HONDERD JAAR GELEDEN WERD Pro^ Se ver'ij n no
JOHN MOTT GEBOREN
Vijf maal per week
broodbezorgi ng
GEESTI
L
Pionier van de Oecumene
Voorman der bonders jubileert
Classis Zeist roept op tot
persoonlijk bijbellezen
MhdacA/mt1:
Wordt bakker-aan-deur
langzaam verleden tijd?
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 22 MEI 1965
J Aa /#^l !t~\ /<-T\ As-ré Jt
(Van onze kerkredactie)
Aanstaande dinsdag is het honderd jaar geleden, dat
John Mott werd geboren, de beroemde wereldevangelist,
die pioniersarbeid heeft verricht bij de ontwikkeling van
de oecumene, de zending en de internationale christelijke
studenten- en jeugdbeweging.
Dr. Mott werd 25 mei 1865
geboren in het dorpje Living
ston in de staat New York in een
Mars van de
schildpad
Er zijn nog altijd mensen, die
menen dat de kerk altijd achter
blijft. Dezer dagen lazen we in een
Amerikaans blad een „gedichtje",
waarin iemand zijn gal uitstort
over zijn lezers. We hebben het op
onze manier vertaald:
Als een grote schildpad
marcheert de kerk verblijd
in de stappen blijvend
van de verleden tijd
De eenheid steeds verbroken
verdeeldheid is haar kracht
Ze loopt steeds eeuwen achter
en bereikt slechts hem die wacht.
Ik kan me voorstellen dat de
„dichter", toen hij deze woorden
op papier gezet had, heeft gedacht:
„Zo, nu heb ik het ze eens goed
gezegd. Laten ze dat maar zingen
op de wijs van „Voorwaarts chris
ten-strijders." Een paar dagen ge
leden stond ik op een perron van
het Utrechtse station. In de buurt
stond een aantal mannen in zwarte
kleren, met zwarte hoeden boven
hun verweerde gezichten Smalend
zei een slecht geknipte en bebaar
de jongeling tegen zijn vriendinne
tje. compleet in spijkerbroek en
met verwarde haardos: „Daar heb
je de kerk op klompen."
Maar in vele gevallen sukkelt de
kerk al lang niet meer op klompen
achteraan. Vaak gaat ze voorop, en
zo ver voorop, dat soms de mensen
haar niet eens kunnen bijhouden.
Ik denk aan de manier, waarop de
kerk in het zuiden van de Ver
enigde §taten op het ogenblik de
bevolking waarschuwt, dat de ne
gers niet blijvend achtergesteld
mogen worden. Menige dominee
die d3ar voor rasser.gelijkheid is.
heeft het in zijn stad of dorp
moeilijk, niet alleen met zijn ge
meenteleden. maar met de gehele
blanke bevolking.
Meer dan ooit vraagt de kerk
zich op dit moment af, hoe zij een
actueel woord in deze tijd kan
spreken. En dezelfde mensen die
smalend spraken over de „mars
van de schildpad" zeggen dan
„waar bemoeit de kerk zich mee!"
methodistisch boerengezin. Na
de middelbare school te hebben
doorlopen ging hij politieke we
tenschappen studeren. Toen hij
21 jaar was, kwam een van de
medewerkers van de bekende
Londense prediker Moody, de
voormalige cricketspeler John
Kynaston Studd voor de studen
ten spreken. Mott vertelde later,
dat hij te laat de zaal binnen
kwam. De spreker was al met
zijn toespraak begonnen.
„Nauwelijks had ik een plaats
ingenomen, of ik hoorde de
spreker drie korte zinnen uit
spreken, die later bleken het
keerpunt van mijn leven te
vormen. Het waren deze
woorden: „Zoudt gij nu grote
dingen zoeken? Zoek ze niet.
Zoek eerst het Koninkrijk
Gods."
Deze woorden gingen recht
streeks naar de innerlijke
roerselen van mijn zieleleven.
Al het andere, wat de spreker
zei, ben ik vergeten, maar
deze enkele woorden warer
beslissend voor mijn verdere
leven. Ik ging naar mijn ka
mer, niet om te studeren
maar om te vechten.
