STEL ALLE AMBTEN VOOR VROUW OPEN Betere inkomensverdeling door Bijbel voorgehouden Heren, Profeten en Koelies In 2000 kan iedereen over auto beschikken Bedrijfsleven maakt hulp van staat onmisbaar Een woord voor vandaag Sociale gerechtigheid in volkenrecht vastleggen Vestdijks Juffrouw Lot mislukt Prof. ir. Volmuller: Fiets blijft ideaal middel VRIJDAG 26 MAART 1965 van vervoer UTRECHT In het jaar 2000 zal iedereen in Nederland over een auto kunnen beschikken. Dit be tekent echter niet, dat de verkeers intensiteit tegen die tijd ook toe neemt, want in sommige gevallen zal de auto als vervoermiddel niet aan de eisen voldoen. Bij woon-werkvervoer. woon-win- kelvervoer en andere vervoeren in de consumptieve sfeer is de fiets, bromfiets of scooter het ideale ver voermiddel. Dit zei gisteren prof. ir. J. Volmuller op een congres over de ruimtelijke ordening. Hij merkte voorts op, dat het van groot be lang is de uiterste zorg te blijven besteden aan fietsverjjindingen. Het openbaar vervoer zal aan hoge i eisen moeten voldoen, een goed open baar vervoer helpt echter niet als tegelijkertijd het zakelijke vervoer zich niet vlot per auto kan afwikke len, aldus prof. Volmuller, die dit een levensvoorwaarde noemt voor elke stad. Goede parkeersvoorzieningen in de kern zullen noodzakelijk zijn. De ho ge kosten zullen naar zijn mening de zakenman niet afschrikken. Prof. Volmuller merkte over het interlokaal verkeer sprekende op, dat op «dit moment over wegen met zes rijbanen wordt gepraat. Wij moe ten, zo meent hij tenslotte, onze aan dacht echter nu al laten uitgaan naar wegen met acht a tien rijbanen met kruispunten op drie a vier verschil lende niveaus. Mr. J. Vink, directeur van de rijks dienst voor het nationale plan, sprak over de taak van de ruimtelijke orde ning ten opzichte van de motorisering. Hij constateerde, dat er vrij algemeen het gevoel heerst, dat er op de auto geen verdere lasten mogen worden ge legd en dat men met zijn auto onbe lemmerd alles moet kunnen doen. Geen wonder, zo zei hij, wanneer men auto voor niets op de openbare straat kan laten staan en daarop ook het vol le recht meent te hebben. Zijn enige hoop is dat ook in ons land in zo kort mogelijke tijd een toe stand van praktisch algemene motori- satie wordt bereikt. Dan kan kramp van ons afvallen. Die plaatst zich dan misschien naar het bezit van een motorboot of een sport vliegtuigje, maar dan kunnen wij ons tenminste ten aanzien van de auto nuchter en zakelijk opstellen. Ds. Van Ommen trekt brief voorlopig in HATTEM De brief, die ds. C. van Ommen van de Gereformeerde Kerk (vrijgem.) aan de kerkeraad heeft ge schreven, heeft hij voorlopig teruggeno- Hij schreef hierin, dat hij zich niet langer onder de opzicht en tucht van de kerkeraad stelt Boekenhoek Luther's grote catechismus, door prof. dr. P. Boendermaker. Uitga ve J. H. Kok NVN, Kampen. De praktische en pastorale bewo genheid van Luther in zijn catechis- muspreken heeft prof. Boendermaker ertoe gebracht een nieuwe vertaling te verzorgen van wat de Grote Ca techismus van Luther wordt ge noemd. Dit zal dan ook een nieuwe ontmoeting betekenen met een man, die in eenvoudige taal het Evangelie probeerde door, te geven. (138 blz., 1,75) Advies gereformeerde deputaten: VLAARDINGEN Alle drie de ambten in de kerk (predikant, ouderling en diaken) dienen voor de vrouw te worden opengesteld. Dit is het verrassende antwoord van het deputaatschap, dat in op dracht van de generale synode der Gereformeerde Kerken een onderzoek heeft ingesteld naar de plaats van de