STEL ALLE AMBTEN
VOOR VROUW OPEN
Betere inkomensverdeling
door Bijbel voorgehouden
Heren, Profeten en Koelies
In 2000 kan iedereen
over auto beschikken
Bedrijfsleven maakt hulp
van staat onmisbaar
Een woord voor vandaag
Sociale gerechtigheid in
volkenrecht vastleggen
Vestdijks Juffrouw
Lot mislukt
Prof. ir. Volmuller:
Fiets blijft
ideaal middel
VRIJDAG 26 MAART 1965
van vervoer
UTRECHT In het jaar 2000
zal iedereen in Nederland over een
auto kunnen beschikken. Dit be
tekent echter niet, dat de verkeers
intensiteit tegen die tijd ook toe
neemt, want in sommige gevallen
zal de auto als vervoermiddel niet
aan de eisen voldoen.
Bij woon-werkvervoer. woon-win-
kelvervoer en andere vervoeren in
de consumptieve sfeer is de fiets,
bromfiets of scooter het ideale ver
voermiddel. Dit zei gisteren prof. ir.
J. Volmuller op een congres over de
ruimtelijke ordening. Hij merkte
voorts op, dat het van groot be
lang is de uiterste zorg te blijven
besteden aan fietsverjjindingen.
Het openbaar vervoer zal aan hoge
i eisen moeten voldoen, een goed open
baar vervoer helpt echter niet als
tegelijkertijd het zakelijke vervoer
zich niet vlot per auto kan afwikke
len, aldus prof. Volmuller, die dit een
levensvoorwaarde noemt voor elke
stad.
Goede parkeersvoorzieningen in de
kern zullen noodzakelijk zijn. De ho
ge kosten zullen naar zijn mening de
zakenman niet afschrikken.
Prof. Volmuller merkte over het
interlokaal verkeer sprekende op,
dat op «dit moment over wegen met
zes rijbanen wordt gepraat. Wij moe
ten, zo meent hij tenslotte, onze aan
dacht echter nu al laten uitgaan naar
wegen met acht a tien rijbanen met
kruispunten op drie a vier verschil
lende niveaus.
Mr. J. Vink, directeur van de rijks
dienst voor het nationale plan, sprak
over de taak van de ruimtelijke orde
ning ten opzichte van de motorisering.
Hij constateerde, dat er vrij algemeen
het gevoel heerst, dat er op de auto
geen verdere lasten mogen worden ge
legd en dat men met zijn auto onbe
lemmerd alles moet kunnen doen. Geen
wonder, zo zei hij, wanneer men
auto voor niets op de openbare straat
kan laten staan en daarop ook het vol
le recht meent te hebben.
Zijn enige hoop is dat ook in ons
land in zo kort mogelijke tijd een toe
stand van praktisch algemene motori-
satie wordt bereikt. Dan kan
kramp van ons afvallen. Die
plaatst zich dan misschien naar het
bezit van een motorboot of een sport
vliegtuigje, maar dan kunnen wij ons
tenminste ten aanzien van de auto
nuchter en zakelijk opstellen.
Ds. Van Ommen trekt
brief voorlopig in
HATTEM De brief, die ds. C. van
Ommen van de Gereformeerde Kerk
(vrijgem.) aan de kerkeraad heeft ge
schreven, heeft hij voorlopig teruggeno-
Hij schreef hierin, dat hij zich niet
langer onder de opzicht en tucht van de
kerkeraad stelt
Boekenhoek
Luther's grote catechismus, door
prof. dr. P. Boendermaker. Uitga
ve J. H. Kok NVN, Kampen.
De praktische en pastorale bewo
genheid van Luther in zijn catechis-
muspreken heeft prof. Boendermaker
ertoe gebracht een nieuwe vertaling
te verzorgen van wat de Grote Ca
techismus van Luther wordt ge
noemd. Dit zal dan ook een nieuwe
ontmoeting betekenen met een man,
die in eenvoudige taal het Evangelie
probeerde door, te geven. (138 blz.,
1,75)
Advies gereformeerde deputaten:
VLAARDINGEN Alle drie de
ambten in de kerk (predikant,
ouderling en diaken) dienen voor
de vrouw te worden opengesteld.
