Oorp aan rand van Randstad
MOET GEEN
DICTATOR ZIJN
Vorstelijke
vermomming
ZEVENHUIZEN AARZELT TUSSEN STAD EN PLATTELAND
Stoomboot kan niet
door de Bosgracht99
Vrees voor
Rotterdam
Pioniers
Levenslust
Offer
Verstedelijking
Openhartig
Schiedam
Nog op grens
KERSTBIJLAGE 1964
Een venijnig koude, mistige dag in
december. de mensen blijven in huis
en de hemel hult zich in een grijze
lusteloze brij. de smalle dorpsstraat met
de lage grauwe huizen, die kennelijk heb-
geweigerd in het gelid te gaan staan,
|t nog onaanzienlijker en troostelozer
Een dag later blaast de speelzieke wind op een grimmige ma
nier de kleffe wolkenmassa uiteen. Licht en schaduw tuimelen
over de daken, wandelen langs de oude wat vermoeide dorpskerk
en achtervolgen elkaar over de ophaalbruggen. Plotseling spelen
zingende kinderen op straat, terwijl automobilisten krampachtig
pogingen doen elkaar te passeren. Iemand groet de ijverige kleer
maker, achter het glas in de straat. In het raadhuis speelt ge
meentesecretaris A. Gijsenbergh met zijn bril en zegt: „Ik heb
met die kerels, hier in Zevenhuizen, altijd goed op kunnen schie
ten; ze zijn open."
mrgemeester A.
BURGEMEESTER A. Boer van Zevenhuizen zegt peinzend:
„Ik hen nu 64; als ik in april weg ga ben ik hier 18 jaar
burgemeester geweest." De kamer in het oude raadhuis
kijkt uit op een wijde, door de mist vervagende grijze wereld.
Een postbode fietst als een schim het land in.
it DE DORPSSTRAAT. Rechts het
dit jaar geopende postkantoor en
op de achtergrond de dorpskerk.
De smalle straat verwerkt 1500
voertuigen per etmaal
„Ik ben Groninger van geboorte.
Is het je gegeven is contact te
rijgen met de bevolking is het hier
ettig werken, maar je moet geen
:tator zijn." Van buiten (het
tmeentehuis wordt geflankeerd
oor de openbare lagere school en
t christelijk-nationale school) ko-
len vrolijke kinderstemmen.
Vernieuwing
De laatste jaren is er veel vernieuwd
Zevenhuizen. In 1964 werd een
mnastiek gebouw en een nieuw post-
antoor in gebruik genomen. De
ndbouwhuishoudschool werd in 1959
■opend en in 1953 kwam er een
ijkgebouw van het Groene Kruis. Na
e oorlog werden 160 woningwetwo-
ingen gebouwd.
Zevenhuizen heeft twee uitbreidings-
lannen; Zuidpias, het eerste, en Plan-
i'est. In het plan Zuidpias zijn 79
ngen in aanbouw, waarvan er 12
bejaarden zijn bestemd. Er is een
lan in voorbereiding op initiatief
an de diaconie van de hervormde
trk een bejaardentehuis te
uwen. In Plan-West, dat nog geheel
het voorbereidend stadium verkeert,
uilen 600 woningen worden gebouwd
Burgemeester Boer laat bovendien
ijn opvolger een lijstje na met- wensen
oor de toekomst: uitbreiding van het
tmeentehuis („onze Afdeling Finan-
iên werkt nu in de raadszaal"), een
ondweg om het dorp heen voor het
gaan om daar te
van de eerste gemeenten
werd georganiseerd."
„Dit i
Middenstand
Over de Zevenhuizense middenstand
heeft de heer Boer een uitgesproken
mening; „Ze zijn actief en dat is nodig
nu iedereen zich snel kan verplaatsen
van en naar de grote stad." Zevenhui
zen kent geen grote industrieën. Er is
wel wat nijverheid in de vorm van
twee fabrieken die plastic voorwerpen
vervaardigen, drie meubel- en twee
carrosserie!abrieken. Bij deze onder
namingen werken in totaal ongeveer 80
arbeiders. Volgens de volkstelling van
1960 werken 439 Zevenhuizers buiten
de gemeente.
„Burgervader''
Hoe denken de burgers over hun
burgemeester. Eensgezind verklaren
de Zevenhuizers: „We hebben een
echte burgervader." De heer Boer
vertelt dat hij zoveel mogelijk
vergaderingen en uitvoeringen van
verenigingen bezoekt. „Zo kom je
erachter wat er bij de mensen
leeft."
