HONDERD JAAR GELEDEN WERD Pro^ Se ver'ij n no JOHN MOTT GEBOREN Vijf maal per week broodbezorgi ng GEESTI L Pionier van de Oecumene Voorman der bonders jubileert Classis Zeist roept op tot persoonlijk bijbellezen MhdacA/mt1: Wordt bakker-aan-deur langzaam verleden tijd? ZONDAGSBLAD ZATERDAG 22 MEI 1965 J Aa /#^l !t~\ /<-T\ As-ré Jt (Van onze kerkredactie) Aanstaande dinsdag is het honderd jaar geleden, dat John Mott werd geboren, de beroemde wereldevangelist, die pioniersarbeid heeft verricht bij de ontwikkeling van de oecumene, de zending en de internationale christelijke studenten- en jeugdbeweging. Dr. Mott werd 25 mei 1865 geboren in het dorpje Living ston in de staat New York in een Mars van de schildpad Er zijn nog altijd mensen, die menen dat de kerk altijd achter blijft. Dezer dagen lazen we in een Amerikaans blad een „gedichtje", waarin iemand zijn gal uitstort over zijn lezers. We hebben het op onze manier vertaald: Als een grote schildpad marcheert de kerk verblijd in de stappen blijvend van de verleden tijd De eenheid steeds verbroken verdeeldheid is haar kracht Ze loopt steeds eeuwen achter en bereikt slechts hem die wacht. Ik kan me voorstellen dat de „dichter", toen hij deze woorden op papier gezet had, heeft gedacht: „Zo, nu heb ik het ze eens goed gezegd. Laten ze dat maar zingen op de wijs van „Voorwaarts chris ten-strijders." Een paar dagen ge leden stond ik op een perron van het Utrechtse station. In de buurt stond een aantal mannen in zwarte kleren, met zwarte hoeden boven hun verweerde gezichten Smalend zei een slecht geknipte en bebaar de jongeling tegen zijn vriendinne tje. compleet in spijkerbroek en met verwarde haardos: „Daar heb je de kerk op klompen." Maar in vele gevallen sukkelt de kerk al lang niet meer op klompen achteraan. Vaak gaat ze voorop, en zo ver voorop, dat soms de mensen haar niet eens kunnen bijhouden. Ik denk aan de manier, waarop de kerk in het zuiden van de Ver enigde §taten op het ogenblik de bevolking waarschuwt, dat de ne gers niet blijvend achtergesteld mogen worden. Menige dominee die d3ar voor rasser.gelijkheid is. heeft het in zijn stad of dorp moeilijk, niet alleen met zijn ge meenteleden. maar met de gehele blanke bevolking. Meer dan ooit vraagt de kerk zich op dit moment af, hoe zij een actueel woord in deze tijd kan spreken. En dezelfde mensen die smalend spraken over de „mars van de schildpad" zeggen dan „waar bemoeit de kerk zich mee!" methodistisch boerengezin. Na de middelbare school te hebben doorlopen ging hij politieke we tenschappen studeren. Toen hij 21 jaar was, kwam een van de medewerkers van de bekende Londense prediker Moody, de voormalige cricketspeler John Kynaston Studd voor de studen ten spreken. Mott vertelde later, dat hij te laat de zaal binnen kwam. De spreker was al met zijn toespraak begonnen. „Nauwelijks had ik een plaats ingenomen, of ik hoorde de spreker drie korte zinnen uit spreken, die later bleken het keerpunt van mijn leven te vormen. Het waren deze woorden: „Zoudt gij nu grote dingen zoeken? Zoek ze niet. Zoek eerst het Koninkrijk Gods." Deze woorden gingen recht streeks naar de innerlijke roerselen van mijn zieleleven. Al het andere, wat de spreker zei, ben ik vergeten, maar deze enkele woorden warer beslissend voor mijn verdere leven. Ik ging naar mijn ka mer, niet om te studeren maar om te vechten. De grote overgave aan Chriï tus kwam pas later. Eer vriend hielp mij op de weg tot Christus door mij de raad te