Nederlandse organisten-vereniging in diamanten feesttooi Haagse aquarellisten tonen verfijnd werk EEN ZEEE BROTE BORST Over ElN raakt men nooit uitgepraat ZONDAGSBLAD ZATERDAG 16 JANUARI 1965 WIE een vijfenzeventigja rige feliciteert met zijn verjaardag, wordt meestal geconfronteerd met iemand, wiens krachten langzaam maar zeker aan het afnemen zijn. Dit kan stellig niet ge zegd worden van de Neder- lan se Organisten-Vereni ging, die vandaag juist vijf enzeventig jaar geleden, dus op 16 januari 1890 te Amster dam werd opgericht. Vier organisten, nl. Jos. A. Verheijen, organist van de Mozes- en Aaronkerk te Am sterdam, Martin Boltes, or ganist van de Engelse Episco paalse kerk'te Amsterdam, J. B. Litzau, organist van de Ev. Luth. kerk te Rotterdam en M. H. 't Kruijs, organist van de Grote of St. Laurens- kerk, eveneens te Rotterdam, beraamden einde 188.9 een plan om te komen tot oprich ting van wat in een annonce, die zij plaatsten in „Het Orgel" van 1 januari 1890 genoemd wprdt een „orga- nistenbond", met als voor naamste doel het stichten van een pensioenfonds voor orga nisten. Het uitgangspunt van de ini tiatiefnemers was de overwe ging: „of het niet nuttig en wenschelijk kan zijn tot eene vereeniging van de Nederland- sche organisten te geraken ten einde elkanders belangen te be hartigen. zoowel van moreelen als maatschappelijken aard; el kaar te leeren kennen en daar door tevens te waardeeren". Oprichter De geannonceerde bijeen komst, die de oprichtingsverga dering zou worden, had plaats op 16 januari 1890 in „Krasna- polsky" te Amsterdam, waar de belangstelling zo gering was. dat drie van de vier „samenroe- pers" aanvankelijk bezwaar maakten tegen de oprichting. Maar Jos. A. Verheijen zette door. en zo is hij de feitelijke oprichter geworden van de Ne derlandse Organisten-Vereni ging. „Oude ezel" De sociale positie van de kerkorganist was slecht en is dit gebleven tot op de huidige dag. Bekend is de uitdrukking van een organist uit die dagen: „Het is tamelijk hetzelfde of men als oude ezel of als organist sterft" daarbij doelende op de slechte sociale regeling die er voor or ganisten was. Hierin verbete ring te brengen was en is een voorname doelstelling van de N.O.V. Daartoe sloot zij zich augustus van het vorige jaar aan bij het Christelijk Natio naal Vakverbond. Binnenkort zal een circulaire uitgaan aan •11e Protestantse kerkgenoot schappen. waarin gewezen zal worden op de sociale toestan den, die te vergelijken zijn met die van het jaar 1850 en een dringend beroep zal worden ge daan op de kerkbesturen, de diverse loonronden die voor alle werknemers gelden, ook van toepassing te verklaren op de kerkorganist, gedachtig aan het Schriftwoord dat de arbeider rijn loon waard is. Hiermede zal dan al veel gewonnen zijn. Behalve Jos. A. Verheijen, die van de oprichting af tot 1920. d.i. van zijn 53ste tot zijn 83ste jaar voorzitter is geweest, heb ben na hem verschillende pro minente organisten deze functie vervuld: o.a. Willem de Vries, organist van de Grote kerk te Nijmegen (15 jaar), Willem Pe tri, George Stam, Simon C. Jan sen, Evert Westra, terwijl sinds juni 1964 de organist van de Martinikerk te Bolsward, Gezi- nus A. Schrik de scepter over de vereniging zwaait. Publicaties Een aparte vermelding ver dient het oudste bestuurslid van de N.O.V.. de bijna drieëntach- tigjarige heerJ. F. Rootlieb. die volgend jaar zestig jaar lid van de vereniging hoopt te zijn, •inds 1917 de N.O.V. heeft ge- ties in „Het Orgel", het orgaan van de N.O.V., (dat. merkwaar- is te verklaren uit het feit, dat „Het Orgel" oorspronkelijk een maandblad voor organisten