PATATES ETEN
OP DE „KERMIS
VAN WATERLOO"
ZONDAGSBLAD
150 jaar geleden werd over het lot van Europa beslist
ZATERDAG 19 JUNI 1965
(Van onze speciale verslaggever)
WATERLOO Hoe was het ook weer - op school
leerden we het al. Op 18 juni 1815 werd Napoleon
bij Waterloo verpletterend verslagen. Het Europese
lot werd opnieuw bepaald; de teerling was gewor
pen, voor decennia, voor eeuwen.
Op een heuvel bij Waterloo, beter gezegd: ten
zuiden van Mont St. Jean, staat een 28 ton wegende,
bronzen leeuw. Het is een dankbaarheidsmonument,
zinnebeeld van Nederland en Engeland. Luikse
vrouwen, die gehard waren in het sjouwen met kolen,
legden die heuvel in 1822 aan. Mandje voor mandje
werd de vruchtbare Brabantse grond naar de top
getorst. Vrachtwagens waren er toen nog niet, bull
dozers zouden een spookverschijning zijn geweest.
Het krijgshaftige dier, dat door de Mechelse beeld
houwer Van Ceel werd gewrocht, kan er ook niets
aan doen dat het met de grommende bek naar het
zuiden is geplaatst. Een historische fout, zoals later
gebleken is. In het gebied, waar de taalgrens altijd
een open vraag is geweest, ergeren de Walen zich
er nog altijd groen en geel aan.
Enfin, bijna zou de
leeuw helemaal niet
meer te zien zijn ge
weest. Niet door de
honderd - duizenden,
Nederlandse school
kinderen, die er in
de loop der jaren
een reisje naar heb
ben gemaakt, en ook
niet door de in Bel
gië verblijvende,
buitenlandse toeris
ten, van wie er nog
altijd negentig pro
cent naar het slag
veld gaan. Toen in
1832 de Fransen naar
Antwerpen optrok
ken lag het in de be
doeling het monu
ment te laten sprin
gen. Waarom dit uit
eindelijk niet is ge
beurd, weet op dit
moment niemand
Onder de leeuw een kermis
van vermaak, omringd door pa-
tates-frites kramen en ijstent-
jes. Een panorama la Mesdag,
waarbij de rillingen over de rug
lopen. Stoffige wassen poppen
stellen de legeraanvoerders
voor: Wellington, Blücher, de
Prins van Oranje, Ohassé en
nog vele andere aan de ene
kant; Napoleon, Ney, Grouahy,
Cambronne en hun ontelbare
wapenbroeders aan de andere
kant.
Klucht
De moderne techniek heeft
van het geheel bijna een klucht
gemaakt. Op een film, die al
leen de betalende bezoeker mag
zien worden beelden vertoond,
die meer op legendevorming
dan op de werkelijkheid berus
ten. Zeker dertig keer per dag
laat men generaal Cambronne
sterven met een lelijke, Franse
krachtterm op de lippen. Dat
hij zijn Engelse belagers toege
schreeuwd zou hebben: „De
Garde sterft, maar geeft zich
niet over!", is door de rol
prentmaker kennelijk naar het
rijk der fabelen verwezen.
Evenzovele malen moet maar
schalk Grouchy aardbeien eten.
Grouchy, op wie de Keizer al
zijn hoop had gevestigd, doch die
te laat kwam om de Napoleonti
sche heirscharen van het ge
weld der gezamenlijke Brits-
Duitse strijdkrachten te redden.
De goede man, die de Fransen
him eerste overwinning in het
gebied van Waterloo had be
zorgd bij Ligny, waar hij de
Pruisen, zij 't tijdelijk op de
vlucht dreef heeft thans zijn
kostbare tijd voor het verster
ken van de inwendige mens
gebruikt.
Het laatste carré. Geen gardist
Vraag
In het even verder gelegen
restaurant Victor Hugo, dat
enorme zaken doet, haalt men
een bijna vulgair grapje uit.
Grouchy, de etende in plaats van
vechtende maarschalk, heeft het
ook hier gedaan. Via een ge
luidsbandje, dat bijna de hele
dag door wordt afgedraaid, laat
men de geïmiteerde stem van
Napoleon klagend en ook nog
schor 't laatste kan een
slijtfout zijn om de veldheer
roepen, die door die zelfde Na
poleon werd bevolen achter de
vluchtende troepen van Blücher
aan te gaan.
Tijdens een bezoek aan het
slagveld brandt de vraag op de
lippen wie in 1815 de overwin
naar en de overwonnene was.
Alles wat men als souvenir
kopen kan, staat in het teken
van de nimmer aflatende Napo
leon-verheerlijking. De beeldjes
van de Keizer bewijzen dit,
maar ook de asbakjes, de tegel
tjes, de manchetknopen, de gar
disten en de lest van h*t goed-
leid met herhaalde doch ver
geefse aanvallen van Franse
kurassiers op door Nederlanders
en Britten verdedigde stellin
gen.