geven, mijzelf te vergeten door mij te wijden aan men sen. die werkelijk in nood verkeerden de gevangenen en dat jaar veel tijd te besteden voor ongelukkige, onteerde, verharde, aan het kwaad verslaafde mensen. Ik heb dat gedaan en voelde mij daardoor dichter bij Christus gebracht. Daarnaast zette ik mij tot een grondige en eer lijke bestudering van de oor spronkelijke geschriften over Christus en maakte ik een uitgebreide studie van de Openbaring. Nooit zal ik die dag vergeten, waarop ik met mijn papieren vol aantekeningen, verspreid op mijn bureau en op het verschoten en versleten vloer kleed, met Thomas in volko men eerlijkheid tot Christus Vrijwilligers Mott werd een van de oprich ters van de Studentenvrijwilli- gers-beweging voor de zending, die 13.t)00 leden heeft uitgezon- secretaris voor het studenten- werk van de Amerikaanse Bond van Christelijke Jongemannen- verenigingen (YMCA). Als zo danig bezocht hij in 1891 voor het eerst ons land voor de CJMV-wereldconferentie in Amsterdam, waar hij contacten legde, die in 1895 leidden tot de oprichting van de Wereldfedera- Werfkracht afhankelijk van persoonlijk geestelijk leven tie van Christen Studentenver enigingen, waarvan hij direct secretaris werd en later presi dent (tot 1928). Niet alleen in de Verenigde Staten, maar over de gehele wereld reisde John Mott de universiteiten af, om studenten tot Christus te leiden. Servië of Egypte, Rusland, Frankrijk of Brits-Indië of waar dan ook, overal luisterden honderden in tellectuelen naar zijn woord. Meer dan zeventig christen-stu dentenverenigingen werden door hem opgericht. Samenwerking Steeds bleef Mott krachtig legde hij voor de zendinf IJveren en hij zoals die nu was dan ook de aangewezen door velen gezocht wordt, werd voorzitter van de eerste wereld- jaren geleden door Mott met zendingsconferentie (Edinburgh 1910). Zijn streven, om de tal rijke protestantse zendingsge nootschappen tot samenwerking te brengen, leidde in 1921 tot de oprichting van de Internationale Zendingsraad, waarvan hij 21 jaar voorzitter was. Zijn reizen in dienst van de zending tussen beide wereldoorlogen zijn bijna ontelbaar. Meer dan honderd maal stak hij de oceaan over. Hij leidde de wereldzendings- conferenties van Jeruzalem (1928) en Tambaram (1938). Daarnaast bleef Mott zich in zetten voor het CJMV-werk. De Wereldbond van CJMV's kende hem van 1926 tot 1947 als haar 'resident. Door zijn leidende uncties in drie christelijke we reldorganisaties en door zijn sterke oecumenische gezindheid kon het niet anders, of dr. Mott werd een leidende figuur in de oecumenische beweging. In 1948 was hij dan ook tc Amsterdam, toen daar de We reldraad van Kerken werd op gericht. Het was te begrijpen, dat de man, die toen twee jaar te voren om zijn vele werk de Nobelprijs voor de vrede had gekregen, ere-president werd van het nieuwe oecumenische lichaam. Op 31 januari 1955 stierf Mott, 89 jaar oud. Vervlakking Men heeft Mott wel verweten n misschien niet geheel ten nrechte dat hij niet ontko len is aan het gevaar var. 