Veldwachter groef naar verdwenen dorp
r daarom bewoners van
-Jacobswoude naar
Woubrugge trokken,
is nooit opgehelderd
Inval in casino Vaals:
toptellospel hazard?
I'lfitEUWE LEIDSE COURANT 13 MAANDAG 5 APRIL 1965
llClt
li r
EEN dorp werd van Hollands groene aarde
weggevaagd en uit dit dorp werd een ander
Joi-p geboren, op enkele stappen afstand van een
teuzevoet. Wat Jacobswoude nog aan leven over
lad, gaf het aan Woubrugge en Woubrugge aan
aardde het, groeide en groeide niet meer én bleef
ni stil, standvastig plaatsje aan de wijde Woud-
etering. Dat is in het kort de geschiedenis van
:t kleine, schilderachtige Woubrugge. dal niet
li plan is groter te worden.
Had Woubrugge geen blondere
sldwachtcr gehad, dan hadden wjj
weinig over de historie
orp kunnen vertellen, maar het is
iders. Omstreeks het begin van
:e eeuw leefde in Woubrugge de
ddwachter O. C. van Hemessen.
i plaats van met een sabel, trok h|j
V.-jr met een schopje op uit om te gra-
op zoek naar Oud-Woubrugge.
wee ftvige boekwerken en een
nailer exemplaar waren het resul-
tat van deze omzwervingen, even
museum; maar dat is sinds
nige tüd gesloten, omdat niemand
elang stelt in de historie van Wou-
rugge. Met toerisme is Woubrugge
eter vertrouwd.
In elk geval, veldwachter van
lemessen heeft zijn best gedaan en
(jn boeken vormden de voornaam-
te bron van ons verhaal. Nabij
Woubrugge is nog een klein monu-
ïent te vinden, dat vertelt over een
ergeten dorp. Dit dorp was Jacobs-
roude. Het ontstond in een streek
an bossen en moerassen, waar tot
95 de Warners hun pleisterplaatsen
iadden. Zij verwierven zich een
moeizaam bestaan met vissen en
agen en hun vrouw'en zorgden voor
Ie benodigde porties groen en kool-
lydraten. Ook de Romeinen hebben
nog eens huis en hof gehouden
ïn lieten een enkele verspreide urn
kchter.
Jacobswouae's geschiedenis begint
►igenlijk bij de stichting van kasteel
LTer Woude". Het was een fors vier
kant gebouw, dat wel tegen een
[tootje of een brandschatting bestand
kras en overeenkomst moet hebben
getoond met kasteel Brederode
Rondom het kasteel vestigden zich de
lijfeigenen en hieruit onstond het
■■dorp Jacobswoude. Rondtrekkende
kooplieden verspreidden het Chris
tendom en ook Jacobswoude bouwde
ten kapel van hout; een goed mik
punt voor woeste Noormannen, die
telkens in alle opvolgende kapellen
de brand staken. In de twaalfde eeuw
FBcwam er een stenen kapel, in ro
"maanse stijl gebouwd De vloer be
stond uit rode, gebakken tegels. Er
waren geen stoelen voor de gelovi
gen, pas in de 14e eeuw werden er
enkele koorbanken geplaatst voor de
i geestelijken. Ter verwarming wer
den 's winters matten, hooi en stro
op de grond gelegd. Rondom de kerk en
-haar kerknof lag een gracht met
daarover een brug, die rooster heet
te. Die naam was ontleend aan de
smalle. schuingeschaafde latten,
daaruit de vloer van de brug was
samengesteld. Dit ter wering van de
varkens, die 's nachts vrij door het
dorp rondliepen en geneigd waren
de grond van het kerkhof open te
krabben en om te woelen.
De meer bemiddelden werden in
het kerkgebouw begraven; de gees
telijken en zeer aanzienlijken in
lastenen sarcofagen. In vroeger eeu-
'■"„-ar. ic *n'n irict pens oDeeeraven
72-
wen is zo'n kist eens opgegraven,
naar dit was in 1900 al weer ii het
ergeetboek geraakt. Een deel van
het deksel werd gelegd in het voet
pad voor de kerkdeur. De andere
helft kwam voor de staldeur van
boer te liggen, die de kist had
laten restaureren.