De grote overgave aan Chriï
tus kwam pas later. Eer
vriend hielp mij op de weg
tot Christus door mij de raad
te geven, mijzelf te vergeten
door mij te wijden aan men
sen. die werkelijk in nood
verkeerden de gevangenen
en dat jaar veel tijd te
besteden voor ongelukkige,
onteerde, verharde, aan het
kwaad verslaafde mensen. Ik
heb dat gedaan en voelde mij
daardoor dichter bij Christus
gebracht. Daarnaast zette ik
mij tot een grondige en eer
lijke bestudering van de oor
spronkelijke geschriften over
Christus en maakte ik een
uitgebreide studie van de
Openbaring.
Nooit zal ik die dag vergeten,
waarop ik met mijn papieren
vol aantekeningen, verspreid
op mijn bureau en op het
verschoten en versleten vloer
kleed, met Thomas in volko
men eerlijkheid tot Christus
Vrijwilligers
Mott werd een van de oprich
ters van de Studentenvrijwilli-
gers-beweging voor de zending,
die 13.t)00 leden heeft uitgezon-
secretaris voor het studenten-
werk van de Amerikaanse Bond
van Christelijke Jongemannen-
verenigingen (YMCA). Als zo
danig bezocht hij in 1891 voor
het eerst ons land voor de
CJMV-wereldconferentie in
Amsterdam, waar hij contacten
legde, die in 1895 leidden tot de
oprichting van de Wereldfedera-
Werfkracht afhankelijk van persoonlijk geestelijk leven
tie van Christen Studentenver
enigingen, waarvan hij direct
secretaris werd en later presi
dent (tot 1928).
Niet alleen in de Verenigde
Staten, maar over de gehele
wereld reisde John Mott de
universiteiten af, om studenten
tot Christus te leiden. Servië of
Egypte, Rusland, Frankrijk of
Brits-Indië of waar dan ook,
overal luisterden honderden in
tellectuelen naar zijn woord.
Meer dan zeventig christen-stu
dentenverenigingen werden door
hem opgericht.
Samenwerking
Steeds bleef Mott krachtig legde hij
voor de zendinf IJveren en hij zoals die nu
was dan ook de aangewezen door velen gezocht wordt, werd
voorzitter van de eerste wereld- jaren geleden door Mott met
zendingsconferentie (Edinburgh
1910). Zijn streven, om de tal
rijke protestantse zendingsge
nootschappen tot samenwerking
te brengen, leidde in 1921 tot de
oprichting van de Internationale
Zendingsraad, waarvan hij 21
jaar voorzitter was. Zijn reizen
in dienst van de zending tussen
beide wereldoorlogen zijn bijna
ontelbaar. Meer dan honderd
maal stak hij de oceaan over.
Hij leidde de wereldzendings-
conferenties van Jeruzalem
(1928) en Tambaram (1938).
Daarnaast bleef Mott zich in
zetten voor het CJMV-werk. De
Wereldbond van CJMV's kende
hem van 1926 tot 1947 als haar
'resident. Door zijn leidende
uncties in drie christelijke we
reldorganisaties en door zijn
sterke oecumenische gezindheid
kon het niet anders, of dr. Mott
werd een leidende figuur in de
oecumenische beweging.
In 1948 was hij dan ook tc
Amsterdam, toen daar de We
reldraad van Kerken werd op
gericht. Het was te begrijpen,
dat de man, die toen twee jaar
te voren om zijn vele werk de
Nobelprijs voor de vrede had
gekregen, ere-president werd
van het nieuwe oecumenische
lichaam.
Op 31 januari 1955 stierf Mott,
89 jaar oud.
Vervlakking
Men heeft Mott wel verweten
n misschien niet geheel ten
nrechte dat hij niet ontko
len is aan het gevaar var.
'eruitwendiging en vervlakking
.nderdaad was hij niet bepaald
dogmatisch aangelegd. En hij
was een organisator, die alle-
„Amerikaans" groots aanpakte.
Eén voorbeeld: men vroeg
Mott eens om zijn advies. De
CJMV in Korea had om steun
gevraagd voor de oprichting
van een verenigingsgebouw in
de hoofdstad Seoel. „Vindt U,
dat dat het beste is, wat wij
kunnen doen?" werd Mott ge
vraagd.
„Neen", antwoordde Mott.