'eruitwendiging en vervlakking .nderdaad was hij niet bepaald dogmatisch aangelegd. En hij was een organisator, die alle- „Amerikaans" groots aanpakte. Eén voorbeeld: men vroeg Mott eens om zijn advies. De CJMV in Korea had om steun gevraagd voor de oprichting van een verenigingsgebouw in de hoofdstad Seoel. „Vindt U, dat dat het beste is, wat wij kunnen doen?" werd Mott ge vraagd. „Neen", antwoordde Mott. „Daar is iets veel beters en dat is niet alleen Seoel, maar ook Peking en het Japanse Kioto een verenigingsgebouw te geven." En het lukte hem nog ook. (Van onze kerkredactie) Vijftig jaar in het ambt en nog steeds actief. Dat is prof. dr. J. Severijn, die morgen hoopt te gedenken, dat hij vijftig jaar geleden als predikant bevestigd werd in het Utrechtse dorp Wilnis. Hoewel hij veertien dagen geleden 82 jaar werd, dient hij de Gereformeerde Bond nog steeds in drie be langrijke functies: als voorzitter, als hoofdredacteur van het weekblad van de Bond De Waarheidsvriend cn als bijzonder hoogleraar aan de theologische faculteit van de Utrechtse universiteit op een leerstoel, die de Gereformeerde Bond speciaal voor hem in 1951 creëerde. Prof. Severijn, die op 8 mei 1883 in Utrecht werd geboren, begon zijn loopbaan als onderwijzer (op de openbare school) in Maartens dijk. Voornemens rechten te gaan studeren, deed hij in 1910 staats examen. maar eenmaal aan de universiteit werd het toch theolo gie. Negen jaar later bekroonde hij zijn studie aan de universiteit van Voetius met een promotie Spinoza en de gereformeerde theo logie zijner dagen. De doctor stond toen al in Leerdam, zijn tweede gemeente, waar hij in 1918, na drie jaar in Wilnis. naar toe getrokken was. Een jaar na zijn promotie deed hij zijn intree in Dordrecht, waar hij naar hij later zei, de mooiste jaren van zijn ambtelijke loopbaan had. Kamerlid zijn werk een In 1929 werd hij emeritus, omdat hij deel ging uitmaken van de anti revolutionaire Tweede Kamerfrac tie. Hij was slechts twee jaar Kamerlid, maar de liefde voor de ARP heeft prof. Severijn door d® jaren heen behouden. Jarenlang was hij lid van het centraal comité en van de redactie van AR. Staatkunde en in 1963 werd hij benoemd tot erelid van de partij. In 1931 volgde hij zijn leermees ter prof. Visscher o-> als hoogleraar te Utrecht in de wijsbegeerte van de godsdienst, de encyclopedie van de godsdienst en de wijsgerige ethiek. Moeilijke vakken en de studenten, die hij inleidde in de systemen van Spinoza of Heideg ger hebben het dan ook zeker niet gemakkelijk gehad. Maar groot was zijn invloed die op hen uitging. Vooral de studie van Calvijn werd door hem gestimuleerd en enkele voortreffelijke dissertaties waren daar het gevolg van (o.a. van prof. dr. S. van der Linde en van dr. H. Schroten). Toen hij 70 werd (in 1953) kreeg hij eervol ontslag als gewoon hoogleraar, maar zo groot was de waardering voor zijn werk. dat de Gerefor- grote kracht voorgestaan als „morning-watch", de rustige ogenblikken aan het begin van de dag, waarin het goed is alleen te zijn met de Bijbel, met God. Eens sprak Mott op een ver gadering van werkers in CJMV arbeid en hij legde hun de vraag voor: Waarom bidden jullie zo weinig? Jullie organiseren, col lecteren, administreren, maar waarom is er zo weinig gebed? meerde Bond hem al twee jaar tevoren op een bij zondere leerstoel benoemd Ongerust Wij schreven hierboven, dat prof. Severijn de Gere formeerde Bond dient. Dat is natuurlijk niet juist. Hij weet zich in hart en nieren dienaar des goddelijken Woords. Zijn hele leven is hij op alle plaatsen, waar hij gesteld werd, opgekomen voor het absolu te gezag van Gods Woord. Wat dat betreft, is hij allerminst gerust over de ontwikkelingen in het kerkelijke leven van nu. De laatste keer, dat wij hem hoorden, op de jaarvergadering van de hervormd-gereformeerde mannen in oktober, riep hij zijn gehoor met krachtige stem op tot waakzaamheid. „De Hervormde Kerk gaat