Winstpunten overwegen Kabinet verdient eerlijke kans Regeringsprogram begroet ik niet met gejuich gasverwar^Zi Het gaat slechts om fracties van I pet iNIEUWE PVD A-FRACTIE LEIDER NEDERHORST: KVP en PvdA contra Beernink Sterke mannen, ja, maar ook krachtig kabinet? donderdag 29 april i960 (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG Als de regering en de regeringspartijen zich aan de ge maakte programafspraken houden, zal het kabinet-Cals op de steun van ie PvdA kunnen rekenen en, voorzover het aan de socialisten ligt, in 196? Je veilige haven weten te bereiken. Deze verzekering gaf gisteravond in de Tweede Kamer de nieuwe PvdA-fractieleider drs. G. M. Nederhorst, op- rolger van dr. Vondeling. Zijn collega van de KVP, oud-informateur drs. ff. K. N. Schmelzer, stelde zich zo mogelijk nog positiever op tegenover het nieuwe kabinet en deszelfs program. Vol kritiek waren daarentegen de fractieleiders van CPN, Boerenpartij en GPV, resp. de heren M. Bakker, H. Koekoek en P. Jongeling. De woordvoerders van SGP en PSP, ir. C. N. [van Dis en de heer H. J. Lankhorst, lieten een gematigd kritisch geluid horen. de P.v.d.A/het Het debuut van de heer Nederhorst ils fractieleider mag zeer geslaagd vorden genoemd. Zijn betoog duurde K-eliswaar anderhalf uur. maar ver beelde geen moment. Aan het slot van •en scherpe analyse van de regerings- rerklaring maakte hij de balans op. Us verliesposten noemde hij de voor- fenomen algemene huurverhogingen fan 10 pet, waartegen zijn fractie de [rootst mogelijke bezwaren heeft (al lullen slechts enkele fractieleden er egen stemmen) en de creatie iparte ministerspost voor de ontwik' telingshulp, waarvai lut niet kan inzien. De uitbreiding van de ontwikkelings hulp, de invoering van een speculatie winstbelasting, het betere gebruik van e schaarse bodem en de maatregelen igen de prijsopdrijving van onroerend bed (waardoor het bekende initlatief- loorstel-Vondeling overbodig is gewor- jen). de versterking van de positie van ie staat bij de exploratie en exploitatie 8n bodemschatten, de ruimere financiële rmslag voor de gemeenten enz. enz.. chtte de heer Nederhorst echter winst- unten, „die de schaal duidelijk naar de ositieve kant doen overslaan". Daarom Ede P.v.d.A. het regeringsbeleid posi- f zij het op gepaste afstand vol- fen. In dezelfde geest sprak K.V.P. er Schmelzer. Hij vond. dat het rege- ingsprogram een goed evenwicht ver- jont tussen het particulier initiatief er e individuele verantwoordelijkheid van e burger enerzijds en de belangen e gemeenschap anderzijds. De heren chmelzer en Nederhorst waren het rover eens, dat in de regeringsverklaring et beleid van het kabinet-Marijnen op epaalde punten is doorgetrokken, ter- fijl op andere punten van een accent- grschuiving sprake is. De P.v.d.A.- jactieleider constateerde echter hier aar een duidelijke ombuiging van ëleidzijn K.V.P.-collega sprak slechts an het introduceren van enkele nieuwe lemen ten. Kritiek op CHU Alvorens op het regeringsprogram i te gaan. besteedden de woordvoer en KV.P. en P.v.d.A, vrij veel indacht aan het verloop van dc kabi- •tsformatie. Hun kritiek op de hou- ng van de C.H.U. liet aan duidelijk- iid niets te wensen over. De heer Schmelzer betreurde het af- jllen van de C.H.U.. omdat zijn fractie jote waarde hecht aan de christen-demo- latische samenwerking. Maar die samen. W eersverbetering DE BILT. Een kleine storing uit uitstand heeft zich in de afgelopen lcht naar ons land verplaatst, bet ten gepaard ging met flinke regenval. p verscheidene plaatsen viel om- feeks 10 mm regen. Het regengebied ok van het noordoosten naar het ïidwesten en wordt gevolgd door op dringen Deze komen voor in dro- \re lucht, die van het oostzeegebied et noordoostelijke winden in de thting van ons land stroomt. Deze foming wordt in stand gehouden door 7t hogedrukgebied tussen IJsland en horwegen en de opvullende depressie e nog steeds boven het Europese isteland aanwezig is. Door