EB Zij werden geboren op bevrijdingsdag EENS? Anneke Cijs Manja Bravenboer: V H. van Wingerden: Uw ervaringen met de bevrijding ZATERDAG 1 AIEI 1965 /"NP bevrijdingsdag 5 mei 1945 werden de drie jongelui geboren waarvan u hieronder het verhaal vindt. Hun moeders hebben het niet gemak kelijk gehad, noch bij de bevalling, noch tijdens de periode van zwanger schap. Dat de jonge mensen de moei lijkheden zo goed te boven zijn ge komen mag een wonder heten, in aan merking genomen de moeilijke omstan digheden, waaronder ze ter wereld kwamen. „Ze was de eerste baby en ik moest dus de uitzet compleet bij elkaar zien te scharrelen" lacht mevrouw C. Bravenboer-T eus- den van de Kethelweg in Vlaar- dingen. „Ik kreeg een vergun ning voor luiers, maar die waren er niet meer in die koude winter van 1944, berooid als we waren na bijna vijf bezettingsjaren. Ik schooide bij de hele familie om oude lakens, waar ik de goede hoeken uit haalde en daar naaide ik luiers van. Had ik een voorge voel gehad? In ieder geval, ik had oud interlock gespaard en daarvan werden nu met de hand baby hemdjes genaaid, ze waren rose, wit en blauw maar dat gaf niet! 't Matrasje was zo'n surrogaatgeval van kunstzijde met zeegras gevuld. Gebreide onderkleden trok ik uit om er borstrokjes van te maken. Oma. die nog klederdracht droeg had molton-onderrokken, van die lange gerimpelde, daar werden onderleggers en omslagluiers van gemaakt. M'n linnenkast had ik in de mobilisatie ineens gekocht, daar zat ik dus goed in. Lakentjes en sloopjes werden uit grote genaaid. Ja. het kostte héél wat moeite voordat de spulletjes bij elkaar Luiers van oude lakens weetSfc' niet meer of ze verband en watten kon bemachtigen, „wél was het moeilijk om aan leuko plast te komen", herinnert ze zich. Want Manja had een navelbreukje. Er was geen kinderwagen, geen box, geen ledikantje te koop. Stoel, wagen en box leenden In natura Mijn man werkte in de bouw vakken en als hij een karweitje bij een boer had. liet hij zich in natura uit betalen. Met het eten ging het dus vrij aardig. Er was geen licht, en we hadden dikke vetkaarsen gespaard voor de beval ling. „Hoe gaat het er mee?" vroeg de verloskundige eind april 1945 aan mevrouw Bravenboer. „Als de bevrijding er is. eerdei niet!" lachtte de a.s. moeder, die meteen geweldig schrok, want de verloskundige haalde uit haar mantelzak een rood-wit- en blauwe kokarde met oranjelint eraan. „Pas maar op, dat je niet vroegtijdig juich£' maande ze. Vrijdagsavonds kwam het nieuws van de capitula tie over de radio, en toen wist mevrouw Bravenboer dat haar verloskundige de volgende dag niet zou kunnen feesten! „Ik heb het je van tevoren gezegd", grapte ze. hoewel er niets grappigs te beleven viel. De bevalling schoot niet op, een ziekenauto reed er niet die dagen, en de aanstaande vader die een flinke voorraad hout aan het kappen was voor het noodkacheltje waarop warmwater werd gestookt, moest ijlings naar het ziekenhuis om de tas van de dokter, én de dokter plus een specialist. Vlaggen Het was 's middags tien over drie toen de kleine Manja (na een tangverlossing) geboren werd. Ze woog zeven pond en een ons, wel een bewijs dat het „goed" zat met het eten in huize Bravenboer. Er waren geen beschuiten met muis jes, wél wapperende vlaggen. 5 mei 1945 was niet alleen voor de kraamvrouw een verlossing! Manja is gewoonweg groot ge- Een vlot deux-pièces: NAN met >k BETTINE. A voorpand 1 x Dubbele stof M.V. 1 x knippen dubbele stof; D zakken 1 x knippen dubbele stof. BLOUSE: E voorpand _1 x knip- de stofvouw; F i 57 55 53 1 1 58 5 5 56 i 50 A B Bij onze kantoren zfln verkrijgbaar: Een patronenset vijfbladig in de maten 36 t/m 48 2.50 Dit behoeft u slechts éénmaal aan te schaffen! 