steeds meer in een richting, die wij niet kunnen goedkeuren, terwijl de gerefor meerde beweging verslinkt". zei hij toen. „De gereformeerde belijdenis representeert een latente kracht in ons volk. welke veel dieper gewor teld is en haar werking veel verder doet gevoelen, dan men veeltijds vermoedt", zo schreef hij in 1947 in zijn bekende brochure „Wij gereformeerden". „De kracht schijnt vergaan en zij zijn in het oog der wereld niet meer dan een hoopje amechtige sectariërs. die wellicht nimmer geheel zullen uitsterven, maar.... Nimmer uitsterven? Waarom niet? Omdat men intuïtief gevoelt, dat er toch in dat eenvoudige Scnrift- gelovige volk een mysterieuze kracht schuilt, waarvoor men staat, als men haar tegen komt op zijn weg, zo onbevangen en waar." Oproep En de volgende hartstochtelijke iproep tot de gehele gereformeer- le gezindte om samen op te trekken, 1s vandaag nog actueler „Zullen wij nu eindelijk de onderlinge strijd opgeven om als één man op te komen voor Gods zaak? Of is het nog niet duidelijk genoeg, dat wij gere formeerden nu op het appèl moeten zijn? Er moet wat ge beuren, Er is behoefte aan een gemeenschappelijk getuigenis van het gereformeerd protestan tisme tegen de verderfelijk* dogmata van de zogenaamde nieuwe theologie in een van waarachtig geloof vervreemde wereld." Getuige de strijdbare artike len, die hij op het ogenblik in De Waarheidsvriend schrijft over de eerste hoofdstukken van Genesis, is prof. Severijn nog niet van plan, om bij dit getuigenis te gaan ontbreken. Van oertijd tot eindtijd Van oertijd tot eindtijd, door J. A. Hendriks, arts. Uitgave H. J. Paris, Amsterdam. Schrijver toont universele be langstelling en heeft het resultaat van zijn studies samengevat in een beschouwing van de wereldhistorie in eeuwigheidslicht, van het begin der schepping tot de voltooiing in de herschepping. Hoe veelzijdig dit werk is. blijkt wel daaruit, dat hij het ontstaan van het heelal, van de aarde, het leven op aarde, ontstaan van aardlagen, de ijstij den, de religie en de wetenschap in de oudheid, het scheppingsver haal, de val van de mens, het heilswerk Gods in de loop der eeuwen, de stichting der kerk, verbreiding van het Christendom,, verval en reformatie der kerk. de triomftocht der rede, kolonialisme en slavenhandel, communisme, fas cisme, nationaal-SGcialisme, de we reldoorlogen, Israël, de honger, de hulp aan landen in ontwikkeling, de zending, de wereldraad van kerken, racisme, het kerkelijk le ven, de problemen van de moder ne mens. de vele vragen van de toekomst behandelt. Aan het eind schrijft hij over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waarin alle gezaligden God zullen prijzen. (176 blz.. 6.90) (Vu kerkredactie) De vierduizend gereformeerde gezinnen van de classis Zeist en alle kerkeraden van dc Gerefor meerde Kerken krijgen deze week een brochure „Hij in ons en wij in Hem", dat gewijd is aan de per soonlijke omgang met God. „Meestal regelen we alles keurig", staat er in. „onze maaltijden, werktijden, onze slaap, enzovoort, behalve ons geestelijk leven. Dat doen we vaak als het toevallig zo uitkomt." De conclusie is: „Zo goed als we drie keer op een dag doorgaans op een vaste tijd eten, zo moeten we ook voor onze stille tijd een vaste tijd aanhouden." Deze uitgave is de vrucht van een bezinning in deze jongste classis van de Gereformeerde Ker ken door de deputaten voor de evangelisatie op de werfkracht van de kerk. Zij waren gegrepen door het zogenaamde „Verschralings- rapport" dat de stand van he' geestelijk leven in de Gerefor meerde Kerken indertijd aan d- orde stelde. Een kerk die nie werft, sterft, zeiden de deputatc Missionair In hun onderzoek betrokken zi. een rapport dat was opgesteld dooi een commissie van het Nederland; Bijbelgenootschap over het bijbel gebruik bij dc gereformeerden Daaruit blijkt dat de bijbel nog wel aan tafel gelezen wordt, maai nauwelijks persoonlijk. De Zelstei deputaten kwamen tot de conclusii dat het gebrek aan werfkracht ten nauwste samenhangt met een in zinking In het persoonlijk geeste lijk leven van de gemeenteleden. De brochure zegt nu: „Een werke lijk missionaire levenshouding kan alleen geboren worden daar, waar mensen vol zijn van Jezus Chris tus." bijbellezen aan 1 Lees aan tafel de bijbel niet in zijn geheel.... Niet alle Schrift gedeelten zijn voor het lezer aan tafel geschikt. Lees een maal per dag volgens een rooster (zoals wij In onze krant dagelijks onder het Woord voor Vandaag afdruk ken). De andere keer kunt u gebruik maken van een dag boek. kalender of kinderbijbel Gebruik ook eens een andere vertaling. Laat de gezinsleden om beur ten lezen. Praat eens met elkaar over bet gelezene. tafel kort en persoon- Bid lijk. Persoonlijk Sa deze practische wenken Komt •en gedeelte over het persoonlijk njbellezen. dat volgens het syno derapport „Stand Geestelijk Le ven" „niet (meer?) tot het gere formeerde levenspatroon behoort". De noodzaak van het persoonlijk bijbellezen wordt in de brochure beschreven en daarna wordt uitge legd wat het woord „stille tijd" in wezen betekent: persoonlijk bijbel ezen. meditatie en gebed. Volgens de brochure is een goede bijbelgids in de meeste gevallen onmisbaar om tot vrucht- Daar bijbellezen te komen. „Zo'n oijbelgids wijst voor elke dag een gepaald Schriftgedeelte aan en geeft er een korte toelichting bij .Viet om het bijbellezen te vervan gen. maar wel om te leren mei meer aandacht en nog nauwkeuri ger te lezen. Anders lezen wi; vaak over de dingen heen. Aan he slot van de brochure wordt gewe zen op dc uitgaven van de Interna tionale Bijbelbond, wiens leesroos ter wij ook in de krant volgen naamste woorden die komen? Heeft God mij persoonlijk in dit gedeelte iets te zeggen? Zit 2r een waarschuwing of een belof te in? „Het resultaat van onze medita tie". zegt deze uitgave, moet zijn. dat het Woord van Christus rijke lijk in ons woont. Geladen met het levende Woord staan en verkeren wij dan in de wereld, waarin wij als getuigen geroepen zijn. Gebed Over het gebed zegt het geschrift nog: Het dagelijks gebed moet min stens het volgende inhouden: dankzegging, aanbidding, schuldbelijdenis en voorbede. Laten we correct zijn in ons gebed, vooral in onze voorbede. Adopteer enkele van uw buren, familie of vrienden en breng ze dagelijks in uw gebed bij God. Er wordt op gewezen dat het Gereformeerde Zendingscentrum heeft geschreven dat de voorbede een zendingsactiviteit is. waaraan iedere christen kan deelnemen en waarvan, naar bijbels getuigenis, onberekenbare zegen mag worden verwacht In de classis Zeist wordt de brochure, die is uitgegeven door de Internationale Bijbelbond. ver spreid door de deputaten voor de evangelisatie. De kerkeraden ont vangen dezelfde brochure ter ken nisneming met het rapport van het Nederlands Bijbelgenootschap var. de deputaten voor de bijbelvoor- :iening. Zij verzoeken de kerkera len aan de deputaten te willen -apporteren of zij dat rapport ovet iet bijbelgebruik van de