Nederlandse organisten-vereniging
in diamanten
feesttooi
Haagse aquarellisten
tonen verfijnd werk
EEN ZEEE BROTE BORST
Over
ElN raakt
men nooit uitgepraat
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 16 JANUARI 1965
WIE een vijfenzeventigja
rige feliciteert met zijn
verjaardag, wordt meestal
geconfronteerd met iemand,
wiens krachten langzaam
maar zeker aan het afnemen
zijn. Dit kan stellig niet ge
zegd worden van de Neder-
lan se Organisten-Vereni
ging, die vandaag juist vijf
enzeventig jaar geleden, dus
op 16 januari 1890 te Amster
dam werd opgericht.
Vier organisten, nl. Jos. A.
Verheijen, organist van de
Mozes- en Aaronkerk te Am
sterdam, Martin Boltes, or
ganist van de Engelse Episco
paalse kerk'te Amsterdam, J.
B. Litzau, organist van de
Ev. Luth. kerk te Rotterdam
en M. H. 't Kruijs, organist
van de Grote of St. Laurens-
kerk, eveneens te Rotterdam,
beraamden einde 188.9 een
plan om te komen tot oprich
ting van wat in een annonce,
die zij plaatsten in „Het
Orgel" van 1 januari 1890
genoemd wprdt een „orga-
nistenbond", met als voor
naamste doel het stichten van
een pensioenfonds voor orga
nisten.
Het uitgangspunt van de ini
tiatiefnemers was de overwe
ging: „of het niet nuttig en
wenschelijk kan zijn tot eene
vereeniging van de Nederland-
sche organisten te geraken ten
einde elkanders belangen te be
hartigen. zoowel van moreelen
als maatschappelijken aard; el
kaar te leeren kennen en daar
door tevens te waardeeren".
Oprichter
De geannonceerde bijeen
komst, die de oprichtingsverga
dering zou worden, had plaats
op 16 januari 1890 in „Krasna-
polsky" te Amsterdam, waar de
belangstelling zo gering was.
dat drie van de vier „samenroe-
pers" aanvankelijk bezwaar
maakten tegen de oprichting.
Maar Jos. A. Verheijen zette
door. en zo is hij de feitelijke
oprichter geworden van de Ne
derlandse Organisten-Vereni
ging.
„Oude ezel"
De sociale positie van de
kerkorganist was slecht en is dit
gebleven tot op de huidige dag.
Bekend is de uitdrukking van
een organist uit die dagen: „Het
is tamelijk hetzelfde of men als
oude ezel of als organist sterft"
daarbij doelende op de slechte
sociale regeling die er voor or
ganisten was. Hierin verbete
ring te brengen was en is een
voorname doelstelling van de
N.O.V. Daartoe sloot zij zich
augustus van het vorige jaar
aan bij het Christelijk Natio
naal Vakverbond. Binnenkort
zal een circulaire uitgaan aan
•11e Protestantse kerkgenoot
schappen. waarin gewezen zal
worden op de sociale toestan
den, die te vergelijken zijn met
die van het jaar 1850 en een
dringend beroep zal worden ge
daan op de kerkbesturen, de
diverse loonronden die voor alle
werknemers gelden, ook van
toepassing te verklaren op de
kerkorganist, gedachtig aan het
Schriftwoord dat de arbeider
rijn loon waard is. Hiermede zal
dan al veel gewonnen zijn.
Behalve Jos. A. Verheijen, die
van de oprichting af tot 1920.
d.i. van zijn 53ste tot zijn 83ste
jaar voorzitter is geweest, heb
ben na hem verschillende pro
minente organisten deze functie
vervuld: o.a. Willem de Vries,
organist van de Grote kerk te
Nijmegen (15 jaar), Willem Pe
tri, George Stam, Simon C. Jan
sen, Evert Westra, terwijl sinds
juni 1964 de organist van de
Martinikerk te Bolsward, Gezi-
nus A. Schrik de scepter over
de vereniging zwaait.
Publicaties
Een aparte vermelding ver
dient het oudste bestuurslid van
de N.O.V.. de bijna drieëntach-
tigjarige heerJ. F. Rootlieb.
die volgend jaar zestig jaar lid
van de vereniging hoopt te zijn,
•inds 1917 de N.O.V. heeft ge-
ties in „Het Orgel", het orgaan
van de N.O.V., (dat. merkwaar-
is te verklaren uit het feit, dat
„Het Orgel" oorspronkelijk een
maandblad voor organisten was
(onder redactie van de Rotter
damse organist M. H. van 't
Kruijs, een van de initiatiefne-
ers tot de oprichting van de
N.O.V.) dat 1 maart 1886 voor
het eerst verscheen, als een uit
gave van de bekende Rotter
damse uitgever Cornelis Immig
Sr.
