Dienstbetoon van jongeren uit
vele landen aan Neerbosch
Politie leende stel fietsen
Naar aloud
thema uit
jaar 1863
Kerken coördineren
ontwikkelingshulp
Kritiek op financieel
beheer van scholen
vhkintieahres
TELEFONIADE
ZATERDAG 24 J TIT 1965
Een woord voor vandaag
De oproep van de apostel Petrus aan de jonge christenen in de
verstrooiing is een diep-menselijk appèl. Zij is vermanend, op
beurend, getuigend en vol praktische adviezen. Dit is een ge
deelte van de oproep: „Wees allen eensgezind, medelijdend,
hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig, en
vergeldt geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar
zegent in tegendeel, omdat gij hiertoe geroepen zijt, dat gij
zegen zoudt beërven". Men mag aannemen, dat de apostel heel
goed heeft geweten wat er onder de jonge christenen, voor wie
deze brief primair was bestemd, aan de hand was. Zij hadden
het in een omgeving, waarmee zij zich niet wensten te confor
meren, niet zo gemakkelijk. En in de eigen kring waren er ook
heel wat dingen, die toch eigenlijk niet voor mochten komen.
Wat dat betreft is er nog niet veel veranderd
Tegen deze mensen zegt Petrus, dat het anders moet. Hij kan
en hij mag dat doen, omdat degenen, tot wie hij zich richt,
weten, dat zij in dienst staan van God. In hooggestemde be
woordingen heeft Petrus even daarvóór hen aangesproken als
„een uitverkoren geslacht", „een koninklijk priesterdom", „een
hilige natie", „een volk Gode ten eigendom". Het is alles bij
elkaar nogal wat! Maar aan deze hooggestemde taal heeft
Petrus direct iets toegevoegd, namelijk het doel, waartoe dit
alles moet leiden. Het gaat om „de verkondiging van de grote
daden van Hem, Die u uit de duisternis heeft geroepen tot Zijn
wonderbaar Licht".
Vanavond lezen wij: 1 Corinthiërs 1 vers 10 tot en met 25.
Wij lezen morgen: 1 Corinthiërs 1 vers 26 tot en met 31 en hoofd-
■tuk 2 vers 1 tot en met 5.
Voor contact met overheid
UTRECHT Op initiatief van
de Nederlandse Zendingsraad, de
stichting Oecumenische Hulp aan
kerken en vluchtelingen en het
convent der christelijk-sociale or
ganisaties is kort geleden gevormd
de Interkerkelijke Coördinatie
Commissie Ontwikkelingshulp
(I.C.C.O.). De bedoeling van deze
commissie is een zo groot moge
lijke bundeling te bereiken bij het
opzetten en uitvoeren van ontwik-
kelingsprojekten in de zogenaam
de jonge landen.
In de eerste plaats beoogt de com
missie te fungeren als een gespreks
partner van de Nederlandse overheid
over projekten. die vanuit de protes
tantse en oud-katholieke kerken en
de christeliike sociale organen
medefinanciering door de overheid
worden ingediend.
Zoals bekend heeft de Nederlandse
regering dit jaar voor het eerst fond
sen beschikbaar gesteld voor de me
definanciering van particuliere ont-
wikkelinpsoroiekten. Uit deze fondsen
kunnen ook kerke'iike en maatschao-
peliike organen, die zich met medi
sche. sociale, agrarische of edukatieve
projekten bezig houden, gelden put
ten, mits daarbii voldaan wordt aan
een aantal door de Nederlandse over
heid gestelde kriteria.
Aanvragen
Via de commissie zijn inmiddels
reeds aanvragen voor een meisjes
school in Rwanda, uitbreiding van hel
Murray-college in Pakistan, uitbouw
van enkele middelbare scholen in
Zambia, voor studenteninternaten in
Indonesië en voor een jeugdhostel in
Tanzania aan de regering voorgelegd.