was (onder redactie van de Rotter damse organist M. H. van 't Kruijs, een van de initiatiefne- ers tot de oprichting van de N.O.V.) dat 1 maart 1886 voor het eerst verscheen, als een uit gave van de bekende Rotter damse uitgever Cornelis Immig Sr. Pas jaren na de oprichting van de vereniging in oktober 1903 verscheen „Het Orgel" als officieel orgaan van de Ne derlandse Organisten-Vereni ging, nadat het blad als zelf standig tijdschrift (dat welis waar alle verenigingspublicaties sedert de oprichting van de N.O.V. had opgenomen) in maart 1901 had opgehouden te bestaan. Bloeiend In de laatste jaren is „Het Orgel" uitgegroeid tot wat het nu is: Nederlands mooiste orgel blad. dat behalve door de leden der N.O.V. door enige honder- den abonnees in binnen- en bui- diend in verschillende bestuurs- tenland wordt gelezen, functies en thans nog zitting heeft in het bestuur. Zijn orgelhistorische publika- dig genoeg, bijna vier jaar zich ten doel stelt de beharti- ouder is dan de vereniging) o.a. ging en bevordering der belan- over het orgel van de Oude gen van de muziek in de ere- kerk te Amsterdam hebben ve- dienst, het orgelspel in het alge- JOS. .4. VERHEIJEN IN een tentoonstelling geden ken de Haagse aquarellisten twee gebeurtenissen, namelijk het feit, dat het lid Rudolf de Bruyn Ouboter onlangs 70 jaar is net feit dat hij de leeftijd der hier de schouderpartij opgelost sterken bereikt heeft, maar ook en werd!» vooral omdat de jubilaris zich ge- In de onmiddellijke omgeving durende zijn lange kunstenaars- zal men er dc geabstraheerde loopbaan, slechts van het medium beeldtaal van Theo Bitter ontmoe- verf bediend heef:, een dood ten die hier heel fijn geworden, alsmede het 10-jarig enkele uitzondering uit zijn studie- voetlicht komt met twee werkjes examens (diploma A i ge- noemd, die tuigschrift kerkelijk orgelspel) streven Albert Schweitzer sinds 1933 noch geld hebben gespaard om aan de vereniging verbonden., We schreven dat het verei gingsorgaan bijna vier jaar onder Gods zegen en met mede- ouder is dan de vereniging. Dit werking van de kerken in wier tribuanten toch minstens zijde- lings veel mee te maken heb- cellisten genoemd Wie nu mocht veronderstellen door een uitbundig klaroengeschal, dat bij dergelijke feestelijkheden past. te worden ontvangen, slaat de plank mis. Daartoe zou de verfijnde en ver droomde kunst van de vluchtige Wibbo Hartman weet met zijn wordt hij dan ook heel terecht de zuivere weergave van het kerkhof- anua- je te Eynsham wel heel diep te lmpressioneren. Natuurlijk is het onderwerp hier niet vreemd aan, maar zou toch zonder de geladen- heid die Hartman het mee wist te grootste geven niej^zo tot ons spreken. Zijn zichzelf ge- verf zich ock allerminst le- toewijding nen: Veeleer maakt zij de „kamer muziek van de beeldende kunst" Het innige, keerde, dat I charme aan deze kunstvorm ^sneeuw Westbroekpark" hangt verleent, komt wellicht ook bij als het bewijs, dat hij ook van ee hem het beste tot zijn recht, meer alledaags gegeven heel wat Het blanke simpele soepterri- netje, dat met zoveel liefde en behandeld weet te maken Als een postume hulde aan het enige jaren geleden gestorven lid ieroj.tr.nt taai En wie de schijnbaar dode dm- tische wat naïe'e jnsteiiing bij- gen, nieuw leven weet m te Hn. Speciaal „Drie oude bomen" Waterverf blazen, zoals De Bruyn Ouboter mag representatief voor zijn kun- dat vermocht in zijn stilleven nen heten, typisch met hoge hoed, mag met glans Zuiverheid Daarbij is de aquarel eei Haagse kunst, als gevolg ^B... J meesterschap_ in deze moeilijke de titel meèster-aquarellist. volgorde van