de nabij- lid van deze lagedruk kunnen zich It komende etmaal nop enkele lokale fien ontwikkelen, maar over het ge ie/ genomen zal het weer tot een be- iipr/jke verbetering vertonen. ZON EN MAAN Vrijdag 30 april: zon op 513, onder ,03. maan op 5.13. onder 10.47 Zaterdag 1 mei: nieuwe maan. HOOGWATER SCHEVENINGKN 10 april: 2.27 v.m 14 47 n.m. HET WEER IN EUROPA öpporten hedenmorgen zeven uur tetUIOh S-g jjs Sm Eu S« z5 ter mden hsterdam lussel Sje; oon te" werking kan niet gaan ten koste van een logische en reële aanpak van een bepaald probleem en daaraan heeft het bij de C.H.U. naar de mening van de heer Schmelzer wel ontbroken. Met nadruk stelde de K.V.P.-fractie- leider, dat de handelwijze van de heer Beernink voor hem procedureel onbegrij pelijk was. De C.H.U. wist, dat het be- middelingsvoorstel-Beernink met betrek king tot de toelating van nieuwe omroe- /oor K.V.P. en A.R.P. niet aanvaard baar was. Toch was de heer Beernink be- l met beide partijen alsook met de ,d.A. aan een voortzetting van het formatie-overleg deel te nemen. Mocht daaruit niet de conclusie worden getrok ken. dat de C.H.U. dus tevens bereid was de meerderheidsopvatting over de oplos sing van het omroepvraagstuk te aanvaar den? En als dat zo was, lag het dan niet de hand die meerderheidsoplossing meteen te realiseren? Ook dan had de rest van het ontwerp-regerings- program nog op z'n eigen merites kunnen beoordelen en eventueel aan het eind van de onderhandelingen kunnen laten weten, nen toch liever maar niet mee wilde De fractieverklaring van de C.H.U., die zich distantieerde van een binding vóóraf aan het omroepakkoord. wekte de indruk dat men misschien wél tot een binding achteraf bereid was, maar ook daarvan wilde de heer Beernink niets weten, want het omroepvraagstuk moest volgens hem een „vrije kwestie" blijven. „Een vrije kwestie en dan om een zaak waarover een kabinetscrisis Is ontstaan. Dat was voor mij onbegrijpelijk en dat is het gebleven", aldus de heer Schmelzer. Camouflage j vroeg zich af waarom de C.H.U. deze weg eigenlijk heeft bewandeld. Om meningsverschillen in eigen kring te camoufleren? Om zich aan een bepaalde regeringscombinatie te onttrekken? Of omdat zij de vrije kwestie zag als een belang van hogere orde dan het samen blijven van de drie christelijke partijen? De heer Nederhorst zei. dat de heer Beernink van alle wallen tegelijk heeft willen eten. Hij is echter in zijn eigen redeneringen verstrikt geraakt. Want van tweeën één. Of het radio-t.v.-beleid was een vrije kwestie en dan had het spreken over de andere punten geen zin, want dan had het kabinet-Marijnen niet hoeven af te treden en had men even goed de V.V.D. bij het formatiegesprek kunnen betrekken; óf men stelde, zoals de heer Beernink verlangde, de instemming met de radio-tv.-oplossing afhankelijk van de overeenstemming over de andere pun. ten, maar die gedachtengang sloot de wens dat het een vrije kwestie zou zijn, volstrekt uit Toen dit in alle duidelijkheid vaststond was het naar de mening van de heer Nederhorst goed, dat de C.H.U. niet deed. Dat de V.V.D. niet zou kunnen doen, stond volgens hem bij voorbaat vast. De omroepkwestie zag hy slechts als de aanleiding tot de kabinetscrisis. De eigenlijke oorzaak zat dieper, nl. bij het onbehagen in grote groepen binnen- de confessionele partijen en de daaraan wante vakbeweging over king met de V.V.D. Men begon daar in te zien, dat diepgaande, structurele her vormingen van de samenleving niet de liberalen konden worden lijkt, omdat een conservatieve partij als de V.V.D. niet verder wil gaan dan aanvullende sociale maatregelen. Drs. Nederhorst wilde de mogelijkheid niet uitsluiten, dat de recente scheiding tussen A.R.P. en C.H.U. het begin is van een ontwikkeling naar een situatie, waar in de A.R.P. optreedt als de progressieve en de C.H.U. als de conservatieve pro testantse groepering. Hoewel dit de door braak van progressieve protestanten naar de P.v.d.A. zou