KERST'44: HOLLAND HONGERT DOOR DE BIESBOSCH: 450 CROSSINGS Bastogne hield standi 019: IN JAPANSE DIEPTEBOMMENGORDIJN Koningin sprak K KERSTBIJLAGE 1964 „Moge Gods zegen met allen zijn" 'VIJ, die rond de kerstdagen van 1944 (in het geheim) naar de radio konden luisteren, konden moed putten uit de uitzendingen van radio Oranje uit Lon den en radio Herrijzend Nederland (uit Eindhoven) die de verdrukte Nederlanders op de hoogte hielden van de geallieerde vorderingen en hen telkens weer op wekten nog even vol te houden. Zo luisterden ook velen, hoewel dat door de bezetter streng ver boden was, op die 25ste december naar de zo bekend geworden Kerst toespraak van Konin gin Wilhelmina. Het was als sprak een moe der tot haar verdrukte kinderen en vele Ne derlanders, die de moed al hadden opgegeven, putten er nieuwe levens kracht uit. Kracht, die juist in deze zware dagen zozeer nodig was om het dikwijls nameloos leed het hoofd te kunnen bieden. ENKELE PASSAGES uit de toespraak, die werd uitgezonden via radio Herrijzend Nederland, laten wij hieronder volgen. „In de tijd toen onze wereld nog was zoals wij haar altijd I gekend hebben en zoals wij verwacht hadden, dat zij altijd zou I blijven, vierden wij onbezorgd en in blijde stemming feest. Wij bijna vergeten, dat de blijdschap, waarvan de engel in Bethlehem's velden ons kond doet, op ons afkwam voor een donkere, ja een zéér donkere achtergrond. Want voorspoed en I vrede en nog zoveel meer hadden toen dat donker in ons bewust zijn teruggedrongen tot het zich plots, nu in de laatste jaren, in alle perken te buiten gaande onderdrukking, ellende en bloedvergieten aan ons vertoont." DE KERSTBOODSCHAP is géén schrijnende tegenstelling tot onze huidige toestand en het nameloos leed. dat wij ver duren; zij is er juist om dat leed, de onpeilbare, troostende liefde van Christus. En waar alles ons dreigt te ontzinken en te vergaan, is zij het enige vaste, dat boven de afgrond oprijst. Door haar kunnen wij een moedig en overtuigd ..neen" toe roepen aan het machtsbedrog van die afgrond, die ons met vernietiging bedreigt, steunend op het hoge „ja" van God ten opzichte van het leven, dat ons in die boodschap tegenklinkt." Zij bevestigd ons het eeuwig en onwankelbaar bestaan van „het leven" en van „het licht der mensen", zoals Johannes dit in zijn evangelie zo kernachtig zegt." „In Bethlehem, daar worden wij ons bewust van de ons allen samenbindende liefde, daar leren wij begrijpen wat roeping is bij ons gemeenschappelijk arbeiden aan één groot doel. Daar zien wij, helderder dan waar ook, de noodzaak het welslagen van die arbeid en het bereiken van dat doel boven alles te stellen." „Kerstmis is het feest der beloften; ook van de belofte aan ons van een betere toekomst, waarvan wij hopen en mogen verwachten, dat zij spoedig zal aanbreken. Die toekomst zal voor een belangrijk deel gegrondvest zijn op ons aller nauwe samenwerking in de geest als hier omschreven. Niets kan ons daarop beter voorbereiden dan de kerstgedachte." „Ook nog in andere zin is ons Kerstfeest rijk aan beloften: het belooft ons de eindoverwinning van het goede over het kwade. Nóg ligt de wereld verzonken in de nacht van verdeeld heid en strijd, van smart en rouw. \OG WERKT CHRISTUS aan haar voleinding en voltooiing. Maar er zal een dag komen, waarop zijn werk af zal zijn. Dan zal Hij wederkomen bij de mensen „en Hij zal bij hen wonen en zij zullen Zijn volk zijn", „en God. zal alle -tranen van hun ogen afwissen en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geween, noch smart zal meer zijn; want de eerste dingen zijn voorbijgegaan." „Ik voel mij in den geest verenigd met u, gedenkend de ont voerde mannen en allen, die zuchten in gevangenis en martel kamp. alle moeders en kinderen en alle anderen, die honger en kou lijden, alle zwakken en zieken, onze opofferende helden van het verzet, onze strijdkrachten, onze koopvaarders en vis sers en onze zo zwaar beproefde rijksgenoten in het grote Ne derland onder de keerkringen. Moge Gods zegen met u allen zijn, waar gij u ook bevindt." Nog maar twintig jaar geleden: niet meer dan naakte bestaan ERST 1964: Nederland baadt in weelde. Wij delen die wel vaart met onze buren in de straat en in Europa en met onze bondgenoten van