Monumenten
En dan de gedenktekens, die
er zijiy Langs de hoofdweg,
waarop het verkeer tussen
Brussel en Charleroi voortjaagt,
hebben Belgen, Pruisen, Hanno-
verianen, Engelsen en Fransen
monumenten opgericht ter na
gedachtenis van de 30.000 do
den, die er in nog geen 36 uur
vielen.
De voorgeschiedenis van Wa
terloo begint, als Napoleon op
26 februari 1815 voet aan wal
zet in het Zuiidfranse Golfe
Juan, na uit zijn eerste verban
ningsoord, Elba, te zijn ge
vlucht. Terwijl Lodewijk XVIII,
de koning van Frankrijk, naar
het ~Êelgische Gent vlucht,
houdt de Keizer op 20 maart
1815 een triomfantelijke intocht
in Parijs. Een groot deel van
zijn vroegere leger schaart zich
opnieuw om hem heen. Bij
elkaar weet hij zo'n kwart mil
joen soldaten op de been te
brengen.
Op 25 maart 1815 onderteke
nen de mogendheden, die in
Wenen in congres bijeen zijn,
een offensief en defensief ver
bond tegen Frankrijk. Zij be
sluiten dat hun troepen van 1
juli af van Nederland en Duits
land uit het nieuwe keizerrijk
zullen binnenvallen. Dit uitstel
is te verklaren door de omstan
digheid dat de geallieerde le
gers al sinds 1814 gedeeltelijk
gedemobiliseerd zijn.
Om een waarschijnlijke aan
val van Napoleon tegen de Ne
derlanden te stuiten, komen de
hertog van Wellington en gene
raal Blücher overeen hun legers
onmiddellijk ten zuiden van
Brussel te concentreren.
Legers
r Napoleon zijn laatste hoofdkwartier in vestigde.
kope fraais, dat men er voor
veel geld kan krijgen.
Museum
Waar men zich ook beweegt
in het gebied van Waterloo,
overal bevinden zich monumen
ten. Over de bronzen leeuw
hebben we het al gehad hij
werd opgericht op de plaats,
waar de Prins van Oranje bij
een charge gewond raakte. In
Waterloo zelf is van de herberg,
die de hertog van Wellington
tot hoofdkwartier diende een
museum gemaakt, doch het is er
smerig en rommelig, terwijl
men zich af kan vragen, of er
zich ook maar één authentiek
stuk in bevindt.
Het hoofdkwartier van Napo
leon, de hoeve Le Caülou onder
Plancenoit is ook al als museum
ingericht. Er hangen wat platen
van Franse generaals en van
het veldbed, dat er staat, wordt
gezegd dat de Keizer er in de
naaht van de achttiende in
heeft geslapen.
Er zijn nog vele andere
boerderijen tussen Plancenoit
en Mont St. Jean, herbouwd
weliswaar, maar met in bloed
geschreven namen. In de hoeve
La Haie Sainte verdedigden de
door de troepen van maarschalk
Ney aangevallen Britten zich tot
de laatste man. De hoeve Mont
St. Jean deed dienst als veld
hospitaal, terwijl in de hoeve
La Belle Alliance de ontmoeting
tussen Wellington en Blücher
plaats vond, nadat de overwin
ning bevochten was. Op het
landgoed Hougoumont werd de
twee dagen durende slag inge-
Het leger van Wellington is
93.000 man sterk en bestaat
voor een derde deel uit Britse
en voor de rest uit Hollands-
Belgische (25.000) en Duitse
manschappen. Het wordt ingezet
voor de bescherming van Brus
sel, Antwerpen en Gent.
Blüchers troepen tellen
117.000 man. Zij krijgen tot taak
de gebieden rond Charleroi, Di-
nant, Namen en Luik te dekken.
De Nederlanders in Welling
tons gelederen maken vooral
deel uit van het Eerste Leger
korps, dat onder bevel van
prins Willem van Oranje staat
en generaal De Constant-Rebec-
que als stafchef heeft
Merkwaardig genoeg is er
geen opperbevel om de opera
ties van de Britse en Pruisische
legers te coördineren. In het
licht van de tegenstrijdige op
vattingen der bevelvoerders
Blücher koestert een vete tegen
Frankrijk, Wellington wil alleen
Napoleon ten val brengen is
het bijna ongeloofwaardig dat
de veldtocht een treffend voor
beeld wordt van vruchtbare sa
menwerking.
Zijn plannen bewijzen dat hij
nog altijd een strateeg van for
maat is. Zijn legers wil hij als
een speerpunt tussen de beide
géallieerde korpsen in drijven.