„Daar is iets veel beters en dat
is niet alleen Seoel, maar ook
Peking en het Japanse Kioto een
verenigingsgebouw te geven."
En het lukte hem nog ook.
(Van onze kerkredactie)
Vijftig jaar in het ambt en nog steeds actief. Dat is prof.
dr. J. Severijn, die morgen hoopt te gedenken, dat hij vijftig
jaar geleden als predikant bevestigd werd in het Utrechtse
dorp Wilnis. Hoewel hij veertien dagen geleden 82 jaar werd,
dient hij de Gereformeerde Bond nog steeds in drie be
langrijke functies: als voorzitter, als hoofdredacteur van het
weekblad van de Bond De Waarheidsvriend cn als bijzonder
hoogleraar aan de theologische faculteit van de Utrechtse
universiteit op een leerstoel, die de Gereformeerde Bond
speciaal voor hem in 1951 creëerde.
Prof. Severijn, die op 8 mei 1883
in Utrecht werd geboren, begon
zijn loopbaan als onderwijzer (op
de openbare school) in Maartens
dijk. Voornemens rechten te gaan
studeren, deed hij in 1910 staats
examen. maar eenmaal aan de
universiteit werd het toch theolo
gie. Negen jaar later bekroonde hij
zijn studie aan de universiteit van
Voetius met een promotie
Spinoza en de gereformeerde theo
logie zijner dagen.
De doctor stond toen al in
Leerdam, zijn tweede gemeente,
waar hij in 1918, na drie jaar in
Wilnis. naar toe getrokken was.
Een jaar na zijn promotie deed hij
zijn intree in Dordrecht, waar hij
naar hij later zei, de mooiste jaren
van zijn ambtelijke loopbaan had.
Kamerlid
zijn werk een
In 1929 werd hij emeritus, omdat
hij deel ging uitmaken van de anti
revolutionaire Tweede Kamerfrac
tie. Hij was slechts twee jaar
Kamerlid, maar de liefde voor de
ARP heeft prof. Severijn door d®
jaren heen behouden. Jarenlang
was hij lid van het centraal comité
en van de redactie van AR.
Staatkunde en in 1963 werd hij
benoemd tot erelid van de partij.
In 1931 volgde hij zijn leermees
ter prof. Visscher o-> als hoogleraar
te Utrecht in de wijsbegeerte van
de godsdienst, de encyclopedie van
de godsdienst en de wijsgerige
ethiek. Moeilijke vakken en de
studenten, die hij inleidde in de
systemen van Spinoza of Heideg
ger hebben het dan ook zeker niet
gemakkelijk gehad. Maar groot
was zijn invloed die op hen
uitging.
Vooral de studie van Calvijn
werd door hem gestimuleerd en
enkele voortreffelijke dissertaties
waren daar het gevolg van (o.a.
van prof. dr. S. van der Linde en
van dr. H. Schroten). Toen hij 70
werd (in 1953) kreeg hij eervol
ontslag als gewoon hoogleraar,
maar zo groot was de waardering
voor zijn werk. dat de Gerefor-
grote kracht voorgestaan als
„morning-watch", de rustige
ogenblikken aan het begin van
de dag, waarin het goed is
alleen te zijn met de Bijbel, met
God.
Eens sprak Mott op een ver
gadering van werkers in CJMV
arbeid en hij legde hun de vraag
voor: Waarom bidden jullie zo
weinig? Jullie organiseren, col
lecteren, administreren, maar
waarom is er zo weinig gebed?
meerde Bond hem al twee
jaar tevoren op een bij
zondere leerstoel benoemd
Ongerust
Wij schreven hierboven,
dat prof. Severijn de Gere
formeerde Bond dient. Dat
is natuurlijk niet juist.
Hij weet zich in hart en
nieren dienaar des goddelijken
Woords. Zijn hele leven is hij op
alle plaatsen, waar hij gesteld
werd, opgekomen voor het absolu
te gezag van Gods Woord. Wat dat
betreft, is hij allerminst gerust
over de ontwikkelingen in het
kerkelijke leven van nu.