vrouw in het ambt. Het rapport, dat op de aanstaande synode zal worden besproken, is in middels aan de kerkeraden toegezon den. Het deputaatschap bestaat uit dr. O. C. Broek Roelofs, Zuidlaren; dr. N. J. Hommes, Rotterdam; prof. dr. H. N. Ridderbos, Kampen; mevr. W. M. Ridderbos-de Rooy, Amsterdam; mevr. M. J. van der Veen-Schenkeveld, Zwjjndredht; ds. M. Vreugdenhil, Rui- nerwold; dr. F. L. Bos, Vlaardingen, rapporteur. Deputaten hebben de resultaten van hun onderzoek samengevat in de vol gende conclusies: a. De Geest van Christus herstelt de vrouw geheel in haar volwaardige positie als mens Gods (Gal. 3:28) en integreert haar als zodanig volkomen het dienstwerk tot opbouw van zijn gemeente. b. Het betekent een onverantwoor de verschraling van het leven van de gemeente, dat de aan de vrouw tot welzijn van allen verleende genade gaven zo lang bij de institutaire op bouw van de kerk verwaarloosd zijn. M. Ruppert in nieuw boek: (Van onze sociaal-economische redactie) DEN HAAG „Wanneer de christelijk-sociale beweging ook vandaag met nadruk pleit voor een herziening van de .inkomensvorming, is zij niet „afgezakt" of „de beginselen" ontrouw geworden, zoals sommige christenen menen. Neen, zij zou om trouw te blijven aan haar herkomst de eis tot wijziging in de inkomensverdeling eerder nadrukkelijker moeten stellen. En daarbij zal de aandacht geconcentreerd moeten worden op de verdeling van de aan de gang zijnde en nog te verwachten s t ij g i n g van het nationale inkomen". Dit betoogt de heer M. Ruppert. oud voorzitter van het Christelijke Natio naal Vak-*erbcr.d, in een nieuw boek dat dezer dagen van zijn hand ver schenen is onder de titel „De welvaartsstaat" Waarom in 't bij zonder christenen zouden moeten weeklagen, wanneer er in wat brede re groepen dan tot dusver iets meer welvaart komt, is de heer Ruppert een compleet raadsel. Vanwaar komt die welvaart?, zo vraagt hij. Alleen of in de eerste plaats vanwege de mense lijke energie? Christenen kunnen be ter weten. Zij zingen gaarne het lied van J. de Liefde: „Van U zijn alle dingen, van U, o God alleen". Een wat realistischer opvatting van deze woorden dan veelal gebruikelijk is kan volgens de schrijver geen kwaad, ook niet met betrkking tot aardse goederen. „Die aardse, stoffelijke goederen zijn allerminst onbelangrijk. Wij zijn nu eenmaal niet geschapen als luchtige zielen, doch als mensen van vlees en bloed, als eenheid van lichaam en ziel. Ons uitwendige, stof felijke, lichamelijke leven is vooral bij het licht van de Bijbel niet onbelangrijk of beneden-goddelijk". Ergerniswekkend De Bijbel laat ons over het punt van de inkomensverdeling niet in twijfel, zo betoogt de -heer Ruppert verder. In dit verband onderstreept hij twee gedachten uit de bijbelse openbaring, t.w.: armoede uitbannen en niet tè grote verschillen tussen „arm" en „rijk". De betekenis hiervan voor het heden is, dat de armoede werkelijk uitgebannen moet worden, in ons land, maar ook in de wereld. Wat ons land betreft kan er volgens de staatsraad geen twijfel over be staan dat de voorzieningen voor we duwen en wezen verbeterd behoorden te worden. Hetzelfde geldt voor het inkomen van de bejaarden. De heer Ruppert noemt het eenvou dig een karikatuur van onze huidige samenleving wanneer men beweert dat in ons land allen in welvaart leven, dat er geen armoede meer is en dat er eigenlijk niets te klagen valt. ..Dat gepraat over „de" welvaart is ergerniswekkend. Wij zouden die pra ters over de welvaart wel eens willen zien rondkomen van 100 in week. En toch