KERST'44: HOLLAND
HONGERT
DOOR DE BIESBOSCH: 450 CROSSINGS
Bastogne
hield standi
019: IN JAPANSE DIEPTEBOMMENGORDIJN
Koningin sprak
K
KERSTBIJLAGE 1964
„Moge Gods zegen met allen zijn"
'VIJ, die rond de kerstdagen van 1944 (in het geheim)
naar de radio konden luisteren, konden moed
putten uit de uitzendingen van radio Oranje uit Lon
den en radio Herrijzend Nederland (uit Eindhoven)
die de verdrukte Nederlanders op de hoogte hielden van
de geallieerde vorderingen en hen telkens weer op
wekten nog even vol te houden.
Zo luisterden ook
velen, hoewel dat door
de bezetter streng ver
boden was, op die 25ste
december naar de zo
bekend geworden Kerst
toespraak van Konin
gin Wilhelmina. Het
was als sprak een moe
der tot haar verdrukte
kinderen en vele Ne
derlanders, die de moed
al hadden opgegeven,
putten er nieuwe levens
kracht uit. Kracht, die
juist in deze zware dagen zozeer nodig was om het dikwijls
nameloos leed het hoofd te kunnen bieden.
ENKELE PASSAGES uit de toespraak, die werd uitgezonden
via radio Herrijzend Nederland, laten wij hieronder volgen.
„In de tijd toen onze wereld nog was zoals wij haar altijd
I gekend hebben en zoals wij verwacht hadden, dat zij altijd zou
I blijven, vierden wij onbezorgd en in blijde stemming feest. Wij
bijna vergeten, dat de blijdschap, waarvan de engel in
Bethlehem's velden ons kond doet, op ons afkwam voor een
donkere, ja een zéér donkere achtergrond. Want voorspoed en
I vrede en nog zoveel meer hadden toen dat donker in ons bewust
zijn teruggedrongen tot het zich plots, nu in de laatste jaren,
in alle perken te buiten gaande onderdrukking, ellende en
bloedvergieten aan ons vertoont."
DE KERSTBOODSCHAP is géén schrijnende tegenstelling tot
onze huidige toestand en het nameloos leed. dat wij ver
duren; zij is er juist om dat leed, de onpeilbare, troostende
liefde van Christus. En waar alles ons dreigt te ontzinken en
te vergaan, is zij het enige vaste, dat boven de afgrond oprijst.
Door haar kunnen wij een moedig en overtuigd ..neen" toe
roepen aan het machtsbedrog van die afgrond, die ons met
vernietiging bedreigt, steunend op het hoge „ja" van God ten
opzichte van het leven, dat ons in die boodschap tegenklinkt."
Zij bevestigd ons het eeuwig en onwankelbaar bestaan van
„het leven" en van „het licht der mensen", zoals Johannes dit
in zijn evangelie zo kernachtig zegt."
„In Bethlehem, daar worden wij ons bewust van de ons allen
samenbindende liefde, daar leren wij begrijpen wat roeping is
bij ons gemeenschappelijk arbeiden aan één groot doel. Daar
zien wij, helderder dan waar ook, de noodzaak het welslagen
van die arbeid en het bereiken van dat doel boven alles te
stellen."
„Kerstmis is het feest der beloften; ook van de belofte aan
ons van een betere toekomst, waarvan wij hopen en mogen
verwachten, dat zij spoedig zal aanbreken. Die toekomst zal
voor een belangrijk deel gegrondvest zijn op ons aller nauwe
samenwerking in de geest als hier omschreven. Niets kan ons
daarop beter voorbereiden dan de kerstgedachte."
„Ook nog in andere zin is ons Kerstfeest rijk aan beloften:
het belooft ons de eindoverwinning van het goede over het
kwade. Nóg ligt de wereld verzonken in de nacht van verdeeld
heid en strijd, van smart en rouw.
\OG WERKT CHRISTUS aan haar voleinding en voltooiing.