gerefor- neerden besproken hebben, welke 'onclusies er uit de bespreking zijn •oortgekomen en welke maatrege- 'en men denkt te nemen om het >ersoonlijk bijbelgebruik te stimu- Meditatie ven voor ne aepuuirn voor or de stille evangelisatie van de clasais Zeisf Het tweede punt tijd is de meditatie. Volgens dit geschrift moeten de lezers zichzelf door do Internationale Bijbelbond aantal vragen «tellen: Begrijp Tullland 7, Doorn. (16 bis. 0,25 Verleden jaar besloten de bakkers in ons land in 1965 een begin te maken met de vijfdaagse werkweek voor de bezorgers. Pas sinds kort is er een aarzelend begin mee gemaakt. Er doemen namelijk allerlei moei lijkheden op die een ferme realisering in de weg staan. Welke de moeilijkheden zijn en hoe het in de toe komst zal gaan met de broodbezorging was ons onder werp van gesprek met enkele figuren uit de vakwereld, dat ons daarom zo interessant leek omdat hier zeer duidelijk ook een consumentenbelang in het geding is. (Van een onzer redacteuren) Vele huisvrouwen heb ben het al aan den lijve ondervonden de bakker is er op uit vijf, in plaat? van zes dagen aan de deur te komen om het dage lijkse broodje te bezorgen En waarom ook niet iedereen heeft nu toch we zijn vijfdaagse te pakker en mag de bezorger dif nu alstublieft ook? Hij i? een van de laatsten in dr rij van werknemers dip dit sociale (voor)recht gaa' ontvangen. Ja, gaat ontvangen, want da is bepaald niet in één handom draai te verwezenlijken: hel dient geleidelijk ie ftbeuren In de eerste pla*t« aörtat hel hier een technisch mo*flijk u realiseren zaak betreft zodai men er als het ware al experi menterende een zo goed moge lijke vorm voor wil vinden. In de tweede plaats omdat de .•onsument de bezorging-aan- liuis zo bijzonder op prijs blijkt ■e stellen en.de bakker er alles lan wil doen het ongerief voor 1c verbruiker zo gering moge- ijk te doen zijn. Dit laatste op :rond van de gezonde stelling n detaillistenkring: hij die het >este bedient, zal ook het mees- Dat de consument zijn brood raag bezorgd heeft blijkt uit 'e praktijk. Op het platteland vordt het in 90 tot 95 proceni huis afgeleverd: in de provin- ■iesteden is het percentage 75 in in de grote steden 65 pro- •ent. Amsterdam vormt op dat aatste percentage weer een lizondering omdat men daar in tegenstelling met andere gro le steden veel kleinbedrijf kent, waar de klant veelal hel verse brood komt halen. werd al geruime tijd geleden dat in dit jaar 1965 begonnen zou worden de bezorgers lfi maal een vijfdaagse werkweek te geven, ter keuze van elk bedrijf. Plaatselijk zouden de bakkers om de groene tafel gaan zitten om tot eenzelfde gedragslijn te komen, zodat bij het toepassen van deze maatre gel elk concurrentiebeding zou kunnen worden uitgeschakeld Echter bleek die plaatselijke eenheid na lange onderhande lingen moeilijk bereikbaar. En wel om de simpele reden dat de belangen van de verschillen de bakkersbedrijven zo uiteen lopen. De kleinbakkers met hun eigen bakkerij thuis, die het doorgaans hebben van de win kelverkoop en een aantal wij ken in de onmiddellijke omge ving, hadden het 't gemakke lijkst. Hun vijfdaagse konden ze moeiteloos realiseren: die ene dag kwamen de klanten dan wel naar de winkel die im mers vlakbij is. En aangezien bezorgers van een kleinbakkerij vaak in het bedrijf medewerken kon voor de tengevolge van de vijfdaagse nog te maken uren om de 45 weékuren ,,vol" te Krijgen nog wel andere arbeid In de bakkerij worden gevon den. Bij het