zijn er duizenden nog eens duizenden huismoeders, die die krachttoer elke week opnieuw verrichten. Het kon wel eens zijn dat latere geslachten even ironisch spre ken over déze tijd als wij thans over het gedicht van Nicolaas Beets uit 1867 De welvaart deelt, naar elke kant haar gaven rijk',lijk mede". (Dit was, zo heeft prof. d Querido bij deze dichtregels aangetekend, de tijd dat Amsterdam 5000 kelderwoningen telde, dat de arbeidsduur niet zelden tweederde en meer van het etmaal besloeg, dat aan kinderarbeid geen enkele rem was aangelegd, dat de helft der kinderen vóór het vijfde jaar stierf, dat de „werkman" zich vrijwel uitsluitend moest voeden met aardappelen met azijn). Wat de bijbelse gedachte, dat er niet te grote verschillen tussen „arm" en „rijk" mogen bestaan, betreft, hierbij tekent de heer Ruppert o.m. aan: „Tot degenen die nu ach en wee vaak voorkeur geven aan samenwer king met liberalen boven die met socialisten". ïn zijn boek gaat de staatsraad (aan de hand van principiële uitgangspun ten) vrij uitvoerig in op de begrippen staat, welvaart (iets geheel anders Differentiatie in acht nemen (Van onze kerkredactie) c. Er is voorts geen gegronde bij belse reden aan te voeren, waarom de vrouw met de haar geschonken ven niet zou mogen medewerken i: ambtelijke dienst, zoals deze in zijn geheel tot leiding van de gemeente is geroepen. d. Bij de opening van de toegang tot het ambt voor de vrouw dient evenwel rekening te worden gehouden met de haar in de Schrift aangewezen positie als complement van de man en het daarmede gegeven aanvullend karakter van de haar toe te wijzen taak. e. Zonder bezwaar kan binnen de ambten van ouderling en diaken een eenvoudige differentiatie worden aan gebracht, waarbij ook aan de vr een voor haar geëigende taak kan worden toebedeeld. f. Een verantwoorde differentiatie binnen het ambt van dienaar des Woords, welke recht doet wedervaren de complementerende positie van de vrouw, kan alleen gevonden wor den, wanneer het aanvullend en assis terend karakter van de taak van de vrouw duidelijk tot uitdrukking wordt gebracht. De vraag, of voor de vrouw toe gang tot de ambten in de kerk dient te worden geopend, kan dan ook be vestigend worden beantwoord, met dien verstande, dat da nodige diffe rentiatie en specialisatie wordt in acht genomen, welke recht doet wederva ren aan de voor haar aangewezen complementerende plaats. DIAKEN In het rapport zelf wordt ten aan zien van de verschillende ambten on der meer gezegd: Het openen van de toegang tot het ambt van diaken voor zusters levert geen moeilijkheid op. Vrouwelijke hulpverlening is bij het „bewijzen van de christelijke barmhartigheid en bij stand met raad en daad" (K.O. art. 23, 1) heel bijzonder op zijn plaats. Bij een taakverdeling bestaan er in dit ambt zelfs vele mogelijkheden, waarin spe ciaal aan haar verleende g'aven tot heil van de gemeente kunnen worden ingezet. OUDERLING Bij een goede differentiatie of taak verdeling liggen ook in het ambt van ouderling voor de vrouw vele moge lijkheden, met name op het terrein van ,,de uitoefening van de herder lijke zorg" (K.O. art. 22). Ook nu zijn vele „vrouwenvertrekken" oningen van alleenstaande zusters, meisjesinternaten, zusterhuizen enz. waarin de vrouw een bijzonder waardevolle aanvullende functie als ouderlinge zou kunnen vervullen. Tevens valt te denken aan pastorale arbeid onder bejaarden, kinderen en opgroeiende jeugd, zowel binnen als buiten de gemeente. PREDIKANT Over de praktische verwerkelijking van de toelating van de vrouw tot