Maar er zal een dag komen, waarop zijn werk af zal zijn.
Dan zal Hij wederkomen bij de mensen „en Hij zal bij hen
wonen en zij zullen Zijn volk zijn", „en God. zal alle -tranen
van hun ogen afwissen en de dood zal niet meer zijn, noch
rouw, noch geween, noch smart zal meer zijn; want de eerste
dingen zijn voorbijgegaan."
„Ik voel mij in den geest verenigd met u, gedenkend de ont
voerde mannen en allen, die zuchten in gevangenis en martel
kamp. alle moeders en kinderen en alle anderen, die honger
en kou lijden, alle zwakken en zieken, onze opofferende helden
van het verzet, onze strijdkrachten, onze koopvaarders en vis
sers en onze zo zwaar beproefde rijksgenoten in het grote Ne
derland onder de keerkringen. Moge Gods zegen met u allen
zijn, waar gij u ook bevindt."
Nog maar twintig jaar geleden:
niet meer dan naakte bestaan
ERST 1964: Nederland baadt in weelde. Wij delen die wel
vaart met onze buren in de straat en in Europa en met onze
bondgenoten van de andere zijde van de Atlantische Oceaan.
Wij doen dat met een vanzelfsprekendheid, die beangstigend is.
Wij vinden het gewoon, dat we vrije mensen zijn, die ons nog
altijd niet volledig tevreden stellen met de welvaart van geste
gen lonen, auto's voor de deur, televisietoestellen in de huiskamer
en meer dan voldoende brood op de plank.
En toch is het slechts twintigl jaar geleden, dat wij in West-
Nederland de donkerste Kerstviering uit onze historie meemaak
ten: 25 december 1944, de aanloop naar de hongerwinter, die de
ouderen zich nog in een gelukkig vager wordend schrikbeeld al
hun levensdagen zullen blijven herinneren.
volking van het Westen zou moeten
gaan. voordat op 5 mei van het
volgend jaar de bevrijding dan
werkelijkheid werd.
Dat stuiptrekkende leger van Na-
zi-Duitsland, op een hoop gejaagd
door de niet te stuiten geallieerden,
werd iedere dag wraakgieriger.
Dat kreupele, bijna verslagen re
giem zag kans, voordat de geal
lieerde tang zich voorgoed sloot,
de nog in West-Nederland aanwe
zige voedselvoorraden naar de Hei
mat te transporten.
Hoop
En
Na Dolle Dinsdag van septem
ber 1944 leek Nederland gereed om
het juk van Nazi-terreur met de
hulp van de geallieerde legers ein
delijk af te schudden. De militaire
operaties hadden de doorstoot naar
het Westen niet kunnen volbrengen.
Zij stonden vóór de trieste staket
sels van de verwoeste Moerdijk-
bruggen over het Hollands Diep.
Zij hadden Brabant veroverd en
zij hadden de Zeeuwse eilanden
(ten koste van een enorme scha
de) op de Duitsers genomen.
Deze pagina werd samen
gesteld door Dick Ringle-
ver en Jas van Hofwegen.
miljoenen landgenoten
hield in die Kerstdagen van 1944
het leven van een menswaardig
bestaan op. We bleven overeind
door de hoop, dat het niet lang
meer kón duren. We hielden ons
vast aan het nieuws uit de illegale
bladen, die heimelijk werden be
zorgd door meisjes en mannen, die
hun leven voor die nieuwsvoorzie
ning riskeerden.
duizenden in het verborgene toch
nog altijd de berichten van Radio
Oranje en de BBC en sinds kort
ook van Herrijzend Nederland in
Eindhoven hadden doorgegeven,
zwegen nu in de meeste kelders,
muurkasten, onder de vloer en al
die andere ondenkbare plaatsen,
waar die apparaten hun plaats had
den gekregen. Er was geen elee-
triciteit meer. De verzetsmensen
vonden voor hun verbindingen
noodvoorzieningen en zo kregen we
de berichten toch, via hun bladen.