DS. W. F. VAN DER STAAT
...kerk is er voor iedereen...
BEHOUDZUCHT OF „VRIJZINNIGHEID'?
BURGEMEESTER A. BOER
'oorgaand verkeer (,.per etmaal pas-
1 1500 voertuigen de Dorpsstraat"),
aanleg van twee sportvelden,
kaarvoor reeds terrein is aangekocht,
'n bouw van een rioolwaterzuiverings
installatie.
Ook de drie lagere scholen er
faat nog een christelijk-nationale
khool in het buurtschap Oud Verlaat
r- zullen moeten worden uitgebreid.
Burgemeester Boer is er een beetje
bots op dat de kinderen van de
Kholen gezamenlijk eenmaal in de
wee weken in autobussen naar Gouda
IN de hoge oude pastorie ver
telt de hervormde predi
kant, ds. W. F. van de Staat
(38): ,,We hebben ruim 3000
doopleden, maar de kern waar
de gemeente om draait, bestaat
uit 450 mensen Anderzijds:
Als er geld voor de kerk moet
worden bijeengebracht doet
iedereen mee." Ds. Van der Staat
is van mening dat nog niet alle
Zevenhuizers zich realiseren dat
de kerk er voor iedereen is.
Historie keert op
haar schreden terug
Planologen hebben vastgesteld dat
aan de oever van de Rotte in Ze
venhuizen terwille van de recreatie
zoekende Rotterdammers bos moet
worden aangeplant en plassen moe
ten worden gegraven. Als dit plan
wordt verwezenlijkt is in Zevenhui
zen de historie spijtig op haar schre
den teruggekeerd.
Immers: tot het einde van de zeven
tiende eeuw kon het toenmalige Seven-
huysen bogen op een uitgestrekt bos,
en tot ver in de negentiende eeuw op
grote plassen. Bi) de ridderhofstede
Huis ter Duijn behoorde het Zevenhui
zense Bos, dat in het begin van de acht
tiende eeuw echter geheel was gerooid.
Er waren ook plassen ontstaan, nadat
sinds de middeleeuwen veen was afge
graven om turf te maken.
In 1727 werd de eerste plas droog
gelegd, de Tweemanspolder. In 1752
volgde de Eendrachtspolder in 1829 de
Zuidplaspolder en in 1874 de Prins Ale-
xanderpolder. In onze tijd zal de spa
wellicht weer in de grond worden ge
stoken om plassen te graven voor net
beoefenen van de watersport en bomen
te planten voor minnaars van het bos...
Het dorp Zevenhuizen, op zes-
uen kilometer afstand van het
hart van Rotterdam en acht kilo
meter van Gouda gelegen, heeft
karakter. Dit te ontdekken kost
inspanning en geduld. Zevenhui
zen is als een schuchtere èn ogen
schijnlijk gesloten jongedame, die
alleen de volhardende minnaar
haar ware, uitgelaten aard ont
hult.
Zevenhuizen heeft niet het uiterlijk
dat op een uitdagende wijze bekoort.
Er zijn geen imponerende historische
monumenten. De oude hervormde kerk
is hard aan restauratie toe. Een echte
dorpskom ontbreekt Het leven speelt
zich af langs de lange rechte straat, die
als een nauwe trechter het drukke
verkeer moet verwerken. Rondom het
dorp liggen de 's win
ters verlaten en een
tonige weilanden en
akkers. Enkele mo
lens, hier en daar
een boerderij, on
derbreken de rechte
lijn van de horizon. i
Nog heerst een landelijke rust en leven
de Zevenhuizers vergeleken met
hun „verstedelijkte" buren in de aan
grenzende gemeenten Nieuwerkerk en
Capelle in een betrekkelijk gesloten
gemeenschap.
Van de ruim 3800 inwoners werken
er ongeveer 500 in landbouw. In het
Streekplan Rechter-Maasoever, waarin
de ontwikkeling tot 1980 van het ge
bied tussen Hollandse IJssel en West-
land is vastgelegd, is te lezen dat
Zevenhulzen het landelijk karakter zal
behouden. Toch zijn de tuinders en
boeren (overwegend akkerbouwers)
hier niet helemaal gerust op. De snel
groeiende Rotterdamse woongebieden
Hillegersberg en Bergschenhoek liggen
min of meer dreigend op nog maar
enkele kilometers afstand van het Ze
venhuizense buurtschap Oud Verlaat
AI wat vóór is hoort u toe."
blij vi P0
de mentaliteit" niet tegen te houden,
meent de wethouder. „Er is hier de
laatste vijftien jaar al veel veranderd.