opstelling, ve het eerste kleine zij ertrekje gewijd aan de inzending Sierk Schroder een kunste- dienst zij staan de resultaten moge zien be kroond. W. P. VERHEUL Mare Andries i. De tragische geschiedenis met slaappillen eindigen, of een van het kind Babette, dat geweer in de mond, of gewoon JN DE CONTRAMINE zijn of geen fantasie te hebben (zie bl. je neerleggen bij de omstan- 10£) e" voor wie niets over- riinheH?,, u tot nn i*ker? hooo- schiet dan verslag Ult te bren" van een duivelse kwelzucht be- maar met sigarettenen anderé aigneaen s 101 op zenere nuuy gen vgn zijn bestaan als (would vangen is en tenslotte van een rotzooi" (bl. 144). Deze pseudo- te een kwestie van geestelijke be) „redeloos schepsel" (zie de rots dood neerstort, is met echt nonconformist conformeert zich structuur. Een gelovige brengt noot onder aan bl. 11), zich met schrijftalent verteld. Hoe maakt volkomen met de lichamelijke zijn psychische aanleg mee en zal kritiek geconfronteerd ziet, die de auteur b.v. de stilte op het behoeften van het moment hem van pornografie beschul- nachtelijk Ibiza voelbaar, als dat digt, zegt hij op bl 22; „Ik ben geen pornografisch schrijvi nature geneigd zijn tot op timisme of pessimisme, tot con formisme of tot non-conformis- me. Maar als gelovige is hij noch conformist, noch non-con formist. Deze onderscheidingen passen eenvoudig niet op het geloofsleven: de genade laat zich niet schematiseren. Maar ook binnen het kader DOODLOPEND van het natuurlijke leven gaat het niet aan iemand zomaar Hier is het leven, en in het ge- conformist of non-conformist te voig daarvan de literatuur, in een noemen. Ten aanzien van het doodlopend straatje terechtgeko- non-conformisme zal men tn elk geval moeten onderscheiden tussen actief en passief non- conformisme. Actieve non-con- lUlllllillllllllUlllllllllllllllllllll formisten zijn b.v. bepaalde emigranten. Zij zoeken meer vrijheid en ruimte, om hun eigen initiatieven te ontplooien. De auteur Mare Andries, een 25- jarige Belg, wiens autobiografi sche roman Een zeer brave borst bij De Bezige Bij te Am sterdam is uitgegeven (het zijn de delen twee en drie van een cyclus onder de algemene titel De grote reis van Simon Kim- rooiis duidelijk een passieve non-conformist. hij op bl. 112 schrijft: behoeften kunstmatig overprikkeld zijn. Het is zelfs literair niet eens „Suzie: Antonia zorgt goed belangrijk te vernemen wat zo rll°? uil "ill L°°!Ljaiir' I. J *J!1 te0en iemand doormaakt. Het opent «Hj ,o i j.- geen nieuw uitzicht op de mens; het is alles reeds lang vieux jeu, na Miller en zoveel anderen. De mens die het planmatig hande len heeft afgeleerd wordt on vruchtbaar voor de gemeen schap en op den duur zelfs niet interessant. Deze verkwis- OVERPRIKKELD Maar men kan zich kwaad maken over het verkwisten van ting van Gods gaven met de rug zo'n talent. „Het loopt verkeerd naar Hem toe is een smaad in een af, uiteindelijk, morgen, over Gods aangezicht, maar ook een jaar, twee, drie, vier, en zal smaad voor de literatuur en techniek zoals die door de schil ders van de zogeheten Haagse School volop en met overgave be oefend werd en al wordt er na tuurlijk elders in ons land even eens geaquarelleerd, men is al gauw geneigd de waterverf te identificeren met de streken die dan «an zee liggen. Het vochtige, altijd wat heiige beeld, dat de bwoners van deze streken zozeer vertrouwd is. lokt nu eenmaal tot het gebruik van de doorzichtige gekleurde wa- terverf-teclwiek. Voeg hierbij de omstandigheid dat de aquarel niet als het olie verfschilderij van de museumwand op u af komt stormen, maar dat zij daarentegen in alle rust, als