De laatste keer, dat wij hem
hoorden, op de jaarvergadering
van de hervormd-gereformeerde
mannen in oktober, riep hij zijn
gehoor met krachtige stem op tot
waakzaamheid. „De Hervormde
Kerk gaat steeds meer in een
richting, die wij niet kunnen
goedkeuren, terwijl de gerefor
meerde beweging verslinkt". zei
hij toen.
„De gereformeerde belijdenis
representeert een latente kracht in
ons volk. welke veel dieper gewor
teld is en haar werking veel
verder doet gevoelen, dan men
veeltijds vermoedt", zo schreef hij
in 1947 in zijn bekende brochure
„Wij gereformeerden".
„De kracht schijnt vergaan en
zij zijn in het oog der wereld niet
meer dan een hoopje amechtige
sectariërs. die wellicht nimmer
geheel zullen uitsterven, maar....
Nimmer uitsterven? Waarom niet?
Omdat men intuïtief gevoelt, dat
er toch in dat eenvoudige Scnrift-
gelovige volk een mysterieuze
kracht schuilt, waarvoor men staat,
als men haar tegen komt op zijn
weg, zo onbevangen en waar."
Oproep
En de volgende hartstochtelijke
iproep tot de gehele gereformeer-
le gezindte om samen op te
trekken, 1s vandaag nog actueler
„Zullen wij nu eindelijk de
onderlinge strijd opgeven om
als één man op te komen voor
Gods zaak? Of is het nog niet
duidelijk genoeg, dat wij gere
formeerden nu op het appèl
moeten zijn? Er moet wat ge
beuren, Er is behoefte aan een
gemeenschappelijk getuigenis
van het gereformeerd protestan
tisme tegen de verderfelijk*
dogmata van de zogenaamde
nieuwe theologie in een van
waarachtig geloof vervreemde
wereld."
Getuige de strijdbare artike
len, die hij op het ogenblik in
De Waarheidsvriend schrijft
over de eerste hoofdstukken
van Genesis, is prof. Severijn
nog niet van plan, om bij dit
getuigenis te gaan ontbreken.
Van oertijd tot
eindtijd
Van oertijd tot eindtijd, door
J. A. Hendriks, arts. Uitgave H.
J. Paris, Amsterdam.
Schrijver toont universele be
langstelling en heeft het resultaat
van zijn studies samengevat in een
beschouwing van de wereldhistorie
in eeuwigheidslicht, van het begin
der schepping tot de voltooiing in
de herschepping. Hoe veelzijdig
dit werk is. blijkt wel daaruit, dat
hij het ontstaan van het heelal,
van de aarde, het leven op aarde,
ontstaan van aardlagen, de ijstij
den, de religie en de wetenschap
in de oudheid, het scheppingsver
haal, de val van de mens, het
heilswerk Gods in de loop der
eeuwen, de stichting der kerk,
verbreiding van het Christendom,,
verval en reformatie der kerk. de
triomftocht der rede, kolonialisme
en slavenhandel, communisme, fas
cisme, nationaal-SGcialisme, de we
reldoorlogen, Israël, de honger, de
hulp aan landen in ontwikkeling,
de zending, de wereldraad van
kerken, racisme, het kerkelijk le
ven, de problemen van de moder
ne mens. de vele vragen van de
toekomst behandelt. Aan het eind
schrijft hij over de nieuwe hemel
en de nieuwe aarde, waarin alle
gezaligden God zullen prijzen. (176
blz.. 6.90)
(Vu
kerkredactie)
De vierduizend gereformeerde
gezinnen van de classis Zeist en
alle kerkeraden van dc Gerefor
meerde Kerken krijgen deze week
een brochure „Hij in ons en wij in
Hem", dat gewijd is aan de per
soonlijke omgang met God.
„Meestal regelen we alles keurig",
staat er in. „onze maaltijden,
werktijden, onze slaap, enzovoort,
behalve ons geestelijk leven. Dat
doen we vaak als het toevallig zo
uitkomt." De conclusie is: „Zo
goed als we drie keer op een dag
doorgaans op een vaste tijd eten,
zo moeten we ook voor onze stille
tijd een vaste tijd aanhouden."