kunnen frustreren, zou de P.v.d.A. zo'n situatie toch wel toejuichen, omdat ze een verduidelijking van de politiek zou betekenen in die zin, dat de protestantse kiezer dan doelbewust kan kiezen tussen progressief en conservatief. Overigens zijn er, waarschuwde drs. Ne derhorst. ook in de A.R.P. nog heel wat conservatieve elementen en moet voorts worden afgewacht of de C.H.U. zich kelijk tot een conservatieve groepering zal ontwikkelen. Niet kritiekloos De heer Nederhorst bep t niet de fout zich kritiekloos op te steVn tegenover de regering nu de P.v.d.A. daarin is vertegenwoordigd. Zo nu en dan gaf hij het kabinet enkele duidelijke v schuwinkjes en terechtwyzinkjes. Over de creatie van een aparte ministerspost voor de ontwikkelingshulp zei hij: „Voor het aanzien van het kabinet en van de ministers is het niet goed als er minis tersfuncties uit de grond worden ge stampt die onvoldoende inhoud hebben". Voor de persoon van minister Bot had drs. Nederhorst echter alle waardering. ,,In de omroepzaak heeft hij getoond voor zijn overtuiging te staan, wat men niet van alle ministers kan zeggen". Dat laat ste was een steek onder water naar mi nister Veldkamp. Minister Luns kreeg te horen, dat de P.v.d.A, hem geen al te lang ministerieel leven meer gunt. „Hij is nu weliswaar aangebleven, maar ik zie 'm als minister zijn pensioen nog niet halen". Wat de huurverhogingen betreft: die vormen het offer, dat de P.v.d.A. heeft gebracht om de formatie-Cals te doen sla gen. maar voor enkele fractieleden is dat offer te groot. Enkele socialisten zullen ook tegen het omroepakkoord stemmen. Kleine partijen De S.G.P.-fractie zal de daden van de regering afwachten en op hun eigen merites beoordelen, zo maakte Van Dis duidelijk. Hij wilde zich niet bij voorbaat tegen het nieuwe kabinet afzetten omdat de P.v.d.A. er nu inzit Overigens verheelde hij niet. dat zijn fractie, ondanks instemming met bepaal de onderdelen, ook principiële bezwaren heeft tegen bepaalde programpunten. De kabinetscrisis besprekend zei ir. Van Dis. dat de liberalen en christelijk-histo rische ministers in het kabinet-Marijnen een te hoog spel hebben gespeeld. Met de heer Jongeling was hij van mening, dat de beslissing over de omroepnota-Bot niet in het kabinet maar in de Kamer had moeten vallen. Het zou de heer Van Dis ook liever zijn geweest als de C.H.U. om een geheel andere reden. b.v. om de af schaffing van het gezantschap bij de Paus. buiten het kabinet zou zijn ge plaatst. Dat het kabinet-Cals het beleid van het kabinet-Marijnen voortzet, meen de hij ten sterkste te moeten betwijfelen. De S.G.P.-aanvoerder sprak ten slotte de hoop uit, dat de nieuwe minister voor cultuur, recreatie en maatschappelijk werk. mr. Vrolijk, de bezem zal halen door de Augias-stal van de gedegenereer de, zedenverwilderde en veel godslaster lijke cultuur van vandaag. De G.P.V.-er Jongeling meende in tegenstelling tot de heren Schmelzer, Ne derhorst e.a. dat de nu gekozen rege ringscombinatie in feite strijdig is met de verkiezingsuitslag van 1963. Hij vond de koerswijziging trouwens niet in het be lang van het land. Een groot deel ons volk wil niets weten van weg doel van de nieuwe coalitie. Maar vt zover het kabinet-Cals aan zijn hoge i ping gehoor wenst te geven, wilde de heer Jongeling het wel steunen. Over het verloop van de kabinetsformatie ze G.P.V.-er o.m,. dat mr. Beernink zich niet pas vorige maand, maar al in 1963 i boot heeft laten nemen. ..Als jhr. De Savomin Lohman kennis had kunnen men van de zeer gedetailleerde bindin gen in het Akkoord van Wassenaar, v voor mr. Beernink medeverantwoordelijk was, zou hij zich in zijn graf hebben om gedraaid". Geen goed woord Boerenpartij leider Koekoek maakte ten overvloede duidelijk, dat het kabi net-Cals niet op zijn steun hoeft te re kenen. „Deze regering staat nog verder Etherreclame De heer B. Roolvink heeft gis teren dc ministerpresident ervan beschuldigd, dat hij voor de te levisie reclame