De ridders van kasteel „Ter Wou
de" oogstten roem en ook wel eens
wat schande. In 1394 sloeg Dirk van
der Woude de schout Ghijben Be-
drongen dood. De graaf verbande
Dirk daarvoor uit Holland, een zeer
milde straf.
MISERABEL
JACOBSWOUDE was klein begon-
J nen en bleef klein. In 1514 ver
klaarden twee ambachtsbewaarders
dat de heerlijkheid Esselicker en
Heer Jacobswoude bestónd uit 35 hui
zen, waarvan er 14 me?r op een
stal dan op een woning leken. Meer
dan de helft der ingezetenen leefde
volgens de pastoor, alleen van „den
Heylighen Geest". Hij verklaarde,
dat de helft van zijn 200 communi
canten „arm ende miserabel" wa
ren.
De bewoners, wier inkomsten voorna
melijk bestonden uit turf maken en
vissen werden uitgezogen door zwa-
belastingen. Het kasteel was reeds
1426 verwoest en de bewoners
1 dit bolwerk waren naar War
mond vertrokken, evenals alle am
bachtslieden. Het klimaat was guur
en ruw mede door de opstijgende
dampen uit de vochtige moeraslan-
den.
Ook in Jacobswoude kwam de re
formatie. Pastoor Coppens, de ge
schiedschrijver van oude tijden, zegt:
„Jacobswoude is het broeinest der
ketterij voor deze gehele omgeving
geweest. De grote prediker Jan de
Bakker de eerste Nederlandse
martelaar, die werd verbrand in Den
Haag was hiervan de oorzaak en
de hagepreken waren schering en
inslag, maar beeldengestormd werd er
niet. Voorts waren de inwoners zeer
Oranjegezind. Op feestdagen werden
„pecktobbes" gebrand en werd de
klok geluid en het biet was gratis.
In 1573 vaardigden de Staten /an
Hoüand uit dat alle inkomsten der
kerken moesten worden opgeteld en
hun ter hand gesteld. „Niets daar
van", vond ambachtsheer Albrecht
an Duivenvoorde. Een gevolg hier-
an was dat de predikanten slecht
werden betaald, daar hun tractemen-
ten uit deze inkomsten moesten ko-
Een van hen was Pieter Wassius, die
niet afkerig was van een vloeistof,
die men momenteel te Schiedam pleegt
te produceren. Oo khield hij wel van
een uitje en declareerde dan stevig.
Verder hield hij uiterst zelden Heilig
Avondmaal. In zijn tijd, in 1586. werd
het kerkgebouw, dat op instorten
stond, afgebroken en een timmerloods
gehuurd van Hendrick Pieterszoon.
In 1591 klaagde de classis bij de
Provinciale Synode dat Jacobswou
de reeds vijf jaar zonder kerkgebouw
zat en de schuld werd op Wassius
geworpen.
Nadat Wassius ter verantwoording
was geroepen, beloofde hij zijn leven
te beteren.
Intussen was het merendeel van
de inwoners van Jacobswoude ver
huisd naar Woubrugge en Wassius
ging met her. mee.
Enkele jaren later werden de laat
ste bouwvallige huizen in Jacobswou
de afgebroken. Hun bewoners waren
óf uitgestorven óf hadden de ande^
ren gevolgd naar Woubrugge, óf wa
ren naar elders vertrokken. Waarom
zij gingen is niet meer te achterha
len. Sindsdien komt Jacobswoude in
de annalen niet meer voor. Een
steen met inscriptie langs een pro
vinciale weg herinnert slechts
het verdwenen dorp.
NIEUWE KERK
■W/DUBRUGGE bloeide en was z
Protestant, zodat de meeste
Rooms-Katholieken naar het dichtst
bijzijnde dorp Hoogmade (dat
menteel tot de gemeente Woubrugge
behoort) moesten gaan. Daar konden
ze hun geloof belijden. Toch wisten
zij wel eens de schout van Woubrug
ge te verschalken met „hunne Paap-
sche stoutigheden". Enige geestelijke
vrouwen „Clopjes" genaamd gingen
rond om t.e zeggen waar de mis
worden bediend. In het aangewezen
huis was hel altaar achter een
dijn of een paar deuren opgesteld en
op enige afstand van het huis
den schildwachten geplaatst, die als
de schout en zijn dienaren naderden,
een sein gaven, waarop alle „Pa
pen" schielijk verdwenen.