de dienst des Woords bestaan onder de deputaten verschillende gedachten. Volgens de grote meerderheid „Van IJ zijn alle dingen" realistisch opvatten roepen over te grote loonsverhogin gen, die de welvaart in gevaar zouden kunnen brengen, behoren niet in de laatste plaats personen, die geen overwegende bezwaren hebben tegen het ontvangen van tantièmes, die in geen enkele verhouding, behalve dan in een wanverhouding, staat tot de door hen geleverde arbeidsprestatie. Zij zijn het ook, die mede oorzaak zijn van het ontstaan van de geestes gesteldheid bij vele arbeiders, dat tegenwoordig alles kan". Op de vraag of de staat een taak heeft op het gebied van de verdeling van de welvaart of op het terrein van de verdeling van de stijging van het nationale inkomen geeft de heer Rup pert een volmondig „ja" ten antwoord. „Wanneer de staat hier niet optreedt zal een rechtvaardiger verdeling van het nationale inkomen zeer lang of altijd op zich laten wachten. Dat wil niet zeggen dat de maatschappelijke organisaties hier niets kunnen doen, maar wèl, dat een rechtvaardiger in- komingsverdeling (overgelaten aan de maatschappij"), pas goed op gang kan komen wanneer de huidige machts posities in het economische leven zijn herzien. En dat kan nog lang duren. Men denke slechts aan het getalm met de herziening van de structuur en de rechtsvorm van de onderneming. Het liberalisme is op staatkundig gebied nog steeds een factor van belang (en waarlijk niet alleen in de V.V.D.!), doch in het bedrijfsleven is het liberalisme nog steeds de overwe gende factor. Hier kan de hulp van de staat eenvoudig niet gemist worden. Een staat, die het ernst is met zijn streven naar een gerechtigheidsorde, kan hier eenvoudig niet werkloos blijven. Natuurlijk kan de staat tè veel zelf willen doen, maar dat ge vaar is in Nederland weinig reëel, zeker zolang christelijke politieke partijen in de praktijk van hun beleid dan welzijn) en welvaartsstaat (een onjuiste term). Met betrekking tot de taak van de staat stelt de heer Ruppert, dat vele protestanten met een beroep op het „leerstuk" van de „soevereiniteit in eigen kring" (in tegenstelling tot dr. Abraham Kuyper zelf!) het eigenlijke werk van de staat beperkt willen zien tot de staat ook een taak heeft op het handhaving van recht en orde. Som migen aanvaarden nog wel dat de gebied van de welvaart en de „verde ling" daarvan, maar zij zien dat als een on-eigenlijke taak. De schrijver meent evenwel dat in deze beschou wing de begrippen recht en gerech tigheid op een niet te verdedigen wijze worden verengd. „Hèt gezichts punt, waaruit de staat opereert, is dat van de gerechtigheid. Maar die heeft niet alleen betrekking op doodslag, diefstal en meineed, doch ook op het hebben van een woning, op de hoogte van het loon, op voorziening bij ziekte, op het hebben van werk en op het inkomen als men oud is gewor den. De handhaving van recht en orde enerzijds en de bevordering van de welvaart en van een rechtvaardige verdeling daarvan anderzijds is der halve geen tweeheid", aldus de heer Ruppert. die zich afvraagt wat er zou gebeuren met onze vaderlandse land en tuinbouw indien „sommige heet hoofden op het platteland hun zin kregen en de overheid haar be moeiing met het agrarische bedrijfs leven beëindigde. Voor deze heet hoofden en kortzichtigen zou het misschien goed zijn dat de staat eens één jaar niets deed, alles aan de veelgeprezen zgn. vrij heid zou overlaten. Maar voor een groot aantal van onze boeren, tuin ders en landarbeiders zou dat het jaar van de economische