de andere zijde van de Atlantische Oceaan. Wij doen dat met een vanzelfsprekendheid, die beangstigend is. Wij vinden het gewoon, dat we vrije mensen zijn, die ons nog altijd niet volledig tevreden stellen met de welvaart van geste gen lonen, auto's voor de deur, televisietoestellen in de huiskamer en meer dan voldoende brood op de plank. En toch is het slechts twintigl jaar geleden, dat wij in West- Nederland de donkerste Kerstviering uit onze historie meemaak ten: 25 december 1944, de aanloop naar de hongerwinter, die de ouderen zich nog in een gelukkig vager wordend schrikbeeld al hun levensdagen zullen blijven herinneren. volking van het Westen zou moeten gaan. voordat op 5 mei van het volgend jaar de bevrijding dan werkelijkheid werd. Dat stuiptrekkende leger van Na- zi-Duitsland, op een hoop gejaagd door de niet te stuiten geallieerden, werd iedere dag wraakgieriger. Dat kreupele, bijna verslagen re giem zag kans, voordat de geal lieerde tang zich voorgoed sloot, de nog in West-Nederland aanwe zige voedselvoorraden naar de Hei mat te transporten. Hoop En Na Dolle Dinsdag van septem ber 1944 leek Nederland gereed om het juk van Nazi-terreur met de hulp van de geallieerde legers ein delijk af te schudden. De militaire operaties hadden de doorstoot naar het Westen niet kunnen volbrengen. Zij stonden vóór de trieste staket sels van de verwoeste Moerdijk- bruggen over het Hollands Diep. Zij hadden Brabant veroverd en zij hadden de Zeeuwse eilanden (ten koste van een enorme scha de) op de Duitsers genomen. Deze pagina werd samen gesteld door Dick Ringle- ver en Jas van Hofwegen. miljoenen landgenoten hield in die Kerstdagen van 1944 het leven van een menswaardig bestaan op. We bleven overeind door de hoop, dat het niet lang meer kón duren. We hielden ons vast aan het nieuws uit de illegale bladen, die heimelijk werden be zorgd door meisjes en mannen, die hun leven voor die nieuwsvoorzie ning riskeerden. duizenden in het verborgene toch nog altijd de berichten van Radio Oranje en de BBC en sinds kort ook van Herrijzend Nederland in Eindhoven hadden doorgegeven, zwegen nu in de meeste kelders, muurkasten, onder de vloer en al die andere ondenkbare plaatsen, waar die apparaten hun plaats had den gekregen. Er was geen elee- triciteit meer. De verzetsmensen vonden voor hun verbindingen noodvoorzieningen en zo kregen we de berichten toch, via hun bladen. Hongertochten werden in die duistere maanden van 1944 en 194j door duizenden stedelingen gemaakt. Soms vele tiental len kilometers werden gelopen voor een klein beetje voedsel en vaak ook voor niets Winter Wekenlang was het regenachtig weer geweest. De natste herfst se dert heel lang lag achter ons. Nu vroor het. De door de Duitsers ge ïnundeerde polders van Holland werden een ijsvlakte en langs de spoorlijnen, die deze weilanden doorkruisten, bewoog een leger van armoedige mensen, oude mannen, vrouwen en kinderen zich op de knieën tussen de rails. De lijnen waren overbodig geworden. De trein reed immers toch niet meer en men had ontdekt, dat als bed ding voor die spoorwegen kostelij- jr ILJOENEN mensen hebben het onder- /I £aan. Duizenden hebben zich in Nederland I 1 daadwerkelijk te weer gesteld tegen de -4- knechting door de met vermorzeling drei gende laars van Nazi-Duitsland. Ze spreken niet graag over hun daden, die nu er zo lang geleden zijn en die door de tijds afstand zo onwaarschijnlijk lijken. man, die lid was van een knokploeg cn met de revolver in de vuist distributiekaarten voor onder duikers buitmaakte, is nu bedrijfsleider De vrouw, die koeriersdiensten deed om de be langrijkste berichten van het ene illegale adres naar het andere te brengen, is al jaren getrouwd en heeft haar gezin, dat niets te kort komt. De Engelandvaarder, die door de linies ging, om na vele avonturen zijn doel te bereiken, is in 1948 naar Canada geëmigreerd. Allen, die aan dat verzet deelnamen, of zich bui tenslands inzetten in de strijd tegen de Duitse en Ja panse vijand, zwijgen als het op liet vertellen van hun verhalen aankomt. Ze spreken er niet over. Wanneer in een stil uur hun gedachten eens naar die tijd van toen teruggaan, denken zij eerder aan de kameraad, die het leven liet (en hoevelen zijn er gevallen in het verzet, omdat zij