Emeritus-hoogleraar beducht voor
koerswijziging in Geref. Kerken
Herv. Vrouwen Dienst
krijgt nieuwe voorzitster
GEESTi
Een drievoudig „neen' van proj. K. Dijk
Geen kleren
CLAUDIUS 150 JAAR
GELEDEN
GESTORVEN
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 23 JANUARI 1963
S-
Applaus
Ik kan niet goed loskomen van
wat de kunstredacteur me
vertelde. Dezer dagen woon
de hij de opvoering van „A
Lovely War" bij. Hij noemde
het een wrang muziekspel,
een satire niet alleen van de
oorlog maar ook van het
geloof.
Er komt een scene in voor,
waarin de spelers in gebed
knielen en het „What a
Friend we have in Jesus",
(Welk een vriend is onze
Jezus) aanheffen. Juist na dit
moment was het applaus ge
weldig. Vlak bij onze kunst
redacteur zat een man ge
woon te springen op zijn
stoel van intens plezier. Hij
zelf zat er wat verslagen bij.
Voelt men de intense spot, de
blasphemie dan niet, vroeg
hij zich af.
Die vraag bleef bij mij haken.
Daar in die zaal waren over
het algemeen mensen bijeen
die zich graag „intellectueel"
noemen. Zijn zij ondanks hun
culturele interesse zo bot ge
worden dat zij niet meer
beseften dat het heilige met
voeten werd getreden?
Of moeten we dieper graven?
Waren het misschien gewon
de mensen, zoekers, die geen
antwoord hebben gevonden
bij de kerk? Op het moment
dat ze de Boodschap van het
evangelie in hun leven nodig
hadden zijn ze afgedaan met
een klopje op hun schouder.
Of toen de vragen opdoem
den in hun leven hebben ze
in een kerkdienst gezeten
waar een predikant een taal
sprak die zij met de beste wil
van de wereld niet konden
verstaan. Of zij hebben een
buurman gehad die zich
christen noemde, maar er
helemaal niet naar leefde.
Waren deze mensen misschien
zo opgetogen, omdat een ka
rikatuur gemaakt werd van
wat zij altijd hebben gezien
als hol en leeg, een woorden
stroom zonder inhoud, een
geloof zonder kracht.
Dan werd de persiflage niet
opgevoerd op de planken,
maar in de levens van de
christenen die zij hebben
ontmoet. En daar ligt ons
grote probleem. Wij zijn zelf
zo vaak een karikatuur van
onze Heiland; wij zijn zelf zo
vaak uiterlijk vertoon zonder
inhoud. Dan wordt het onhei-
lige^niet opgevoerd op de
levens, in de levens
christenen.
Christen-zijn is in Christus zijn,
fegrepen en herschapen door
ijn Geest naar Zijn beeld.
Aan alle kinderen van God is
beloofd: Zij zullen zijn gelijk
Hij is. Ik weet wel, dat is
een belofte, maar iets van die
belofte moet nu reeds open
baar worden. Geloof moet
gezien worden. En waar het
niet gezien wordt, is dat
leven een persiflage van het
heilige.
eigen
Eens behandelden wij de beken
de geschiedenis van Gideon, die
zijn leger van 32000 man tot 300
man moest uitdunnen, voordat hij
tegen de Midianieten ten strijde
mocht trekken (Richteren 7) Na
dat wjj dit verhaal in de staten
vertaling aandachtig gelezen had
den, vroeg jk, wie Gideon het
eerst moest wegzenden. Niemand
durfde er een antwoord op te ge
ven. Mijn catechisanten vonden
het verhaal blijkbaar, om mij on
begrijpelijke redenen, wat gênant
Eindelijk vatte één van de meis
jes moed en zei ietwat verlegen:
„Die geen kleren aan hadden."
Toen ik verbaasd vroeg, hoe ze
daaraan kwam, antwoordde ze
verontwaardigd: „Het staat er
toch! Wie bloode en versaagd is,
die keere weder."