De priester vertoefde meestal i:
een der molens rondom Hoogmade
en Alkemade: hij was soms gekleed
als visser. Vanaf die molens werd
een sein gegeven om aan te duiden
waar de geestelijke zich bevond. Had
men hem nodig, dan keek men maar
even waar een witte doek of een
der sein aan een der wieken van de
molens was verbonden.
Heel af en toe werd een slinkse be
devaart gehouden.
Door de vurige preken van dS. Lu-
dovicus de Dieu ontstond er
bloeiend geestelijk leven in Woubrug
ge, dat de kerk te klein werd. Er
moest een nieuwe komen. In Wou
brugge gaat een onsterfelijke legende
rond, dat de kerk, die gebouwd was
zonder pilaren, de oorzaak is geweest
van de dood van de bouwmeester,
die dezelfde zou zijn, die de Nieuwe
Kerk in Den Haag heeft gebouwd.
Het ontbreken der pilaren deed bij
zijn opdrachtgevers een sterk vermoe
den bestaan dat de kerk weldra weer
in zou storten en dat brachten ze
hem dermate duidelijk aan het ver
stand, dat hij de hand aan zichzelf
zou hebben geslagen. Hoewel tref
fend, is dit een legende, die ook voor
Den Haag geldt.
Omtrent de naam van de bouw
heer gaan er stemmen op voor P. A.
Norwits, de bouwer van de Nieuwe
Kerk in Den Haag en Pieter Post,
leerling van de grote Jacob van
Campen. Zekerheid is er echter niet.
Hoe het ook moge zijn, zeker is
wel dat de kerk, die in 1653 gereed
voor de eredienst, een bijzonder
aardige bouw heeft. De toren die
twaalfzydig is, staat in het midden.
Jammer genoeg is het interieur min
der smaakvol dan het exterieur. De
kleurcombinatie laat aan helderheid
en frisheid wel wat te wensen over
en de plaatsing van het meubilair
maakt een overvolle indruk. Verder
is er geen consistori-kamer* zodat
een Haags predikant, toen Woubrug-
ges kerk ter sprake kwam opmerk
te: „Oh, dat is die kerk, waar je in
toga over straat moet gaan". Naast de
kerk, aan de overkant van de
straat is namelijk een wijkgebouwtje
waar de predikant zich moet verkle
den. zodat men elke zondag op gezet-
e tijden Je stoet van ouderlingen
ïn diakenen en de predikant over
traat ziet wandelen.
CONFLICT
JJOEWEL het kerkgebouw van de
Nederlands Hervormde Gemeente
is, bezit de gemeente Woubrugge de
toren. Dit werd in 1798 bepaald (de
Franse tijd) daar Napoleon meende
dat elke gemeente zijn eigen luid-
klok moet hebben. En aangezien er
in Woubrugge maar één klok was,
die van de kerk, werd deze gecon-
fisceerd door de gemeente.
der bouwen en gebruikten daarbij de
grafzerk die in Jacobswoude op de
grafkelder van de Van Woude's had
gelegen. Deze grafsteen is bewaard
gebleven. Op de steen staat: „Hier
ligghen beghraven enighe heren en-
de vrouwen van Woude. God die wil
alle haire zielen ende haire geslags
zielen ontfarmen".
Naast wapenschilden zijn er verder
de attributen der vier evangelisten
op afgebeeld, twee korenschoven als
symbool der opstanding en een hond
je. als symbool der trouw, duidt aan
dat er ook vrouwen onder begraven
lagen.
Sinds jaren was er een conflict
tussen de ambachtsheren en de ge
meente over het benoemen van een
predikant, die gewoonlijk door de
ambachtsheer werd benoemd. Toen
ambachtsheer De Sterke weer eens
het pleit had gewonnen, schonk hij
de kerk bij de komst van de nieuwe
predikant een Statenbijbel voor de
kansel, doch niet voor hij zijn neef
op de eerste bladzij een gedicht had
laten schrijven, dat pochend de over
winning van De Sterke bezong.