Pas jaren na de oprichting
van de vereniging in oktober
1903 verscheen „Het Orgel"
als officieel orgaan van de Ne
derlandse Organisten-Vereni
ging, nadat het blad als zelf
standig tijdschrift (dat welis
waar alle verenigingspublicaties
sedert de oprichting van de
N.O.V. had opgenomen) in
maart 1901 had opgehouden te
bestaan.
Bloeiend
In de laatste jaren is „Het
Orgel" uitgegroeid tot wat het
nu is: Nederlands mooiste orgel
blad. dat behalve door de leden
der N.O.V. door enige honder-
den abonnees in binnen- en bui-
diend in verschillende bestuurs- tenland wordt gelezen,
functies en thans nog zitting
heeft in het bestuur.
Zijn orgelhistorische publika-
dig genoeg, bijna vier jaar zich ten doel stelt de beharti-
ouder is dan de vereniging) o.a. ging en bevordering der belan-
over het orgel van de Oude gen van de muziek in de ere-
kerk te Amsterdam hebben ve- dienst, het orgelspel in het alge-
JOS. .4. VERHEIJEN
IN een tentoonstelling geden
ken de Haagse aquarellisten
twee gebeurtenissen, namelijk
het feit, dat het lid Rudolf de
Bruyn Ouboter onlangs 70 jaar is
net feit dat hij de leeftijd der hier de schouderpartij opgelost
sterken bereikt heeft, maar ook en werd!»
vooral omdat de jubilaris zich ge- In de onmiddellijke omgeving
durende zijn lange kunstenaars- zal men er dc geabstraheerde
loopbaan, slechts van het medium beeldtaal van Theo Bitter ontmoe-
verf bediend heef:, een dood ten die hier heel fijn
geworden, alsmede het 10-jarig enkele uitzondering uit zijn studie- voetlicht komt met twee werkjes
examens (diploma A i
ge- noemd, die
tuigschrift kerkelijk orgelspel) streven
Albert Schweitzer sinds 1933 noch geld hebben gespaard om
aan de vereniging verbonden.,
We schreven dat het verei
gingsorgaan bijna vier jaar onder Gods zegen en met mede-
ouder is dan de vereniging. Dit werking van de kerken in wier
tribuanten toch minstens zijde-
lings veel mee te maken heb- cellisten genoemd
Wie nu mocht veronderstellen
door een uitbundig klaroengeschal,
dat bij dergelijke feestelijkheden
past. te worden ontvangen, slaat
de plank mis.
Daartoe zou de verfijnde en ver
droomde kunst van de vluchtige
Wibbo Hartman weet met zijn
wordt hij dan ook heel terecht de zuivere weergave van het kerkhof-
anua- je te Eynsham wel heel diep te
lmpressioneren. Natuurlijk is het
onderwerp hier niet vreemd aan,
maar zou toch zonder de geladen-
heid die Hartman het mee wist te
grootste geven niej^zo tot ons spreken. Zijn
zichzelf ge-
verf zich ock allerminst le- toewijding
nen: Veeleer maakt zij de „kamer
muziek van de beeldende kunst"
Het innige,
keerde, dat I
charme aan deze kunstvorm ^sneeuw Westbroekpark" hangt
verleent, komt wellicht ook bij als het bewijs, dat hij ook van ee
hem het beste tot zijn recht, meer alledaags gegeven heel wat
Het blanke simpele soepterri-
netje, dat met zoveel liefde en
behandeld
weet te maken
Als een postume hulde aan het
enige jaren geleden gestorven lid
ieroj.tr.nt taai
En wie de schijnbaar dode dm- tische wat naïe'e jnsteiiing bij-
gen, nieuw leven weet m te Hn. Speciaal „Drie oude bomen"
Waterverf blazen, zoals De Bruyn Ouboter mag representatief voor zijn kun-
dat vermocht in zijn stilleven nen heten,
typisch met hoge hoed, mag met glans Zuiverheid
Daarbij is de aquarel eei
Haagse kunst, als gevolg ^B... J
meesterschap_ in deze moeilijke de titel meèster-aquarellist.
volgorde van opstelling,
ve het eerste kleine zij
ertrekje gewijd aan de inzending
Sierk Schroder een kunste-
dienst zij staan
de resultaten moge zien be
kroond.