Na deze gebeurtenis heb ik aan
de kerkvoogdij gevraagd, of ik
dertig bybels in nieuwe vertaling
voor mjjn catechisaties mocht aan
schaffen.
Sprokkelaar in
Woord en Dienst
(Van onze kerkredactie)
Prof. dr. K. Dijk is van
mening dat de volgende
gereformeerde synode wel
eens zou kunnen beslui
ten tot de Wereldraad
van Kerken toe te treden.
Deze synode wordt in
mei in Middelburg gecon
stitueerd en begint eind
augustus op de Blije
Werelt te Lunteren met
haar vergaderingen. Prof.
Dijk schrijft: ,,Het zou
mij niet verbazen, wan
neer de volgende gene
rale synode de grote stap
doet, aangevuurd door
allen, die van oordeel
zijn, dat wij daar ook
onze stem moeten laten
horen."
Volgens prof. Dijk is hier
sprake van een koerswijziging
en die koerswijziging benauwt
hem. zoals hij schrijft in een
zojuist verschenen brochure
„Koerswijziging in onze ker
ken?"
Veel verandert er in de Gere
formeerde Kerken en dat beseft
prof. Dijk ook. Hij wil zeker
niet zo conservatief zijn, dat hij
zich tegen alles wat nieuw is
verzet. In een van zijn eerste
hoofdstukjes somt hij een groot
aantal veranderingen op die bij
hem helemaal niet op bezwaren
stuiten. Zo noemt hij bijvoor
beeld de volgende feiten:
Er is een nieuwe kerkorde
gekomen, die meer recht doet
aan het echt bijbels kerkver
band. j
0 De aiakonale taak van de
kerk is veranderd en de ver
houding van diakonie tot over
heid ook.
0 Er zijn veranderingen aan
gebracht in de eredienst. Zo
werd de nieuwe bijbelvertaling
'vrijgegeven, èr werden 119 ge
zangen aanvaard. Er is een
rijke variatie ohtstaan iri litur
gische „orden" en wachtende op
een officieel dienstboek doet
ieder wat goed is in zijn ogen.
0 De kerkgebouwen ondergaan
ook de heerschappij der moder
nisering. De stijl van Roelof
Kuipers en van Plooy heeft het
kerkveld moeten ruimen voor
een geheel andere architectuur.
PRINCIPIEEL
Maar al deze veranderingen,
meent prof. Dijk, raken niet de
kern van de gereformeerde be
lijdenis. „Ze zijn ook vroeger
(zelfs in de vorige eeuw) al
thans voor een deel verdedigd,
en in al deze verwisselingen is
niets te merken van een princi
piële kentering of wijziging, die
ons het recht zou geven tot een
doleantie over de deformaties
en beginselver loochening van
deze tijd."
Er zijn echter drie onderwer
pen in discussie, waar wel het
gevaar van een koerswijziging
naar het gevoelen van prof.
Dijk opduikt en daarom zegt
hij
0 NEEN tegen pogingen om
tot een herziening te komen van
de besluiten van de synode van
Assen-1926,
0 NEEN tegen gemeenschap-
CONFESSIONEEL
Prof. Dijk vreest dat het ver
langen om te komen tot een
herziening van de besluiten van
Assen-1926 voortkomt uit een
„confessionele koers wij ziging".
Volgens deze schrijver ging het
er de synode van Assen niet om
een bepaald Schriftgedeelte te
onttrekken aan het gelovig we
tenschappelijk onderzoek. „In
tegendeel: zij sprak zelfs met
nadruk uit, dat haar uitspraak
altijd appellabei bleef aan het
Woord Gods. Maar zij weiger
den een methode van Schriftuit
legging te aanvaarden die de
belijdenis van het volstrekte
gezag van de Heilige Schrift
weliswaar vooropstelde, maar
vervolgens de gegevens der Hei
lige Schrift in een afhankelijk
heidsverhouding tot de weten
schap stelde."
