William Booths
zegen voor de
vertrapten
Hij was bezeten van de wil
Gods Woord uit te dragen
ZONDAGSBLAD
mist zijn doel niet Stukken van de
vrucht blijven kleverig hangen in
William Booth' lange baard. Hij
laat er zich niet door terneer
slaan. Moedig gaat hij verder, de
achterbuurten van Oost-Londen in.
Als hij die avond, moe en
afgemat thuiskomt zegt hij tegen
Catherine, zijn vrouw: „Ik heb
mijn bestemming gevonden. Dat
zijn de armen naar wier redding
ik al jaren heb verlangd. Terwijl
ik de deuren van de vlammende
jeneverpaleizen voorbijging,
scheen het mij toe, alsof er een
stem in mijn oren klonk: Waar
kunt ge zulke heidenen vinden als
deze en waar is zulk een grote
behoefte aan uw arbeid? En daar
offer ik opnieuw mijzelf, u en de
kinderen voor dit grote werk. Dit
volk zal ons volk zijn en zij zullen
onze God als him God hebben".
Catherine en William Booth
knielen neer in de stilte van de
nacht en vragen God hen te
helpen bij de zware taak, die
wacht William Booth zal later
zeggen: „Die nacht werd het Leger
des Heils geboren".
Midden
Het Leger des Heils wordt gebo
ren precies midden in het jaar
1865, op Z juli. Het wordt een
merkwaardig jaar. Het wordt het
geboortejaar van Warren Gamaliel
Harding, de 26ste president van de
Verenigde Staten van Noord-Ame-
rika, van Edith Cavelt de Engelse
verpleegster, die in de eerste we
reldoorlog door de Duitsers wordt
gefusilleerd en van wie de woor
den sijn: Vaderlandsliefde alleen Is
niet voldoende, ook het geboorte
jaar van de dlchter-schrijver Rud-
yard Kipling, van Evangeline Cory
Booth, die eens als Legermoeder
zal optreden en van Jessie Forster.
de latere brigadier, die met het
Leger haar honderdste verjaardag
hoopt te vieren.
Mijn begeleider zegt: „William
Gesprek in Soho. Onderwerp tvat doe je met je leven En u gevraagd wat doet u i
onder de indruk komt, dat hij zich
verwaardigt met hen, de onmaat-
schappelijken te spreken? Is het,
omdat hij een vrouw, die het
oudste beroep uitoefent dat de
wereld kent, aanspreekt met:
„Zuster in onze Here Jezus Chris
tus"? Is het omdat hij de dronk
aards, die in de goot hun roes
uitslapen, onder de arm neemt en
thuis brengt? Hij krijgt aanhang,
en hij krijgt ook de financiën om
het werk voort te zetten.
Mijn begeleider zegt: „Nu is het
Leger groot en het heeft invloed.
En dat terwijl William Booth met
niets is begonnen. Wat hij had, dat
waren zijn gouden stem, zijn liefde
voor God en zijn liefde voor de
mensen. Het is voldoende geble-
Overtuigend
Met die gouden stem, die kan
donderen en zacht kan zijn, ver
overt William Booth de sloppen en
de achterbuurten van Oost-Londen.
Hij verovert het geminachtste deel
van de wereldstad door zijn pre
ken, die recht-toe recht-aan zijn.
Hij zegt iedereen waar het op
staat. En hij dwingt tot luisteren.
Mijn begeleider vertelt: „Op een
avond heeft hij een samenkomst zo
maar ergens in een pakhuis. Mid
den in de preek barst een man in
een huilbui los en roept, de
handen ten hemel heffend: „O
God, hij bedoelt mij". Dat is zijn
grote geheim geweest. Men ging
begrijpen, dat William Booth wat
wilde zijn voor hen, naar wie
nooit iemand had omgekeken. Hij
sprak een vrouw aan, die hem
verwonderd en beschaamd tegelijk
vroeg: „Weet u wel wie en wat ik
ben?" William Booth antwoordde:
„Een zondaar als ik, maar voor
wie nog hoop is, omdat Christus
ons met Zijn bloed heeft schoon
gewassen. Laat u door Hem red
den".
Redt de zielen van mensen, waar
ge ook kunt.' Het wordt de op-
Danstent
Als William Booth in Oost-Lon
den zijn werk begint, valt het hem
moeilijk een zaal te vinden, waar
hij zijn samenkomsten kan houden.
De caféhouders weigeren elke me
dewerking, bevreesd dat zijn in
vloed op hun klanten de verdien
sten zal doen verminderen. Einde
lijk legt hij beslag op een dans
tent. Tot vier uur in de morgen is
deze danstent echter bezet Maar
als de laatste feestganger de weg
naar huls heeft ingeslagen betrek
ken William Booth en zijn volge
lingen het rokerige hol om het
schoon te maken en er stoelen in
neer te zetten voor de bijeenkomst
van enkele uren later, waar hij de
strijd tegen de zonde zal aanbin
den.