9 Een mapje met visuele voorlich ting, rokken, pantalons en avond kleding. Handig als u het schuiven met patroondelen niet snapt ƒ2.25 A voorpand 1 x knippen dubbele stof; B rug 1 x knippen aan de stof vouw; C okselstukje 2 x knippen dubbele stof: D kraag 1 x knippen aan de stofvouw en 1 x knippen schuin dubbele stof naad M.A. E zakklepjes 1 x knippen dubbele stof (dubbel vouwen). 9 Een supplement met elk 35 mo dellen. prettig als u veel naait en behoefte hebt aan méér modellen dan wij iedere veertien dagen als service brengen. De nummers 2, 3 en 4 kosten per stuk 1.45 Vergeet niet uw maat op te geven. Ont vangst na storting of betaling van het benodigde bedrag bjj het bureau van dit blad. Hoe gruwelijk eenzaam kan een jonge vrouw zijn. Bij bena dering slechts konden we het peilen uit de spaarzame mede delingen die ons mevrouw Cijs uit de Diepenbrockstraat 88 in Schiedam, nu moeder van vijf kinderen, deed. „We woonden in Breezand waren daar geëvacueerd uit Den Helder in een schuur, een oude garage eigenlijk. Mijn man was bij de ondergrondse en ondergedoken, er waren pas dertien van zijn kameraden gefusilleerd. Af en toe kwam hij maar eens opduiken, en als ik dan met moeite een soort erwtensoep gemaakt had. moest hij al weer weg van zijn commandant, voordat hij het op kon eten! Eten uit de gaarkeuken? Als je zó loopt lust je niet alles, en de hond moest het nog niet. Ik vond het smérig." Ze was alleen met haar verwach ting in die oude garage zoals toentertijd moeders hun kinderen voorlichtten: je zult het wel zien als het zover is. Bovendien had haar man een Sonderausweis die getekend was door een NSB-bur- gemeester en de meeste mensen meden de Cijsen ze zouden wel van de verkeerde kant zijn. „We hadden geen water en geen licht, eens kregen we vet van de onder grondse, dat lustte ik niet. Van een uitgetrokken sprei breide ik wat, gunde me iedere dag één kruis woordpuzzel en zo doodde je de tijd. Na achten mocht je niet meer buiten en ik ging dus vroeg naar bed en kwam er laat weer uit. Sneed af en toe een stukje brood, dan weer breien, één puzzel, dag Geboren bij meneer pastoor Bij de gezinswas, voor het <ad en in de keuken: ammonia is voor de zindelijke huisvrouw onontbeerlijk- Gebruik alleen nooit tè veel van deze vloeistof en meng het nimmer met bleek- water: er ontstaan dan schade lijke dampen. Wij geven u hierbij enige geboren achter de schermen, waarnaast nog twee kraamvrouwen Geelzucht met de befaamde lichtgroene „luchtzeep". ze kon overal tegen, maar moeder voedde haar zeven maanden zelf! De hele familie zorgde voor eten: aardappelschil len werden bewaard en bij de boeren ingeruild voor melk. Het oude groententeiltje fungeerde als wasteiltje, en toen Manja acht maanden was kwam de eerste toewijzing voor wol, échte wol en geen uitgehaalde of dat spul waar de surrogaat-truitjes van gemaakt waren: als je ze éénmaal waste, werden ze héél breed en héél kort, weet mevrouw Bravenboer nu nog. Voor haar toen geen leuke positie- kleren. in die tijd was je al blij als je het leven had. Afdankertjes van een oudere zus die eerder een baby verwachtte, daar was je gewoon nog blij mee. Rolschaatsen Manja (nu bijna twintig jaar) schatert onder het verhaal van haar baby-uitzet. Toen ze tien jaar was. kreeg ze, omdat ze de enige was van 5 mei 1945, rolschaatsen aangeboden op het Vlaardingse feestterrein. Wel werden er op dc bevrijdingsdag in Vlaardingcn drie kinderen geboren, één van éva cués uit Arnhem die later ver trokken naar hun woonplaats, de andere baby was helaas geen lang leven beschoren. Zo te zien heeft Manja niets te lijden gehad van haar geboorte in die dagen vol Ze werkt bij haar vader in de cactus-kwekerij in