„Wat zal de volgende synode
doen," vraagt prof. Dijk, „Assen
loslaten en de deur openzetten
voor een beschouwing, die de
„zintuigelijke waarneembaar
heid" van paradijsbomen enz.
geheel loslaat?" Hij vervolgt:
„Het is mijn bede, dat God ons
daarvoor is bewaart."
ANDERE KERKEN
Prof. Dijk wil helemaal geen
tegenstander zijn van alle ge-
meenschappelijkè kerkdiensten
en het bedroeft hem dat er nog
steeds geen sprake is van derge
lijke diensten met de christelij-
ke-gereformeerden. de vrijge
maakte gereformeerden en de
gereformeerde gemeenten.
Volgens prof. Dijk is verdeeld
heid tussen de verschillende
gereformeerde kerken, die de
geeft dat ernstige dwalingen
niet zijn uitgesloten.
Volgens prof. Dijk beschouwt
de Wereldraad van Kerken zich
niet alleen als een gespreksge-
meenschap, maar ook als een
geloofsgemeenschap en hij is
nog steeds van mening dat daar
geen sprake kan zijn van een
werkelijke geloofsgemeen
schap.
BEZWAREN
Het bedroeft prof. Dijk dat er
echter „velen zijn in de Gere
formeerde Kerken, die niet an
ders begeren dan hartelijk gere
formeerd te zijn en de kerken
en haar Heer met al hun krach
ten dienen", maar zijn bezwa
ren tegen de Wereldraad toch
niet delen.
dat prof. Dijk in het eerste
hoofdstuk van zijn brochure
reeds duidelijk stelde, dat het
„kerkvolk niet is in te delen in
de twee groepen van conserva
tieven en progressieven. De lij
nen lopen geheel anders. En het
is," schrijft hij terecht, „even
eens in strijd met de werkelijk
heid om vooral de ouderen te
etiketteren als reactionairen en
de jongeren te begroeten als de
frisse pioniers van een herboren
kerkelijk leven." Het is duide
lijk dat waar de gereformeerde
hoogleraar Dijk zijn „neen" laat
horen, even (zoals hij het zelf
noemt) hartelijk-gereformeer-
den „ja" zeggen.
Juist daarom
Koerswijziging in onze ker
ken?, door prof. dr. K. Dijk.
Uitgave J. H. Kok n.v., Kampen
het goed ((52 blz., 2,95).
Prediker van
„innerlijke ËT
welstand"
(Van onze kerkredactie)
In de crisisjaren tijdens en
na de tweede wereld-oorlog,
toen het Duitse volk terug
geworpen was op het naakte
bestaan, waren zijn werken
nog bijzonder in trek. Maar
de mensen, die het Wlrt-
schaftswunder beleven,
spreekt, wat hij zijn grote
thema noemde, de „innerlij
ke welstand" niet meer aan.
Wat kunnen we nu nog be
ginnen met die „goeie ouwe
Claudius", die op 21 januari
150 jaar geleden stierf. En
toch leefde hij in een tijd
die even bewogen was als de
Matthias Claudius werd in
1740 geboren als zoon van een
predikant in een dorp in de
buurt van Lübeck. Zijn theo-
belijdenis handhaven, „een on
duldbare verscheurdheid en zijn
de verschillen op dit kerkveld,
als er waarlijk verschillen zijn,
zo klein dat ze geen enkel recht
geven om uit elkaar te gaan."
Maar anders wordt het als het
gaat om kerken, waar „onze
belijdenis niet beschouwd en
bewaard wordt als regula fidei,
als regel van geloof en leven."
Hij schenkt dan met name aan
dacht aan de Nederlandse Her
vormde Kerk, omdat er een
„niet gering deel van ons kerk
volk" is „dat zich meer tot de
Hervormde Kerk aangetrokken
gevoelt dan bijvoorbeeld tot de
Christelijke Gereformeerde Ker
ken."