De verhouding van de mensen is an
ders geworden. Vroeger moest de be
ambte op het postkantoor de girobiljet
ten invullen, en voor het schrijven van
i briefje werd de hulp
werden gedwongen in de grote steden
te gaan werken en het uitzwermen
van de jongelui naar scholen buiten
het dorp hadden tot gevolg dat Rotter-
Den Haag een stempel op de
de twee ophaalbruggen.
Toch zijn de karaktertrekken van het
voorgeslacht duidelijk herkenbaar in
de tegenwoordige generaties Zevenhui
zers. Toen zich in de
achttiende en negen
tiende
ste landbouwers in
de drooggemalen pol
ders vestigden
ten zij de strijd aan
binden met een weer
barstig onontgonnen land. Deze pio
niers. merendeels weinig kapitaal
krachtige boeren, beschikten niet over
mogelijkheden als in onze tijd; de
meesten gingen failliet.
De benarde omstandigheden schiepen
echter een mensensoort dat hard werk
te, nuchter was, onomwonden de waar
heid placht te zeggen, zin voor humor
en de betrekkelijkheid der dingen had
en op zijn tijd (vooral als dorpsge
meenschap) uitbundig feestvierde.
Zevenhuizen zal trouwens 500 hecta
re landbouwgrond moeten afstaan voor
recreatie van de Rotterdammers. Zijn
woorden wikkend en wegend zegt de
christelijk-bistorlsche wethouder C.
Kreft (54) hij ls zelf ook landbou
wer „Dat die ruimte er komt Is
noodzakelijk, maar voor ons blijft het
een offer." Hij vindt de vrees van de
Zevenhuizense boeren en tuinders voor
het gretig grond opslokkende Rotter
dam gerechtvaardigd. Het klinkt alsof
hij een doodvonnis uitspreekt: „Rotter
dam heeft, mits men zuinig is, per jaar
1000 ha nodig voor stadsuitbreiding!"
De heer Kreft zwijgt veelbeteke
nend en haalt een papiertje uit
zijn zak. Hij verklaart ironisch het
volgende citaat van toepassing te
vinden op Rotterdam:
tafel het leven
in de straat
nieuwsgierig
observeert
doet met graag
te een boekje
levenslust van
de dorpelingen.
Hij lacht: „Op
koninginneda
gen durven de
omringende £e-
„Er wordt nog te veel uitgegaan van
de verouderde gedachte dat maatschap
pelijke status, ,,de stand" bepaalt wie
wel en wie niet naar de kerk gaan.
Een voorbeeld: de redenering „Jan met
de pet" is niet kerkelijk." Ds. Van der
Staat maakt zich ook bezorgd over
symptomen die er op wijzen dat de
kerk haar greep op de jeugd verliest.
Hij stelt zich echter de vraag: „Lopen
we niet achter in de methode waarmee
we de jongeren benaderen?"
De hervormde gemeente van Zeven
huizen moet tot de middenorthodoxie
worden gerekend. Sommigen klagen
over een te grote behoudzucht, ande
ren over vooruitstrevendheid die bijna
„vrijzinnig" zou zijn.
De heer C. Kreft, die niet alleen
wethouder maar ook scriba van de
kerkvoogdij is, vindt echter dat men
rekening moet houden met de moge
lijkheden. „Een stoomboot kan wei va
ren in de Maas of Merwede, maar
niet In de Bosgracht" (smalle wetering
in Zevenhuizen).
Het kerkelijk verenigingsleven van
de hervormden kan niet „bloeiend"
worden genoemd. De tijd van de jeugd
wordt vooral in beslag genomen door
Het kerkkoor en de vrouwenvereni
ging zijn echter bijzonder actief. De
kleine gereformeerde kerk (300 zielen)
heeft niet te klagen over het kerkelijk
verenigingsleven. De kerkdiensten van
de vrijzinnig hervormden in de oude
remonstrantse kerk worden door onge
veer 40 mensen bezocht. Zevenhuizen
telt verder een klein aantal leden van
de chr. gereformeerde gemeente, de
gereformeerde gemeente en de gere
formeerde kerk vrijgemaakt.