ondergang zijn". in de kerkorde kunnen worden vast gelegd, dat de kerken geen vrouwe lijke dienaren des Woords zullen uit nodigen of beroepen tot het verrichten van ambtelijke taken, waarin het complementerend karakter van de vrouwelijke arbeid niet tot uitdruk king zou komen. Op deze wijze zoü binnen het ambt van dienaar Woords een verantwoorde differen tiatie kunnen worden gevonden, waarbij kerkordelyk gewaarborgd zou zijn, dat de vrouw in dit ambt haar geëigende plaats blijft innemen. Een minderheid geeft er de voor keur aan om binnen het ambt van dienaar des Woords een speciale vrouwelijke taak af te bakenen, die de vrouw in het ambt als regel niet dezelfde algemene bevoegdheden zou geven als haar manlijke confrater. Praktisch zou dit wellicht het best in zijn bedoeling tot uitdrukking kunnen worden gebracht in een naam, waar door zowel het aanvullende als het inhoudelijke karakter van deze dienst wordt aangegeven. Hoewel het niet onze gewoonte is, voor het samenkomen der synode reeds melding te maken van depu- tatenrapporten, zijn wij hiertoe nu overgegaan, omdat het rapport heden reeds op andere wijze in de publici teit is gekomen en een publieke dis cussie over het rapport mag worden venvacht. Drs. Put (27) jaar promoveert aan de VU AMSTERDAM Vanmorgen is drs. L. W. Put aan de Vrije Universiteit gepromoveerd tot doctor in de wiskun- 'e en de natuurwetenschappen bij prof. r. J. Blok. Zij proefschrift is getiteld ,An associated partiele method for mea surements on inelastic scattering of D- D-neutrons". De jonge doctor is 27 jaar. Na zijn doctoraal examen natuurkunde in 1959 aan de Vrije Universiteit te hebben af gelegd. werd hij medewerker bij de stichting i voor fundamenteel onderzoek der materie. Thans is hij werkzaam bij de cyclotrongroep van het natuurkundig laboratorium van de Groningse universi teit. Beroem n sswerh NED. HERV. KERK Beroepeu te Driebergen (vac. J. J. Moll): W. Kalkman te Willige-Langerak. Bedankt voor Klarenbeek: B. M. ter Haar te Usselo. CHRIST. GEREF. KERKEN Beroepen te Mitchell (Ont., Canada (Free Christ. Ref. Church): J! Bront te Bunschoten, die bedankte voor Katwijk GEREF. GEMEENTEN EVANG. LUTH. KERK „Maar ook nu wek ik u op moed te houden, want het leven van niemand uwer zal verloren gaan, alleen maar het schip (Handelingen 2722). Paulus krijgt gelijk. De vaart gaat met groot ongerief en grote averij gepaard. En daar staat Paulus te midden van een ang stige bemanning. Nee, niet als de betweter. Niet als de man, die zich op de borst slaat en triomfantelijk zegt: Heb ik het jullie niet voorspeld? En zie nou verder maar, dat jullie het redt. Ik trek mijn handen van jullie af. Geenszins. Goed, hij zegt: Had men maar naar mij geluisterd, doch hij laat er een belangrijk bericht op volgen. Houdt maar moed, het leven van geen uwer zal verloren gaan. Een engel van God, Wie ik toebehoor en Die ik vereer, heeft het mij gezegd. Misschien heeft het de bemanning vreemd in de oren ge klonken. Moed, houden, terwijl het schip dreigt te vergaan? Ons leven gespaard blijven, terwijl de dood zijn handen reedt naar het schip heeft uitgestrekt? Onmogelijk! Nee, niet onmogelijk. De tijd zal het leren. De nood zal nog stijgen, maar het leven zullen ze behouden. Kijk, zo is het vandaag de dag nog. Niets onmogelijk. Al wordt het schip door een woedende, kolkende zee overspoeld, al breken de masten en komen er scheuren in de scheepshuid. Toch gered. Omdat het is beloofd. Door God. En bezegeld aan het kruis van Golgotha. Wie in Mij gelooft en op Mij b«- trouwt Wij