Hongertochten werden in die duistere maanden van 1944
en 194j door duizenden stedelingen gemaakt. Soms vele tiental
len kilometers werden gelopen voor een klein beetje voedsel
en vaak ook voor niets
Winter
Wekenlang was het regenachtig
weer geweest. De natste herfst se
dert heel lang lag achter ons. Nu
vroor het. De door de Duitsers ge
ïnundeerde polders van Holland
werden een ijsvlakte en langs de
spoorlijnen, die deze weilanden
doorkruisten, bewoog een leger van
armoedige mensen, oude mannen,
vrouwen en kinderen zich op de
knieën tussen de rails. De lijnen
waren overbodig geworden. De
trein reed immers toch niet meer
en men had ontdekt, dat als bed
ding voor die spoorwegen kostelij-
jr ILJOENEN mensen hebben het onder-
/I £aan. Duizenden hebben zich in Nederland
I 1 daadwerkelijk te weer gesteld tegen de
-4- knechting door de met vermorzeling drei
gende laars van Nazi-Duitsland.
Ze spreken niet graag over hun daden, die nu
er zo lang geleden zijn en die door de tijds
afstand zo onwaarschijnlijk lijken.
man, die lid was van een knokploeg cn met de
revolver in de vuist distributiekaarten voor onder
duikers buitmaakte, is nu bedrijfsleider
De vrouw, die koeriersdiensten deed om de be
langrijkste berichten van het ene illegale adres naar
het andere te brengen, is al jaren getrouwd en heeft
haar gezin, dat niets te kort komt.
De Engelandvaarder, die door de linies ging, om
na vele avonturen zijn doel te bereiken, is in 1948
naar Canada geëmigreerd.
Allen, die aan dat verzet deelnamen, of zich bui
tenslands inzetten in de strijd tegen de Duitse en Ja
panse vijand, zwijgen als het op liet vertellen van
hun verhalen aankomt. Ze spreken er niet over.
Wanneer in een stil uur hun gedachten eens naar
die tijd van toen teruggaan, denken zij eerder aan
de kameraad, die het leven liet (en hoevelen zijn
er gevallen in het verzet, omdat zij Jood waren,
op zee, als vlieger, in concentratiekampen, als mi
litair) dan aan hun eigen heldendaden.
De twee verhalen hieronder zijn een hommage aan
hen, die het overleefden, een eerbewijs ook aan de
nagedachtenis van de tallozen, die in die heroïsche
strijd gebleven zijn.
In de hongerwinter maakte Cas
Oorthuys deze aungrijpende foto
tan een totaal uitgemergelde
vrouw, die gulzig een paar
kruimels brood naar de mond
brengt. Het tcerd een illustratie,
die in de hele tcereld symbolisch
werd voor het schrikbeeld tan
de honger.
ke. kostbare, brandbare cokes was
gebruikt. Die werd stukje voor
stukje met ijskoude vingers losge-
graven. Men had dan weer wat
brandstof. Bomen werden in de
speruren, waarop men niet buiten
mocht zijn, van 6 uur 's avonds
tot 6 uur 's morgens in stadspar
ken geveld. Trappen, deuren en
ander hout werd uit leegstaande
woningen gesloopt. En er was nie
mand, die er aanstoot aan nam.
De kinderen waren thuis. Het
was nu Kerstvakantie, maar dat
zei niets meer. De scholen waren
toch gesloten. De meeste mannen
bleven in hun schuilhoek. Na de
jongste verbeten razzia's van no
vember, waarbij tienduizenden wa
ren opgepakt, durfden mannen van
17 tot 50 jaar zich niet meer op
straat vertonen, vooral niet, omdat
de Duitsers door hun zgn. „Liese-
Aktion" hun „Arbeidsinzet" had
den gedecreteerd. Alle mannen
moesten zich voor werk melden.