Het ene wil hij in bedwang
houden; het andere aanvallen
en verslaan. Onmiddellijk daar
na wil hij zich tegen de tot
stilstand gebrachte vleugel ke
ren om met groot geweld het
zelfde te doen.
Op 16 juni vinden twee, inlei
dende veldslagen plaats. Bij
Quatre Bras eindigt een bloedig
gevecht tussen de troepen van
Maarschalk Ney en die van De
Constant-Rebecque en Perpon-
cher beide Nederlandse gene
raals zijn, zonder hiervoor op
dracht te hebben ontvangen,
naar dit belangrijke, strategi
sche kruispunt gesneld in een
„gelijkspel". Bij Ligny echter,
waar Napoleons rechtervleugel
met de Pruisen slaags raakt,
boeken de geallieerden een ne
derlaag. Maarschalk Grouchy
krijgt opdracht de vluchtende
Duitsers te achtervolgen, maar
schalk Ney wordt met het bezig
houden van de Brits-Nederland
se strijdkrachten belast, Napo
leon zelf trekt met zijn hoofd
macht verder.
Het eigenlijke treffen bij Wa
terloo vindt in de vroege mid
dag van de 18de juni plaats. Het
is een heuvelachtig terrein,
waar tarwe- en roggevelden het
strijdperk vormen. De vette
leemgrond is kleverig als gevolg
van de hevige slagregens, die
daags tevoren gevallen zijn.
Chaotisch
Het zou te ver voeren hier
een gedetailleerd overzicht van
de aan beide zijden gevolgde
tactiek te geven. Vast staat dat
de strijd chaotisch was en dat
heel wat strijdmomenten moes
ten worden geïmproviseerd.
Vast staat ook dat Napoleon op
het nippertje verloor. Als maar
schalk Grouchy er inderdaad in
was geslaagd de Pruisen na
Ligny uit elkaar te drijven
niet Blüchers, maar zijn troepen
zouden dan in het beslissende
moment in de strijd zijn gewor
pen zou Waterloo waar
schijnlijk op een geallieerde
nederlaag zijn uitgelopen.
Roemruchtig voor zover
georganiseerde moord, die oor
log ten slotte altijd is, tenminste
roemruchtig kan zijn is de
ondergang van Napoleons Oude
Garde geweest. In drie carré's
stonden ze opgesteld om de
aftocht van de Keizer te dek
ken. Verlaten en overwonnen
stierven de massieve, donkere
menselijke muren tot de laatste
man uit.
Zelden in de geschiedenis is
er een plekje geweest, waar zo
veel mannen gewelddadig aan
hun einde kwamen als Water
loo. Op een oppervlakte van
misschien vijf vierkante kilome
ter vielen 30.000 doden en 15.000
gewonden als gevolg van ka-
nonnades, geweersalvo's en sa
belhouwen. Ook moesten de da
gen daarna 15.000 kadavers van
paarden worden geborgen.
Honderd vijf tig jaar na Water
loo komt het nog herhaaldelijk
voor dat boeren, die tussen
Plancenoit en Mont St. Jean het
land bewerken, op mensensche
dels en kanonskogels stuiten.
Honderdvijftig jaar na Waterloo
ook speelt „gechoqueerde ijdel-
heid", zoals Stendhals Fabrice
al onmiddellijk na de veldslag
opmerkte, nog altijd een grote
Strateeg
Napoleon wacht niet af, maar
ontwikkelt terstond een offen
sief in de richting van België.
De bronzen leeuw ven Waterloo, die op de plaats werd neergezet, t
Prins van Oranje gewond raakte.
Herdenking
De herdenking, die deze zo
mer plaats vindt, wordt geen
demonstratie van saamhorigheid
een gevoel, dat het Europa
van 1815 inspireerde. Door de
teisterende taalstrijd heeft de
Belgische minister van buiten
landse zaken, Paul Henri Spaak,
de Engelse, de Nederlandse en
de Duitse ambassadeur laten
weten slechts prijs op de af
vaardigingen van kleine militai
re detachementen te stellen. De
Franse ambassadeur heeft deze
week niet aangezeten aan het
diner-dansant, dat door de Brit
se diplomatieke vertegenwoor
diger in Brussel werd aange
richt, in navolging van het bal,
dat de hertogin van Richmond
(toevallig) aan de vooravond
van de veldslag gaf en waarvan
Wellington werd weggeroe-
Meer in de Franse geest
handelde het comité in Ligny
dat feestelijkheden ter gele
genheid van Napoleons laat
ste overwinning organiseerde.
Het zelfde kan gezegd wor
den van die Waalse caféhou
der, die in het (warme) gar
de-uniform van de roemruch
te „grognards" van Golfe
Juan naar Waterloo gelopen
is om de laatste, zo bitter ge-
eindigde triomftocht van de
autodidactische Keizer te
eren.