lezen vanavond Mattheus 21 vers 33 tot 46. Prof. Kooijmans in inaugurele: AMSTERDAM Hedenmiddag heeft dr. P. Kooijmans te Amster dam zijn inaugurele oratie gehou den als gewoon hoogleraar in heS volkenrecht en het recht der Eu ropese gemeenschappen aan de Vrije Universiteit. Tevens hield drs. J. D. Thijs te Den Haag zijn openbare les als nieuwe lector in de geschiedenis van de niet-wes- terse gebieden van de negentiende en de twintigste eeuw. De oratie van prof. Kooijmans was getiteld „Volkenrecht en sociale ge rechtigheid. Een peiling". Hij legde er daarbij de nadruk op, dat het van het hoogste belang is geworden in het volkenrecht de sociale gerechtigheid te realiseren, omdat de tegenstelling tussen rijke en arme landen een verstorende werking uitoefent op de totstandkoming van een internationa le orde. Essentieel voor de sociale gerech tigheid ziet prof. Kooijmans het recht op deelname aan de ontwikkeling der cultuur en op een evenredig aandeel in de vruchten van deze ontwikkeling. Omdat deze cultuur nu ondeelbaar is geworden, vraagt de sociale gerechtig heid om vèrwerkelijking op wereldwijd niveau en dus om een nadere vast legging in regels van volkenrecht. Prof. Kooijmans wees er hierbij op, dat het niet alleen gaat om een rechtvaardiger verdeling var. de ma teriële welvaart, maar ook om erken ning van de menselijke persoon als drager van geheel eigen waarden. Dit laatste heeft volkenrechtelijk reeds uitdrukking gekregen in de universele verklaring van de rechten van de mens. Maar ook ten aanzien van de verde ling van de materiële welvaart moet er een kader worden gesteld. Regelin gen dienen te worden getroffen voor de wereldhandel, de grondstoffenprij- zen, de aansprakelijkheid voor on rechtmatig te achten eenzijdige eco nomische maatregelen en dergelijke. Verdragstrouw In dit verband keurde de jonge hoogleraar het eenzijdig opzeggen van verdragen met een beroep op de sociale gerechtigheid af. De verdrags trouw is één der grondslagen van het volkenrecht. Wel moet er ruimer mogelijkheid komen om bestaande verdragen te toetsen aan materiële rechtsbeginselen. Een institutionalisering der sociale gerechtigheid in regels van volken- recht zal naar het oordeel van prot Kooijmans moeten berusten op een internationaal ethos, de overtuiging van de rechtsgenoten. In die zin appelleert zij aan de individuele mens. Alleen als de sociale gerechtig, heid wordt beleefd als sociale mede verantwoordelijkheid, komt zij tot volle ontplooiing. De verplichtingen, die daaruit voor ieder str tsburger voortvloeien, worden evenwel nog onvoldoende onderkend. Nationalisme Drs. Thijs sprak in zijn openbar» les over de invloed van de opkomst van Japan en de Japanse overwinning op Rusland in Azië. De snelle moder nisering van Japan na 1868 en vooral de overwinning, die de Japanners in 1905 op Rusland behaalaen. beïn vloedden in' sterke mate de gedachten en verwachtingen van de andere Azi aten. Het feit, dat een Aziatisch land in staat bleek een Europese mogendheid te verslaan, maakte een einde aan de mythe van de onoverwinnelijkheid van het Westen. Er ontwaakte een Azia tisch solidariteitsgevoel, dat een nieu we stimulans voor -het nationalisme betekende. Drs. Thijs keerde zich met name tegen de Russische bewering, dat de Russische revolutie van 1905 de natio nalistische bewegingen in Azië sterker zou hebben beïnvloed, dan de Japan se overwinning van dat jaar. Prof. Kooijmans, die 6 juli 1933 te examen economie af en in 1957 cum laude het doctoraal examen rechten. Vorig jaar promoveerde hij