Maar door die weigering was men
onderduiker geworden.
Leeg
De winkels waren leeg. Uit de
hongerende steden trokken misera
bele files naar het platteland. Hon
ger dreef de stedeling naar de be
delstaf. Men klopte bij boeren aan
om voedseL Sommige boeren vroe
gen voor een beetje tarwe de hoog
ste prijs, het kostbaarste sieraad,
of stuk linnengoed, of kleding. An
deren hielpen, waar zij konden.
Op die hongertochten, lopend, met
bandenloze bakfietsen, zeepkisten-
karretjes, fietsen op de velgen, was
er voortdurend de dreiging van raz
zia's door loerende Duitsers en hun
handlangers van de NSB, de Land
wacht. Wee, de jongeman, die toch
het risico had genomen om op voed
sel uit te gaan voor zijn familie.
Wie het niet zelf meemaakte,
kan zich geen voorstelling maken,
hoe de mens van december 1944
leefde. Het was uitsluitend en niets
meer dan een strijd om het naakte
bestaan, het in leven blijven tot
de bevrijding. Duizenden slaagden
daarin niet.
Driester
probeerden op dat laatste ogenblik
nog gemene zaak met de verzets
mensen te maken en zo hun hach
je te redden, maar de Nazi-fanatici
gaven zich nog niet gewonnen. To
meloze vernielzucht vierden zij bot
op havenwerken, bruggen, bezit
tingen. Knokploegen van de onder
grondse overvielen distributiekan
toren en maakten bonkaarten buit
voor het leger onderduikers, dat na
de maatregelen van de Arbeidsin
zet nog voortdurend groeide.
Grote eskaders geallieerde vlieg
tuigen trokken condensstrepen in
de ijle vrieslucht op hun weg naar
een te bombarderen stad in Duits
land, dat zieltoogde, maar zich nog
niet overgaf. Duitse V-2's (Hitiers
geheime wapen) kwamen onheil
spellend gierend van de lanceer-
plaatsen in hun baan om dood en
vernietiging te gaan zaaien in Ant
werpen en Londen.
En nog was het einde niet
Tijdens die Kerstdagen van 1944
stond Nederlands Westen op de
helling van een dal vol ellende.
Men smeekte God om de bevrij
ding, die nog bijna vijf maanden
zou uitblijven. Vijf maanden,
waarin het spook van de honger
duizenden slachtoffers ging eisen.
Een onvoorstelbare tijd, die nog
maar 20 jaar achter ons ligt.
Minimum
De
B
„Die Kerst zat ik met 14 Duitsers in huis.
Begin december waren ze plotseling Wer
kendam komen binnenvallen, zeker 3000
man. Het was in de tijd van het Ardennen
offensief. Vanuit het Land van Altena, waar
een grote troepenmacht was samengetrok
ken, wilden de Duitsers een nevenoffensief
beginnen om, dwars door het bevrijde Bra
bant heen, een doorstoot naar Antwerpen te
forceren, waardoor stad en haven van twee
kanten zouden kunnen worden aangevallen".
„Het was een moeilijke tijd voor hel verzet",
zegt Cornelis Visser van de Vissersdijk. „Maar
de crossings gingen 'door. Dikwijls onder de
ogen van de Duitse posten voeren we met
roeiboten en kano's door de linies. Om onder
duikers over te brengen, of geallieerde para's
Uit Arnhem, of zakken vol spionageberichtcn
de verzetsgroep Albrecht".
Maar meestal slaagden de crossers erin de
posten, beschut door de rietkraag en de duis
ternis. varend dwars door de grienden, te
vermijden. 450 Crossings werden er tussen 5
november 1944 toen Brabant werd bevrijd en
de 5de mei 1945 ondernomen door de dapperen
uit de Biesbosch. Cornelis Visser zette er 12 op
zijn naam, op één waarvan hij bijna word
gegrepen.