het ware „op de hand", moet worden bekeken en dat zij uiteraard ge speend is van een fel kleurgebruik dan zal men er begrip voor heb ben dat een grote museumzaal ge stoffeerd met louter aquarellen a priori een wat saaie indruk zal maken. Eerbied De aquarel vraagt bij uitstek nederigheid van de beschouwer, zij wil met schroom, ja zelfs met een zekere eerbeid benaderd wor den: Het diaphane en broze aspect dwingt dit, bij manier van zeggen, af en wie toegerust met deze in stelling zijn bezoek aanvangt, zal eerst voluit en volstrekt het genot van deze subtiele uitingen van het kunstenaarsgemoed kunnen onder gaan. Hij zal dan, als uw recen sent, het eerst zijn schreden rich ten naar de inzending van De Bruyn Ouboter en niet alleen om voor alle grote letterkundige fi guren uit de wereldgeschiede nis, die zich geroepenen voelden en brengers van een boodschap, welke dan ook. Er is onder onze hedendaagse Nederlandse schrijvers een bewustzijnsver nauwing gaande, waarover men, naar ik vurig hoop. eerlang me delijdend de schouders zal op halen. De neo-barbaren zijn slappelingen en zullen aan echte perk tenig te roepen, barbaren geen weerstand kun nen bieden. „Erger dan een hei den", zegt de" Schrift. Het L' maar gelukkig dat God meei geduld heeft dan wij. gemak aanspraak maken op Puur hollands georiënteerd Is de bijdrage van Ceee Bolding. HIJ Pittig zingt Inldkeels. maar met grote zuiverheid, de lof van de zee en terug™ blhand3en°we de "km bereikt lijn grootete hoogte dunkt C. C. van Niekerk zoekt het weliswaar niet op zee. maar blijft met zijn voorname duinlandschap pen toch in de buurt, alhoewel er ook een heel fijn en puntig stads gezicht uit St. Remy ls. Van hem naar Ronald Lindgreen is overdrachtelijk bedoeld al thans een geweldige stap. Lind green is mogelijk wel degene van ae groep die het duidelijkst een ..eigen gezicht" toont. Zijn werk is met niemand te vergelijken, het- feen op zichzelf de grootste ver- ienste ervan betekent: Immers na zoveel ervaring opgedaan te heb ben bij het zien van werk van anderen er dan in te slagen met iets geheel afwijkends te komen, is oepaald geen geringe prestatie. Het is een lieve lust te zien hoe hij met zijn zwarte pennelijnen door de verf speelt en zo ieder gegeven tot een sprookjestafereel uit „1001 nacht" omtovert Agnes van den Brandeler is ken nelijk op zoek naar verandering, althans hetgeen zij hier toont doet ofschoon verblijdend experimen teel, soms wat chaotisch aan: Het moot ons van het hart, dat haar vroegere werk ons liever was! En dan zijn we langzamerhand toe aan een andere coryfee, te mate .uitmuntend gehalte zelfe de kleinzieligiste betuttelaar er nog door in lichter laaie komt te staan. Men behoeft alleen maar te zien wat hij van een schotel vissen maakt om te weten hoe men aan de uitdrukking „zeebanket" is gekomen. Tot de overige verrassingen Geelong Vic, Australië. C. RIJNSDORP. i ate- jaar die zijn sujetten met een lier, van de hand van P. A Hel- chier onhollandse „chic" behan- doorn, te worden gerekend, even- ielt en er, zonder ooit één maal zeer als Paul van Eeden, die ons oor „oud-modisch" te worden met zijn olieverven nooit zó weet versleten, in slaagt een geheel tijd- te boeien, zich hier ontpopt als een perk terug te roepen. In het bij- knap aquarellist zonder krijgt men deze gewaar- Het etherische dat men in een wording bij het ondergaan van een aquarel mag verwachten vindt een blad als ..Lezende vrouw"! Men onvolprezen kunstenaar in Huub denkt onwillekeurig aan de levens- Gerretsen: Het heeft er de schijn sfeer die de bekoring van het fin van of de verdunde verf er met de siècle