De commissie stelt zich voorts tot
taak te komen tot een verdergaand
overleg en nauwere samenwerking
tussen de leden-Dnrticip^nten met be
trekking tot proiekten. die hen uit de
ontwikkelingslanden bereiken,
komt regelmatig voor. dat de kerke
lijke of christelijk sociale organen
Nederland van een kerk of kerkelijke
instelling in het buitenland een pro
nkt voorgelegd krijgen, dat door het
benaderde orgaan niet of slechts ten
dele kan worden uitgevoerd. Veelal
kan dit wel in samenwerking met
andere organen. Door nu daarvoor in
aanmerking komende projekten in de
commissie in te brengen, wordt een zo
groot mogelijke coördinatie bereikt.
Tot de commissie zijn ook toegetre
den de deputaten voor algemene dia-
konale arbeid van de Gereformeerde
Kerken en de Christen Jonge Vrou
wen Federatie.
Als voorzitter van de nieuwe Inter
kerkelijke Coördinatie Commissie
Ontwikkelingshulp fungeert prof. dr.
J. Verkuyl, algemeen secretaris van de
Nederlandse Zendingsraad, als secre
taris J. Bos, adjunct-secretaris van de
stichting Oecumenische Hulp, op het
bureau waarvan (Cornelis Houtman
straat 17, Utrecht) ook het secreta
riaat is gevestigd.
(Van een onzer redacteuren)
NEERBOSCH Dienstbetoon,
dienst aan de naaste, is iets dat
vele jongeren over de hele we
reld toespreekt. Niet alleen pra
ten, maar vooral de daad, dus je
handen gebruiken om anderen te
helpen wordt als een belangrijke
opdracht gezien. Hieraan proberen
internationale werkkampen voor
jongeren in de vakanties tege
moet te komen. Zo'n kamp duurt
een maand en tracht een in alle
opzichten gevarieerd gezelschap
bijeen te brengen.
In Nederland is er een kamp in
Neerbosch, de bekende vroegere wezen
inrichting. Thans wonen daar drie- tot
vierhonderd kinderen van nul tot 21 jaar,
wier ouders door de een of andere
oorzaak niet voor hen kunnen zorgen.
Het zijn voogdijpupillen, die met elkaar
benaderd.
Materieel is Neerbosch aan volledige
vernieuwing toe. Men ontwierp een
structuurplan te verwezenlijken in
so mogelijk tien jaar dat voorziet in
een ideaal dorp met vele ronde, glazen
paviljoens en centrale voorzieningsge
bouwen. De oude gebouwen van Neer-
hosch zullen daarvoor plaats moeten
maken. Reeds is met die vernleuwin-
Terwijl de opzichter-vakman
aanwijzingen geeft wordt een
lange plastic hoofdbuis. die het
toekomstige sportveld van Neer
bosch mede droog zal moeten
houden, op zijn plaats gelegd.
De NCRV zal in haar tv-programma van hedenavond tweemaal
aandacht aan het jongeren werkkamp in Neerbosch geven via Neder
land 1.
Van tien voor acht tot acht uur onder het motto „Morgen is het
zondag": een dag rust voor de deelnemers aan het werkkamp dat de
Oecumenische Jeugdraad organiseert op het terrein van de Van 't
Lindenhoutstichtingen te Neerbosch.
Verder van vijf voor tot vijf over half elf in de dagsluiting. Het
motto is hier „De dag door uwe gunst ontvangen". Jongens en meisjes
die deelnemen aan het werkkamp te Neerbosch besluiten de dag.
bosch de Canadese dominee en werden
weer andere werkkampers bij de liturgie
betrokken. Het werd een pracht dienst,
een belevenis zowel voor de „autoch
tone" bevolking als voor de jongelui die
hun werkkracht aanbieden.
Nog meer moet die confrontatie er
komen door een onopzettelijk contact
tussen de jonge vrijwilligers en Neer
bosch. Ongezochte gelegenheden daartoe
zijn er. de interesse bij de jonge mensen
is er, dus bestaat ook inderdaad de
mogelijkheid tot het verkrijgen van een
juist beeld.