Dat was op de Sliedrecht-route: dwars over
de Nieuwe Merwede naar Lage Zwaluwe en
het gebeurde op de terugweg. In Lage Zwalu
we had hij samen met Willem van Veen twee
uit het krijgsgevangenkamp Oraniënburg
Roekeloos
„In het dorp hadden z
tnige poort
De Biesbosch was in die tijd de enige poort
_iar bevrijd gebied. En een legertje van cros-
«ers uit Werkendam en Sliedrecht zorgde er
met hun bootjes voor, dat die poort open bleef.
De mannen kenden de Biesbosch tot de smalste
kreek en waren op hün uren durende tochten
in aardedonkere en koude nachten vrijwel on
grijpbaar voor de Duitsers die zich nooit vér in
het moeras-gebied waagden
Onbezet was de Biesbosch echter niet. Toen
het gebied frontlinie werd, werden er 800
Duitsers gestationeerd: elke boerderij werd be
zet en op vele plaatsen kwamen mitrailleurnes
ten. Daarnaast vormden ook de Duitse patrouil
leboten een levensgroot gevaar voor de cros-
zou proberen door de linies te breken. Als we
motoren hoorden, hoefden we dus niet te
schrikken. Nou, die jongens haalden ons inder
daad in. Maar ze gingen zo roekeloos te werk,
dat de Duitse post op „De Oude Man" alarm
sloeg, lichtkogels afschoot en begon te mitrail
leren. Een uur lang hebben we tegen een krib
liggen wachten. Maar toen de Duitsers met
lichtkogels bléven werken, zijn we maar terug
gekeerd. Als bevroren waren we, maar door de
spanning hadden we dat niet gemerkt".
De operaties van de crossers waren dikwijls
levensgevaarlijk. Cornelis Visser herinnert zich
nog goed die droeve dag toen zijn vriend Aaike
van Driel werd aangehouden. 54 crossings had
hij op zijn naam staan. Een lekke boot werd
hem noodlottig. De Duitsers grepen hem en
fusilleerden hem later in fort De Bilt
Tóch waren arrestaties zeldzaam. Dank zij de
door Canadezen, die later met speciale motor-
kano's kwamen assisteren.
Dikwijls hadden de crossings een tweeledig
doel. Uit het bevrijde gebied werden dikwijls
medicijnen mee teruggenomen. Met name voor
de bestrijding van suikerziekte en difterie
was dit van grote betekenis. De crossers heb
ben zo eens het leven gered van 10.000 suiker
zieken in het bezette gebied, die de dood nabij
waren doordat de insuline vrijwel op was. Een
paar onder- zending van 6.500.000 eenheden bracht uit
komst Dank zij een levensgevaarlijke tocht
dwars door de Biesbosch konden de pakken aan
land worden gebracht.
De Duitsers hebben deze crossings vermoed.
Maar ze konden en durfden er weinig tegen te
doen, doodsbang als zij waren voor het geheim
zinnige moerasgebied, waar zij de weg niet
kenden. Daarvan maakten de crossers dankbaar
Sebruik. Trouwens, dat deed het hele verzet
inderduikers. vliegers, zwaar gezochte verzets
strijders werden hier schuilgehouden voordat
zij naar bevrijd gebied werden getranipor-
tot
vember was het broodrantsoen te
ruggebracht van 1400 naar 1000
gram per week. Dat waren 25 dun
ne sneetjes klef. smakeloos brood,
dat deze naam nauwelijks verdien
de. En het zou nóg minder wor
den. In plaats van melk was er
voor babies taptemelkpoeder. Ha-
▼ermoutgehakt was een delicates
se, men maakte stroop van suiker-
bicten, men had tulpebollen (ge
kookt, gestoofd, gebakken) als
maagvulling ontdekt. Men was blij
met het rantsoen theesurrogaat en
de zwarthandelaars profiteerden:
met de dag stegen de prijzen van
alles, wat maar eetbaar was.
Commandant zei: „Nuts!"