uitmaakte. Bijzonder di- een zucht opgeblazen is („Tegen- rekt en pittig ziet men hem aan de licht" is hiervan een goed voor gang in „Zittend naakt" (men beeld!), ihenke eens attentie aan de speel- Tenslotte ziet men er nog „Bag- trefzekere wijze iiiuiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiBiuiiiiimii gerschepen op de Rijn" waar razendknappe. hoogbejaarde W. J. Dijk voor signeerde, alsmede fel en snel genoteerde landschappen ingezonden door Han Krug. waar van „Huis aan de Moorebay" ons het meeste te vertellen had. Fakkeldrager Hij wil of kan zich niet voe gen in wat de burger noemt een ordelijk bestaan. „Ik heb me 'oorgenomen een leven te lei- in het heden zo uit zijn ver leden leeft als LONDEN. Geen wonder, dat de heer J. J. Mostard zijn boek over den zonder verleden en zonder deze stad in twee delen moet toekomst voortaan, zonder ver- laten verschijnen. Met Wenen T de, inderdaad als een diertje, staan met een deel, maar maar een diertje met een warm Londenneen, dat gaat on- hart elk ogenblik" (bl. 11). „Het mogelijk. Daarvoor is Londen K tve proberen ïet 7,£ ^breid hoe- maar" (bl. 14). „Tijd, we willen wel alt op zichzelf nog niets hem doorkomen zonder dat hij zegt), maar ook te rijk aan voorbijgaat" (bl. 24) ..En wij een bewogen historisch ver doen maar wat. Wij leven maar i0i0„ T/ j d wat. Het doet er niet toe" (bl. Van de Rome men tot 40). Maar deze wijze van leven °P heden een stad die ge- heeft onvermijdelijk een keer- schiedenis maakt. zijde. Men krijgt de rekening Zoals bekend heeft de tard zich tot taak gesteld e monografieën (verzameltitel „Geschiedenis op reis") de belang- Europa t Tower Het spreekt vanzelf dat de helft van dit eerste deel gewijd is aan de City of London, terwijl uiter aard ook de Tower grote aandacht vraagt, met zijn aangrijpenoe bloedige, maar onk boeiende ge schiedenissen. Het vitale volkje dat Londen binnen zijn muren telde heeft ook voor vrolijker tafereeltjes gezorgd. De schrijver heeft er vele in kleuren en geuren ver teld. Bijv. de Dirty Dick's Inn in ede Bishopsgate bij het Liverpool gllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllin^ Nieuw boek van J. J. Mostard 1 ben aan de muur en ligt er zand op de vloer. De D.D. Inn heeft vele filialen, maar nr. 202-204 Bishopsgate is de enige echte. nilllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllMlllllllllllllllir gepresenteerd. „Ik zweer op dit en dat en al wat mij heilig is... en doe morgen het tegenoverge stelde" (bl. 54). „Dat is het erge aan mij. dat ik te veel denk aan de dingen die kunnen komen" li oi;\ „„;;t Ti- j-, «"iwiinseiing uezer sieaen. n< (bl. 25). „Geen spijt. Ik zal dit toeristische gegevens, zoals woord schrappen uit alle woor- reisgidsen die brengen, maa denhoeken die ik in handen historisch gezicht van de oude krijg" (bl. 28). Lukt dit? Be- reldsteden door de beschrijving 1745 Hnte griipelijkerwijze nee. De auteur van boeiende voorvallen uit het Bentley) had het uit 1745 date erleden, die zich hebben voorge- rende toijnhuis aan in paleizen, kerken, parken, geërfd. Op de J iraten en pleinen. Speciaal wordt aandacht besteed het „levens-decor" rijkste cultuur-centra i beschrijven. Niet de historische ontwikkeling dezer steden, noch de Street Station. De enige Inn tei tc-M v_ vele wereld, waar men reclamt het maakt met het feit dat het er zo Dirty Dick (Nathan' griipelijkerwijze nee. De auteur ondervindt „een durende angst die neergedrukt wordt aan de rand van de paniek. Niet aan denken, het is de enige moge lijkheid. Maar er is geen ont komen aan" (bl. 29). Angst zweet dampt in alle poriën (bl. 37). Het is drinken