Schipluiden waar het gezin zich spoedig gaat vestigen. Wat in de hongerwinter een hobby werd van haar ouders, is nu een bloeiend bedrijf. De enige naweeën van de oorlog die ze zélf zal ondervinden zijn de moeilijkheden bij het vinden van een huis. straks. Maar wie weet rolt ze óók daar goed doorheen. Moeder wil haar oudste dochter (er zijn er twee! nog niet Onbeklede wieg Uit een oud hemd maakte ik vier luiers, dc uitzet bestond uit oude vodden. Ik had twee nacht ponnen. en een geleende onbeklede wieg. Nu zou ik voor de bevalling maar de pastoor gaan en die nachtponnen had ik ervoor be waard. Maar een onbeklede wieg. dat ging niet, dus een stuk van de onderkant der nachtpon geknipt en dat op de wieg gedrapeerd. Op de pastorie zaten nonnen geëvacueerd op een heel grote zolder. Van de eetzaal van mijn heer pastoor hadden ze een zaaltje voor drie personen ingericht. Dat deed dienst als kraamcentrum. Er was geen ziekenvervoer en toen mijn tijd kwam ging ik lopend naar de pastorie. Toen zuster Rita de inhoud van mijn koffertje in specteerde. werd ze boos: alles was klam en muf. Hoe kon het anders in die kleine koude garage? Ze mopperde op alles, „was het navel vetertje niet eens uitgekookt?" en ik besloot weer weg te gaan. Ook de dokter was die dag weg: hij had. als een der eersten in de bevrijdingsdagen, een verlofpas over de Afsluitdijk gekregen. Van avond ben ik terug, en dat is nog op tijd! had hij tegen de a.s. moeder gezegd. Het leek wel <Jt niemand haar wilde helpen. Van armoe ging ze weer terug naar de pastorie, waar zuster Rita uit de mis moest worden gehaald. De dokter was op 't nippertje terug 's avonds. De baby woog vijf pond, Anneke had zwaar geelzucht, en was een stil, min kindje. Voor twee paar kousen had ik een fles melk en twee eieren per dag na de bevalling te leveren geruild. Een buurmeisje waste voor me daar moest je zelf voor zorgen hoé, dat weet ik niet want ik had geen zeep. Van de nonnen kreeg ik vopr het eerst vlees uit blik. en bij mijn vertrek gaven ze flink wat zeep mee. Toen bleek, dat de jeugdige vader in een BS uniform met stengun rondliep, veranderde de houding van kennissen en buren Ik gaf ze gewone onverdunde melk wist ik veel en het kindje spuugde maar! En viel af... Nie mand had in die dagen tijd om voorlichting te geven: iedereen dacht eraan hoe hij zo gauw mogelijk weer in Den Helder kon komen. Eindelijk ging de jonge moeder met een geleende kinder wagen naar een dokter, die haar de kneepjes vertelde van het melk- verdunnen en suiker toevoegen. „Dat kind hou je niet. het ziet zo blauw om het mondje", mom pelden ze achter mijn rug. Toen ik er mee in m'n armen zat aan een slootkant, zo heel wit en stilletjes, heb ik gezegd: „Als ze blijft leven, draag ik haar aan God op. Op Palmzondag deed ze belijdenis", zegt mevrouw Cijs héél stil voor zich heen. Later groeide ze enorm, wel een pond per week tot verbazing van de zusters op het consultatiebu reau, weer in Den Helder. Anneke ls nu gediplomeerd gezinsverzorg- ster die bij vele van onze Schic- damse abonnees de handen uit de mouwen stak. Als je de knappe, flinke tiener aankijkt zeg je met verbazing: „Zij een oorlogskindje? Toe nou!" richtlijnen voor de hoeveelheid ammonia te gebruiken bij aller lei huishoudelijke karweitjes. 