Dat juiste beeld is nodig voor gedach-
tenwisselingen in de groep, die zich
nu inderdaad bewust geleid
met dit actuele kernprobleem bezig
willen houden: hoe kan de Kerk de
wereld ontmoeten? En in dit specia
le geval: hoe moet de Kerk in deze
gemeenschap (Neerbosch) functio
neren? De dagelijkse opgave dus
van de leiding van Neerbosch,
waarop deze top, dynamisch als ze
wil zijn, best eens vanuit totaal
andere werelden eventuele „ant
woorden" wil horen.
Zweverig idealistisch gedoe? Wie dit
denkt zou eens een tijdje met de jonge
draineerders en draineersters „mee moe
ten lopen". Het is onder hen gedurende
de veertien dagen dat ze er nu zijn een
prettige, ongecompliceerde gemeenschap
geworden, waar men elkaar plaagt, waar
men met elkaar luidkeels liederen zingt,
waar men al babbelende wederzijdse
informaties inwint en waar men er ooi
domweg met elkaar eens heerlijk „uit'
gen begonnen. Zo zijn er
splinternieuwe school,
zwembad en 1
Door alle veranderingen moeten de
opstaande sportvelden verdwijnen en
nieuwe aangelegd worden. Deze aanleg
een zeer-arbeidsintensief karwei, is de
taak die het jongerenwerkkamp in „zijn"
maand moet hebben geklaard. Het gaat
voornamelijk om drainage: het aanleggen
van een buizenstelsel in de grond waar
door het grondwater kan afvloeien, zodat
de velden droog zullen blijven.
Dit nogal blubbercchtige werk
wordt door ongeveer twintig jonge
lui gedaan: de helft jongens en de
helft meisjes. Van 18 tot 25 jaar. Ze
komen uit Zweden, Canada, Jorda
nië, Engeland, Soedan, Oostenrijk
en natuurlijk Nederland. Een con
glomeraat van nationaliteiten, ras
sen, culturen, denkwerelden.
De Jordaniër is een Moslim, een
Intellectueel die gewend is op de grens
van twee werelden, oost en west, te
leven. De jonge, vriendelijke neger uit
Soedan, die in Libanon studeert, is de
De aanhoudende regen heeft het
werk in de door een dragline
gegraven geulen er niet gemak
kelijker op gemaakt. Martin
Takpini uit Soedan, een jonge
intellectueel die in Beiroet stu
deert, bezig met hozen.
GELD TOE
Wist u dat daar nog door de jongelui
voor betaald wordt ook? Ze bekostigden
zelf hun reis en wie dit niet kon werd
spontaan door de anderen geholpen. Ja,
zelfs het eten en drinken wordt keurig
geldelijk aan Neerbosch vergoed.
De enige „gift" die de jongelui zich
hebben laten welgevallen is het gebruik
van een fiets voor ieder, want het
terrein van Neerbosch, dat inderdaad
dorp op zichzelf is, mag gerust uitge
strekt worden genoemd.
Vooral in de ogen van de buitenlander*
iet hun eerste kennis over Nederland
ls een natie van klompen en fietsen is
het rijwiel een benijdenswaardig bezit.
Neerbosch had niet eens genoeg uitlener-
tjes, maar geen nood, de politie te
Nijmegen zorgde voor de rest door
welwillend enige gevonden en gestolen
exemplaren tijdelijk af te staan...
Sommige mensen zijn nog wel eens
„eneigd om .die werkkampen voor jon
geren tegenwoordig" als een modegril,
als onnodige nieuwlichterij te beschou-
Maar we behoeven toch werkelijk
•er weg te gaan om het tegendeel te
constateren.
Ruim een eeuw geleden was er een
boerenzoon, die zich. geroepen voelde het
bedrijf van zijn vader te verlaten opi
bijbelcolporteur en evangelist te worden.
Hij ging de „wereld" in. die hem onder
meer de confrontatie met ouderloze kin
deren opleverde. Hij wist van hun
droevig lot niets af, had nimmer van de
liefdeloosheid vernomen waarmee vele
wezen in zg. pleeggezinnen
werden bejegend.