cum laude bij prof. dr. Gesina H. J. van der Molen. Hij was tot nu toe wetenschappelijk ambtenaar met een leeropdracht voor d» vakken, waarin hij nu hoogleraar ii geworden. Drs. Thiis werd op 24 april 1912 te Batavia geboren. Na te Leiden sinologie te hebben gestudeerd (doctoraal examen in 1936) was hij in het Verre Oosten iu - i politieke ontwikkelingen. Sinds 1962 was hij wetenschappelijk hoofdambtenaar met een leeropdracht voor het vak. waarin hij nu lector ii geworden. Van Van Deyssel is het prachtige hautaine woord: „Ik schrijf nu en dan wat, en laat dat drukken." Thijm was dan ook een schrijvende heer. Om dit te zijn, behoeft men geen kasteel te bezitten, zoals Mon taigne; men kan gouverneur zijn, van kinderen welteverstaan, zoals La Bruyère gouverneur van Condé. Men kan kantoorbedien- de kleinzoon w.e' voornamelijk Beethoven 9. Dit betekent dat, de kwantiteit, maar dit ders dan bij de altijd geniaal- de zijn, zoals Charles Lamb. Men perfectionisme maakt geen beslissend kanteske Haydn. voor Beethoven iede. schrijft dan wel uit roeping, maar de verschil. Voor de schrijvende koelie re simfome het saamgebalde resul- bezigheid van het schrijven behoudt °P een karakter van zelfverpozing. re creatie, vrijetijdsbesteding, dilettan- merkelijke hoogte het leven. Nu is het leven door niets anders f/juvpuf8* pfl ka"t tisme in de nobelste vorm. Eerst te vervangen, zelfs niet door theolo- 1Q; leven, dan schrijven. Het zijn door- gje. Een\WËtÊÊÊÊK^ÊM~ afzonderlijke epi- r ineoio- imfonie heeft ijs woord van de oude terwijl men in .1 - - Vestdijks boeken eenzelfde soort in telligent gepraat tegenkomt. Juf- niet vervangen, wel reguleren, lei- mas dan al '«^essie aan den, verbeteren." Maar ik moet najir J* - -- Vestdijks jongste roman toe. De taa' doewa) .5J2Ü..ÏÏ1^JiLfeilv lezer., heeft natuurlijk al begrepen !taal alf bij ee™ pïï. schemeren de Vestdijkiaanse gedach- tengangen en de Vestdijkiaanse wijze van zien door haat straattaal heen. Het tweede gedeelte van het boek bonden, b.v. dat de dame niet booi mag worden. Fred kwijt zich voor beeldig van zijn taak, zozeer zelfs dat Starke in hem al zijn opvolger ziet. Maar Fred vindt het geval kwalijk en schrijft aan zijn voorzit ter een boze en beledigende brief. Om aan wraakoefening te ontkomen verklaart hij geen student meer te zijn en verscheurt zijn kaart. Fred heeft een droom die hem ergens beangstigt en die misschien een aan kondiging van zijn dood inhoudt. Bij Starke op het mafje geroepen, ont wikkelt zich deze situatie dat Starke, Fred, Lotje en de student Van Ooy een bezoek brengen aan de schilder Lührs- Daar wordt Lotje opzettelijk beledigd en als Fred daarbij lijdelijk blijft, wordt ze hels. Als ik het goed haar begri^p- geeft ze Fred een duw> oor hem uitermate belangrijk, zoals dat ik vestdijk tot de schrijvende .r.p pn n an i_ koejjeg wjj rekenen. Bij hem dreigt het leven te vervangen. bij Voltaire. Hier spelen pedagogi- ivucijca w sche, didactische en moralistische het schrij- elementen mee. Men denkt b.v ook Men heeft het el dat hifir aan Kierkegaard en Multatuli. Echt prpno nvPr,rhTPHpn ic Hpi nrnri boodschappelijke schrijvers zijn op hoog niveau dun gezaaid. Er zijn is nial onbede„kelijk. Want wel red. altijd veel meer zedenmeesters dan dcn de intel]i8entie en de vakba- profeten geweest. kwaamheid elk nieuw boek van Tegenover de heer staat de koelie. manifesle mislukki„g, maar zeker De schrijvende koelie kan er best als j, dat he, 8emiddalde peil door dit eann ,1r U ZIen er? °^er l produceren-aan-de-lopende-band aan- verdenk in p waard°or hij van de Irap valt en ongelukkig terechtkomt, dat hij op palimpsest slag dood is. Waarom is dit boek naar mijn mening mislukt? 