Er
geen margarine, geen
Spanning
Zelfs heeft men het staaltje uitgehaald een
kleine 80 Duitsers krijgsgevangen te maken en
hier op te sluiten in twee binnenvaartschepen.
Toen de geallieerden eenmaal in Brabant wa
ren zijn ze naar de overkant gebracht
..De Kerstmaand was voor ons het moei
lijkst". zegt Cornelis Visser. „Met zoveel Duit
gelukkig verdwenen. Een van de
verzetsmensen. Jan de Rooy (die
later is gefusilleerd) had de Cana
dezen aan de overkant met zijn
zendertje gewaarschuwd voor het
Duitse nevenoffensief. De tanks,
die al onderweg waren naar de Ar
dennen werden daarop in allerijl
teruggeroepen. Met een intensief
trommelvuur uit honderden tank
kanonnen zijn ze verdreven en
kregen wij meer armslag: de poort
naar de vrijheid bleef open! Maar
het heeft er rond die Kerst wél om
gespannen
boter, wel wat raapolie. Op de
zwarte markt werd in januari 1945
2000.- betaald voor één mud tar
webloem. Niet één keer, maar
heel vaak. Voor een paar aardap
pelen stond men gewillig in de rij.
Begin januari zou de prijs in de
grote stad tot 560 per mud oplo-
Eén ons (leerachtige) 20+ kaas
deed 20. En om dit alles te be
machtigen moest men de weg we
ten en ook over geld beschikken.
Kostbare bezittingen moesten daar
voor worden verkocht. In de ste
den stonden duizenden vermagerde
mensen dagelijks in queue bij de
gaarkeukens, waar men op de bon
rantsoenen w
te.
Succes op succes hadden de geallieerde troepen sinds D- 3
day geboekt tegen de Duitse legers, die onder druk van een
geweldig offensief steeds verder moesten terugtrekken. De
Duitse generaals geloofden allang niet meer in een Duitse
overwinning. De geallieerden waren al tot aan de Siegfried- 3
linie doorgedrongen en het zou nog maar even duren of zij
zouden doorstoten naar het hart van Duitsfand. Het was in j
deze schijnbaar hopeloze situatie, dat Hitier bevel gaf voor
een laatste vertwijfelde poging om in de Ardennen de geal- j
lieerde opmars tot staan te brengen en een doorstoot naar
het belangrijke bevoorradingscentrum Luik en uiteindelijk j
ook naar Antwerpen te forceren. Als het Ardennen-offensief j
is deze monster-aanval de geschiedenis in gegaan. Een of-
fensief dat heel Europa in de weken rond Kerst 1944 in ang- j
stige spanning hield. 2
Al lange tijd hadden de Duitsers voorbereidingen getroffen 2
voor de grote aanval, waarvoor al het materiaal, dat de vijand 2
nog tot zijn beschikking had, werd ingezet. Veldmaarschalk Von 2
Rundstedt, de man, die het plan had uitgewerkt, had al weken 2
van tevoren pantserafdelingen uit de frontlinie teruggetrokken en 2
daarnaast zes infanteriedivisies samengebracht.
De geallieerde inlichtingendiensten hadden dit gerapporteerd,
zodat het hoofdkwartier voorbereid was op een aanval. Dat deze 2
uiteindelijk in de Ardennen zou komen, wist men echter niet met 2
zekerheid. Von Rundstedt had deze plaats uitgekozen omdat het 2
voedsel verstrek- geallieerde front daar het zwakst v
HARDE KLAP
Op 16 december kwam het offensief. Met honderden tegelijk
rukten de Duitse tanks op. Het was grimmig koud en over de
heuvels hing een dichte mist, die de aanvallers ten voordeel was.
maar die een nadeel betekende voor de geallieerden: er kon geen
enkel vliegtuig opstijgen.
Darwin om brandstof i
te i
019, opduikend na spannende uren.