De eenvoudige boerenzoon wil
de toen wat DOEN: zijn naasten
helpen om Christus wil. Zijn po
ging tot dienstbetoon leidde tot
de Van 't Lindenhoutstichtingen
„Neerbosch", die in hem haar
stichter eren.
Bjj Johannes van 't Lindenhout
ging het in 1833 om twee dingen:
confrontatie en de daad.
Is er iets nieuws onder de zon?
De fiets is vooral een geliefd
vervoermiddel van de buiten
landse jongeren geworden. Alle
werkkampers kregen er een ter
beschikking. Een der Nederland
se deelneemsters op weg naar
het werk met een collega, de
Jordaniër Muhamyied Awad
Shatat, die de ftetstechniek. snel
nnAer dp L-nfp Icrpp.n
I Nederlandse diensten
in Luxemburg
vertegenwoordiger van een hele eigen,
het westen nog veelal wezensvreemde,
cultuur. Verder zijn de jonge, bijna
afgestudeerde dominee uit Canada en
zijn vrouw, die de leiding van dit kamp
hebben en straks hun moeilijke taak in
een achterbuurt thuis hopen te beginnen,
weer jonge mensen van een totaal andere
achtergrond. Om nog niet te spreken van
de humanistische jongen daar, die juist
een nieuwe draineringsbuis aansleept, of
het gereformeerde meiske Jat ter onder
breking van al dat geploeter eens even
^eerlijk als een jong veulen (op mannen-
baggerlaarzen dan) door het veld wil
Komen ze alleen maar om te wérken?
Allicht niet. Het gaat net zo goed om
ontspanning en vooral ook om datgene
wat in „vakkringen" (zoals de organise
rende Oecumenische Jeugdraad)
confrontatie wordt genoemd. Con
frontatie onderling, als groep. En con
frontatie met een Kinderdorp als Neer-
RAMEN OPEN
Wat het eerste betreft als je een
i maand met elkaar optrekt, samen wer
kend en samen je vrije tijd bestedend
dan kom je elkaar nader, dan ga je
misschien zelfs Iets van de ander begrij
pen: hoe hij denkt, wat hem beweegt.
je je eigen Nederlandse ramen in elk
geval flink open.
Dan de confrontatie met Neerbosch
Deze kwam in beginsel al de eerste
zondag tot stand toen aan de werkkam
pers de gelegenheid werd gegeven een
Algemene Rekenkamer:
Geen invochten
geen natte persdoeken
er stoom
Atü strijkijzer
Brood voor het hart
AMSTERDAM Donderdag 22 juli
was de stand van Brood voor het hart
J 1.346.419.36. Dat is bijna twaalfduizend
gulden meer. dan ongeveer een week
geleden: toer. was het 1.334.493.50.
DEN HAAG Hier en daar het belang
schort er nogal wat aan het finan-
ciële beheer van instellingen van
nijverheidsonderwijs die van Rijks,
wege worden gesubsidieerd. Dc
Algemene Rekenkamer, die alle
tekortkomingen terdege heeft on
derzocht, keert zich in het ver
slag over 1964 tegen manipulaties
Oringtnd v»rzoelc. uw vakanlittdrai
VIA DE UIT DE MANT
geknipte bon.
dia wij garagaid op da advarlantie
pagina plaatian,
minstens een week van
tevoren
op ta geven. Iidien deze tchrlfte'ijke
opgave .et tijdig in on» bezit U kan
de toazanding arnttig ward an vartraagd
CE DIRECTIE
de school verkregen
_rdt gecorrigeerd. Het
fictieve facturen heeft zich
ook in 1964 weer bij verscheidene
scholen tot niet onaanzienlijke bedragen
voorgedaan, aldus het rapport.