W. P. VERHEUL
Mare Andries
i. De tragische geschiedenis met slaappillen eindigen, of een
van het kind Babette, dat geweer in de mond, of gewoon
JN DE CONTRAMINE zijn of geen fantasie te hebben (zie bl.
je neerleggen bij de omstan- 10£) e" voor wie niets over-
riinheH?,, u tot nn i*ker? hooo- schiet dan verslag Ult te bren" van een duivelse kwelzucht be- maar met sigarettenen anderé
aigneaen s 101 op zenere nuuy gen vgn zijn bestaan als (would vangen is en tenslotte van een rotzooi" (bl. 144). Deze pseudo-
te een kwestie van geestelijke be) „redeloos schepsel" (zie de rots dood neerstort, is met echt nonconformist conformeert zich
structuur. Een gelovige brengt noot onder aan bl. 11), zich met schrijftalent verteld. Hoe maakt volkomen met de lichamelijke
zijn psychische aanleg mee en zal kritiek geconfronteerd ziet, die de auteur b.v. de stilte op het behoeften van het moment
hem van pornografie beschul- nachtelijk Ibiza voelbaar, als dat
digt, zegt hij op bl 22;
„Ik ben geen pornografisch
schrijvi
nature geneigd zijn tot op
timisme of pessimisme, tot con
formisme of tot non-conformis-
me. Maar als gelovige is hij
noch conformist, noch non-con
formist. Deze onderscheidingen
passen eenvoudig niet op het
geloofsleven: de genade laat
zich niet schematiseren.
Maar ook binnen het kader DOODLOPEND
van het natuurlijke leven gaat
het niet aan iemand zomaar Hier is het leven, en in het ge-
conformist of non-conformist te voig daarvan de literatuur, in een
noemen. Ten aanzien van het doodlopend straatje terechtgeko-
non-conformisme zal men tn elk
geval moeten onderscheiden
tussen actief en passief non-
conformisme. Actieve non-con- lUlllllillllllllUlllllllllllllllllllll
formisten zijn b.v. bepaalde
emigranten. Zij zoeken meer
vrijheid en ruimte, om hun
eigen initiatieven te ontplooien.
De auteur Mare Andries, een 25-
jarige Belg, wiens autobiografi
sche roman Een zeer brave
borst bij De Bezige Bij te Am
sterdam is uitgegeven (het zijn
de delen twee en drie van een
cyclus onder de algemene titel
De grote reis van Simon Kim-
rooiis duidelijk een passieve
non-conformist.
hij op bl. 112 schrijft:
behoeften
kunstmatig overprikkeld zijn.
Het is zelfs literair niet eens
„Suzie: Antonia zorgt goed belangrijk te vernemen wat zo
rll°? uil "ill L°°!Ljaiir' I. J *J!1 te0en iemand doormaakt. Het opent
«Hj ,o i j.- geen nieuw uitzicht op de mens;
het is alles reeds lang vieux jeu,
na Miller en zoveel anderen. De
mens die het planmatig hande
len heeft afgeleerd wordt on
vruchtbaar voor de gemeen
schap en op den duur zelfs niet
interessant. Deze verkwis-
OVERPRIKKELD
Maar men kan zich kwaad
maken over het verkwisten van ting van Gods gaven met de rug
zo'n talent. „Het loopt verkeerd naar Hem toe is een smaad in
een af, uiteindelijk, morgen, over Gods aangezicht, maar ook een
jaar, twee, drie, vier, en zal smaad voor de literatuur en
techniek zoals die door de schil
ders van de zogeheten Haagse
School volop en met overgave be
oefend werd en al wordt er na
tuurlijk elders in ons land even
eens geaquarelleerd, men is al
gauw geneigd de waterverf te
identificeren met de streken die dan
«an zee liggen. Het vochtige, altijd
wat heiige beeld, dat de bwoners
van deze streken zozeer vertrouwd
is. lokt nu eenmaal tot het gebruik
van de doorzichtige gekleurde wa-
terverf-teclwiek.