Dit is het verrassende antwoord
van het deputaatschap, dat in op
dracht van de generale synode
der Gereformeerde Kerken een
onderzoek heeft ingesteld naar de
plaats van de vrouw in het ambt.
Het rapport, dat op de aanstaande
synode zal worden besproken, is in
middels aan de kerkeraden toegezon
den. Het deputaatschap bestaat uit dr.
O. C. Broek Roelofs, Zuidlaren; dr. N.
J. Hommes, Rotterdam; prof. dr. H.
N. Ridderbos, Kampen; mevr. W. M.
Ridderbos-de Rooy, Amsterdam; mevr.
M. J. van der Veen-Schenkeveld,
Zwjjndredht; ds. M. Vreugdenhil, Rui-
nerwold; dr. F. L. Bos, Vlaardingen,
rapporteur.
Deputaten hebben de resultaten van
hun onderzoek samengevat in de vol
gende conclusies:
a. De Geest van Christus herstelt
de vrouw geheel in haar volwaardige
positie als mens Gods (Gal. 3:28) en
integreert haar als zodanig volkomen
het dienstwerk tot opbouw van zijn
gemeente.
b. Het betekent een onverantwoor
de verschraling van het leven van de
gemeente, dat de aan de vrouw tot
welzijn van allen verleende genade
gaven zo lang bij de institutaire op
bouw van de kerk verwaarloosd zijn.
M. Ruppert in nieuw boek:
(Van onze sociaal-economische redactie)
DEN HAAG „Wanneer de christelijk-sociale beweging ook vandaag met
nadruk pleit voor een herziening van de .inkomensvorming, is zij niet
„afgezakt" of „de beginselen" ontrouw geworden, zoals sommige christenen
menen. Neen, zij zou om trouw te blijven aan haar herkomst de eis tot
wijziging in de inkomensverdeling eerder nadrukkelijker moeten stellen.
En daarbij zal de aandacht geconcentreerd moeten worden op de verdeling
van de aan de gang zijnde en nog te verwachten s t ij g i n g van het
nationale inkomen".
Dit betoogt de heer M. Ruppert. oud
voorzitter van het Christelijke Natio
naal Vak-*erbcr.d, in een nieuw boek
dat dezer dagen van zijn hand ver
schenen is onder de titel „De
welvaartsstaat" Waarom in 't bij
zonder christenen zouden moeten
weeklagen, wanneer er in wat brede
re groepen dan tot dusver iets meer
welvaart komt, is de heer Ruppert
een compleet raadsel. Vanwaar komt
die welvaart?, zo vraagt hij. Alleen of
in de eerste plaats vanwege de mense
lijke energie? Christenen kunnen be
ter weten. Zij zingen gaarne het lied
van J. de Liefde: „Van U zijn alle
dingen, van U, o God alleen". Een
wat realistischer opvatting van deze
woorden dan veelal gebruikelijk is
kan volgens de schrijver geen kwaad,
ook niet met betrkking tot aardse
goederen. „Die aardse, stoffelijke
goederen zijn allerminst onbelangrijk.
Wij zijn nu eenmaal niet geschapen
als luchtige zielen, doch als mensen
van vlees en bloed, als eenheid van
lichaam en ziel. Ons uitwendige, stof
felijke, lichamelijke leven is vooral
bij het licht van de Bijbel niet
onbelangrijk of beneden-goddelijk".
Ergerniswekkend
De Bijbel laat ons over het punt
van de inkomensverdeling niet in
twijfel, zo betoogt de -heer Ruppert
verder. In dit verband onderstreept
hij twee gedachten uit de bijbelse
openbaring, t.w.: armoede uitbannen
en niet tè grote verschillen tussen
„arm" en „rijk". De betekenis hiervan
voor het heden is, dat de armoede
werkelijk uitgebannen moet worden,
in ons land, maar ook in de wereld.
Wat ons land betreft kan er volgens
de staatsraad geen twijfel over be
staan dat de voorzieningen voor we
duwen en wezen verbeterd behoorden
te worden. Hetzelfde geldt voor het
inkomen van de bejaarden.
De heer Ruppert noemt het eenvou
dig een karikatuur van onze huidige
samenleving wanneer men beweert
dat in ons land allen in welvaart
leven, dat er geen armoede meer is en
dat er eigenlijk niets te klagen valt.
