorkomende systeem da dechts een deel van het salari: giraal wordt overgemaakt, ten -inde het saldo van het begun stigde personeelslid op peil te houden. (De praktijk is name lijk dat de grootte van dat bedrag bijna altijd te laag De tweede belangrijke voor waarde was dat het te allei. tijde mogelijk moest zijn bij dc werkgever onmiddellijk geld in contanten op te nemen. Dit gebeurt dan eenvoudig door dat net personeelslid een girokaart jitechrljft ten gunste van zijn verkgever, die dit bedrag per Kas onmiddellijk aan hem uit betaalt. Een eenvoudige mutatie voor de werkgever die gemak kelijk te realiseren is. Frappant De ervaring met dit laatste de kas om contant geld, geleidelijk werd dit minder tot .nen zo ongeveer met één keer oer maand wist tevolstaan •mdat men door de ervaring wist hoeveel contant geld men nodig had. Een bijkomend voordeel voor de Girodienst was dat dit ook weer tot veel minder stortingen leidde, handelingen, die zowel voor de postkantoren als voor ie rekeningshouders (queue- vorming) een omslachtige zaak Vooral deze mogelijkheid bij (e werkgever onmiddellijk zijn giro-saldo in contanten om te tunnen zetten heeft de aanvan kelijke weerstanden overwon- ïen. Daarnaast blijkt de weten- chap te allen tijde gebruik te Kunnen maken van de z.g. kas cheque (door middel waarvan icn rekeninghouder op elk wil- ekeurig postkantoor een be- 'rag aan contanten van maxi maal vijfhonderd gulden kan pnemen) in dit opzicht mede unstig te werken. Tussen haakjes de kosten an de kascheque zijn inmld- 'els al van vijftig cent tot vijfendertig cent teruggebracht. nemer duidelijker de voordelen zien. Hij krijgt geen kwintan- tielopers (voor zover die er nog zijn) meer aan de deur, hij betaalt geen dure inningskosten •neer (de PTT moet al zestig -ent per kwitantie rekenen), hij hoeft niet meer naar het post kantoor om stortingen te ver richten, kortom: zijn leven en vooral dat van zijn echtgenote 'minder gebel aan de deur) wordt er alleen maar leefbaar der door. 't Gaat eerder Meer en meer, zo zegt men in kringen die het weten kunnen, zal het girale geldverkeer gaan ♦oenemen ten koste van he' kasverkeer. Dit hangt ten nauwste samen met grotere welvaart en hoger educatief niveau der mensen. En de de taillist zal zich daarbij meer en ••neer gaan aanpassen. sommige Nu reeds L .J grote zaken mogelijk „te beta len met de giro-kaart". Met het voorschrijden van de tijd za) deze techniek ongetwijfeld in nümere mate worden toegepast. Sommige bezwaren van werkgevers dit tenslotte gaan in de richting van. Wt kunnen salarisuitkering niet al- emeen doorvoeren omdat we veel minderjarigen in dienst ïebben die we toch onmogelijk net een girorekening kwnnen «nknappen? De reactie van de PCGD hierop is: Waarom niet? Ook een minderjarige kan (alleen tofctemming van z'n of haar vader vereist) een girorekening openen. Zeker hier geldt ten volle de bekende Hollandse zegswijze: Jong geleerd, oud gedaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 14