Deze uitgave is de vrucht van
een bezinning in deze jongste
classis van de Gereformeerde Ker
ken door de deputaten voor de
evangelisatie op de werfkracht van
de kerk. Zij waren gegrepen door
het zogenaamde „Verschralings-
rapport" dat de stand van he'
geestelijk leven in de Gerefor
meerde Kerken indertijd aan d-
orde stelde. Een kerk die nie
werft, sterft, zeiden de deputatc
Missionair
In hun onderzoek betrokken zi.
een rapport dat was opgesteld dooi
een commissie van het Nederland;
Bijbelgenootschap over het bijbel
gebruik bij dc gereformeerden
Daaruit blijkt dat de bijbel nog
wel aan tafel gelezen wordt, maai
nauwelijks persoonlijk. De Zelstei
deputaten kwamen tot de conclusii
dat het gebrek aan werfkracht ten
nauwste samenhangt met een in
zinking In het persoonlijk geeste
lijk leven van de gemeenteleden.
De brochure zegt nu: „Een werke
lijk missionaire levenshouding kan
alleen geboren worden daar, waar
mensen vol zijn van Jezus Chris
tus."
bijbellezen aan 1
Lees aan tafel de bijbel niet in
zijn geheel.... Niet alle Schrift
gedeelten zijn voor het lezer
aan tafel geschikt.
Lees een maal per dag volgens
een rooster (zoals wij In onze
krant dagelijks onder het
Woord voor Vandaag afdruk
ken). De andere keer kunt u
gebruik maken van een dag
boek. kalender of kinderbijbel
Gebruik ook eens een andere
vertaling.
Laat de gezinsleden om beur
ten lezen.
Praat eens met elkaar over bet
gelezene.
tafel kort en persoon-
Bid
lijk.
Persoonlijk
Sa deze practische wenken Komt
•en gedeelte over het persoonlijk
njbellezen. dat volgens het syno
derapport „Stand Geestelijk Le
ven" „niet (meer?) tot het gere
formeerde levenspatroon behoort".
De noodzaak van het persoonlijk
bijbellezen wordt in de brochure
beschreven en daarna wordt uitge
legd wat het woord „stille tijd" in
wezen betekent: persoonlijk bijbel
ezen. meditatie en gebed.
Volgens de brochure is een
goede bijbelgids in de meeste
gevallen onmisbaar om tot vrucht-
Daar bijbellezen te komen. „Zo'n
oijbelgids wijst voor elke dag een
gepaald Schriftgedeelte aan en
geeft er een korte toelichting bij
.Viet om het bijbellezen te vervan
gen. maar wel om te leren mei
meer aandacht en nog nauwkeuri
ger te lezen. Anders lezen wi;
vaak over de dingen heen. Aan he
slot van de brochure wordt gewe
zen op dc uitgaven van de Interna
tionale Bijbelbond, wiens leesroos
ter wij ook in de krant volgen
naamste woorden die
komen? Heeft God mij persoonlijk
in dit gedeelte iets te zeggen? Zit
2r een waarschuwing of een belof
te in?
„Het resultaat van onze medita
tie". zegt deze uitgave, moet zijn.
dat het Woord van Christus rijke
lijk in ons woont. Geladen met het
levende Woord staan en verkeren
wij dan in de wereld, waarin wij
als getuigen geroepen zijn.
Gebed
Over het gebed zegt het geschrift
nog:
Het dagelijks gebed moet min
stens het volgende inhouden:
dankzegging, aanbidding,
schuldbelijdenis en voorbede.
Laten we correct zijn in ons
gebed, vooral in onze voorbede.
Adopteer enkele van uw buren,
familie of vrienden en breng ze
dagelijks in uw gebed bij God.
Er wordt op gewezen dat het
Gereformeerde Zendingscentrum
heeft geschreven dat de voorbede
een zendingsactiviteit is. waaraan
iedere christen kan deelnemen en
waarvan, naar bijbels getuigenis,
onberekenbare zegen mag worden
verwacht
In de classis Zeist wordt de
brochure, die is uitgegeven door
de Internationale Bijbelbond. ver
spreid door de deputaten voor de
evangelisatie. De kerkeraden ont
vangen dezelfde brochure ter ken
nisneming met het rapport van het
Nederlands Bijbelgenootschap var.