Maar William Booth strijdt niet
alleen tegen de zonden. Hij doet
meer. Mijn begeleider vertelt: „Er
is eens gezegd, dat William Booth
in de ene hand de bijbel droeg en
in de andere hand brood". Hij
predikt Jezus als Redder der we
reld, maar hij vergeet niet zijn
liefde voor de mensen ook met de
daad te tonen. Hij zorgt er voor,
dat de daklozen onderdak vinden,
dat de vrouwen, die hun zondig
leven vaarwel willen zeggen, een
huis vinden waar zij met zorg
worden omringd hij zoekt de
wegen, die er toe leiden, dat de
nood wordt gelenigd.
Muziek
William Booth blijft als goed
soldaat steeds in de aanval. Hij
trekt de veste van de vijand
binnen met trommels, en de mu
ziek van hoorns en tamboerijnen.
Het is alsof hij de slapers wil
wekken, wakker maken, de ogen
openen opdat zij zelf zien wat hun
leven is. Tegelijkertijd houdt hij
hun het andere leven voor, het
leven geleid door Jezus Christus.
Hij zegt hun: „Het gaat er niet om
wat ge zijt, het gaat er alleen
maar om hoe uw verhouding is tot
God. Erkent ge hem als uw Ver
losser? Alleen met Hem wordt uw
leven anders".
Met zijn woorden en zijn daden
vindt hij ook de weg naar de
harten van de gegoede burgers, die
lang zijn werk misprijzend bekij
ken. Lang wordt William Booth
beschouwd als een dweper, een
fanaticus, voor wie men alleen
maar de schouders kan ophalen.
De brave christenheid gaat hem
uit de weg.
Maar bi
staan van uci i^eger aes neus
prijzen Harold Wilson, Engelands
minister-president en Sir James
Miller, lord-mayor van Londen in
War Cry, de Engelse Strijdkreet,
njn betekenis voor de mensheid.
Sir James: „De aktivitelten van
het Leger strekken zich uit over
een gebied, waar de zon nooit
ondergaat".
U zegt: Oost-
Wie
William Booth en Oost-Londen.
In de voorbije eeuw is daar veel
veranderd. Maar toch heeft
Oost-Londen nog een tikkeltje een
vreemde klank?
De agent op Russell Square, wie
ik de kortste weg naar Oost-
Londen vraag, kijkt wat argwa
nend.
^Hij herhaalt:
Ik knik.
„Ja, Oost-Londen".
En ik voeg er aan toe: „Vanwe
ge William Booth. Ooit van Wil
liam Booth gehoord?"
,,No, Sir!" zegt de bobby beleefd
maar beslist, en vervolgt zijn weg.
Maar de naam William Booth leeft
in Oost-Londen nog voort. Men
kent zijn naam door zijn soldaten,
die nog steeds de belangrijkste
boodschap brengen die de mens
heid ooit is verteld. Veel van dc
sloppen zijn verdwenen. Sanering
en oorlog hebben Oost-Londen een
ander aanzien gegeven. Maar er is
nog een pub genaamd The Blind
Beggar, waarin de volgelingen van
William Booth wekelijks de War
Cry verkopen of uitdelen en waar
ze Jezus, de Redder der wereld,
prediken...
William Booth, de grote veld
heer in dienst van God, eens
genoemd „een zegen voor de
vertrapten". Honderd jaar gele
den trok hij ten strijde in Oost-
Londen en daarna gaat zijn
Leger de hele wereld door. Op
20 augustus 1912, aan de voor
avond van de Eerste Wereldoor
log, wordt hij, in zijn Legertaal
gezegd, bevorderd tot heerlijk
heid. Het hoofdkwartier maakt
zijn dood ook in Legertaal be
kend: „De generaal heeft het
zwaard neergelegd".
Als het bericht zich door Oost-
Londen verspreidt hnilen de
vertrapten, die hij zijn leven
lang heeft liefgehad...
ZATERDAG 19 JUNI 1961
(Ven ten onzer redacteuren)
LONDEN. Juni I960
ALS de avond is ge
daald worden de
straten in Oost-Londen
weer vol. Mijn begeleider
zegt: „Hier is hij begon
nen, honderd jaar gele
den, onder mensen die,
zoals hij het eens heeft
getypeerd, leefden zonder
hoop en zonder God, en
hij was hun tot grote
zegen".
„Hij" is William Booth,
stichter en eerste generaal
van het Leger des Heils,
dat hij heeft uitgebouwd
tot een organisatie met
vertakkingen in tiental
len landen. Zijn invloed
op en zijn betekenis voor
miljoenen mensen zijn
enorm geweest. Als hij op
20 augustus 1912, 83 jaar
oud, sterft gaat een golf
van ontroering door de
gehele wereld. Zijn be
grafenis legt enkele uren
achtereen het verkeer in
Londen totaal lam. Hon
derdduizenden staan langs
de weg om hem de laatste
groet te brengen.