..Dat gepraat over „de" welvaart is
ergerniswekkend. Wij zouden die pra
ters over de welvaart wel eens willen
zien rondkomen van 100 in
week. En toch zijn er duizenden
nog eens duizenden huismoeders, die
die krachttoer elke week opnieuw
verrichten. Het kon wel eens zijn dat
latere geslachten even ironisch spre
ken over déze tijd als wij thans over
het gedicht van Nicolaas Beets uit
1867 De welvaart deelt, naar elke
kant haar gaven rijk',lijk mede".
(Dit was, zo heeft prof. d
Querido bij deze dichtregels
aangetekend, de tijd dat Amsterdam
5000 kelderwoningen telde, dat de
arbeidsduur niet zelden tweederde en
meer van het etmaal besloeg, dat aan
kinderarbeid geen enkele rem was
aangelegd, dat de helft der kinderen
vóór het vijfde jaar stierf, dat de
„werkman" zich vrijwel uitsluitend
moest voeden met aardappelen met
azijn).
Wat de bijbelse gedachte, dat er
niet te grote verschillen tussen „arm"
en „rijk" mogen bestaan, betreft,
hierbij tekent de heer Ruppert o.m.
aan: „Tot degenen die nu ach en wee
vaak voorkeur geven aan samenwer
king met liberalen boven die met
socialisten".
ïn zijn boek gaat de staatsraad (aan
de hand van principiële uitgangspun
ten) vrij uitvoerig in op de begrippen
staat, welvaart (iets geheel anders
Differentiatie
in acht nemen
(Van onze kerkredactie)
c. Er is voorts geen gegronde bij
belse reden aan te voeren, waarom
de vrouw met de haar geschonken
ven niet zou mogen medewerken i:
ambtelijke dienst, zoals deze in zijn
geheel tot leiding van de gemeente
is geroepen.
d. Bij de opening van de toegang
tot het ambt voor de vrouw dient
evenwel rekening te worden gehouden
met de haar in de Schrift aangewezen
positie als complement van de man
en het daarmede gegeven aanvullend
karakter van de haar toe te wijzen
taak.
e. Zonder bezwaar kan binnen de
ambten van ouderling en diaken een
eenvoudige differentiatie worden aan
gebracht, waarbij ook aan de vr
een voor haar geëigende taak kan
worden toebedeeld.
f. Een verantwoorde differentiatie
binnen het ambt van dienaar des
Woords, welke recht doet wedervaren
de complementerende positie van
de vrouw, kan alleen gevonden wor
den, wanneer het aanvullend en assis
terend karakter van de taak van de
vrouw duidelijk tot uitdrukking wordt
gebracht.
De vraag, of voor de vrouw toe
gang tot de ambten in de kerk dient
te worden geopend, kan dan ook be
vestigend worden beantwoord, met
dien verstande, dat da nodige diffe
rentiatie en specialisatie wordt in acht
genomen, welke recht doet wederva
ren aan de voor haar aangewezen
complementerende plaats.
DIAKEN
In het rapport zelf wordt ten aan
zien van de verschillende ambten on
der meer gezegd:
Het openen van de toegang tot het
ambt van diaken voor zusters levert
geen moeilijkheid op. Vrouwelijke
hulpverlening is bij het „bewijzen van
de christelijke barmhartigheid en bij
stand met raad en daad" (K.O. art. 23,
1) heel bijzonder op zijn plaats. Bij een
taakverdeling bestaan er in dit ambt
zelfs vele mogelijkheden, waarin spe
ciaal aan haar verleende g'aven tot
heil van de gemeente kunnen worden
ingezet.
OUDERLING
Bij een goede differentiatie of taak
verdeling liggen ook in het ambt van
ouderling voor de vrouw vele moge
lijkheden, met name op het terrein
van ,,de uitoefening van de herder
lijke zorg" (K.O. art. 22). Ook nu zijn
vele „vrouwenvertrekken"
oningen van alleenstaande zusters,
meisjesinternaten, zusterhuizen enz.
waarin de vrouw een bijzonder
waardevolle aanvullende functie als
ouderlinge zou kunnen vervullen.
Tevens valt te denken aan pastorale
arbeid onder bejaarden, kinderen en
opgroeiende jeugd, zowel binnen als
buiten de gemeente.