en hoereren en ook daarbij de weg volgen van de minste weerstand. Het mysterie van sex en bloed doet surrogaat-religie aan de )e jonge Vrouwen, zelf ook kettingrooksters en drink sters, zijn priesteressen die het lichaam offeren aan de god der liefde, de machtige, de AL MACHTIGE (bl. 151). En wan- welijk stierf iag van zijn hu- plotseling zij n Inzicht Maar niet alleen dergelijke aar dige anecdote? sieren het boek van de heer Mostard. de schrijver is er ook in geslaagd een inzicht te geven in de ontwikkeling van het ingewikkelde bestuursapparaat, waarin groot-Londen zich verheu gen mag Bovenal laat hij zien. hoe een stad. die zo geknauwd is door de tijd. toch leeft vanuit een rijke traditie. Londen heeft drie grote rampen gekend: Cromwell, de grote brand van 1666 en de Duitse bombardementen in de tweede wereldoorlog. Wat Crom well niet gesloopt had, viel wel ten offer aan The great Fire oi London in 1666 en wat dit grote vuur spaarde ging ten onder in The Second Great Fire of London bruid: Sindsdien waste Dirty uit 1940. Desondanks Dick zich niet meer. De kamer 'iet dal ontwikkelin langrijke rol hebben hierbij aan Nederlanders gen extra aandacht wordt besteed ligt in de rede. gesloten en moest het domen speeld. J)al worden van de ratten en d' muizen. De herberg vervuild totaal en toen D. D. in 180'. tierf was zijn huis in 40 jaa Wenen i den deel I Hierin worden behandeld de City de beste waren. of London, de Tower of London en de Inner London Boroughs. In het tweede deel komen aan de beurt de schrijver, die erkent de City of Westminster, de Outer tegenwoordig namaakspinneweb- heefl an het vérleden. Met belangstel ing zien wij uit naar het vervolg >p dit interessant geïllustreerd? ■onden-boek. EV. GROLLE Londen, Deel 1 City en Innei Boroughs of London, door J. J. Mostard. Deel III ln de reeks Geschiedenis op reis. Uitgave n D j «-.- r^- N.V. Kosmos. Amsterdam (255 De 'traat van Dirty Dick) zoals hg zich naar blz„ 7.90). van Gustave Doré vertoonde in Dickens' tijd. Eén naam hebben we opzettelijk tot het laatst bewaard, het b die van Piet van Boxel, die voorbe stemd schijnt de fakkel aan een na hem komende generatie over te dragen: Men begrijpt dat we met leze kwalificatie aan willen dul den hoe groot de mate van onze bewondering voor zijn kunst is! De ware liefhebber kan aan de Haagse Stadshouderslaan terecht t m eind januari! GIJS KORDING Nieuwe boeken voor u besproken Galante listen, een blijspel van George Farqubar. Uitgave HelJ- nb N.V, Amsterdam. Ierland geboren Engelse toneel schrijver Farquhar „The Beaux' Stratagem", (de krijgslisten der mooie heren), waarmee de Haag- sche Comedie het nieuwe jaar ge opend heeft, ir hiermee reeds in bewerking van Ernst van Altena in druk verschenen. Farquhar, een Engelse Marivaux, heeft een schelms herenstuk ge schreven waarin het uitbundig on deugend toegaat Van Altena heeft uitnemend en gevat vertaald en speciaal de liedjes zijn vaardig in rijm en maat gebracht (143 blz. Afrika en het Westen, door A. G. Aukes. Uitgave Afrika-Insti- tuut, Den Haag. Goed gedacht van het Afrika- Instituut, dit boekje over de eco nomische verhoudingen tussen Afrika en het Westen. De heer Aukes, directeur van het Instituut, wijst vooral op de ingrijpende evo lutie ten aanzien van de normen □Ie totdusver bepalend waren. Af stand moet gedaan van verouder de denkbeelden, wil het Westen in rol van betekenis blij spelen. Van de wijze waarop Afrika deze rol gespeeld zal worden, zal de toekomst van Afrika, maar voor een belangrijk deel ook die van het Westen afhangen. (163 blz.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 15