1. Er is te veel uitleg nodig om de gang van zaken grens overschreden is. Het produce- Van Fred uit Peïhrpv^n (Lpr^h aannemelijk te maken; 2. Lotje» ren is doel in zichzelf geworden. Dit verhaaf gtraks ffts meer) Sier Wan woede is te kunstmatig opgewekt is niet onbedenkeliik Want wel red- vernaai straks iets meer). Hier kan ,nnlr - de auteur veel meer zichzelf zijn en dit deel is dan ook vergelijkenderwijs het beste, al vergt het wel veel geduld van de lezer om de held twee 5 SBfMfftrt-s goe-uil dit flaneren was camouflage, vlucht, althans adempauze. De schrijvende koelie is bezeten van het schrijven het hiernamaals, is in mijn ogen een gewoon door is geschreven van de als bezigheid. Bezigheid uit roeping, mislukking. De lezer herinnert zich figuur Starke uit. Het heet door maar die roeping is bij alle typen dat mijn oordeel over De held van Starke zelf te zijn geschreven, (ook alcohol en marihuana" spelen mee). 3. De rangschikking van de personen bij het trapgat is zo, dat haar rr de bus. Het lijkt er vaak op. dat Vestdijk ;t adagium van Racine en Ravel: „faire quelque chose de rien", of, populair vertaald, het van een mug een literaire olifant maken, in zijn •ergeefse pogingen tot het lenen geld. Het derde en laatste deel Mer mrT Juffrouw Lot, evenals Bericht uit de roman de gebeurtenissen lopen het adagium hiernamaals, is in miin oeen een eewoon door ic ppsrhrevpn van rif. 6 conditio sine qua non. Bij de heer Temesa, De filosoof en de sluipmoor- Vestdijk heeft niet alles op alles romanwerk wii waarma^n staat het leven voorop, bij de profeet denaar, Het genadeschot en zelfs tot gezet deze fictie in alle details vol te - - waarmaken- Of moet de boodschap, maar bij de koelie het op zekere hoogte over de Alpenro- houden. Het in- en uitredeneren is schrijven als zodanig. Schrijven is man veel gunstiger was. Toch wor- M. Ruppert: „De welvaartsstaat". Uitgave van J. H. Kok n.v. te Kam pen. (Prijs 5.25) men van literaire kaartenhuizen spre ken? Bezwaar 5: alles wordt te uitvoerig behandeld, in het geheel niet ..to the point". Wanneer het accent is ver- Dicicens een schrijvende koelie te adempauze, aan Ausgeruht-sein zoals en besloten, geheim studentengenoot- LeAd?aj«\?ris7en'- k°mt n:; u„~. j. net niveau sieeas dreigender in ge- é«:t jaarl nodig, leven nauwelijks. den, als Niet alle veelschrijvers zijn koe- oordelen wil ook deze romans ge- lies; het kost mij althans moeite drukt door een gemis aan rust, weer helemaal Vestdijks, en ook de onbevangen en eerlijk aan de muziek toebedeelde rol. Fred Spronck van Walenburg, Am sterdams student, is lid van een klein noemen. Bij hem bleef het leven Rilke het noemde. De kinderen ko- primair. Wél doet de Franse litera- men te snel op elkaar tuur uit de negentiende eeuw enkele weinig levensbloed r voorbeelden van koelies aan de gebruikt graag vergelijkingen aan de de actrice te bezoeken en haar een hand: Balzac met zijn monnikspij, muziek ontleend. Welnu, Haydn aap in een kooi ten geschenke aan te Flaubert, Zola. Flaubert zocht het schreef ongeveer 120 simfonieën, j schap, waar de voorzitter absolute i krijgen te macht uitoefent. Hij moet zijn ge- Vestdijk schik-theid bewijzen door een beken- - bieden. Daaraan zijn bepalingen ver- (282 blz., 14.90). C. RIJNSDORP Juffrouw Lot, door S. Vestdijk. Uitgave De Bezige Bij, Amsterdam (282 l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 2