heeft gemaakt, terwijl deze zaak nog ndet is ge regeld. De heer Cals heeft be toogd, dat volgens hem het rtv- probleem niet in de politieke fri- gidaire kon worden opgeborgen. Maar frigidaire is een bepaald merk! Wanneer de minister-presi dent dan toch reclame wil maken, waarom heeft hij dan niet gedacht aan de naam van de oud-minister president Marijnen?. vroeg hij. van ons af dan de vorige". Ook CPN- fractievoorzitter Bakker had natuurlijk geen goed woord voor het kabinet maar om geen misverstand te wekken, zette hij zich nog meer af tegen de WD: volgens hem geen oppositiepartij, maar een rechts-extremistische pressiegroep. De ware oppositie is de CPN. De heer Bakker kreeg de lachers op zijn hand toen hij minister Vondeling de vraag stelde hoeveel aardgas er nu in de Ne derlandse bodem zit. Zoals bekend heeft de heer Vondeling vorig jaar als oppo sitieleider gezegd, dat er veel meer aard gas in de grond moet zitten dan minister Andriessen wil doen voorkomen. PSP-fractieleider Lankhorst liet zich vrij positief uit over „dit kabinet flinke mensen". Hij vond de ombuiging van het beleid gunstig, al gaat ze lang niet zover als de PSP wenst. AR fractieleider Roolvink: (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG „Het kabinet-Cals verdient een faire kans". Dat was de conclusie van de nieuwe fractielei der van de ARP, de heer B. Rool vink, die aan het slot van zijn rede toegaf, dat hij enkele „bedenkelijke geluiden" had laten horen. Zijn be denkingen richtten zich op de finan ciële en sociaal-economische para graaf. „Als wij op één punt van het regeringsprogram zorgen hebben, dan is het op dit punt", merkte hij op. Evenals de heer Beernink had gedaan, schonk hij zeer 'kritische aandacht aan de opmerking in de regeringsverklaring dat een tijdelijk snellere stijging van de rijksuitgaven, ook in het komende jaar, onvermijdelijk zal zijn. Te verwachten valt dat er door diverse regeringsmaat regelen nieuwe Impulsen zullen uitgaan Mr. Beernink (CH) verklaart: DEN HAAG „Het regeringsprogram behelst een aantal frisse ideeën en enkele aardige plannen. Toch lydt de regering mijns inziens aan een overschatting van de mogelijkheden om alle plannen in de komende twee jaar te verwezenlijken. De volslagen onduidelijkheid omtrent de finan ciering van de plannen vormt voor my een ernstig probleem. Dit pro bleem alsmede het beleid inzake het onroerend goed, het energiebeleid, de vaagheid inzake de inflatiebestryding en nog een aantal kleinere dingen maken het mij niet mogelijk om het geheel met gejuich te begroeten". Aldus mr. H. K. J. Beernink, voorzitter van de c.h.-fractie, waarvan, naar hij meedeelde, een positief-kritische begeleiding mag worden verwacht. „Zy zal pryzen waar te prijzen valt en laken waar dat geboden is". Voordat hij inging op het regerings program. schetste mr. Beernink de gang van zaken tijdens de kabinetsfor matie en zijn (omstreden) rol daarin. Tijdens het eerste onderhoud met de heer Cals. op 19 maart had hij zich in beginsel bereid verklaard om mee te werken aan de tot standkoming van een kabinet, bestaande uit KVP. PvdA. ARP en CHU. Heel duidelijk had hij toen ook gezegd. dat het omroepvraagstuk voor hem een vrije kwestie was. ..Had de heer Cals toen gereageerd met te zeggen: ..Dan kan ik niet verder met u praten", dan had ik dit moeten accep teren. Maar de heer Cals heeft dit niet gedaan". Hij heeft nimmer gezegd, dat de fractie of ik zelf mij vooraf zou moeten binden aan een uitspraak over het rtv-vraagstuk zonder dat wij van het gehele regeringsprogram en de ze telverdeling op de hoogte zouden zijn. Hij heeft alleen gevraagd: „Kunt u ak koord gaan met de omschrijving van de aard en de omvang van de aan te gane bindingen?" Mr. Cals: ..En wat stond daar in?" Mr. Beernink: „Ik had daartegen geen enkel bezwaar. Deze aard en om vang waren overgenomen uit het ak koord van Wassenaar en ik ging er van uit, dat onder degenen, die bij een of ander punt „uit de boot mochten vallen", ook de fractievoorzitters zou den mogen zijn. Dat is bij enkele pun ten in Wassenaar door sommige frac tievoorzitters uitdrukkelijk bedongen. Wanneer de heer Cals mij op 19 maart duidelijk had gezegd, dat hij met de fractievoorzitters over het omroep vraagstuk tot in details tot een over eenstemming wilde komen en dat ik mij daaraan persoonlijk moest binden, dan had ik geweten waar ik aan toe was. Ik heb dit pas op 23 maart ge hoord en wel in de middaguren. Mij werd toen het plan-Cals voorgelegd. Akkoordverklaring daarmee zou voor mij een enorme ommezwaai hebben be tekend en een verloochening van mijn verleden, die ik innerlijk niet kon aan vaarden". Fractie-verklaring De heer Beernink wees er vervol gens op, dat zjjn fractie (op 24 maart - red.) uitdrukkelijk heeft uitgespro ken. dat zij bezwaar had om zich te binden op het onderdeel radio en tele visie zonder dat zy inzicht had in het gehele regeringsprogram en in (je ze telverdeling. „Dat is de oorzaak van het niet meer deelnemen van de c.h.- fractie aan het overleg met de heer Cals geweest". In de regeringsverklaring, zo ging de c.h. woordvoerder verder, staat, lat bij enkele gesprekspartners dus niet bij alle spijt bestond en nog bestaat over het zich terugtrekken der CHU. Met name de heer Smallenbroek zou nog pogingen hebben gedaan om tot een oplossing te komen. „Mij is helaas nimmer te kennen gegeven, dat de ge sprekspartners bereid waren de voor waarde van de binding vooraf te la ten vallen. De pogingen van de heer Smallenbroek bestonden slechts uit het opvoeren van het getal dergenen, die ,,gas-ervaring" achter Mr. Geertsema in Kamerdebat: (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG „Het is my byzondcr duidelijk gebleken, dat de lyn van het beleid van bet kabinct-Maryncn fors in socialistische richting is om gebogen". Met deze woorden vatte VVD-fracticleidcr mr. VV. J. Gccrtsema gistermiddag in dc Tweede Kamer zijn oordcel samen over de regerings verklaring van het kabinet-Cals. ,Mcn heeft het Akkoord van Was- laar laten vallen, niet omdat KVP ARP het er niet mee eens zouden zijn. maar omdat van regeringspartner moest worden gewisseld" Daardoor is volgens de VVD-fractie- leider heel duidelijk geworden hoe bijzonder veel waarde KVP en ARP hebben gehecht aan het gesloten houden van het omroepbestel. Terwille daarvan zijn zij bereid geweest een beleid prijs te geven, dat overigens in grote trekken hun instemming had. „Het is in mijn ogen verbazingwek kend. dat de KVP en de ARP zelfs tot geen enkele concessie, geen enkele vorm van een compromis bereid zijn geweest terwille van het behoud van de bestaande regeringscombinatie en het tot dan toe gevoerde regerings beleid, terwijl zij tot vrijwel elke con cessie bereid zijn gebleken om het sema. Om die reden wees hij dan ook elk verwijt, dat de VVD haar (voor malige) partners tot een zo spectacu laire koerswijziging heeft gedwongen, van de hand. Wat het omroepbeleid betreft heeft dc VVD geen enkel onredelijk verlangen geuit- Een enkele uitzondering daargelaten, an mr. Geertsema zich wel vinden in de stelling, dat het nieuwe kabinet uit sterke mannen bestaat. Daarmee is echter gezegd, dat het ook een krachtig kabinet zal blijken te zijn. De kracht van kabinet hangt mede af van goede onder linge betrekkingen en van gelijkgericht heid in de doelstellingen van de indivi duele leden. En als ik dan denk'aan van de kant van de P.v.d.A. over de minister van buitenlandse zaken Is ge zegd, betwijfel ik toch wel ernstig of er zulke dierbare betrekkingen tussen de heer Luns en zijn socialistische collega' bestaan. Minister-president: „Ik dank u voor u\ bezorgdheid" Voorts wees mr. Geertsema er op. dat enkele leden van het huidige kabinet in 1963 hebben gestemd tegen de salarisposl van minister De Jong, omdat zij in zijn beleid geen enkel vertrouwen hadden. Sindsdien is er in dat beleid echter geen verandering gekomen. Een raadsel kamp zonder blikken of blozen in het kabinet zitting heeft kunnen nemen. Uiteraard is het tragisch wanneer een beivindsman niet in de gelegenheid is om belangrijke projecten tot een goed einde te brengen, maar ik vraag me toch wel af, aldus spr., of men daar voor zijn beginselen zo kan verlooche nen als minister Veldkamp thans tot mijn bittere teleurstelling heeft ge daan. Wat nu op r.t.v.