9 Voor het zemen van ramen en spiegels, het dweilen van te gels en granitovloeren, hebt u een tot drie eetlepels per acht a tien liter warm water nodig. Voor het reinigen van wasma chine, fornuis, koelkast (bo venblad) e.d. een tot twee eetlepels ammonia voor drie a vier liter warm water. Vette bruine vlekken in de oven kunnen gemakkelijker worden verwijderd als u een schoteltje met ammonia gedurende twaalf uur in de gesloten oven Haarborstels en kammen kun nen heel goed met ammonia gereinigd worden, door ze te wassen in een sopje met enke le druppels ammonia. C Vlekken op kranen en douche- apparatuur verdwijnen spoor slags na een bewerking met een doekje waarop enige druppels „Ik had het heel moeilijk aie hongerwinter, en dan nog in verwachting" zegt mevrouw G. van Wingerden-Plomp uit de Floresstraat 65 in Delft. „En dan nog de zorg om de andere drie kinderen. Eten uit de gaar keuken lustte ik niet we stookten op een noodkacheltje met gesprokkeld hout. Nee, kle ren konden je niets schelen je had gewoon niks." Je had niks" dat zegt ze wel viermaal in vijf minuten. Geen uitzet je kreeg van iedereen wat. Geen licht geen warm eten, we aten brood (mijn man was bakker) en wat voor brood, het bruine kleffe oorlogsbrood met die onmogelijk kleine boterham metjes. Ik was ontzettend mager, en woog op het moment van de bevalling slechts honderd pond. Van alle ontberingen had ik open benen opgelopen en die heb ik nu nog. Ondanks alle zorgen en narigheid woog de jongen die ter wereld kwam maar liefst zeven pond! We noemden hem Herman hij was wel echt een oorlogs kindje. In het begin veel ziek, c- In het begin veel ziekte 9 Ook voor het wassen van wollen dekens, en het voor- weken van erg vuil donker gekleurd wasgoed is deze vloeistof goed te gebruiken (twee dl. per veertig litei warm water). 9 Is de binnenrand van uw hoed vet: na een bewerking met ammonia (een eetlepel op vijf liter warm water) is er niets meer van te zien! 9 Sieraden (juwelen, brillanten, goud en zilver) krijgen door het opwrijven met een flanel len doek waarop enige drup pels ammonia hun glans weer terug. (Uit: „Alleen voor haar") Brood met mei Maar om op die geboorte terug te komen: het was die vijfde mei of ik van de hel in de hemel kwam. Ik werd opgenomen in het ziekenhuis Bethel hier in Delft en had die dag en 's avonds om zeven uur werd hij geboren nog helemaal niets gegeten. Toen kreeg Ervaringen met de be vrijding! Zij gaan over een koerierster die daarbij heel bescheiden (en dat is net de geest van die tijd, wat je dééd, was gewoon) haar eigen rol verzwijgt. Eén uit het frontgebied in Zeeuws Vlaanderen, en ie mand die in Duitsland te werk gesteld was. Allen beleefden de bevrijding op verschillende manieren, maar leest u zelf mee: „De laatste maanden van de oorlog w.erktc ik als koerierster bij de KP Gewestelijk Com mandant en de Militaire Com mandant in de provincie Utrecht vanuit De Bilt. 's Mor gens heel vroeg die vijfde mei gingen we met een kar. waarop de nodige spullen lagen, naar het gebouw van Staatsbosbe heer in Utrecht. Daar wachtten we de komst van de geallieerde legers af. Ongehinderd konden we het gebouw binnengaan. Later op de morgen ontstonden gevechten rondom het gebouw: op de bevrijdingsdag werden nog tien mensen van de BS doodgeschoten. Op het gebouw werd ook geschoten. De Mili taire Commandónt ging naar buiten met de handen omhoog waarmee hij wilde zeggen dat hij hen wilde spreken. Wij vonden dat erg moedig van hem omdat hij ongewapend en openlijk als iemand van de illegaliteit naar buiten kwam. De Duitsers waren erg zenuw achtig door de steeds dichterbij komende geallieerden en ston den voor niets! Gelukkig luis terden ze naar de commandant en schoten daarna niet meer. Later kwamen de Canade zen Utrecht binnen. Een aantal van hen kwam ons even groe ten bij Staatsbosbeheer. De Gewestelijke Commandant had ze gezegd: „Vraag maar naar Ik had namelijk als koerier ster. steeds onder mijn eigen voornaam gewerkt. De Canade se bevrijders kwamen de kamer binnen waar we met verschil lende illegale werkers bijeen waren. Zc vroegen meteen: ..Who is Henny?". Ik keek heel verbaasd en kreeg