LENINGEN
De Rekenkamer maakt voorts melding
van een aantal gevallen waarin scholen
tijdelijk overtollige leningsgelden niet op
de meest rendabele manier hebben be-
die «en doel hebben de uigaven I JgJJ Jjj
onder subsidieverband te brengen men. Dit leidde tot vrij belangrijke
dip dnar vnWnc d<» vActtrnctoldn renteverliezen. In één geval leidde uit-
aie aaar volgens de vastgestelde zetting van een bedrag van een half
bepalingen niet onder vallen. j miljoen gulden op een normale bank
rekening in plaats van plaatsing a deposi-
De subsidiërende overheid moet erjto tot een renteverlies van 11.230.
op tanramd«tj 0ok Kekenk,„„
de overgelegde bescheiden te bepa-
lino won het te verstrekken subsidie I WMrb,J de dl!9etTru A
nanr waarheid ziin npaemaokt. daar s<*ooI onregelmatigheden werd
anders de fundamentele grondslag geschorst en daarna ontslagen. Een adtnl-
Vot het subsidiebeleid komt te ver-olstratfef beambte van een andere school
vallen. i bleek 4000 van de school ten eigen bate
Een bijkomstige maar vollen» de Al-j" hebben irbrnlkt. De m,n .lelde oil
femene rekenkamer ernstige consequen- eigen beweging de directie cn
ie van het gebruik van fictieve factoren;schoolbestuur op de hoogte van de door
•s het hierin leveranciers te betrekken.L, mmrk.nn,*rl.\,r»t rhvdm De
Deze worden daardoor blootgesteld aan htm *cP,ef*de onregeliiat.gheden. oe
vervolging wegens valsheid in geschrifte, beambte xniveru* het ontbrekende
In een aantal gevallen is gebleken dat de drag na sljn beke tenis onmiddellijk
betrokkenen rich niet voldoende hebben vlJf BMnd,„ nld„ ,;j„ m.lTerulle, .in
gereal-seerd dat hun handelingen on- khi
rechtmatig waren Zij beschouwden het! het -'cht waren getreden, werd nljj
Imin of meer vanzelfsprekend dat een in 1 ontslagen.
LUXEMBURG In Dillingen aan de
Sauer worden op de camping Wies-Neu
tot half augustus elke zondag om tien uur
Nederlandse protestantse kerkdiensten
gehouden. Bovendien zijn er in de stad
Luxemburg zelf elke zondagmorgen Ne
derlandse protestantse kerkdiensten in de
venue Gaston Diederich.
Nederlands-Duitse kerkdiensten
den tot half augustus gehouden in
der zalen van het stadhuis van Larochet-
te. Hier is tevens een kindercrèche. De
evangelische Heimstatte in Larochette
staat na de diensten open voor J*
kerkgangers.
In Dillingen en Larochette verrichten
Nederlandse protestantse jongelui re
tiewerk. Zij organiseren onder andere
filmavonden en activiteiten voor kinde-
-en en jongeren. Tevens zorgen zij voor
lectuur, Hierin werken samen de jeugd
groep Dabar van de Gereformeerde Bond
en de evangelisatie van de gereformeerde
kerk van Brussel.
Beroepingswerk
NED. HERV KERK
Beroepen te Roswinkel (tez.). kand
H. P. Bos te Bierum, die bedankte voor
Paesens (Fr.).
Aangenomen de benoem, tot bijst i-h
pastoraat te Rozenburg: D. Westerveld,
gevangen ispred., a.s. emerituspred. t«
Rotterdam.
Bedankt voor Huizen (N.H.) (vac. G
H. v Kooten) en voor Zetten-Aridelst
(tocz): J. Smit te Werkendam:
Wczpd (Gld.) (top? 2e pred.pl.): A. Ro
mein te Noordeloos.
GEREF KEUKEN
Bedankt voor ueiden (vac wijlen dr.
H J. Wectcrink) en voor Drachten (6e
pred. pl.)dr-, J. v. d. Berg te Ennelo.
GETEF. KERKEN (v. Jgem.)
(Ov.): S. Cnos-
den de telefoon met nog juist adem seizoenlist
genoeg om mijn naam te noemen.
„Zeg, waar zat jij?" tetterde een
vriendin opgewekt, „ik heb de bel
zeker twintig keer over laten gaan".