-gebied wordt voorgesteld, staat immers mijlenver af van wat hij altijd heeft voorgestaan. „Onbekwaam" Mr. Geertsema liet uiteraard ook niet na om er aan te herinneren, dat dr. Von deling minister Bot als bewindsman var O., K. en W. volstrekt onbekwaam heeft genoemd. Om politieke redenen moest hij toch worden gehandhaafd. En de ironie van het noodlot heeft gewild, dat hij thans zaken moet behartigen, die de P.v.d.A. steeds als zo belangrijk voren heeft geschoven. Op grond vai zetelverschil in de Tweede Kamer moest de K V.P in het nieuwe kabinet iets i krijgen dan de P.v.d.A. Een volle zetel zou de weegschaal te veel naar de kant van de K.V.P. hebben doen doorslaan, maar met de benoeming van de heer Bot tot minister zonder portefeuille werd evenwicht bereikt. Bovendien zou het te erg zijn geweest om de schepper var nieuwe r.t.v.-plan zo maar aan de dijk te zetten Het gaat mijn begrip te boven, aldus spr.. dat dc heer Bot het vernede rende aanbod om te gaan zitten op het puntje van de stoel van de heer Luns heeft kunnen aanvaarden. Onderdelen Mr Geertsema besprak vervolgens de verschillende onderdelen van het regeringsprogram- Hij vond de lengte van de regeringsverklaring omgekeerd evenredig aan de concreetheid van haar inhoud, die hier en daar toch wel erg mager is. Mr Geertsema had zo de indruk, dat de leden van de Sociaal-Economische Raad degenen zijn. die in de komende tijd het hardst zullen moeten werken. Hij constateer de voorts, dat nog dit jaar de ryks- uitgaven met ongeveer f 200 miljoen zullen stijgen. Financiën Op geen enkele manier heeft de rege ring echter aangegeven waar de beno digde financiële middelen vandaan zul len worden gehaald. Zal er inflatoir gefinancierd worden? De regering doet net alsof ze vasthoudt aan de zg. struc turele norm voor de stijging van de rijksuitgaven, maar anderzijds zegt ze. dat de uitgavenverhoging tijdelijk ster ker zal moeten zijn dan de groei van het reële nationale inkomen. En aan gezien dit kabinet slechts tijdelijk is, kan men zeggen, dat het zich gedurende zijn bestaan niet aan die structurele ïorm zal houden. Niet minder kritisch liet hij zich uit over het '-Uns inziens socialistisch ge tinte onderdeel van het regeringspro gram over de energievoorziening. Het gaat lijnreoht in tegen de opvatting van het vorige kabinet Verbaasd \yas de heer Geertsema, dat dr Vondeling wel liefderijk in het nieu we kabinet ls opgenomen, maar ge dwongen is om zijn bagage het ini tiatief-voorstel om onroerend goed on der de Prijzenwet te brengen achter t. laten. Spreker was bevreesd, dat het streven op het terrein van de ruimtelij ke ordening gedeeltelijk zal gaan op kos ten van de grondeigenaar. enslotte sprak de heer Geertsema over het radio- en televisiebeleid. Nieu we zendgemachtigden zullen niet meer kunnen worden dan kleine, bloedarme omroepverenigingen, omdat zij met één uur zendtijd waarin zij dan ook nog een totaal-programma moeten maken geen enkele reële kans krijgen. uit de boot mochten vallen. Dat moch ten er aanvankelijk twee zijn, later drie en tenslotte werden het er zes. Maar persoonlijk mocht ik helemaal niet u de boot vallen". ..Het daarop volgende gesprek over de mogelijkheid, dat indien de fractie met alle overige pro grammapunten en met de zetel verdeling zou kunnen akkoord gaan, de meerderheid van de frac tie toch geen binding inzake het voorgestelde radio- en televisiebe leid zou kunnen aanvaarden, vond dus plaats op een moment, dat het kritieke punt als was gepasseerd. Ik had mijn mening wel kunnen verzwijgen. Maar omdat zowel uit de