Hoewel de vorige gerefor
meerde synodes de deur op een
kier hebben gezet voor gemeen
schappelijke ambtelijk geleide
kerkdiensten, is prof. Dijk daar
een tegenstander van. „Er is",
schrijft hij, „geen gemeenschap
mogelijk met een kerk, die ook
plaatselijk besliste ongelovigen
onder haar leden telt." De
ambtsdragers moeten toezicht
uit kunnen oefenen en hij
vraagt: „welke waarborg hebben
wij dat de hervormde ouderlin
gen, die uit elke modaliteit
gekozen worden, tot zulk een
supervisie bereid en bekwaam
zijn?"
OECUMENE
Als het gaat om de
sche beweging, constateert prof.
Dijk, dat de Gereformeerde
Kerken met hun uitspraak van
1964 (geen Schriftuurlijke be
zwaren tegen toetreding tot de
Wereldraad) afgeweken zijn
van de lijn die in 1949 werd
uitgestippeld. Toen werd de
Wereldraad afgewezen omdat
hij. zijn basisformule niet hand
haaft, vrijzinnige kerken omvat
en in zijn „Boodschap van de
kerken" het evangelie zo weer-
De Hervormde
Vrouwen Dienst
heeft sinds enkele
weken een nieuwe
voorzitster. Hoe
wel mevrouw A.
E. gravin van
Randwyck-Laming
gisteren officieel
het roer overge
dragen kreeg uit
handen van de
scheldende voor
zitster mevrouw
K. Beversluis-van
der Brug, staat de
HVD al vanaf het
begin van dit jaar
onder haar lei
ding.
Wat is de Her
vormde Vrouwen
Dienst, meestal
kort HVD ge
noemd? In 1951
werd een commis
sie ingesteld door
de generale syno
de van de Neder
landse Hervormde
Kerk, die ten doel
heeft de vrouw
bewust te maken
van de mhoud
van het lidmaat
schap van haar
kerk. De commis
sie is bedoeld als
een gemeentebe
weging, die voor
opstelt, dat man
en vrouw in de kerk naast
elkaar willen werken. „Het gaat
om de plaats van de vrouw in de
kerk", zoals mevrouw Beversluis
het eens formuleerde. „De vrouw
moet mee leren denken in de
kerk", vult de nieuwe voorzitster
De HVD, die haar domicilie in
Zeist heeft, is geen organisatie,
maar een beweging en heeft
geen leden. Haar werk heeft zich
in de afgelopen jaren gemanifes
teerd in subcommissies, maar
vooral in kerkewerk op gemeen
telijk niveau. Deze subcommis
sies zijn:
MEVROUW VAN RANDWYCK
2 een vormingscommissie en
een commissie over de vrouw
in de politiek. Mejuffrouw dr.
W. Timmermans, de secretaresse
van de HVD. houdt geregeld
spreekbeurten.
De gemeentelijke HVD com
missies stimuleren allerlei
werkzaamheden, maar volgens
mevrouw Van Rrandwyck zou
men graag zien, dat zij zich in
de toekomst vooral sterk gaan
bezinnen op het werk, dat ge
daan zou kunnen en moeten
worden, opdat nieuwe vormen
worden gevonden, waarbij de
vrouw actief aan het kerkewerk
kan deelnemen.
Initiatiefneemster tot de op
richting van de HVD is jonk-
vrouwe C. M. van Asch van
Wijck, tevens de eerste voorzit
ster tot 1957. Zeven jaar lang is
mevrouw Beversluis daarna
voorzitster geweest. Zij is nu
dus opgevolgd door mevrouw
Van Randwyck, de echtgenote
van mr. S. C. graaf wan Rand
wyck, secretaris van de Raad
voor de Zending van de Neder
landse Hervormde Kerk.
Mevrouw Van Randwyck
werd in Rotterdam geboren.
Geruime tijd is zij in het vroe
gere Nederlands-Indië geweest.
Hier verloor zij in 1942 in de
slag op de Javazee haar eerste
echtgenoot, de chirurg L. P. van
Lelyveld. In datzelfde jaar werd
zij geïnterneerd en in 1943 was
zij zelfs een half jaar politiek
gevangene in de gevangenis van
Kediri. In 1946 kwam zij in ons
land terug, waar ze in 1950
hertrouwde met mr. Van Rand
wyck.