grootbedrijf werd dit aatste al moeilijker. Daar im mers is de bezorger, uitsluitend oezorger Met zijn gemiddeld 7'j uur werken kwam hij bij een zesdaagse aan zijn 45 uur. Maar bij een vijfdaagse zou hij slechts 37 tot 38 uur werken, waarbij elders in het bedrijf <één werk voor hem zou kun nen worden gevonden, onder andere omdat het produktiepro- ces in het grootbedrijf zo goed als volledig gemechaniseerd is Toch zou zijn werkgever hem de 45 uur uit moeten betalen een behoorlijke schadepost! In feite betekent dus voor het grootbedrijf de vijfdaagse dat er voor de bezorgers geen volledige dagtaak meer is. Een -are situatie. Ik wel - hij niet Daar kwam dan nog coöperaties en andere grootbak- kerijbedrijven, die niet overal winkels hebben, als extra moei lijkheid bij dat de bezorgloze dag ook een dag zonder inkom sten zou worden. Immers waar moesten de klanten hun brood gaan halen? Deze bedrijven eisten weer een bakloze dag, zodat de bezorger de dag daar voor voor twee dagen brood zou kunnen afleveren. Maar dit wilden de grootbedrijven met winkels weer niet. Zo is de situatie ontstaan dat de vijfdaagse in de bakkers wereld tot heden nog bjjna nergens gezamenlijk kan worden opgelost. Een ieder handelt nu maar naar eigen goeddunken cn niemand weet precies hoe de hele zaak zich verder zal gaan ontwikkelen. Door al het vruchteloze gepraat is bovendien 1965 met zijn 18 verplichte vijfdaagse weken behoorlijk opgeschoten zonder dat tot handelen is overgegaan. Bovendien komen nu éérst de bakkersvakanties met de wa gens op vaste plaatsen. Pas daarna, dat is in september, kan ten slotte met het „inha len" van de 18 verplichte vijf daagse werkweken worden be zonnen. Zeker is in alle geval dat dc vijfdaagse voor het bakkersbe drijf alleen maar nadelen zaJ meebrengen. In de eerste plaats een vermindering van het óroodverbruik en voorts de meeste schade bij die grootbe drijven die zo goed als geen winkels en bijna uitsluitend irnodbezorrfan hebben. Waarschijnlijk zal derhalve de daling van het broodver- bruik per hoofd van de bevol king iets meer dan twee pro cent per jaar gaan bedragen. Twee procent is al normaal en een gebruikelijk verschijnsel in welvarende landen. Redenen men eet meer beleg en andere luxe artikelen (koekjes, gebak etc.) èn er wordt door de verdergaande automatisering veel minder zwaar werk ge daan hetgeen ook een vermin dering van het dagelijkse broodrantsoen betekent. Daa komt dus nu nog als „surplus' of liever: volgende minpunt, r vijfdaagse bij. Lichtpuntje Anderzijds is er ook r> lichtpuntje voor de bakkers: is met toestemming van d< overheid een liberalisatie in d bczorgprijs verkregen. Was hei vroeger zo dat praktisch ir geheel Nederland behalvi Den Haag dc bezorgprijs met doorberekend werd, thans is er officiële toestemming ver kregen om voor bezorgd brood thans 1 cent en per 1 januari 1966 2 cent te rekenen. Een extra dat de consument er graag voor over blijkt te heb ben. Vraagt men in de bakkerswe reld of de bezorging helemaal zal ophouden omdat thans een zeer gedeeltelijke invoering van de vijfdaagse bezorging al zo veel moeilijkheden oplevert, terwij) er door progressieven reeds over de vier daagse vordt gepraat, dan haalt men 1e schouders op. Het enige positieve cc taar dat men kan horen blijven vol moed de bezorging verdedigen, ook al zien we zelf op dit ogenblik de oplossing nog niet. Bezorging is een consumenten- en dus ook ons belang."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 14