toen een enorme zak heerlijke chocolade en biskwie om onder ons allen te verdelen. Van blijdschap dat ze gekomen waren om ons te bevrijden en als dank voor het lekkers gaf ik hem twee zoe nen. Nooit heeft iéts meer zo heerlijk gesmaakt (ik bedoel dat lekkers)" schrijft mevr. H. J. L-D. te O. en ze besluit „een dag die ik nooit zal vergeten!" Brandgevaar „Wij werden in letterlijke zin „bevrijd" hoewel de grote bevrijdingsdag op 5 mei nog een half jaar zou duren", zo schrijft mevr. D. T. te S. over haar ervaringen uit het weste lijk deel van Zeeuws Vlaande ren. „Op 6 oktober begon de beschieting. We werden hier door genoodzaakt ons huis te verlaten en onderdak te zoeken in de kelder bij de boer naast ons. Drie en twintig dagen en nachten brachten we daar door en we kwamen al die tijd niet uit de kleren. We sliepen met plm. twintig mensen op ons eigen meegebrachte bed op dc keldervloer. De laatste vier da gen was er bijna geen eten meer. Niet omdat er geen voed sel was, maar omdat de boerin de kachel waarop gekookt moest worden niet meer durfde aanmaken vanwege het brand gevaar. durend rond. het granaatvuur had al heel wat om ons heen verwoest. In ons huis was geen ruit meer heel. Planken hadden we voor de raamopeningen ge spijkerd. Een bom viel vlak oij ons en trof het café naast ons waarin een Schreibstube van de Duitsers was gevestigd. De keukenwagen op het erf zou een volgend mikpunt kunnen zijn en die wetenschap baarde ons grote zorgen. Op zondag morgen 29 oktober durfden we niet langer in dc kelder te blijven: die nacht hadden wc met schoenen aan geslapen voorzover slapen in de gegeven omstandigheden nog mogelijk was. 's Morgens om zes uur vluchtten we in een bunker daar dichtbij in de dijk die. door de Duitsers verlaten was. Even later volgde een zware beschieting op het dorpje waar we woonden. Daarbij kwamen nog dertien mensen om het leven. We zaten te schudden vanwege het granaatvuur. Het was angstig, dat vuur over je heen. maar nooit zal ik verge ten dat de boerin met haar zondagse hoed op. toch nog op mijn lachspieren werkte! Na ongeveer een uur hield de beschieting op. Het werd ang- Canadezen Eén der mannen waagde zich op handen en voeten naar buiten om over de rand van de dijk heen te gluren. Daar zag hij enkele Canadezen aankomen op een dijkje, evenwijdig aan het onze. Hij zwaaide met een witte doek. De bevrijders ver trouwden het zaakje niet. Ze kwamen met het geweer in de aanslag de bunker binnen om deze grondig te onderzoeken. Bij hun komst juichten de mannen, de vrouwen en kinde ren huilden. We werden echt „bevrijd". De mannen raadden ons aan de eerste uren de bunker niet te verlaten. Kort daarna rukten ontelbare grote tanks ons dorpje binnen. Elk huisje of schuurtje werd door zocht. Dc Duitsers hadden zich evenwel teruggetrokken naar Cadzand en de bevrijders na men ons eigen woonhuis in bezit als kwartier. Toen we er zelf onze intrek weer konden nemen dankten we God ondanks de onbeschrijflijke chaos aan scherven, modder, nagelaten etensresten voor ons lijfsbehoud. We vonden al onze meubels onbeschadigd te rug, terwijl er inwoners waren die geen bord meer bezaten en uit pannendeksels moesten eten. Geen huis was zonder schade. De bevrijding was een opluch ting maar niemand kon het ïpbrengen om de vlag uit te teken. Zó murw waren we na Irie-weken-lange marteling, en '»ij de aanblik van de verwoes- ng en de rouw om de mensen levens. Langzamerhand kwam de vreugde, terwijl we overi gens nog in grote zorg leefden over de toekomst van de rest van het land en onze familiele den boven de rivieren. Op 5 mei kwam het bericht van de bevrijding over de radio: toen brak eerst recht vreugde door". In Duitsland Een lezer, de heer