de deputaten voor de bijbelvoor-
:iening. Zij verzoeken de kerkera
len aan de deputaten te willen
-apporteren of zij dat rapport ovet
iet bijbelgebruik van de gerefor-
neerden besproken hebben, welke
'onclusies er uit de bespreking zijn
•oortgekomen en welke maatrege-
'en men denkt te nemen om het
>ersoonlijk bijbelgebruik te stimu-
Meditatie
ven voor ne aepuuirn voor or
de stille evangelisatie van de clasais Zeisf
Het tweede punt
tijd is de meditatie. Volgens dit
geschrift moeten de lezers zichzelf door do Internationale Bijbelbond
aantal vragen «tellen: Begrijp Tullland 7, Doorn. (16 bis. 0,25
Verleden jaar besloten de bakkers in ons land in
1965 een begin te maken met de vijfdaagse werkweek
voor de bezorgers. Pas sinds kort is er een aarzelend
begin mee gemaakt. Er doemen namelijk allerlei moei
lijkheden op die een ferme realisering in de weg staan.
Welke de moeilijkheden zijn en hoe het in de toe
komst zal gaan met de broodbezorging was ons onder
werp van gesprek met enkele figuren uit de vakwereld,
dat ons daarom zo interessant leek omdat hier zeer
duidelijk ook een consumentenbelang in het geding is.
(Van een onzer
redacteuren)
Vele huisvrouwen heb
ben het al aan den lijve
ondervonden de bakker
is er op uit vijf, in plaat?
van zes dagen aan de deur
te komen om het dage
lijkse broodje te bezorgen
En waarom ook niet
iedereen heeft nu toch we
zijn vijfdaagse te pakker
en mag de bezorger dif
nu alstublieft ook? Hij i?
een van de laatsten in dr
rij van werknemers dip dit
sociale (voor)recht gaa'
ontvangen.
Ja, gaat ontvangen, want da
is bepaald niet in één handom
draai te verwezenlijken: hel
dient geleidelijk ie ftbeuren
In de eerste pla*t« aörtat hel
hier een technisch mo*flijk u
realiseren zaak betreft zodai
men er als het ware al experi
menterende een zo goed moge
lijke vorm voor wil vinden.
In de tweede plaats omdat de
.•onsument de bezorging-aan-
liuis zo bijzonder op prijs blijkt
■e stellen en.de bakker er alles
lan wil doen het ongerief voor
1c verbruiker zo gering moge-
ijk te doen zijn. Dit laatste op
:rond van de gezonde stelling
n detaillistenkring: hij die het
>este bedient, zal ook het mees-
Dat de consument zijn brood
raag bezorgd heeft blijkt uit
'e praktijk. Op het platteland
vordt het in 90 tot 95 proceni
huis afgeleverd: in de provin-
■iesteden is het percentage 75
in in de grote steden 65 pro-
•ent. Amsterdam vormt op dat
aatste percentage weer een
lizondering omdat men daar
in tegenstelling met andere gro
le steden veel kleinbedrijf
kent, waar de klant veelal hel
verse brood komt halen.
werd al geruime tijd geleden
dat in dit jaar 1965 begonnen
zou worden de bezorgers lfi
maal een vijfdaagse werkweek
te geven, ter keuze van elk
bedrijf. Plaatselijk zouden de
bakkers om de groene tafel
gaan zitten om tot eenzelfde
gedragslijn te komen, zodat bij
het toepassen van deze maatre
gel elk concurrentiebeding zou
kunnen worden uitgeschakeld
Echter bleek die plaatselijke
eenheid na lange onderhande
lingen moeilijk bereikbaar. En
wel om de simpele reden dat
de belangen van de verschillen
de bakkersbedrijven zo uiteen
lopen.
De kleinbakkers met hun
eigen bakkerij thuis, die het
doorgaans hebben van de win
kelverkoop en een aantal wij
ken in de onmiddellijke omge
ving, hadden het 't gemakke
lijkst. Hun vijfdaagse konden
ze moeiteloos realiseren: die
ene dag kwamen de klanten
dan wel naar de winkel die im
mers vlakbij is. En aangezien
bezorgers van een kleinbakkerij
vaak in het bedrijf medewerken
kon voor de tengevolge van de
vijfdaagse nog te maken uren
om de 45 weékuren ,,vol" te
Krijgen nog wel andere arbeid
In de bakkerij worden gevon
den.