Kerst 1944 betekende voor het grootste
ieel van de Nederlandse onderzeebootvloot
een rustpunt in een strijd, die jarenlang
in volle hevigheid had gewoed. In de Ja-
vazee en andere wateren rond het voor
malig Ncderlands-Indië, in de Zuidchinese
»an tc vallen, waren ook de Nederlandse
onderzeeërs. Maar met Kerst lagen de
meeste binnen, óf in Schotland, óf in een
Australische haven.
Alleen de 019 was buitengafits. Op 19
december was de onderzeeër onder com
mando van luitenant ter zee der 1ste klas-
te J. F. Drijfhout van Hooff (de huidige
directeur-generaal van het loodswezen de
naven van Fremantle uitgevaren op weg
„Met Kerst varen we", had de
dant de 50 bemanningsleden gezegd. En zo
gebeurde.
Op de avond van de Tweede Kerstdag
verliet de 019 de haven van Darwin. Voor
een patrouilletocht door de Indische wate
ren. De opdracht was: een mijnenveld leg
gen bij het eiland Babi én natuurlijk
aanvallen waar dit maar mogelijk was.
Opdracht
Dat was in die dagen de opdracht aan
alle onderzeeërs. Het was een dwingende
noodzaak: ten koste van alles moesten
de aanvoerlijnen van de Japanners worden
verbroken. Nieuwe troepenzendingen naar
het front en bevoorrading moesten worden
voorkomen.
En daarvoor was ook de 019 ingezet.
De Kerstreis was de vijfde patrouille van
de onderzeeër in de Indische wateren.
Nuchtere woorden in de bewaard geble
ven rapporten geven verslag van deze reis,
die voor vijftig man uren van ondraaglijke
spanning heeft betekend.
slachtoffers en schade opleverden.
zeebootjager gesignaleerd die enkele sche
pen escorteerde. Omdat hij op dat moment
in ondiep water voer, gaf de commandant
bevel het convooi vooruit te varen om op
die manier meer water onder de kiel te
krijgen en beter te kunnen aanvallen. En
kele uren later kwam men boven. Het
was zeven uur 's avonds en inderdaad:
door de periscoop werden de silhouetten
van enkele vijandelijke schepen waarge
nomen w.o. dat van een 3000 tonner.
Nadat de onderzeeër in de juiste positie
was gemanoeuvreerd, kwam het salvo:
drie torpedo's doorkliefden het water. Een
zware explosie volgde, maar niemand aan
boord van de 019 kon zien welk schip
werd getroffen (later bleek het een „gun
boat" te zijn), want op hetzelfde ogenblik
kraakte de onderzeeër in al zijn voegen.
De 0 19 was aan de grond gelopen.
Om niet als een muis in de val te ko
men. werd direct bevel gegeven de ballast-
tanks te laten leeglopen. Een poging, die
succes had, want even later kwam het
schip weer boven. Slechts voor enkele se
conden echter, want wat men door de
periscoop te zien kreeg, deed de c
dant onmiddellijk bevelen opnieuw te
duiken.
In volle vaart joeg een Japanse onder
zeebootjager af op de plaats vanwaar
de torpedo's waren gekomen. Op de asdic
onder in de benauwde centrale van de
onderzeeër hoorde men het geluid van
zeer snelle schroeven. Iedereen haalde op-
Jelucht adem toen het geluid verstierf:
e jager was voorbij gevaren.
De commandant nam echter het zekere
voor het onzekere en bleef liggen. Dat
bleek een gelukkig besluit, want ruim
een uur later kwam de jager wéér, speu
rend naar zijn vijand. En dit keer peilde
hij beter.
Vijf dieptebommen kwamen terecht vlak
bij de stilliggende onderzeeër. Het schip
schudde hevig. Een regen van gloeilampen
kwam naar beneden. De lichten vielen uit.