TWEE BENEN
/"JOK voor Woubrugge brak de tijd
van Franse overheersing aan.
De Sterke verkocht zijn heerlijkheid
aan ene mr. Vingerhoedt, die een
vurig patriot was en weldra een
Fransgezinde baljuw aanstelde. Deze
zag er streng op toe, dat er geen
Oranje werd gedragen. Ook richtte
hij een vrijkorps op, dat braaf be
spot werd door de dorpelingen, zo
dat de gemeentesecretaris een de
creet moest schrijven, waarin het de
dorpelingen verboden werd de wa
penoefeningen te beschimpen. Deze
secretaris was een broer van ds.
Claessen. De predikant, een vriend
van Prins Willem V, bracht elk jaar
een deel van zijn vakantie in Wou
brugge door en ging dan in de om
trek preken.
By zo'n gelegenheid sloegen eens
de paarden voor zijnrijtuig op hol,
het voertuig kanteldeen de predi
kant brak beide betten. De Prins
vernam dit en stuurde dadelijk zijn
lijfarts uit Den Haag, doch de dorps
dokter begroette deze niet bepaald
beminnelijk. Ds. Claessen loste het
conflict op en sprak: „Daar heren,
neem elk een been" en zo geschied
de het. Het been, dat door de lijf
arts was behandeld, moest echter
worden afgezet.
Op 29 aug. 1786 werd Teunis van
Tol veroordeeld tot drie gouden du
katen boete, plus de kosten van
het rechtsgeding omdat hij had ge
roepen: .Hoezee, Oranje Boven leve
Willem V".
Het juk der kezen begon de Wou-
bruggenarën te vervelen en er brak
een oproer uit. De baljuw en die
naar van justitie vluchtten naar Lei
den. Inmiddels taande het kerkelijk
leven: de zedeloosheid nam toe
in de periode van 1788 tot 1810
den acht diefstallen gepleegd,
aanrandingen en een afschuwelijke
moord, die door een Duitser werd
bedreven. De toenmalige pastoor
Braakman begeleidde hem naar het
schavot.
Woubrugge had ook een brand
merk. Het stelde een cirkel en drie
halve manen voor en het werd rood
gloeiend op vele lijven gedrukt.
Evenals overal in den lande werden
Woubrugge zeer strenge straffen
toegepast. Dit blijkt uit het geval
van een oude man, beschuldigd van
turf stelen, wat hy echter stellig
ontkende. Geprikkeld door het ongeloof
van de rechters noemde hij de bal
juw „rooijen bul" en dat mocht nou
net niet. Hij bleef daarom nog vijf
maanden in voorarest in een bijna
middeleeuwse kerker.
De patriotten werden al machtiger
en lieten hun leus „ni Dieu, ni Mai-
tre" al driester klinken. In het laat
ste geval waren de Oranjegezinden
het met hen eens: men was het
despotisme van de ambachtsheren
beu.
Ambachtsvrouwe Vingerhoedt werd
wat angstig en schonk daarom de
kerk een fraai orgel, dat in juni
1794 in gebruik werd genomen. Het
wordt nog steeds gebruikt.
Aan de Franse periode kwam ge
lukkig een einde. De tijd schreed
voort en een eenvoudige vrouw.
Hendrika ven Mijnen, gaf de stoot
tot de afscheiding. Een Gerefor
meerd kerkgebouwtje werd neerge-
MAASTRICHT De officier van
justitie bij de rechtbank, mr. J. H.
W. Houben, heeft zaterdagavond,
vergezeld van de substituut-officier,
mr. J. H. Fransen, dirigerend offi
cier der rijkspolitie tweede klasse H.
W. Weerts, districtscommandant van
de rijkspolitie te Maastricht en zes
geüniformeerde rijkspolitiemannen
onder leiding van de groepscomman
dant der rijkspolitie in Vaals, adju
dant Vaanholt, een inval gedaan in
een hotel in Vaals waar het toptello
spel werd gespeeld.