Bij het grootbedrijf werd dit
aatste al moeilijker. Daar im
mers is de bezorger, uitsluitend
oezorger Met zijn gemiddeld
7'j uur werken kwam hij bij
een zesdaagse aan zijn 45 uur.
Maar bij een vijfdaagse zou hij
slechts 37 tot 38 uur werken,
waarbij elders in het bedrijf
<één werk voor hem zou kun
nen worden gevonden, onder
andere omdat het produktiepro-
ces in het grootbedrijf zo goed
als volledig gemechaniseerd is
Toch zou zijn werkgever hem
de 45 uur uit moeten betalen
een behoorlijke schadepost! In
feite betekent dus voor het
grootbedrijf de vijfdaagse dat
er voor de bezorgers geen
volledige dagtaak meer is. Een
-are situatie.
Ik wel - hij niet
Daar kwam dan nog
coöperaties en andere grootbak-
kerijbedrijven, die niet overal
winkels hebben, als extra moei
lijkheid bij dat de bezorgloze
dag ook een dag zonder inkom
sten zou worden. Immers waar
moesten de klanten hun brood
gaan halen? Deze bedrijven
eisten weer een bakloze dag,
zodat de bezorger de dag daar
voor voor twee dagen brood
zou kunnen afleveren. Maar dit
wilden de grootbedrijven met
winkels weer niet.
Zo is de situatie ontstaan dat
de vijfdaagse in de bakkers
wereld tot heden nog bjjna
nergens gezamenlijk kan
worden opgelost. Een ieder
handelt nu maar naar eigen
goeddunken cn niemand weet
precies hoe de hele zaak zich
verder zal gaan ontwikkelen.
Door al het vruchteloze gepraat
is bovendien 1965 met zijn 18
verplichte vijfdaagse weken
behoorlijk opgeschoten zonder
dat tot handelen is overgegaan.
Bovendien komen nu éérst de
bakkersvakanties met de wa
gens op vaste plaatsen. Pas
daarna, dat is in september,
kan ten slotte met het „inha
len" van de 18 verplichte vijf
daagse werkweken worden be
zonnen.
Zeker is in alle geval dat dc
vijfdaagse voor het bakkersbe
drijf alleen maar nadelen zaJ
meebrengen. In de eerste plaats
een vermindering van het
óroodverbruik en voorts de
meeste schade bij die grootbe
drijven die zo goed als geen
winkels en bijna uitsluitend
irnodbezorrfan hebben.
Waarschijnlijk zal derhalve
de daling van het broodver-
bruik per hoofd van de bevol
king iets meer dan twee pro
cent per jaar gaan bedragen.
Twee procent is al normaal en
een gebruikelijk verschijnsel in
welvarende landen. Redenen
men eet meer beleg en andere
luxe artikelen (koekjes, gebak
etc.) èn er wordt door de
verdergaande automatisering
veel minder zwaar werk ge
daan hetgeen ook een vermin
dering van het dagelijkse
broodrantsoen betekent. Daa
komt dus nu nog als „surplus'
of liever: volgende minpunt, r
vijfdaagse bij.
Lichtpuntje
Anderzijds is er ook r>
lichtpuntje voor de bakkers:
is met toestemming van d<
overheid een liberalisatie in d
bczorgprijs verkregen. Was hei
vroeger zo dat praktisch ir
geheel Nederland behalvi
Den Haag dc bezorgprijs
met doorberekend werd, thans
is er officiële toestemming ver
kregen om voor bezorgd brood
thans 1 cent en per 1 januari
1966 2 cent te rekenen. Een
extra dat de consument er
graag voor over blijkt te heb
ben.
Vraagt men in de bakkerswe
reld of de bezorging helemaal
zal ophouden omdat thans een
zeer gedeeltelijke invoering van
de vijfdaagse bezorging al zo
veel moeilijkheden oplevert,
terwij) er door progressieven
reeds over de vier daagse
vordt gepraat, dan haalt men
1e schouders op.
Het enige positieve cc
taar dat men kan horen
blijven vol moed de bezorging
verdedigen, ook al zien we zelf
op dit ogenblik de oplossing
nog niet. Bezorging is een
consumenten- en dus ook ons
belang."