>e oudste tweeling in
Nederland werd 95
Nog nooit ruzie gehad
RIMPELS
HERINNERINGEN
NOOIT VAKANTIE
KRITISCHE ZIN
Zomerzegels 1965: oude
Nederlandse stadjes
Stradivarius
voor f45?
Vanavond einde
taxistaking in
Rotterdam
ZATERDAG 17 APRIL 1965
(Van onze speciale verslaggever)
OUDKERK Het is nu bijna een eeuw een
tweeling. Dit kan gezegd worden van mevrouw
Trijntje Bloemhof-Van der Meer en mevrouw
Antje Veltstra-Van der Meer, die zaterdag 17
april 95 jaar worden. In 1870 werden ze overi
gens op 16 april geboren. Maar door een fout
die niet op het gemeentehuis werd gemaakt,
is hun verjaardag altijd een dag later gevierd.
We zitten tegenover de tweeling, die zo Fries
is als Friezen maar kunnen zijn. De taal, die de
vriendelijke dametjes gebruiken, is voor „de
Hollander" nauwelijks te verstaan. Er moeten
tolken bijkomen: een zoon van 72. een klein
dochter van 55 en een achterkleinkind van 25.
Mevrouw Veltstra heeft ook nog een achter
achterkleinkind, maar dat is pas drie jaar.
Men ziet de gezusters, die beiden een fonke
lende. gouden kap en een antieke, kanten muts
dragen, hun hoge leeftijd niet aan. Er zijn rim
pels. ja. de handen zijn wat doorschijnend. Maar
het hoofd is helder, de ogen glanzen en nemen
nog alles waar. En de humor, die ze uitdragen, is
hartverwarmend. Ze kunnen nog lachen; ze
lachen zelfs veel.
„Als we dat niet meer zouden kunnen", zegt
Antje, „zou het niet best zijn".
„Het is een zegen", vult Trijntje aan. „Ons
leven lang hebben we samen veel plezier ge
had".
Mevrouw Bloemhof en mevrouw Veltstra
lijken nog sprekend op elkaar. Trijntje mag iets
fragieler zijn dan Antje. Antje mag meer ge-
zichtsplooien hebben dan Trijntje, maar 95 jaar
is dan ook bijna een volle eeuw. De buiten
staander vergist zich in ieder geval aan de
lopende band. als hij een van beiden aan wil
spreken. De trekken zijn zo identiek; de bewe
gingen precies gelijk. Zelfs in de stem bespeurt
men weinig verschil.
„Vroeger was dat een ramp", vertelt Trijntje.
„Niet voor ons natuurlijk, maar voor de mensen,
die ons bij de naam wilden noemen. Op de lagere
school zaten we naast elkaar in de bank. M'n
zuster had een armbandje om en daar keek de
meester altijd eerst even naar, als hij een van
ons tweeën een beurt gaf. Op catechisatie kon de
dominee er ook geen wijs uit".
„En we hebben nooit ruzie gehad", vervolgt
Antje. „We hebben het al die tijd heel goed met
elkaar kunnen vinden. We zijn ook nooit bij
elkaar uit de buurt geweest".
Dan wordt er geput uit diepe, heel diepe her
inneringen. Beurtelings vertellen de vrouwtjes,
die. behalve eendere Friese kappen, ook eendere
japonnen en eendere gouden kettingen met git
ten dragen. Waar de een de draad laat vallen,
neemt de ander hem weer op.
Boerendochters zijn het. geboren in Roodkerk,
op slechts enkele kilometers afstand van Oud-
kerk, waar ze nu wonen. Hun „mem" hebben ze
nooit gekend; zij stierf in het kraambed. Melken,
vee verweiden, karnen, alles hebben ze moeten
doen. Van half vijf in de morgen tot ver in de
avond was het werken geblazen.
Antje trouwde op 19-jarige leeftijd met een
veehouder. Trijntje twee jaar later met een
beurtschipper. Beide mannen, die goede vrien
den van elkaar waren, zijn al jaren dood.
Terwijl Antje twee dochters groot bracht op
dc boerderij en tegelijkertijd een macht boeren
werk verzette, groeiden Trijntje's twee zoons
in een kruidenierswinkeltje op. Hun ouders dre
ven dit samen, maar omdat vader veel werk bui
ten de deur had. was het altijd moeder, die
achter de bel aan moest lopen.
„Nee. vakantie heb ik nooit gehad", verklaart
Trijntje. „Dat was er vroeger niet bij. We had
den natuurlijk wel eens een feestje, maar dat
was met een avondje bekeken".
Antje beaamt wat haar zuster zegt. Ze onder
streept het nog eens. „Van hard werken ga je
niet dood. Als je je zorgen maakt, of als je geen
plezier meer in het leven hebt dat is slecht".