EENHEID
In de omgang met elkaar laten de
Zevenhuizers weinig of niets merken
van politieke (de gemeenteraad is als
volgt samengesteld: vier socdrie c.h.
twee lib., een s.g. en een a r.) of kerke
lijke verdeeldheid. Daarom is de spreuk
in de raadszaal op haar plaats. Deze
spreuk luidt: „Als veelheid met een
heid niet samen kon gaan, dan kon er
nooit eenheid van velen bestaan".
Nog steeds doet een vermake
lijk verhaal de ronde, karakteris
tiek voor het gevoel voor humor
van de Zevenhuizers. Het ge
beurde in 1937.
Tijdens de feesten ter gelegen
heid van de verloving van konin
gin Juliana en prins Bernhard
ging plotseling als een lopend vuur
tje het nieuwtje door het naburige
Moerkapelle dat Prins en Prinses,
op weg van Den Haag naar Soest-
dijk, door Moerkapelle zouden ko
men. Niemand geloofde het, maar
jawel, in de avond reed een auto
met het prinselijk paar geës
corteerd door motorrijders het
dorp binnen.
Zij stapten uit en de toenmalige
burgemeester hield een toespraak,
waarna de toegestroomde menig
te ontroerd het Wilhelmus song,
begeleid door het Zevenhuizense
muziekkorps De Kleine Trompet
ter, dat Juist die avond in Moer
kapelle zou spelen.
Een paar dagen later hoorden
de ontstelde Moerkapellenaars dat
zij In het ootje waren genomen
door een jongen en meisje uit Ze
venhuizen, die inderdaad sprekend
op Prins en Prinses geleken. Een
Moerkapellenaar die kunstig kon
grimeren had het effect nog ver
sterkt, terwijl motorrijders uit Ze
venhulzen het hunne tot het wel
slagen van de „stunt" hadden bij
gedragen...
geen feest te
vieren, omdat de
mensen toch
naar Zevenhui
zen gaan." Vóór
de oorlog vier
den de Zeven
huizers ter ge- Wethouder C. Kreft
legenheid van
de verjaardag
van de Koningin drie dagen feest.
Thans doet ze het wat kalmer aan,
maar de oranjevereniging slaagt er
steeds weer in ze „warm' te maken'.
„Onze mensen stéén erop dat volks
spelen worden georganiseerd; anders
worden ze kwaad", vertelt het hoofd
van de openbare lagere school, de heer
N. Dirkzwager. De heer Dirkzwager:
„Ik ben geboren en getogen in Moor
drecht, waar niet meer zo'n dorps kli
maat heerst, daarom valt het mij zo op
dat het hier tijdens uitvoeringen en
volksfeesten net een grote familie is.
Dit bleek op koninginnedag toen ieder
een meedeed met de stoelendans op het
Begoniaplein."
Kleermaker De Ruyter (44) is 31
jaar lid van het fanfarekorps De
Kleine Trompetter, en al heel wat
jaren voorzitter. Hij heeft een zeke
re faam in Zevenhuizen als schrij
ver en regisseur van cabarets over
het dorpsleven. In 1946 en 1950
maakte hij met twee andere inwo
ners „De Revue van Zevenhuizen".
Nóg wordt op bruiloften het lied
van die revue gezongen. Deze regels
hebben het hart van de Zevenhui
zers gestolen:
„Waar kun je beter zijn
Bij ons in Zevenhuizen
Daar is vermaak op elk gebied
Zelfs als het regent dat het giet!"
Het fanfarekorps De Kleine Trom
petter vormt een van de krachtigste
steunpilaren van het verenigingsleven.
De Kleine Trompetter telt 48 leden,
van wie er slechts vier 50 jaar zijn
geweest In 1960 werd onder de bevol
king in één week 10.000 gulden opge
haald voor nieuwe uniformen.
De heer De Ruyter zal nooit verge
ten dat er zelfs geen vergadering aan
te pas kwam, „Een smid en een tim
merman gaven spontaan ieder 150 gul
den voor een uniform!" Toch is de
voorzitter van de dorpsfanfare niet he
lemaal zeker van de levensvatbaarheid
van het verenigingsleven in de toe
komst. „De jongelui zijn minder geest
driftig dan vroeger". Hij haalt de
naald door de stof en verzucht: „Ik
ben bang dat de echte dorpsgeest, zoals
die hier nu nog is, zal verdwijnen."