schriftelijke stukken als uit de gesprekken van de voorgaande da gen aan de formateur mijn stand punt bekend was. had ik geen aan leiding tc zwijgen. Enige garan tie over het uiteindelijke fractie standpunt kon ik niet geven en ik moest dus volstaan met het rekening houden met de mogelijk heid. dat een meerderheid van de fractie toch geen binding zou kunnen aanvaarden. De fractie zowel als de Unieraad zijn steeds door mij volledig voorgelicht" Program Sprekende over het regeringspro gram. merkte de heer Beernink dat het verschillende aantrekkelijke dingen bevat, maar dat geen antwoord wordt gegeven op de vraag hoe de plannen moeten worden gefinancierd. De begrotingspolitiek van de regering is volstrekt onduidelijk. Hoe moeten wij nu het beleid voor de komende vijf maanden beoordelen? Het kabinet heeft besloten om de door de vorige kabi netten gevolgde structurele norm vooi de overheidsuitgaven tijdelijk te verla ten. Maar er wordt niet gezegd welke norm in die interimperiode zal worden gehanteerd. Zal het een „normloos' beleid zijn? Er schuilt in deze beslis sing het grote gevaar, dat de tijdelij ke afwijking wel eens van lange duur kan blijken te zijn. Volgens de woordvoerder is het niet te weerspre ken. dat de PvdA-bewindslieden een sterke greep op het beleid hebben en dat het particuliere initiatief zal wor den teruggedrongen. In elk geval moet worden voorkomen, dat er van de fi nanciering van de nieuwe plannen een inflatoire werking uitgaat Mr. Beernink zei akkoord te kunnen gaan met de herziening van de Suc- 'ewet 1956 en zich aangesproken te voelen door het besluit om het gediffe rentieerde tarief van de vennootschaps belasting waarbij de uitgedeelde t lager wordt belast dan de inge houden winst te laten vallen. Daar- _nze nog steeds onder grote spanning staande economie. Het gevaar ls dan groot ..wij zijn daarover vol met zor gen" dat men de inflatoire ontwikke ling niet in de hand houdt. De doelstel ling van het prijsbeleid handhaving van een stabiel niveau ls dan moeilijk te verwezenlijken. Weinig positief bleek de ar. woord voerder te staan tegenover het voorge stelde energiebeleid, de speculatiewinst belasting cn de voorstellen met betrek king tot het onroerend goed. De mede deling in de regeringsverklaring, dat de wenselijkheid zal worden onderzocht naar het zelf deelnemen van de staat aaD de exploratie van delfstoffen, ontlokte hem de opmerking, dat de staat op dit terrein een ..groentje" ls. Ten aanzien van de speculatiewinstbelasting zei hij. dat de overheid alleen een taak heeft wanneer er moet worden gesproken van een notoire verrijking ten koste van an deren. En wat het onroerend goed be treft, wees hij er op. dat de eigendom op verantwoorde wijze moet worden ge ëerbiedigd. De gedachten, die op dit punt bij de regering leven, waren hem niet helemaal duidelijk. Ontivi kkelingshulp Dankbaar was de heer Roolvink daar entegen voor de verhoging van de post ontwikkelingshulp op de lopende begro ting met f 33 miljoen. Zijn fractie ver wacht, dat een volgende maal de ont wikkelingshulp niet onaanzienlijk om hoog zal gaan. De a.r. fractie bleek zich ook geheel te kunnen vinden in het voorgestelde rtv-beleid. Door de toelatingseis te stel len op 10.000 wordt aan nieuwelingen een royale kans gegeven. De drempel is zo laag, dat de deur is open gezet voor een mogelijk chaotische ontwikkeling. Wanneer de nieuwelingen „aanslaan", moet het mogelijk zijn om het ledental met sprongen omhoog te doen gaan. De indiening van een nota over het rtv- beleid mag er niet toe leiden, dat de wettelijke regeling van deze zaak naar de toekomst wordt verschoven. Minder gelukkig was de heer Roolvink met het voorstel om gedurende de over gangstijd een gedeelte van de etherre clameopbrengst te reserveren voor een financiële compensatie aan de pers. Hij had de voorkeur gegeven aan de oplos sing. die door de meerderheid van de pacificatie-commissie is voorgesteld. Gelijk recht Uitvoerig