PREDIKANT
Over de praktische verwerkelijking
van de toelating van de vrouw tot de
dienst des Woords bestaan onder de
deputaten verschillende gedachten.
Volgens de grote meerderheid
„Van IJ zijn alle dingen"
realistisch opvatten
roepen over te grote loonsverhogin
gen, die de welvaart in gevaar zouden
kunnen brengen, behoren niet in de
laatste plaats personen, die geen
overwegende bezwaren hebben tegen
het ontvangen van tantièmes, die in
geen enkele verhouding, behalve dan
in een wanverhouding, staat tot de
door hen geleverde arbeidsprestatie.
Zij zijn het ook, die mede oorzaak
zijn van het ontstaan van de geestes
gesteldheid bij vele arbeiders, dat
tegenwoordig alles kan".
Op de vraag of de staat een taak
heeft op het gebied van de verdeling
van de welvaart of op het terrein van
de verdeling van de stijging van het
nationale inkomen geeft de heer Rup
pert een volmondig „ja" ten antwoord.
„Wanneer de staat hier niet optreedt
zal een rechtvaardiger verdeling van
het nationale inkomen zeer lang of
altijd op zich laten wachten. Dat wil
niet zeggen dat de maatschappelijke
organisaties hier niets kunnen doen,
maar wèl, dat een rechtvaardiger in-
komingsverdeling (overgelaten aan de
maatschappij"), pas goed op gang kan
komen wanneer de huidige machts
posities in het economische leven zijn
herzien. En dat kan nog lang duren.
Men denke slechts aan het getalm met
de herziening van de structuur en de
rechtsvorm van de onderneming.
Het liberalisme is op staatkundig
gebied nog steeds een factor van
belang (en waarlijk niet alleen in de
V.V.D.!), doch in het bedrijfsleven is
het liberalisme nog steeds de overwe
gende factor. Hier kan de hulp van de
staat eenvoudig niet gemist worden.
Een staat, die het ernst is met zijn
streven naar een gerechtigheidsorde,
kan hier eenvoudig niet werkloos
blijven. Natuurlijk kan de staat tè
veel zelf willen doen, maar dat ge
vaar is in Nederland weinig reëel,
zeker zolang christelijke politieke
partijen in de praktijk van hun beleid
dan welzijn) en welvaartsstaat (een
onjuiste term). Met betrekking tot de
taak van de staat stelt de heer
Ruppert, dat vele protestanten met
een beroep op het „leerstuk" van de
„soevereiniteit in eigen kring" (in
tegenstelling tot dr. Abraham Kuyper
zelf!) het eigenlijke werk van de
staat beperkt willen zien tot de
staat ook een taak heeft op het
handhaving van recht en orde. Som
migen aanvaarden nog wel dat de
gebied van de welvaart en de „verde
ling" daarvan, maar zij zien dat als
een on-eigenlijke taak. De schrijver
meent evenwel dat in deze beschou
wing de begrippen recht en gerech
tigheid op een niet te verdedigen
wijze worden verengd. „Hèt gezichts
punt, waaruit de staat opereert, is dat
van de gerechtigheid. Maar die heeft
niet alleen betrekking op doodslag,
diefstal en meineed, doch ook op het
hebben van een woning, op de hoogte
van het loon, op voorziening
bij ziekte, op het hebben van werk en
op het inkomen als men oud is gewor
den. De handhaving van recht en
orde enerzijds en de bevordering van
de welvaart en van een rechtvaardige
verdeling daarvan anderzijds is der
halve geen tweeheid", aldus de heer
Ruppert. die zich afvraagt wat er zou
gebeuren met onze vaderlandse land
en tuinbouw indien „sommige heet
hoofden op het platteland hun zin
kregen en de overheid haar be
moeiing met het agrarische bedrijfs
leven beëindigde. Voor deze heet
hoofden en kortzichtigen zou het
misschien goed zijn dat de staat eens
één jaar niets deed,
alles aan de veelgeprezen zgn. vrij
heid zou overlaten. Maar voor een
groot aantal van onze boeren, tuin
ders en landarbeiders zou dat het jaar
van de economische ondergang zijn".
in de kerkorde kunnen worden vast
gelegd, dat de kerken geen vrouwe
lijke dienaren des Woords zullen uit
nodigen of beroepen tot het verrichten
van ambtelijke taken, waarin het
complementerend karakter van de
vrouwelijke arbeid niet tot uitdruk
king zou komen. Op deze wijze zoü
binnen het ambt van dienaar
Woords een verantwoorde differen
tiatie kunnen worden gevonden,
waarbij kerkordelyk gewaarborgd
zou zijn, dat de vrouw in dit ambt
haar geëigende plaats blijft innemen.