De nieuwe voorzitster van de
landelijke HVD commissie heeft
door het werk van haar man
veel contacten met de zending
en maakte met hem verscheide
ne vergaderingen van de We
reldraad van Kerken in Europa
mee. Maar voor een actief aan
deel in een organisatie in kerke
lijk verband heeft het mevrouw
Van Randwyck tot nu toe aan
tijd ontbroken. Een druk huis
houden met zes. kinderen en het
vergezellen van haar echtgenoot
namen haar te veel in beslag. Nu
„vliegen" de kinderen echter
langzamerhand uit het gezellige
huis in Oegstgeest en krijgt ze
wat meer de handen vrij, zodat
ze zich nu volledig hoopt in te
kunnen stellen op de taak, die
zij aanvaard heeft.
logische studie moest hij om
gezondheidsredenen opgeven.
Hij vestigde zich in het dorpje
Wandsbeck (nu een wijk van
Hamburg), waar hij redacteur
werd van de dorpskrant.
Onder zijn leiding groeide
Der Wandsbecker Bote uit tot
een vooraanstaand politiek-
godsdienstig-literair tijdschrift.
Later wijdde hij zich tot zijn
dood in 1815 geheel aan het
uitgeven van „Verzamelde
Werken". De financiële basis
voor zijn literaire werk vond
hij toen als revisor bij een
Claudius was een van de
f.»r-cte Duitse schrijvers, die
bedoelden voor het gewone volk
te schrijven. Hij slaagde hierin
door een naïeve geestigheid, die
net niet in platheid ontaardde.
Zijn gemoedelijke, hartelijke,
vaak ook satirische toon sloeg
in bij zijn lezers.
Avondlied
Vele van zijn eenvoudige ge
zangen handhaven zich no» al
tijd in de liederenschat van het
Duitse volk. waaronder het
avondlied „Der Mond ist aufge-
gangen" natuurlijk de eerste
plaats inneemt. Verscheidene
zijn er door Tollens in het
Nederlands overgebracht: naast
„De maan is opgekomen" onder
andere het ongekunstelde
Kerstliedje „Wij willen Hem de
kribbe sieren".
De naïeve vroomheid,
waarmee hij van zijn bijbels
geloof getuigde tegen Aufkla-
rung, idealisme, classicisme
en romantiek, heeft op de
geest van het eenvoudige
Duitse volk diepe invloed ge
had. Niet op zijn verstand, of
op zijn gevoel, maar alleen op
het historische feit, dat ons
door de Bijbel wordt meege
deeld, van de verlossing, die
in Christus geschied is, grond
de hij zijn geloof.
Natuurlijk stond Claudius
niet alleen. Daar waren bij
voorbeeld de filosoof Johann
Georg Hamann en de asketische
lintwever Gerhard Tersteegen.
Maar hij schreef geen kerklie
deren en wilde niet preken
zoals Tersteegen en hij wierp
zich niet met brochures in de
wetenschappelijke polemiek,
zoals Hamann hartstochtelijk
Kloof
In een Duits kerkblad slaakte
iemand onlangs de verzuchting:
Wij hebben een nieuwe Mat
thias Claudius nodig. De kloof
tussen onze denkende en schrij
vende theologen en de
gemeente, die dat denken en
schrijven niet meer kan volgen,
wordt steeds groter.
In het voorwoord van het
laatste deel van zijn werken,
dat uitkwam drie iaar voor zijn
dood. schreef Claud -: „Ik ben
niet omgezwaaid. Als voorheen
zoek ik eenvoudig en beschei
den te herinneren aan de ware
grootsheid en de innerlijke
welstand van de mens. Daar
moet ge u om bekommeren.
Want wie ge ook zijt, geleerd
of ongeleerd, de
uiterlijke welstand zal
verdwijnen en wat dan?"
de
De inauguratie van president Johnson Maakte
Erhard een 'gang naar Canossa' Roden vroeger
naar Huis De perikelen van de Ver. Naties.