Willem Cornells Verwaal (27), pen
ningmeester van de afdeling Zevenhui-
zen-Moerkapelle van de Plattelandsjon
geren, vindt dat, vergeleken met enke
le Jaren geleden, de belangstelling van
de jeugd voor uitvoeringen van de
verenigingen met 60 procent is afge
nomenDe gemeenschapszin wordt
minder; veie jongeren zijn tv.-ziek."
Het hoofd van de christelijk-nationa
le school, de heer W. van der Plas «31
woont nu acht jaar in Zevenhuizen.
Als jeugdouderllng van de hervormde
kerk en schoolhoofd heeft hij zich een
mening kunnen vormen over de jeugd
rond de twintig: „Men is wat passief;
er zijn verenigingen die het heel goed
gaat, maar die hebben goede leiders."
Over de Zevenhuizers: „Ze zijn ge
moedelijk en openhartig, hebben wei
nig te verbergen."
Ds. J. Bos (58) dient bijna tien jaar
de kleine Gereformeerde Kerk (300
zielen: Zevenhuizen is overwegend
hervormd). Voorzichtig vergelijkingen
makend met zijn vorige gemeente As-
peren, oordeelt hij dat de invloed van
de grote steden wel merkbaar is, on
danks het landelijk karakter. „De ge
reformeerde jongeren zijn erg actief.
De bevolking? „De mensen zijn arbeid
zaam en zeggen je de waarheid."
Voor de stedeling is Zevenhuizen
een echt dorp gebleven. Er zijn drie
café's. Het kleinste wordt spottend
,J)e vierkante meter" genoemd. Het
grootste, hotel Vos, is het centrum
van „het openbare leven". Hier is
bijna elke zaterdagavond een uitvoe-
KLEERMAKER J. DE RUYTER
„conferencier" van Zevenhui
zen. Zijn werktafel is een goede ob
servatiepost..
GETROUW aan de woorden van
Vader Cats (te lezen op een wand
kleed in de hal van de school) „Het
beste stuk in 't huisbedrijf is een
goed en handig wijf", kijkt mejuf
frouw Vos toe of de leerlingen van
de landbouwhuishoudschool de kunst
van het strijken meester worden. Me
juffrouw Vos is directrice van de in
1959 geopende landbouwhuishoud
school van Zevenhuizen.
ring, georganiseerd door een van
de vele verenigingen. Hier worden
de bruiloften gevierd en de recep
ties gehouden. Wie naar binnen
gaat leest: „Baggerlaarzen en klom
pen op de mat s.v.p."
Tegenover het hotel is „De beurs", s
Zomers zitten hier de bejaarden de
zaken van de dag, of het verleden te
bepraten. Misschien dat ook de roem
ruchte laatste helft van de vorige eeuw
wel eens ter sprake komt De tijd van
inpolderingen en veenderijen leeft
voort in de volksherinnering. Er huis
de toen een ruw volkje dat vertier
zocht in maar liefst 22 café's. Nog
kunnen Zevenhuizers vertellen dat een
schipper elke week een schip vol bran
dewijn haalde in Schiedam. Op een
vraag van een Schiedammer wat ze in
Zevenhuizen daar mee uitvoerden, ant
woordde de schipper: „Daar boenen
we de straten mee!"
Er
is,
water ge
noeg in Zevenhuizen, gelegen in een
van de grootste droogmakerijen van
Holland Evenwijdig aan de Dorps
straat stromen, aan weerszijden achter
de huizen, de ringvaart van de Zuid
plaspolder, „Het Kanaal" en de „Bos
gracht". Aan het einde van de straat
kruist een „zijtak" van de ringvaart de
Bosgracht Dit is de „Hennepsloot" die
Aan deze vaarten dankt het dorp
de drie bruggen, die 's zaterdags en
's zondags worden bediend door één
brugwachter. In de zomer moeten
de bruggen meer dan eens worden
opgehaald voor passerende jachtjes.
Wie erop let kan dan een fietsende
brugwachter van brug tot brug zien
ijlen om de scheepjes voor te blij
ven: een van de vele facetten van
Zevenhuizens charme. Zevenhuizen,
een dorp nóg op de grens van stad
en platteland: in andere dan geo
grafische zin nóg aan de rand van
de koortsachtig bouwende Rand
stad.