Een minderheid geeft er de voor
keur aan om binnen het ambt van
dienaar des Woords een speciale
vrouwelijke taak af te bakenen, die
de vrouw in het ambt als regel niet
dezelfde algemene bevoegdheden zou
geven als haar manlijke confrater.
Praktisch zou dit wellicht het best in
zijn bedoeling tot uitdrukking kunnen
worden gebracht in een naam, waar
door zowel het aanvullende als het
inhoudelijke karakter van deze dienst
wordt aangegeven.
Hoewel het niet onze gewoonte is,
voor het samenkomen der synode
reeds melding te maken van depu-
tatenrapporten, zijn wij hiertoe nu
overgegaan, omdat het rapport heden
reeds op andere wijze in de publici
teit is gekomen en een publieke dis
cussie over het rapport mag worden
venvacht.
Drs. Put (27) jaar
promoveert aan
de VU
AMSTERDAM Vanmorgen is drs.
L. W. Put aan de Vrije Universiteit
gepromoveerd tot doctor in de wiskun-
'e en de natuurwetenschappen bij prof.
r. J. Blok. Zij proefschrift is getiteld
,An associated partiele method for mea
surements on inelastic scattering of D-
D-neutrons".
De jonge doctor is 27 jaar. Na zijn
doctoraal examen natuurkunde in 1959
aan de Vrije Universiteit te hebben af
gelegd. werd hij medewerker bij de
stichting i voor fundamenteel onderzoek
der materie. Thans is hij werkzaam bij
de cyclotrongroep van het natuurkundig
laboratorium van de Groningse universi
teit.
Beroem n sswerh
NED. HERV. KERK
Beroepeu te Driebergen (vac. J. J.
Moll): W. Kalkman te Willige-Langerak.
Bedankt voor Klarenbeek: B. M. ter
Haar te Usselo.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Beroepen te Mitchell (Ont., Canada
(Free Christ. Ref. Church): J! Bront te
Bunschoten, die bedankte voor Katwijk
GEREF. GEMEENTEN
EVANG. LUTH. KERK
„Maar ook nu wek ik u op moed te houden, want het leven
van niemand uwer zal verloren gaan, alleen maar het schip
(Handelingen 2722).
Paulus krijgt gelijk. De vaart gaat met groot ongerief en grote
averij gepaard. En daar staat Paulus te midden van een ang
stige bemanning. Nee, niet als de betweter. Niet als de man,
die zich op de borst slaat en triomfantelijk zegt: Heb ik het
jullie niet voorspeld? En zie nou verder maar, dat jullie het
redt. Ik trek mijn handen van jullie af.
Geenszins. Goed, hij zegt: Had men maar naar mij geluisterd,
doch hij laat er een belangrijk bericht op volgen. Houdt maar
moed, het leven van geen uwer zal verloren gaan. Een engel
van God, Wie ik toebehoor en Die ik vereer, heeft het mij
gezegd.
Misschien heeft het de bemanning vreemd in de oren ge
klonken. Moed, houden, terwijl het schip dreigt te vergaan?
Ons leven gespaard blijven, terwijl de dood zijn handen reedt
naar het schip heeft uitgestrekt? Onmogelijk!
Nee, niet onmogelijk. De tijd zal het leren. De nood zal nog
stijgen, maar het leven zullen ze behouden.
Kijk, zo is het vandaag de dag nog. Niets onmogelijk. Al wordt
het schip door een woedende, kolkende zee overspoeld, al
breken de masten en komen er scheuren in de scheepshuid.
Toch gered. Omdat het is beloofd. Door God. En bezegeld aan
het kruis van Golgotha. Wie in Mij gelooft en op Mij b«-
trouwt
Wij lezen vanavond Mattheus 21 vers 33 tot 46.