stond de a.r. fractieleider stil bij de levensbeschouwelijke achter grond van het conflict over het om roepbestel. Hoe belangrijk de a.r. fractie deze zaak vindt, blijkt wel uit het feit. dat zij haar een kabinetscrisis waard achtte. En dat terwül van het kabinet- Marijnen gezegd kon worden, dat het 'n goed kabinet was. Eon van zijn groot ste verdiensten was. dat het in moeilijke omstandigheden het financieel-economi- sche evenwicht op redelijke wijze heeft bewaard. Hoewel het huidige omroepconflict niet op één lijn moet worden gesteld met de schoolstrijd en ook op een ander niveau staat dan de strijd om de ether in de twintiger jaren, bestaat er toch een belangrijke overeenkomst. In alle drie de gevallen was er een botsing met de liberalen en telkens ging het over de taak van de overheid om recht te doen wedervaren aan de verschillende stro mingen in ons volksleven. Uittreden CHU Met opzet ging de heer Roolvink niet in op de gang van zaken tijdens de ka binetsformatie. Hij merkte slechts op: „Wij hebben een moeilijke dag gehad toen de CHU meedeelde, dat zij niet meer aan het overleg meedeed. De pijn werkt nog na. Toch hebben wij unaniem en met volle overtuiging besloten om verder tc gaan met het overleg. Wij waren het niet eens met de CHU en wel met de KVP en de PvdA, zodat ons geen enkel argument overbleef om de bespre kingen te beëindigen". Benoemd tot hoofdadministrateur bij het ministerie van volkshuisvesting en bouwnijverheid drs. F. L. G. Slooff. Met de persoonlijke titel van raadadviseur. Eveneens tot raadadviseur benoemd bij het ministerie van sociale zaken en volks gezondheid drs. H. A. M. entegen stond hij „bijzonder huiverig" tegenover de invoering van een specu latiewinstbelasting en had hij sterke reserves tegenover het voorgestelde energiebeleid en tegenover de voorstel len met betrekking tot het onroerend goed. J. van Eibergen over fondsvorming: werkgeversorganisaties (zoals al meer is gebeurd) ook nu willen bekijken hoe lang zij hun ..nee" vol kunnen houden zonder „de zaak" helemaal kapot te ma ken. Waardering voor H. H. W'emmers (Van onze soc.-econ. redactie) DEN HAAG De heer J. van Ei bergen, voorzitter van het Chr. Na tionaal Vakverbond, vraagt zich af waarom dc centrale werkgeversorga nisaties „zoveel herrie maken" over de fondsvorming voor georganiseerde werknemers. „Het gaat hierbij slechts om fracties van één procent. De Stich ting van de Arbeid heeft al diverse ca.o.'s goedgekeurd, die aanmerkelijk méér hoven de 5 procent van het loonakkoord uitkomen". De C.N.V.-voorzitter verklaarde ons dit gisteravond desgevraagd in commentaar op het mislukken van de besprekingen hierover in het bestuur van de stichting. Niettemin acht de heer Van Eibergen het nog steeds mogelijk uit de impasse te geraken, indien daarnaar van beide kanten ernstig gestreefd zou worden, al zijn de verhoudingen dan aanzienlijk verscherpt „De moeilijkheid is, dat de werkgevers de kwestie van de fondsvor ming nogal negatief bezien", aldus de vakbondsleider, die zich afvroeg of de Waardering De heer Van Eibergen verklaarde waar dering te hebben voor de bemiddelings poging van de heer Wemmers. Eén van de grote voordelen van diens voorstel noemde hij, dat daardoor tijd zou wor den verkregen voor rustig overleg. De voorzitter van het N.V.V., drs. D. Roemers, zei na afloop van het gesprek in de stichting dat hij met zeer geringe verwachtingen naar deze vergadering was gegaan, maar dat hij zelfs daarin nog is teleurgesteld. „Irf J. Bosma, de voor zitter van het Centraal Sociaal Werkge versverbond, heeft gelijk. De verhoudin gen tussen centrale werkgevers- en werknemersorganisaties zijn inderdaad aanzienlijk verscherpt. Er is echter één lichtpuntje: de persoonlijke verhoudingen zijn nog goed", aldus de heer Roemers. De werkgeversvertegenwoordigers ga ven na afloop van het stichtingsberaad te kennen geen behoefte aan commen taar te hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 9