Aan de muuï- hangt een aardewerken bordje
Het is de lijfspreuk van de gezusters, maar „de
Hollander" begrijpt hem niet. De vertaling?
„De luie zou ook, maar hij stierf eerder".
Mevrouw Bloemhpf en mevrouw Veltstra heb
ben nooit meer dan anderhalve kilometer bij
elkaar vandaan gewoond. En ze hebben hun
wijsheid niet alleen uit hun lange levenservaring
geput, maar ook de natuur, vooral ook uit het
leven in die natuur.
„Een mens kan nog heel wat van een beest
leren", aldus Trijntje. „Liefde, trouw, gevoel,
het zich redden uit noodsituaties. M'n zuster en
ik zijn altijd heel erg aan elkaar verknocht ge
weest. We kunnen eigenlijk niet buiten elkaar.
Hetzelfde zie je bij de dieren. Als een koe twee
kalveren krijgt, zijn die beestjes onafscheidelijk
Je ziet ze altijd samen in de wei dartelen".
Ze keuvelt verder. Ze laat zich met een glim
lach door Antje in de rede vallen. De ene helft
van de identieke tweeling vult de andere helft
aan. Beiden spreken dezelfde taal. Beiden pra
ten op dezelfde golflengte.
Met een klein stukje conversatie wordt be
wezen dat 'de gezusters nog volop in het leven
staan en nog maar weinig van hun kritische
zin hebben verloren.
Trijntje: „Ik las van de week in de krant dat
een Amerikaanse professor gezegd heeft dat de
mensen over vijfentwintig jaar het weer naar
hun hand kunnen zetten".
Antje: „Dat geloof ik niet".
Trijntje: „De natuur blijft de baas".
Antje: „Dat gaat tegen de Almachtige in".
Trijntje: „De mensen moeten niet dénfcèn dat
ze alles kunnen. Kijk nou eens naar de wervel
stormen in Amerika. Heus, daar is niets tegen
te doen".
De moderne tijd. die zo heel anders is dan de
tijd. die zij nog hebben meegemaakt, vinden de
Friese dametjes „erg mooi". Tegelijkertijd zijn
ze van mening dat verschillende verschijnselen
„overdreven" vormen hebben aangenomen.
Trijntje uit nog een hartewens. Ze hoopt dat
God haar tegelijk met haar zuster zal wegnemen.
„Van onze geboorte af zijn we bij elkaar ge
weest". zegt ze. „Ik zou het verschrikkelijk vin
den alleen achter te blijven".
In café Woudstra in Oudkerk is het zaterdag
middag feest. De oudste tweeling van Neder
land viert daar haar 95ste verjaardag, temidden
van zo'n zeventig kinderen, kleinkinderen, ach
terkleinkinderen en achter-achterkleinkinderen.
Er is dankbaarheid bij de vrouwtjes, veel dank
baarheid zelfs. Omdat ze zich nog zo goed voe
len." Omdat ze nog alles kunnen eten. Omdat ze
elkaar nog hebben, dwars door de stormen van
bijna een eeuw heen.
Hoogwater Schevenfngen
april: 4.42 v.m.; 16.50 n.m.
j april: 5.14 v.m.: 17.34 n.m.
If april: 5.46 v.m.; 18.09 n.m.
Zon en maan
mdag 18 april: zon op 5.37, onder
i op 22.53, onder 6.54.
Maandag 19 april: zon op 5.35, onder
op onder 7.18.
Dinsdag 20 april: zon op 5.33, onder
1 op 00.04; onder 7.50.
23 april: laatste kwartier.
...i In hot Weesperpleinzlekenhuis te Am-
jei :am is gisteravond de 19-jarige stu-
»ttt J. Schol overleden aan de gevol-
'te van een val.
DEN HAAG De zonjerzegels 1965
zullen op alle postinrichtingcn in Neder
land verkrijgbaar zijn van 1 juni t/m 31
augustus. De opbrengst van de toeslag
op deze serie wordt door de Stichting
Comité voor de Zomerpostzegels uitge
keerd aan landelijke en regionale instel
lingen voor volksgezondheid, maatschap
pelijk werk én culturele doeleinden, die
daarmee de projecten financieren die
niet op andere wijze tot stand konden
komen.