Prof. Kooijmans in inaugurele:
AMSTERDAM Hedenmiddag
heeft dr. P. Kooijmans te Amster
dam zijn inaugurele oratie gehou
den als gewoon hoogleraar in heS
volkenrecht en het recht der Eu
ropese gemeenschappen aan de
Vrije Universiteit. Tevens hield
drs. J. D. Thijs te Den Haag zijn
openbare les als nieuwe lector in
de geschiedenis van de niet-wes-
terse gebieden van de negentiende
en de twintigste eeuw.
De oratie van prof. Kooijmans was
getiteld „Volkenrecht en sociale ge
rechtigheid. Een peiling". Hij legde er
daarbij de nadruk op, dat het van het
hoogste belang is geworden in het
volkenrecht de sociale gerechtigheid
te realiseren, omdat de tegenstelling
tussen rijke en arme landen een
verstorende werking uitoefent op de
totstandkoming van een internationa
le orde.
Essentieel voor de sociale gerech
tigheid ziet prof. Kooijmans het recht
op deelname aan de ontwikkeling der
cultuur en op een evenredig aandeel
in de vruchten van deze ontwikkeling.
Omdat deze cultuur nu ondeelbaar is
geworden, vraagt de sociale gerechtig
heid om vèrwerkelijking op wereldwijd
niveau en dus om een nadere vast
legging in regels van volkenrecht.
Prof. Kooijmans wees er hierbij op,
dat het niet alleen gaat om een
rechtvaardiger verdeling var. de ma
teriële welvaart, maar ook om erken
ning van de menselijke persoon als
drager van geheel eigen waarden. Dit
laatste heeft volkenrechtelijk reeds
uitdrukking gekregen in de universele
verklaring van de rechten van de
mens.
Maar ook ten aanzien van de verde
ling van de materiële welvaart moet
er een kader worden gesteld. Regelin
gen dienen te worden getroffen voor
de wereldhandel, de grondstoffenprij-
zen, de aansprakelijkheid voor on
rechtmatig te achten eenzijdige eco
nomische maatregelen en dergelijke.
Verdragstrouw
In dit verband keurde de jonge
hoogleraar het eenzijdig opzeggen van
verdragen met een beroep op de
sociale gerechtigheid af. De verdrags
trouw is één der grondslagen van het
volkenrecht. Wel moet er ruimer
mogelijkheid komen om bestaande
verdragen te toetsen aan materiële
rechtsbeginselen.
Een institutionalisering der sociale
gerechtigheid in regels van volken-
recht zal naar het oordeel van prot
Kooijmans moeten berusten op een
internationaal ethos, de overtuiging
van de rechtsgenoten. In die zin
appelleert zij aan de individuele
mens. Alleen als de sociale gerechtig,
heid wordt beleefd als sociale mede
verantwoordelijkheid, komt zij tot
volle ontplooiing. De verplichtingen,
die daaruit voor ieder str tsburger
voortvloeien, worden evenwel nog
onvoldoende onderkend.
Nationalisme
Drs. Thijs sprak in zijn openbar»
les over de invloed van de opkomst
van Japan en de Japanse overwinning
op Rusland in Azië. De snelle moder
nisering van Japan na 1868 en vooral
de overwinning, die de Japanners in
1905 op Rusland behaalaen. beïn
vloedden in' sterke mate de gedachten
en verwachtingen van de andere Azi
aten.
Het feit, dat een Aziatisch land in
staat bleek een Europese mogendheid
te verslaan, maakte een einde aan de
mythe van de onoverwinnelijkheid van
het Westen. Er ontwaakte een Azia
tisch solidariteitsgevoel, dat een nieu
we stimulans voor -het nationalisme
betekende.
Drs. Thijs keerde zich met name
tegen de Russische bewering, dat de
Russische revolutie van 1905 de natio
nalistische bewegingen in Azië sterker
zou hebben beïnvloed, dan de Japan
se overwinning van dat jaar.
Prof. Kooijmans, die 6 juli 1933 te
examen economie af en in 1957 cum
laude het doctoraal examen rechten.
Vorig jaar promoveerde hij cum laude
bij prof. dr. Gesina H. J. van der Molen.
Hij was tot nu toe wetenschappelijk
ambtenaar met een leeropdracht voor d»
vakken, waarin hij nu hoogleraar ii
geworden.