Lekepreker
Mijn begeleider zegt: ,flij
was bezeten van de wil Gods
Woord uit te dragen. Hij moest
het evangelie verkondigen. Als
lekepreker had hij al honderden
diensten geleid, voordat hij
voelde, dat hier, in Oost-Londen
zijn werkterrein lag. Op een
avonds."
Op een avond loopt William
Booth door Mile End Road
Later zal hij schrijven: „Afijn
hart brok bij het aanschouwen
ran zoveel ellende". Hij houdt
stil voor een café, dat de naam
draagt: The Blind Beggar", en
hij begint te spreken. Als Pe
trus kan hij zeggen: „Goud en
zilver heb ik niet, maar wat ik
heb, geef ik u". Men loopt te
hoop. Er is een ,&ek", die wat
heeft te zeggen. Wat heeft hij
te zeggenDit: Er ie toekomst
voor iedereen.'
Men begint te lachen en... te
vloeken. En men dringt op: de
souteneurs, de meisjes van de
vlakte, de havelozen, de dronk
aards, de geslagenen in het
leven, de uitzichtlozen, de uit-
gebuiten.
Toekomst voor iedereen? En
geen goud en geen zilverMan,
wat heb je dan? William Booth
vertelt het met een paar woor
den. Terwijl hij zijn bijbel om
hoog steekt, roept hij uit: Jezus
Christus, onze Heiland en Zalig
maker, Die voor ons allen is
gestorven".
Joelen
De menigte begint te joelen. De
naam Jezus Christus kennen ze
wel, maar alleen als vloek. Weg
met die vent Er wordt een steen
geworpen. Hij mist zijn doel. Een
door de lucht vliegende tomaat
Htt Leger des HtUs heeft zich altijd gericht tot de vertrapten en hun ie rijkdom van het geloof aangeboden.
Muziek, een van dé wapenen die het Leger des Heils nooit heeft afgedankt.
Contact doet wonderen en een luisterend oor heeft het Leger overal ter wereld.
is door de mannen en
r wier heil hij werk
te, niet met open armen ontvan
gen. Hij heeft de weg naar hun
harten vechtend moeten verove
ren. Maar William Booth wès een
vechter. Hij vocht voor Zijn Here,
Die hij predikte als de Redder der
wereld. Het was een vreemde tijd.
Het was nog de tijd van kinderar
beid, van uitbuiterij en van handel
in meisjes. Kinderen van een
dertien jaar werden voor honderd
pond van de hand gedaan om in
huizen, waar de ontucht welig
tierde, hun ondergang tegemoet te
Ellende
William Booth trekt daarheen,
waar de ellende huist. Hij zoekt
de dronkaards op, de gebutsten en
de geknakten, en hij spreekt met
hen. Eens zal een meisje-uit-het-
leven van hem getuigen: „Hij
heeft zich één met ons gevoeld".
Dat is de grote kracht van
William Booth. Hij lijdt met de
lijdenden. En hij houdt hun de
uitweg voor. Ach neen, goud en
zilver heeft hij niet, maar hij
heeft Jezus Christus, Die voor
zondaren zijn leven heeft gegeven.
Met een „zee van genade" gaat
hij dag-in dag-uit door de sloppen
van Oost-Londen, onvermoeibaar
en niet lettend op de smaad en de
Die hoon en die smaad blijven
voorlopig wel zijn deel. Mijn
oegeleider vertelt: „William Booth
wist al spoedig een kring van
medewerkers om zich heen te
verzamelen, met wie hij, zoals hij
het uitdrukte, de christelijke zen
ding in Oost-Londen ging bedrij
ven. Die mensen-van-het-eerste-
uur waren volkomen bereid alle
ongemakken, die uit dit werk
voortvloeiden, te dragen. En die
waren niet gering. Het uitjouwen
en het gooien met de smerigste
dingen waren nog niet eens de
ergste beledigingen".
Water
Hij zegt: „Op een avond
wordt over een van zijn volge
lingen, een jonge vrouw, een
•mmer water omgekeerd. Ze
egt: „O God, zegen deze man".
?n haar metgezel laat er op
•olgen: „Amen". Een andere
teer wordt zij bekogeld met
•otte eieren, die haar gezicht
>edekken met stinkend stuif. Ze
egt: „O God, ik dank u, dat ik
iat werk in Uw naam mag
loen".
Maar langzamerhand wint Wil-
iam Booth veld. Die grote, ietwat
magere man, met zijn sterk gepro
nonceerde neus, zijn lange baard,
die golvend over zijn uniform
hangt, die man, die altijd een
lange jas draagt, begint gehoor te
vinden. Is het omdat m?n er van