De vijf zegels, die werden ontworpen
door Th. Kurpershoek te Amsterdam,
tonen afbeeldingen van oude Nederland
se stadjes. Waarden, kleuren en voor
stellingen zijn ais volgt:
3+6 cent. geel en zwart, Veere;
10+6 cent, blauwgroen en zwart,
Thorn;
18 12 cent, rood en zwart, Dordrecht;
10 cent. blauw en zwart. Staveren;
ROSWINKEL De heer C J. Wafel
bakker uit deze Drentse plaats heeft het
sterke vermoeden, dat hij onlangs voor
45 gulden een echte, en dus zeer kost
bare Stradivarius op de kop heeft ge
tikt. In een viool die hij onlangs kocht
van een inwoner van Muntendam heeft
hij namelijk de naam „Strachvarius" aan
getroffen Helemaal zeker, dat het in
derdaad een van de kostbare violen is.
is de heer Wafelbakker nog niet, maar
hij heeft het instrument veiligheidshalve
toch maar laten opbergen in een bank
kluis in Ter Apel. Na Pasen gaat de heer
Wafelbakker naar een deskundige en
pas dan zal hij weten of hij ontstellend
veel geluk heeft gehad, of het slachtoffer
is geworden van een grappenmaker,
zoals zo velen voor hem.
40 10 cent, groen en zwart, Medem-
blik.
De zegels zullen voor frankering gel
dig blijven t/m 31 december 1966.
ROTTERDAM Waarschijnlijk reeds
vanavond zullen in Rotterdam de taxi
en de huurauto's weer gaan rijden. De
staking heeft dan precies twee weken
een dag geduurd. Voor de chauffeurs
voor de klanten zullen, als men tot ov
eenstemminig komt, belangrijke verande
ringen komen De taxi-tarieven zullen
dan namelijk met veertig procent
ten stijgen. De voorstellen van werkge
versztfde die vanmiddag om twee uu
in gebouw Odeon zouden vforden be
sproken door alle stakers, houden in dat
de taxi-chauffeurs een weekloon zullen
ontvangen van f 150 en de huurauto-
chauffeurs ongeveer f-153. Hierbij komt
nog vier procent vakantietoeslag. De ge-
eiste kerstgratificatie is ndet in de voor
stellen opgenomen evenmin enkele an
dere punten. De fooien zijn in de nieuwe
regeling helemaal afgeschaft.
Volgens de stakingsleiding zouden de
voorstellen wel worden geaccepteerd
omdat zowel op het punt van fooien als
lonen de eisen voor een groot deel zijn
ingewilligd.
Amsterdam Op het terrein waar de
nieuwe vvjzelflat wordt gebouwd is gis
teren de bijna tien meter hoge kraan
van een dragline door het knappen van
de giekdraad omgeslagen. De kabel
sloeg met grote kracht in een boor door
de over de Vijzelstraat gespannen bo
venleiding van de tram. Er werd nie
mand door de kraan getroffen.
Het tramverkeer moest worden om
gelegd.
lui ster
steren
luisteren
De Grieken dachten: het evangelie van Christus is te dwaas, het botst tegen ons
redelijk denken.
De Romeinen dachten: het is te halfzacht, het verlamt de opbouw van ons wereldrijk.
De Germanen dachten: het is te vernederend, het is onverenigbaar met ons gevoel van
eer en waardigheid.
Het evangelie is altijd een aangevochten zaak geweest. De eeuwen door. Toen en nu.
Het is opgebotst tegen mensen en volkeren. Tegen hun redelijk denken, tegen
hun heerszuchtige ambities, tegen hun drang om zich uit te leven zonder beperking.
Het was altijd spelbreker, want het tastte hun ijdelheid aan, hun egoïsme, hun zelfbe
wondering. Het kwam op voor de zelfverloochening, die de kortste weg is naar het geluk.
Jezus zegt: de graankorrel moet sterven om vrucht te kunnen dragen. En zijn leven is
daarvan het teken geweest. Onder het kleed van een dienstknecht gaat het hart van
een koning verborgen. Maar wie gelooft het? Dat de zelfverloochening de kortste weg is
naar het echte leven? Dat de graankorrel moet sterven om vrucht te kunnen dragen?
Toen en nu. Het is nog altijd hetzelfde.
Het evangelie van Christus lijkt dwaas of halfzacht, te vernederend of te streng. In elk
geval: onbruikbaar. Maar het gaat zijn gang door de wereldgeschiedenis. Als de spel
breker in ons menselijke spei van zelfbewondering- en ijdelheid, van zelfzucht en
geldingsdrang.
Misschien heeft Paulus toch gelijk als hij zegt, dat de dwaasheid van God wijzer is dan
de mensen. En dat de zwakheid van God stérker is dan de mensen. Want daardoor is
het Pasen geworden.
Het geloof is uit het gehoor, zegt Paulus. Wilt u daarom zelf ook eens komen horen.
Komen luisteren naar het evangelie van Christus. Op de paasdag.
INDSC HERVORMDE KERK