Drs. Thiis werd op 24 april 1912 te
Batavia geboren. Na te Leiden sinologie
te hebben gestudeerd (doctoraal examen
in 1936) was hij in het Verre Oosten
iu
- i politieke ontwikkelingen.
Sinds 1962 was hij wetenschappelijk
hoofdambtenaar met een leeropdracht
voor het vak. waarin hij nu lector ii
geworden.
Van Van Deyssel is het prachtige
hautaine woord: „Ik schrijf nu en
dan wat, en laat dat drukken."
Thijm was dan ook een schrijvende
heer. Om dit te zijn, behoeft men
geen kasteel te bezitten, zoals Mon
taigne; men kan gouverneur zijn,
van kinderen welteverstaan, zoals La
Bruyère gouverneur
van Condé. Men kan kantoorbedien-
de kleinzoon w.e' voornamelijk
Beethoven 9. Dit betekent dat,
de kwantiteit, maar dit ders dan bij de altijd geniaal-
de zijn, zoals Charles Lamb. Men perfectionisme maakt geen beslissend kanteske Haydn. voor Beethoven iede.
schrijft dan wel uit roeping, maar de verschil. Voor de schrijvende koelie re simfome het saamgebalde resul-
bezigheid van het schrijven behoudt °P
een karakter van zelfverpozing. re
creatie, vrijetijdsbesteding, dilettan-
merkelijke hoogte het leven.
Nu is het leven door niets anders f/juvpuf8* pfl ka"t
tisme in de nobelste vorm. Eerst te vervangen, zelfs niet door theolo- 1Q;
leven, dan schrijven. Het zijn door- gje. Een\WËtÊÊÊÊK^ÊM~
afzonderlijke epi-
r ineoio- imfonie heeft
ijs woord van de oude terwijl men in .1
- - Vestdijks boeken eenzelfde soort in
telligent gepraat tegenkomt. Juf-
niet vervangen, wel reguleren, lei- mas dan al '«^essie aan
den, verbeteren." Maar ik moet najir J*
- -- Vestdijks jongste roman toe. De taa' doewa)
.5J2Ü..ÏÏ1^JiLfeilv lezer., heeft natuurlijk al begrepen !taal alf bij ee™ pïï.
schemeren de Vestdijkiaanse gedach-
tengangen en de Vestdijkiaanse wijze
van zien door haat straattaal heen.
Het tweede gedeelte van het boek
bonden, b.v. dat de dame niet booi
mag worden. Fred kwijt zich voor
beeldig van zijn taak, zozeer zelfs
dat Starke in hem al zijn opvolger
ziet. Maar Fred vindt het geval
kwalijk en schrijft aan zijn voorzit
ter een boze en beledigende brief.
Om aan wraakoefening te ontkomen
verklaart hij geen student meer te
zijn en verscheurt zijn kaart. Fred
heeft een droom die hem ergens
beangstigt en die misschien een aan
kondiging van zijn dood inhoudt. Bij
Starke op het mafje geroepen, ont
wikkelt zich deze situatie dat Starke,
Fred, Lotje en de student Van Ooy
een bezoek brengen aan de schilder
Lührs- Daar wordt Lotje opzettelijk
beledigd en als Fred daarbij lijdelijk
blijft, wordt ze hels. Als ik het goed
haar begri^p- geeft ze Fred een duw>
oor hem uitermate belangrijk, zoals dat ik vestdijk tot de schrijvende
.r.p pn n an i_ koejjeg wjj rekenen. Bij hem dreigt
het leven te vervangen.
bij Voltaire. Hier spelen pedagogi- ivucijca w
sche, didactische en moralistische het schrij-
elementen mee. Men denkt b.v ook Men heeft het el dat hifir
aan Kierkegaard en Multatuli. Echt prpno nvPr,rhTPHpn ic Hpi nrnri
boodschappelijke schrijvers zijn op
hoog niveau dun gezaaid. Er zijn is nial onbede„kelijk. Want wel red.
altijd veel meer zedenmeesters dan dcn de intel]i8entie en de vakba-
profeten geweest. kwaamheid elk nieuw boek van
Tegenover de heer staat de koelie. manifesle mislukki„g, maar zeker
De schrijvende koelie kan er best als j, dat he, 8emiddalde peil door dit
eann ,1r U ZIen er? °^er l produceren-aan-de-lopende-band aan-
verdenk in p waard°or hij van de Irap valt en
ongelukkig terechtkomt, dat hij op
palimpsest slag dood is.