Voeg hierbij de omstandigheid
dat de aquarel niet als het olie
verfschilderij van de museumwand
op u af komt stormen, maar dat zij
daarentegen in alle rust, als het
ware „op de hand", moet worden
bekeken en dat zij uiteraard ge
speend is van een fel kleurgebruik
dan zal men er begrip voor heb
ben dat een grote museumzaal ge
stoffeerd met louter aquarellen a
priori een wat saaie indruk zal
maken.
Eerbied
De aquarel vraagt bij uitstek
nederigheid van de beschouwer,
zij wil met schroom, ja zelfs met
een zekere eerbeid benaderd wor
den: Het diaphane en broze aspect
dwingt dit, bij manier van zeggen,
af en wie toegerust met deze in
stelling zijn bezoek aanvangt, zal
eerst voluit en volstrekt het genot
van deze subtiele uitingen van het
kunstenaarsgemoed kunnen onder
gaan. Hij zal dan, als uw recen
sent, het eerst zijn schreden rich
ten naar de inzending van De
Bruyn Ouboter en niet alleen om
voor alle grote letterkundige fi
guren uit de wereldgeschiede
nis, die zich geroepenen voelden
en brengers van een boodschap,
welke dan ook. Er is onder onze
hedendaagse Nederlandse
schrijvers een bewustzijnsver
nauwing gaande, waarover men,
naar ik vurig hoop. eerlang me
delijdend de schouders zal op
halen. De neo-barbaren zijn
slappelingen en zullen aan echte perk tenig te roepen,
barbaren geen weerstand kun
nen bieden. „Erger dan een hei
den", zegt de" Schrift. Het L'
maar gelukkig dat God meei
geduld heeft dan wij.
gemak aanspraak maken op
Puur hollands georiënteerd Is de
bijdrage van Ceee Bolding. HIJ
Pittig zingt Inldkeels. maar met grote
zuiverheid, de lof van de zee en
terug™ blhand3en°we de "km bereikt lijn grootete hoogte dunkt
C. C. van Niekerk zoekt het
weliswaar niet op zee. maar blijft
met zijn voorname duinlandschap
pen toch in de buurt, alhoewel er
ook een heel fijn en puntig stads
gezicht uit St. Remy ls.
Van hem naar Ronald Lindgreen
is overdrachtelijk bedoeld al
thans een geweldige stap. Lind
green is mogelijk wel degene van
ae groep die het duidelijkst een
..eigen gezicht" toont. Zijn werk is
met niemand te vergelijken, het-
feen op zichzelf de grootste ver-
ienste ervan betekent: Immers na
zoveel ervaring opgedaan te heb
ben bij het zien van werk van
anderen er dan in te slagen met
iets geheel afwijkends te komen, is
oepaald geen geringe prestatie.
Het is een lieve lust te zien hoe
hij met zijn zwarte pennelijnen
door de verf speelt en zo ieder
gegeven tot een sprookjestafereel
uit „1001 nacht" omtovert
Agnes van den Brandeler is ken
nelijk op zoek naar verandering,
althans hetgeen zij hier toont doet
ofschoon verblijdend experimen
teel, soms wat chaotisch aan: Het
moot ons van het hart, dat haar
vroegere werk ons liever was!
En dan zijn we langzamerhand
toe aan een andere coryfee, te
mate .uitmuntend gehalte
zelfe de kleinzieligiste betuttelaar
er nog door in lichter laaie komt
te staan. Men behoeft alleen maar
te zien wat hij van een schotel
vissen maakt om te weten hoe men
aan de uitdrukking „zeebanket" is
gekomen.
Tot de overige verrassingen
Geelong Vic, Australië.
C. RIJNSDORP.
i ate-
jaar die zijn sujetten met een lier, van de hand van P. A Hel-
chier onhollandse „chic" behan- doorn, te worden gerekend, even-
ielt en er, zonder ooit één maal zeer als Paul van Eeden, die ons
oor „oud-modisch" te worden met zijn olieverven nooit zó weet
versleten, in slaagt een geheel tijd- te boeien, zich hier ontpopt als een
perk terug te roepen. In het bij- knap aquarellist
zonder krijgt men deze gewaar- Het etherische dat men in een
wording bij het ondergaan van een aquarel mag verwachten vindt een
blad als ..Lezende vrouw"! Men onvolprezen kunstenaar in Huub
denkt onwillekeurig aan de levens- Gerretsen: Het heeft er de schijn
sfeer die de bekoring van het fin van of de verdunde verf er met
de siècle uitmaakte. Bijzonder di- een zucht opgeblazen is („Tegen-
rekt en pittig ziet men hem aan de licht" is hiervan een goed voor
gang in „Zittend naakt" (men beeld!),
ihenke eens attentie aan de speel- Tenslotte ziet men er nog „Bag-
trefzekere wijze
iiiuiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiBiuiiiiimii
gerschepen op de Rijn" waar
razendknappe. hoogbejaarde W. J.