ER hebben zich in de afgelopen
weken enkele belangrijke ge
beurtenissen voorgedaan. John
son werd beëdigd als president
van de Verenigde Staten voor
een volledige eigen ambtsperiode
van vier jaar. Erhard reisde
naar Parijs om in kader van het
Frans-Duitse vriendschapsver
drag enkele gewichtige proble-'
men te bespreken.
De landen van het Sowjetblok
kwamen in Warschau bijeen om
de vraagstukken onder de loep
te nemen, waarvoor het interna
tionale communisme zich in ver
schillende delen van de we
reld geplaatst ziet. Die kwestie
van de VN-financiën bleek nog
onoplosbaar en de conflictsituatie
rondom Maleisië bleef onvermin
derd voortbestaan. In Perzië
werd premier Hassan Ali Man
soer neergeschoten onder omstan
digheden, die herinneringen op
roepen aan de gebeurtenissen,
welke geleid hebben tot het
rampzalige optreden van de oude
Mossadeq. De aanslag op Man
soer. die nog geen week later
kwam dan de moord op de pre
mier van Boeroendi, bewees eens
te meer, dat het tegenwoordig
levensgevaarlijk is, premier (of
president) te zijn.
Johnson
Het is altijd interessant te ver
nemen, wat de Amerikanen zelf
te zeggen hebben over een be
langrijke redevoering van hun
president Onmiddellijk valt dan
op, dat de voornaamste (New-
Yorkse) bladen menen, in John
sons inauguratierede iets van een
„nieuw isolationisme" te onder
scheiden. De New York Times,
die overigens zeer te spreken is
over de toespraak („al maakt
waarschijnlijk geen enkele zin
kans. in de geschiedenis voort te
leven") wijst er op, dat de Ame
rikanen moeilijk een „grote ge
meenschap" kunnen opbouwen,
als de rest van de wereld door
honger en beroering wordt ge
teisterd. De (republikeinsgezinde)
New York Herald Tribune vindt
dat Johnson betrekkelijk weinig
aandacht heeft geschonken aan
de urgente wereldproblemen en
meer de nadruk had moeten leg
gen op zijn onontkoombare rol
als leider van de westelijke we
reld.
„Op het eerste gezicht lijkt het
verheugend, dat de president als
zijn voornaamste taak ziet het
afrekenen met de binnenlandse
problemen. Maar hoe beu het
Amerikaanse volk ook de buiten-
- landse vraagstukken is, ze kun
nen niet worden verdoezeld", al
dus het blad.
Erhard
Wat het Frans-Duitse overleg
in Parijs betreft is het wat ver
makelijk te zien, hoe algemeen
wordt aangenomen, dat Erhard
„een gang naar Canossa" heeft
gemaakt. We menen dit laatste
te mogen betwijfelen. Als we het
weinige wat over het gesprek
tussen beide staatslieden is me
degedeeld, goed hebben verstaan,
dan komen we tot de conclusie,
dat Erhard er in geslaagd is,
zonder kleerscheuren uit Parijs
te vertrekken. „We begrijpen el
kaar nu", verklaarde de West-
duitse kanselier. Dat is typerend
voor de instelling van deze Duit
ser ten opzichte van het moei
lijke probleem der Frans-Duitse
betrekkingen. Hij ging niet naar
Parijs om problemen op te los
sen. De kanselier was gewoon
aan de beurt om naar Parijs te
gaan, zoals De Gaulle in juli a.s.
aan de beurt is om naar Bonn
te komen voor het periodieke
overleg in het kader van het
Frans-Duitse verdrag.
Blijkbaar heeft Erhard de
Franse president duidelijk ge
maakt, dat er met hem wel te
praten valt, zonder evenwel zijn
Atlantisch geboorterecht te ver
kopen voor een schotel Franse
herenlgings-linzenmoes. We doen
er dan ook goed aan om zoals
een Nederlandse woordvoerder
zei het resultaat van de be
sprekingen af te wachten.