,Jk was op zolder, daar hoor ik
hem niet zo goed", antwoordde ik
met het irriterende gevoel dat ik
me moest verontschuldigen. Mag
een mens alsjeblieft op zolder zit
ten en de telefoon twintig keer la
ten bellen? Nee dat mag niet, dat
mag nooit, want een telefoon is
een onbescheiden, opdringerig ap
paraat. Als je bü de groenteman
staat en twee kroppen sla wilt
vragen, kan het gebeuren dat er
op de achtergrond penetrant een
bel gaat ringen juist op het mo
ment dat je krö zegt. De gelegen
heid om deze ongearticuleerde
kreet behoorlijk af te ronden tot
het woord kroppen, krijg je niet
eens. want de groenteman valt je
ras in de rede: „Euen de telefoon".
Waarom weet niemand, maar een
telefoon heeft altijd voorrang. Zit
ie thuis in een geanimeerd gesprek
in een fijn boek, of luister je naar
muziek zodra de bekende bel
gaat, spring je op. Je scheldt iets
van snerttelejoon, maar je meldt je papegaai. Ze besloot: „Als ik hém
a'.s een zoet kina. Je loopt nooit
naar dat rinkelende ding gewoon,
je holt er altijd heen, hup in aalop
Je holt er heen onder het etrn, je
holt er heen als je op zolder oj in
de kelder zit, je holt er heen als
je eens een avond op tijd naar bed
ging. Want, zo denken we dan in
paniek: je kunt nooit weten wat er
kopen even het huis uitgewerkt. Ik
hoopte dat die spanne tijds toerei
kend zou zijn het huis in ijltempo
een minimale kuising toe te die
nen. Ik schoot op mijn manier ge
weldig op totdat ring-ringgg me
van mijn ijver afriep. En omdat
je nooit kunt weten, niet waar,
draafde ik om me beleefd te mel
den.
Aan de andere kant van de lijn
klonk een proestend lachje. Toen:
Wie ben jij?" Ik antwoordde
driest: „Ik ben de koningin van
Lombardijen". Waarop de mij bel
lende abonnee listig opmerkte:
„Nietes, u bent maar een gewoon
mens. Enne- ik ben Elsje".
Hoewel ik op de hele wereld
geen Elsje ken zei ik. „Dag Elsje.
Waar n$ jouw mammie?" Het ant
woord kwam prompt: „Naar de
bakker en Kees slaapt". Er volgde
een diepgaand gesprek, waaruit
bleek dnt Kees de kleine broer en
dat Elsje zes jaar was en na de
vakantie naar de grote school zou
gaan. Verder had ze vlechtjes, een
fiets en een nieuw zwempak en
was ze aan het sparen voor een
mij de opmerking maken: „Maar
dat is natuurlijk wel een beetje
stout hè?" Elsje liet een lief gie
chelt je horen en vond laconiek:
„Geef niks hoor, u vindt het toch
ook leuk, nou dan".
Toen heb ik haar aan het 1
stand gebracht dat ik geen tijd
meer had voor babbeltjes. We na
men hartelijk afscheid. Ik had het
gevoel alsof ik in een heel gezellig
kinderboek had zitten lezen, in
Goud-stout-Elsje of zoiets.
Juist na het afbellen, toen ik he
vig dubieerde tussen gauw-gauw de
bedden of eerst koffie, ging weer
de telefoon. Het was mijn man
„Zeg, met wie zat jij zo eindeloos
te bellen?" „Met de koningin van
Lombardijen", antwoordde ik nog
helemaal in de stout-EIsje stem
ming. Hij, adrem: „Alles oké in
jouw Lombardijse dreven?" Ik:
„Redelijk, alleen is het weer hier
ook niet zo je-dat. Waarom bel je
eigenlijk? Is er iets?" Hij: „Nee
dat niet, maar ik dacht: al die kin
deren over de vloer en dan die
de papegaaiennaam vond en vroeg overdrijvende wolkenvelden, laat ik
even belleh".
De telefoon kan een hinderlijk,
storend, impertinent apparaat zijn,
maar soms. heel soms is het toch
ook een dierbaar communicatie
middel.
Mink van Rijsdijk.
„Nou ik verveelde me hè, en ik
dacht kom il. dr mi eens een beetje."
De pedagoog in me was echter niet
helemaal van Lotje getikt en deed