Dijk voor signeerde, alsmede fel
en snel genoteerde landschappen
ingezonden door Han Krug. waar
van „Huis aan de Moorebay" ons
het meeste te vertellen had.
Fakkeldrager
Hij wil of kan zich niet voe
gen in wat de burger noemt een
ordelijk bestaan. „Ik heb me
'oorgenomen een leven te lei-
in het heden zo uit zijn ver
leden leeft als LONDEN.
Geen wonder, dat de heer
J. J. Mostard zijn boek over
den zonder verleden en zonder deze stad in twee delen moet
toekomst voortaan, zonder ver- laten verschijnen. Met Wenen
T
de, inderdaad als een diertje, staan met een deel, maar
maar een diertje met een warm Londenneen, dat gaat on-
hart elk ogenblik" (bl. 11). „Het mogelijk. Daarvoor is Londen
K tve proberen ïet 7,£ ^breid hoe-
maar" (bl. 14). „Tijd, we willen wel alt op zichzelf nog niets
hem doorkomen zonder dat hij zegt), maar ook te rijk aan
voorbijgaat" (bl. 24) ..En wij een bewogen historisch ver
doen maar wat. Wij leven maar i0i0„ T/ j d
wat. Het doet er niet toe" (bl. Van de Rome men tot
40). Maar deze wijze van leven °P heden een stad die ge-
heeft onvermijdelijk een keer- schiedenis maakt.
zijde. Men krijgt de rekening
Zoals bekend heeft de
tard zich tot taak gesteld
e monografieën (verzameltitel
„Geschiedenis op reis") de belang-
Europa t
Tower
Het spreekt vanzelf dat de helft
van dit eerste deel gewijd is aan
de City of London, terwijl uiter
aard ook de Tower grote aandacht
vraagt, met zijn aangrijpenoe
bloedige, maar onk boeiende ge
schiedenissen.
Het vitale volkje dat Londen
binnen zijn muren telde heeft
ook voor vrolijker tafereeltjes
gezorgd. De schrijver heeft er
vele in kleuren en geuren ver
teld. Bijv. de Dirty Dick's Inn in
ede Bishopsgate bij het Liverpool
gllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllin^
Nieuw boek van
J. J. Mostard 1
ben aan de muur en ligt er zand
op de vloer. De D.D. Inn heeft
vele filialen, maar nr. 202-204
Bishopsgate is de enige echte.
nilllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllMlllllllllllllllir
gepresenteerd. „Ik zweer op dit
en dat en al wat mij heilig is...
en doe morgen het tegenoverge
stelde" (bl. 54). „Dat is het erge
aan mij. dat ik te veel denk aan
de dingen die kunnen komen"
li oi;\ „„;;t Ti- j-, «"iwiinseiing uezer sieaen. n<
(bl. 25). „Geen spijt. Ik zal dit toeristische gegevens, zoals
woord schrappen uit alle woor- reisgidsen die brengen, maa
denhoeken die ik in handen historisch gezicht van de oude
krijg" (bl. 28). Lukt dit? Be- reldsteden door de beschrijving 1745 Hnte
griipelijkerwijze nee. De auteur van boeiende voorvallen uit het Bentley) had het uit 1745 date
erleden, die zich hebben voorge- rende toijnhuis
aan in paleizen, kerken, parken, geërfd. Op de J
iraten en pleinen.
Speciaal wordt aandacht besteed
het „levens-decor"
rijkste cultuur-centra i
beschrijven. Niet de historische
ontwikkeling dezer steden, noch de Street Station. De enige Inn tei
tc-M v_ vele wereld, waar men reclamt
het maakt met het feit dat het er zo
Dirty Dick (Nathan'
griipelijkerwijze nee. De auteur
ondervindt „een durende angst
die neergedrukt wordt aan de
rand van de paniek. Niet aan
denken, het is de enige moge
lijkheid. Maar er is geen ont
komen aan" (bl. 29). Angst
zweet dampt in alle poriën (bl.