D. M. te V.. was in Kassei tewerkgesteld. Nadat de fabriek waar hij werkte door een Amerikaans bombardement vernield was, kwam hij terecht in Ziegen- hain, juist op de toegangsweg naar deze plaats. Op Goede Vrijdag 30 maart namen de kopstukken van het bedrijf dc benen. Klokslag tien uur rolden de Amerikaanse tanks de stad binnen; het gejuich onder de vele buitenlanders (Russen, Po len, Oekrainers. Belgen. Fran sen en Hollanders) was niet van de lucht. Met uitbundig enthousiasme werden de bemanningen be groet. Dat werd beantwoord met het toewerpen van grote hoeveelheden kauwgum, choco lade en sigaretten. Het was een onvergetelijke Goede Vrijdag. Tweede Paasdag vergaten wc ook nooit: we kregen het bevel onze koffers te pakken. Via Saarbrücken door Frankrijk en Luxemburg, op 14 april in België. In Antwerpen werden we feestelijk onthaald, want we behoorden tot het eerste trans port arbeiders dat terugkeerde. Het Wilhelmus werd gespeeld en de driekleur wapperde: we kregen tranen in de ogen om deze historische ogenblikken. West Nederland was nog bezet. We werden in Eindhovei ik er vandoor, hoewel nog verboden was. Het bleek bijzonder moeilijk de Maas en de Waal over te komen. In Rotterdam vroeg een fietsen maker tien gulden voor het plakken van een lekke band... Daarna maakte ik opnieuw de bevrijding mee. want toen ik thuis arriveerde waren de Ca nadese bevrijdingstroepen zo juist binnen en vreemd dat Waren uw ervaringen anders? Schrijf het ons opdat wij niet vergeten.' U weet het, bij plaatsing De dokter zegt 1, zegt 2, of Tipparade naar keuze. EENS flink lachen bij ontvangst van een fijne brief is als een zonnestraal op een regen morgen. Of ik boos ben! vragen briefschrijf sters mij. Hoe kan ik nu ooit boos zijn als ik zelf zo onsa menhangend ben geweest. Weet je, ik wou het nu eens anders zeggen. Misschien zou het ook wel gelukt zijn als ik meer papier had mogen gebruiken. Maar dat wist ik toch, ik mag niet doorpraten. En ik weet toch ook dat ik maar op een manier in zo'n kort bestek dui delijk kan zijn: in brieftrant. Ik kan toch ook niet gaan fluiten. Of u één voor één afhalen en naar een bos rijden en onder gaan hoe stil het kan zijn voor een enkele vogel begint te slaan, dichtbij. Het zou allemaal antwoord zijn, maar niet voor hier. Hier in de krant past maar een manier. Een ietsje eromheen spe len. een beetje anders proberen te zeggen wat je toch in woorden zeggen moet en daar is al het commentaar: je bent zo helder als koffiedik! Behalve dan voor éen briefschrijfster, maar dat is te weinig. In het antwoorden aan eén moeten allen kunnen meelezen. Nietwaar? Ja. dat vind ik ook. en ik wil er steeds mijn best voor doen. HET is eigenlijk heel..een voudig. Briefschrijfster had me gezegd dat zij mij soms zo gecompli ceerd vond. het was voor haar zo eenvoudig en dan volgt er een eenvoudig exposé van christenzijn dat waarschijnlijk voor heel haar leven opgaat maar b.v. al niet voor het mijne. Ook kreeg ik over navolging van Christus een lieve brief met uitleg, ik herinner ik zomaar twee boterhammen met boter en plakken kaas! Mak voor de bevrijding werd er op vlees bonnen nog wat vlees uitgedeeld. Mijn man had uren in de rij gestaan - en hij kreeg enkel vellen! Zeep vraagt u? Nee. je had niks. spoelen maar dat was het enige. Later kwamen de voedselpakket ten. Of Herman nog een. echt oorlogskind is? Nou, kijkt u maar eens op de foto!" We zien een aardige jongeman met een flinke haarrin, die zo te zien weet wat hij wil. „Het klopt allemaal" lacht moeder. „Herman (op 5 mei twin tig jaar) is bij de koopvaardij". En dan kun je eens zien hoe gauw de tijd gaat: Herman is getrouwd met een Engelse vrouw die in Liver pool woont, en in ons