In het hotel had de Duitser M. za
terdagmiddag om halfvier een casino
geopend. De rijkspolitie die het in die
toptelloclub in hoofdzaak gespeelde
spel observeerde, bracht rapport uit
aan de officier van justitie en zijn sub
stituut
Dezen zagen aanleiding een inval te
doen. Zij constateerden een overtreding
van de algemene politieverordening,
die voor welk spel dan ook een ver
gunning verplicht stelt Bovendien acht-
Hoger winst Grasso
s Hertogenbosch-Grasco heeft over
1964 (1963) i 1,38 (1,26) min geconsoli
deerd exploitatiesaldo geboekt tegenover
f 563.744 (546.385) afschrijving, f 260.000
(270.000) belasting, f 377.330 (442.425)
belasting en f 167.500 (1250) winst ter
verdeling. Reeds voorgesteld is 10 (10)
pet dividend, waarvan 5 (100) pet in aan
delen uit agio. De omzetindex was 360
Bij de inval werden enkele duizen
den guldens en alle fiches bij het in
vol bedrijf zijnde spel in beslag geno
men. Tegen de ongeveer veertig aan
wezigen van wie driekwart Duitsera
waren, werd proces-verbaal opgemaakt
Volgens de Duitse organisatoren van
de club is toptello een behendigheids
spel Ook in Duitsland is het spel ech
ter al een aantal malen door de justitie
tegengegaan.
(344) tegen 100 in 1957. De omzet van in-
dustriele koelinstallaties daalde echter,
vooral voor de uitvoer, omdat Grasco in
verschillende delen van de wereld eigen
installatiebedrijven stichtte, waarbij
buitenlandse omzet uitvoer verving. De
binnenlandse verkoop van koelinstalla
tie bedroeg 116 (166) tegen 100 in 1962,
de uitvoer 50 (60). de buitenlandse om
zet 770 (170). Het zal enige tijd duren
voordat de resultaten van de laatste in
de vorm van dividenden het moederbe
drijf belangrijk zullen beïnvloeden.
Ook de toenemende bedrijvigheid in
droogvriezen zal pas op de lange duur
duidelijke resultaten geven. Om fabri
cage en installatie te scheiden zijn alle
koeltechnische installatiewerkzaamheden
ondergebracht in NV Grenco.
De nieuwe serie grote compressoren,
vervaardigd door de verbonden Ateliers
Francois te Luik is bijzonder gunstig ont
vangen. De nieuwe afdeling automatic
beantwoordde volkomen aan de ver
wachtingen. De huisvesting van Grenco
zal nieuwe investeringen vergen.
zet en er kwam een school met de
Bijbel.
In 1887 werd het bestaande raad
huis gebouwd voor Woubrugge en
Hoogmade. dat tot deze gemeente
behoort.
WEGENWEB
JN Woubrugge gaat het leven rus-
A tig zijn gang. Niemand maakt
zich druk" en waarom zou men ook?
Woubrugge blijft voorlopig nog lang
besloten in zyn „kleine groene ring".
Af en toe wordt een vervallen wo
ning afgebroken en daar komt dan
een nieuwe voor in de plaats. Wel
is er wat geringe nieuwbouw, doch
dit is niet noemenswaard. De bewo
ners leven hoofdzakelijk van vee
teelt en sommigen werken op fabrie
ken in Alohen aan den Ryn. Van de
bevolking is 98 procent protestant,
dit in tegenstelling tot Hoogmade,
waar 98 procent rooms-katholiek is.
In de tweede wereldoorlog werd de
Gereformeerde kerk verwoest, waar
voor nu een nieuwe in de plaats is
gekomen.
Woubrugge moet het hebben van
zijn rust. Vele toeristen komen 's zo
mers in het plaatsje om in de om
geving te gaan wandelen. Ook heb
ben dan de vier jachtwerven dan
niet te klagen over gebrek aan af
trek. Economische drukte kent Wou
brugge niet, maar dat heeft ook zyn
voordelen. Trots is men op de gunsti
ge verkeerstechnische ligging: „Wou
brugge Wegenweb" staat er in het
gemeentestempel. Het kan geen
kwaad zich eens te gaan onderdom
pelen in de dromerige rust van dit
zo gunstig gelegen plaatsje en daar
toe heeft men in Woubrugge aan de
Woudiwetering ruimschoots gelegen
heid.