37). Het is drinken en hoereren
en ook daarbij de weg volgen
van de minste weerstand. Het
mysterie van sex en bloed doet
surrogaat-religie aan de
)e jonge Vrouwen, zelf
ook kettingrooksters en drink
sters, zijn priesteressen die het
lichaam offeren aan de god der
liefde, de machtige, de AL
MACHTIGE (bl. 151). En wan-
welijk stierf
iag van zijn hu-
plotseling zij n
Inzicht
Maar niet alleen dergelijke aar
dige anecdote? sieren het boek
van de heer Mostard. de schrijver
is er ook in geslaagd een inzicht te
geven in de ontwikkeling van
het ingewikkelde bestuursapparaat,
waarin groot-Londen zich verheu
gen mag Bovenal laat hij zien.
hoe een stad. die zo geknauwd is
door de tijd. toch leeft vanuit een
rijke traditie. Londen heeft drie
grote rampen gekend: Cromwell,
de grote brand van 1666 en de
Duitse bombardementen in de
tweede wereldoorlog. Wat Crom
well niet gesloopt had, viel wel
ten offer aan The great Fire oi
London in 1666 en wat dit grote
vuur spaarde ging ten onder in
The Second Great Fire of London
bruid: Sindsdien waste Dirty uit 1940. Desondanks
Dick zich niet meer. De kamer 'iet
dal
ontwikkelin
langrijke rol hebben
hierbij aan Nederlanders
gen extra aandacht wordt besteed
ligt in de rede.
gesloten en moest het domen
speeld. J)al worden van de ratten en d'
muizen. De herberg vervuild
totaal en toen D. D. in 180'.
tierf was zijn huis in 40 jaa
Wenen i
den deel I
Hierin worden behandeld de City de beste waren.
of London, de Tower of London en
de Inner London Boroughs. In het
tweede deel komen aan de beurt
de schrijver, die erkent de City of Westminster, de Outer tegenwoordig namaakspinneweb-
heefl
an het vérleden. Met belangstel
ing zien wij uit naar het vervolg
>p dit interessant geïllustreerd?
■onden-boek.
EV. GROLLE
Londen, Deel 1 City en Innei
Boroughs of London, door J. J.
Mostard. Deel III ln de reeks
Geschiedenis op reis. Uitgave n D j «-.- r^-
N.V. Kosmos. Amsterdam (255 De 'traat van Dirty Dick) zoals hg zich naar
blz„ 7.90). van Gustave Doré vertoonde in Dickens' tijd.
Eén naam hebben we opzettelijk
tot het laatst bewaard, het b die
van Piet van Boxel, die voorbe
stemd schijnt de fakkel aan een na
hem komende generatie over te
dragen: Men begrijpt dat we met
leze kwalificatie aan willen dul
den hoe groot de mate van onze
bewondering voor zijn kunst is!
De ware liefhebber kan aan de
Haagse Stadshouderslaan terecht
t m eind januari!
GIJS KORDING
Nieuwe boeken
voor u besproken
Galante listen, een blijspel van
George Farqubar. Uitgave HelJ-
nb N.V, Amsterdam.
Ierland geboren Engelse toneel
schrijver Farquhar „The Beaux'
Stratagem", (de krijgslisten der
mooie heren), waarmee de Haag-
sche Comedie het nieuwe jaar ge
opend heeft, ir hiermee reeds in
bewerking van Ernst van Altena
in druk verschenen.
Farquhar, een Engelse Marivaux,
heeft een schelms herenstuk ge
schreven waarin het uitbundig on
deugend toegaat Van Altena heeft
uitnemend en gevat vertaald en
speciaal de liedjes zijn vaardig in
rijm en maat gebracht (143 blz.
Afrika en het Westen, door A.
G. Aukes. Uitgave Afrika-Insti-
tuut, Den Haag.
Goed gedacht van het Afrika-
Instituut, dit boekje over de eco
nomische verhoudingen tussen
Afrika en het Westen. De heer
Aukes, directeur van het Instituut,
wijst vooral op de ingrijpende evo
lutie ten aanzien van de normen
□Ie totdusver bepalend waren. Af
stand moet gedaan van verouder
de denkbeelden, wil het Westen in
rol van betekenis blij
spelen. Van de wijze waarop
Afrika
deze rol gespeeld zal worden, zal
de toekomst van Afrika, maar
voor een belangrijk deel ook die
van het Westen afhangen. (163 blz.).