landje niet kan wennen. Zij hebben al weer een kleine Herman, die onder betere omstandigheden opgroeit dan zijn vader destijds. „Weet u wat ik nou zo raar vind?" zegt moeder Van Wingerden nog. „Dat hij nou nooit eens wat kreeg als herinnering aan die gedenkwaardi ge bevrijdingsdag. Geen herinne ringsbordje of tegeltje of wat dan ook. Een hint voor hh. stads- of landsbestuurders? Daar in Delft moet het toch niet zo moeilijk nóg minder formule ring. nog beslist minder, veel meer leven, veel minder formuleren. Maar hoe zeg ik dat nu. dacht ik, want zodra ik ga zeggen, ga ik formeren, dat kan niet anders in zo'n betogende brief en toen kwamen twee beelden in mij op, en die gaf ik hier. En daarmee strandde ik in de koffiedik. IN enkele woorden gezegd wilde ik hier naar toe: je moet er niet van uitgaan dat je le- ven zo of zo behoort te zijn als je God liefhebt. 't Mag schier van alles zijn, als je het maar van dag tot dag beleeft in gesprek met de levende God. Niet krampachtig, dat is een goed woord eervoor. vrij onbekommerd, onder geen ander oordeel dan dat van God. Wat ik bij mijn brief- vriendinnen vond is een zich los maken van oude termen en vor men enerzijds en zich dan weer binden aan nieuwe formuleringen anderzijds. Ik snap dat wel, anders vraag je je af: waar blijven we dan, vrijheid is zoiets beverigs. En er is ook de angst: als je zomaar durft te leven, hoe ziet dan een ander dat je christen wilt zijn. Midden tussen de mensen, wat onderscheidt je dan Een beslui dat je herriep, in stilte? Daarvan ziet niemand iets. Vriendelijkheid jegens iemand die je niet lustte? Maar dat went zó. Een ander mens worden door dit steeds bezigzijn in oefening, och. wie weet dat als je toch nooit kunt vergelijken met de mens die je misschien had kunnen zijn? Is christenzijn eigenlijk wel te merken? Is „een zoutend zout" zijn, het leven zo leven dat het voor alle anderen om je heen draaglijker wordt, duidelijker wordt, heerlijker wordt, is dat wereld? Misschien is het dit vraag- lekenwerk dat natuurlijk in ons aller hart van tijd tot tijd tekeer gaat want we zijn nooit hele maal één gedachte, we hebben lalen tegenstrijdige gedachten wel de reden tot zoveel bewegin gen en massale demonstraties. IK volgde de vraag ook bij mijn briefschrijfster: Heeft mijn ohristen-zijn dan nog wel gezicht? Het moet toch te merken zijn? Er moet toch. zoals dat heet, ietsvan je uitgaan? En toen dacht ik: hoe moet ik haar nu duidelijk maken dat er oneindig meer van je uitgaat als je durft leven met de belofte Gods: dat als jij begint Hij aan je zijde is. Zo kwamen de beelden op het papier, die van het argeloze vrouwtje dat toch ook voor wie haar leven niet precies zo nadeed heel duidelijk was, die van de vroeg-devote mens van duizend jaar geleden wiens fedachte gestalte kreeg in steen, londer opzet, zonder omschreven taak. zonder eis, desniettemin ver staanbaar. c bijna willen zeggen: som mige mensen in het verzet waren verstaanbaar. Ze be gonnen niet als held maar op een dag kwamen zij voor iets te staan waarvoor zij niet opzij kon den gaan, en God stond ze bij, tot de dood. Het hele winstpunt niet meer voor b.v. mijn kinderen) juist dit: dat ik in een bewust be leefde oorlog heb mogen leren be sluiten tussen wijken en niet wij tussen essentieel en niet-essentieel. telkns opnieuw, want je wist het steeds maar voor én keer, één dag, deze, de jouwe. Deze oefe ning heeft eensoort herkenning ge- gevn in het ons nu al twintig jaar geschonken leve. Niet allen ten aanzien van de levenden. Hoe ver- staabaar worden de doden ons im- hun uit handen gegeven leven deze gedachte aanreiken: dat i verzoend leven niets vergeefs

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 15