Maar wat ernstiger was: er kwam water
naar binnen en bovendien raakte de lucht
verversingsinstallatie onklaar met het ge
volg dat koolzuurdampen naar binnen
drongen. Dit defect bleek zó ernstig dat
in de centrale gasmaskers moesten worden
gedragen. Uren van schier ondraaglijke
spanning bracht de bemanning door. Be
neden was de atmosfeer vergiftigd en bo
ven dreigde het gevaar van de zoekende
en dieptebommen afwerpende vijand.
Toen dit laatste gevaar geweken leek,
besloot de commandant naar de opper
vlakte te gaan om lucht te verversen.
Maar veel tijd kreeg hij daarvoor niet;
eenmaal boven signaleerde men op 1500
meter afstand twee schepen, waarop weer
onmiddellijk werd gedoken.
Pas na vele uren slaagde de bemanning
erin de machines, die door het binnenge
drongen water onklaar waren geraakt weer
te repareren. En in de middag van de
volgende dag kon men pas een uitweg
zoeken uit de penibele situatie.
De zee was toen weer verlaten en op
volle kracht tornde de 019 terug, terug
naar de veilige haven van Darwin, waar de
(ernstige) schade zou worden gerepareerd.
De ontvangst aan de wal was enthousiast
Lovende woorden werden gesproken over
het optreden van commandant en beman
ning op deze enerverende Kerstreis van
de 019, die ondanks een zware aanval
veilig was thuisgekomen.
Weinig kon men toen echter nog ver
moeden dat het een van de laatste reizen
was geweest van de onderzeeër. Op 8 juli
ging het schip, dat zoveel wapenfeiten op
zijn naam had staan, ten onder in de
Zuidchinese Zee na op een rif te zijn ge
lopen. De bemanning werd gered, maar
het schip moest door Amerikaanse sche
pen worden vernietigd om het met in han
den van de vijand te laten..-
Eisenhower had onmiddellijk ingegrepen. Generaal Bradley
kreeg opdracht beide flanken te verstevigen. Legers, tientallen
divisies werden uit het zuiden en noorden naar het bedreigde
gebied gedirigeerd.
Maar deze steun kwam te laat voor Bastogne, het zo belang
rijk wegenknooppunt, dat de geallieerden ten koste van alles
in handen wilden houden. Als een geallieerde enclave was de
stad midden in Duits gebied komen te liggen en hulp aan de
verdedigers kon alleen maar door de lucht worden gegeven.
Het was de 101ste luchtlandingsdivisie die deze steun bracht.
De geallieerden moesten ook nu echter nog vechten tegen een
negen maal sterkere Duitse overmacht.
LEGENDARISCH
De strijd om Bastogne is legendarisch geworden. Evenals de
woorden van de commandant van de stad, MacAuliffe. Duitse
onderhandelaars voor de overgave verwees hij terug met een
kort „nuts" („te krankzinnig om los te lopen"). Bastogne zou
blijven strijden tot de laatste man.
Elf lange dagen heeft de strijd geduurd. Toen kwam de met
spanning verwachte steun van de tanks van generaal Patton. die
uit het zuiden oprukte. Even voor Kerst was de mist opgetrok
ken en konden de vliegtuigen in actie komen en de tanks weer
rollen. De dag na Kerst bereikte hij het totaal verwoeste stadje.
Enkele dagen later arriveerde uit het noorden ook het eerste
Amerikaanse leger. De geallieerden konden weer in de aanval
gaan. Hitiers laatste vertwijfelde aanval was afgeslagen. Europa
was gered en eind januari waren de Duitsers weer tot aan de
oude frontlinie teruggedreven.
Niet echter dan met grote verliezen aan beide kanten. De Duit
sers verloren 220.000 man, van wie de helft krijgsgevangenen en
de andere helft doden en gewonden, 600 tanks en lichte kanonnen
6000 vrachtauto's en 1620 vliegtuigen. De geallieerden kostte de
slag 8000 man aan doden, 21000 gevangenen of vermisten en 48.000
gewonden.