Waarom is dit boek naar mijn
mening mislukt? 1. Er is te veel
uitleg nodig om de gang van zaken
grens overschreden is. Het produce- Van Fred uit Peïhrpv^n (Lpr^h aannemelijk te maken; 2. Lotje»
ren is doel in zichzelf geworden. Dit verhaaf gtraks ffts meer) Sier Wan woede is te kunstmatig opgewekt
is niet onbedenkeliik Want wel red- vernaai straks iets meer). Hier kan ,nnlr -
de auteur veel meer zichzelf zijn en
dit deel is dan ook vergelijkenderwijs
het beste, al vergt het wel veel
geduld van de lezer om de held twee
5 SBfMfftrt-s goe-uil
dit flaneren was camouflage, vlucht,
althans adempauze. De schrijvende
koelie is bezeten van het schrijven het hiernamaals, is in mijn ogen een gewoon door is geschreven van de
als bezigheid. Bezigheid uit roeping, mislukking. De lezer herinnert zich figuur Starke uit. Het heet door
maar die roeping is bij alle typen dat mijn oordeel over De held van Starke zelf te zijn geschreven,
(ook alcohol en marihuana" spelen
mee). 3. De rangschikking van de
personen bij het trapgat is zo, dat
haar rr
de bus.
Het lijkt er vaak op. dat Vestdijk
;t adagium van Racine en Ravel:
„faire quelque chose de rien", of,
populair vertaald, het van een mug
een literaire olifant maken, in zijn
•ergeefse pogingen tot het lenen
geld. Het derde en laatste deel Mer mrT
Juffrouw Lot, evenals Bericht uit de roman de gebeurtenissen lopen het adagium
hiernamaals, is in miin oeen een eewoon door ic ppsrhrevpn van rif. 6
conditio sine qua non. Bij de heer Temesa, De filosoof en de sluipmoor- Vestdijk heeft niet alles op alles romanwerk wii waarma^n
staat het leven voorop, bij de profeet denaar, Het genadeschot en zelfs tot gezet deze fictie in alle details vol te - - waarmaken- Of moet
de boodschap, maar bij de koelie het op zekere hoogte over de Alpenro- houden. Het in- en uitredeneren is
schrijven als zodanig. Schrijven is man veel gunstiger was. Toch wor-
M. Ruppert: „De welvaartsstaat".
Uitgave van J. H. Kok n.v. te Kam
pen. (Prijs 5.25)
men van literaire kaartenhuizen spre
ken?
Bezwaar 5: alles wordt te uitvoerig
behandeld, in het geheel niet ..to the
point". Wanneer het accent is ver-
Dicicens een schrijvende koelie te adempauze, aan Ausgeruht-sein zoals en besloten, geheim studentengenoot- LeAd?aj«\?ris7en'- k°mt
n:; u„~. j. net niveau sieeas dreigender in ge-
é«:t jaarl nodig, leven nauwelijks. den, als
Niet alle veelschrijvers zijn koe- oordelen wil ook deze romans ge-
lies; het kost mij althans moeite drukt door een gemis aan rust,
weer helemaal Vestdijks, en ook de
onbevangen en eerlijk aan de muziek toebedeelde rol.
Fred Spronck van Walenburg, Am
sterdams student, is lid van een klein
noemen. Bij hem bleef het leven Rilke het noemde. De kinderen ko-
primair. Wél doet de Franse litera- men te snel op elkaar
tuur uit de negentiende eeuw enkele weinig levensbloed r
voorbeelden van koelies aan de gebruikt graag vergelijkingen aan de de actrice te bezoeken en haar een
hand: Balzac met zijn monnikspij, muziek ontleend. Welnu, Haydn aap in een kooi ten geschenke aan te
Flaubert, Zola. Flaubert zocht het schreef ongeveer 120 simfonieën, j
schap, waar de voorzitter absolute
i krijgen te macht uitoefent. Hij moet zijn ge-
Vestdijk schik-theid bewijzen door een beken- -
bieden. Daaraan zijn bepalingen ver- (282 blz., 14.90).
C. RIJNSDORP
Juffrouw Lot, door S. Vestdijk.
Uitgave De Bezige Bij, Amsterdam
(282 l