Warschau
De rode conferentie in War
schau is tamelijk abrupt afge
broken. Het is niet bekend ge
worden, waarom. Dat mocht ook
niet worden verwacht. Een ding
is echter duidelijk: men breekt
een gesprek niet af, als er geen
verschil van mening bestaat. Ge
concludeerd mag dus worden,
dat men het ergens niet over
eens was en dat men het beter
gevonden heeft, er eerst nog eens
goed over na te denken. Specu
latief worden opvattingen, die er
van uitgaan dat het verschil vaD
mening betrekking heeft op de
houding van het Sowjetblok te
genover het optreden van com-
Heeft De Gaulle reden om
voldaan te zijn?
munistisch China. Hetzelfde
geldt voor de veronderstelling,
aat de moeilijkheden (als ze er
inderdaad zijn) wel te maken
zullen hebben met de aanwezig
heid van de Roemeense delega
tie. Zoals bekend wil Roemenië
uit taktische overwegingen neu
traal blijven in het Russisch-Chi-
nese „ideologische conflict"
Intussen Is het opgevallen, dat
van Chinese zijde de aanvallen
op de politiek van de leiders in
het Kremlin zijn hervat. Van
herstel van de eenheid in de
communistische wereld zal dus
voorlopig nog geen sprake zijn.
Ver. Naties
Volgende week wordt opnieuw
een beslissende stap verwacht
In de crisis in de Algemene ver
gadering, die ontstaan is rond
om de wanbetalers onder de VN-
leden. De Russen blijven nog al
tijd een subtiel spel spelen. Zij
willen voorkomen, dat zij hun
schulden volledig moeten beta
len. Zij willen ontkomen aan de
sanctie van art. 19, welke verlies
van hun stem in de Assemblee
impliceert. Maar nog belangrij
ker is (zoals we al eerder hebben
betoogd) dat zij de Assemblee
het recht willen ontzeggen, haar
goedkeuring te hechten aan VN-
vredesacties met voorbijgaan
van de Veiligheidsraad. De Sow-
ietunie wil de Assemblee, waar
in zij geen veto heeft (in de Vei
ligheidsraad wel) dit recht ont
nemen en het weer geheel in
handen van de raad spelen.
DU heeft geleid tot de schijn
vertoning, die al sinds 1 decem
ber aan de gang Is. Er wordt
slechts bij acclamatie gestemd.
Gevolg is. dat veel belangrijke
zaken op afwerking blijven wach
ten. Amerika houdt echter voet
bij stuk. En als de Russen blij
ven weigeren te betalen, zal het
bij de eerste stemming de toe
passing van art. 19 van het VN-
Handvest aan de orde stellen. De
Amerikaanse regering voelt
niets voor een verdaging van de
sitting van de Assemblee tot mei
Maleisië
Voor die verdaging zullen voor
al de Afrikaans-Aziatische landen
voelen, die Indonesië in de gele
genheid willen stellen, zo geruis
loos mogelijk in de VN-gelederen
terug te keren. Voorzover thans
bekend is, zal de uittreding van
Indonesië uit de VN formeel pas
in maart haar beslag krijgen.
Dan is er inderdaad nog wat
meer ruimte voor overleg. Of dit
enige zin zal hebben is echter de
vraag, nu minister Soebandrio
naar rood China is vertrokken,
dat er geen geheim van maakt,
Indonesië volledig en met alles
wat het tot zijn beschikking heeft,
te willen steunen. Wellicht is dit
bezoek ook een onderdeel van
Soekarno's confrontatie-politiek.
Het Is echter veel meer dan
dat en het lijkt er op, dat de In
donesische president weer een
stap heeft gezet op een weg.
Erhard: „We begrijpen elkaar
nu"
waarop wellicht geen terugkeer
mogelijk zal zijn. Het gevaar van
het spelen van blufpoker is altijd,
dat degene die bluft tenslotte
aan de kaak wordt gesteld, als
de zenuwen van de ander nog
sterker zijn. En dat Is wat de
Maleisische kwestie betreft
een hachelijke zaak.