Jood waren, op zee, als vlieger, in concentratiekampen, als mi litair) dan aan hun eigen heldendaden. De twee verhalen hieronder zijn een hommage aan hen, die het overleefden, een eerbewijs ook aan de nagedachtenis van de tallozen, die in die heroïsche strijd gebleven zijn. In de hongerwinter maakte Cas Oorthuys deze aungrijpende foto tan een totaal uitgemergelde vrouw, die gulzig een paar kruimels brood naar de mond brengt. Het tcerd een illustratie, die in de hele tcereld symbolisch werd voor het schrikbeeld tan de honger. ke. kostbare, brandbare cokes was gebruikt. Die werd stukje voor stukje met ijskoude vingers losge- graven. Men had dan weer wat brandstof. Bomen werden in de speruren, waarop men niet buiten mocht zijn, van 6 uur 's avonds tot 6 uur 's morgens in stadspar ken geveld. Trappen, deuren en ander hout werd uit leegstaande woningen gesloopt. En er was nie mand, die er aanstoot aan nam. De kinderen waren thuis. Het was nu Kerstvakantie, maar dat zei niets meer. De scholen waren toch gesloten. De meeste mannen bleven in hun schuilhoek. Na de jongste verbeten razzia's van no vember, waarbij tienduizenden wa ren opgepakt, durfden mannen van 17 tot 50 jaar zich niet meer op straat vertonen, vooral niet, omdat de Duitsers door hun zgn. „Liese- Aktion" hun „Arbeidsinzet" had den gedecreteerd. Alle mannen moesten zich voor werk melden. Maar door die weigering was men onderduiker geworden. Leeg De winkels waren leeg. Uit de hongerende steden trokken misera bele files naar het platteland. Hon ger dreef de stedeling naar de be delstaf. Men klopte bij boeren aan om voedseL Sommige boeren vroe gen voor een beetje tarwe de hoog ste prijs, het kostbaarste sieraad, of stuk linnengoed, of kleding. An deren hielpen, waar zij konden. Op die hongertochten, lopend, met bandenloze bakfietsen, zeepkisten- karretjes, fietsen op de velgen, was er voortdurend de dreiging van raz zia's door loerende Duitsers en hun handlangers van de NSB, de Land wacht. Wee, de jongeman, die toch het risico had genomen om op voed sel uit te gaan voor zijn familie. Wie het niet zelf meemaakte, kan zich geen voorstelling maken, hoe de mens van december 1944 leefde. Het was uitsluitend en niets meer dan een strijd om het naakte bestaan, het in leven blijven tot de bevrijding. Duizenden slaagden daarin niet. Driester probeerden op dat laatste ogenblik nog gemene zaak met de verzets mensen te maken en zo hun hach je te redden, maar de Nazi-fanatici gaven zich nog niet gewonnen. To meloze vernielzucht vierden zij bot op havenwerken, bruggen, bezit tingen. Knokploegen van de onder grondse overvielen distributiekan toren en maakten bonkaarten buit voor het leger onderduikers, dat na de maatregelen van de Arbeidsin zet nog voortdurend groeide. Grote eskaders geallieerde vlieg tuigen trokken condensstrepen in de ijle vrieslucht op hun weg naar een te bombarderen stad in Duits land, dat zieltoogde, maar zich nog niet overgaf. Duitse V-2's (Hitiers geheime wapen) kwamen onheil spellend gierend van de lanceer- plaatsen in hun baan om dood en vernietiging te gaan zaaien in Ant werpen en Londen. En nog was het einde niet Tijdens die Kerstdagen van 1944 stond Nederlands Westen op de helling van een dal vol ellende. Men smeekte God om de bevrij ding, die nog bijna vijf maanden zou uitblijven. Vijf maanden, waarin het spook van de honger duizenden slachtoffers ging eisen. Een onvoorstelbare tijd, die nog maar 20 jaar achter ons ligt. Minimum De B „Die Kerst zat ik met 14 Duitsers in huis. Begin december waren ze plotseling Wer kendam komen binnenvallen, zeker 3000 man. Het was in de tijd van het Ardennen offensief. Vanuit het Land van Altena, waar een grote troepenmacht was samengetrok ken, wilden de Duitsers een nevenoffensief beginnen om, dwars door het bevrijde Bra bant heen, een doorstoot naar Antwerpen te forceren, waardoor stad en haven van twee kanten zouden kunnen worden aangevallen". „Het was een moeilijke tijd voor hel verzet", zegt Cornelis Visser van de Vissersdijk. „Maar de crossings gingen 'door. Dikwijls onder de ogen van de Duitse posten voeren we met roeiboten en kano's door de linies. Om onder duikers over te brengen, of geallieerde para's Uit Arnhem, of zakken vol spionageberichtcn de verzetsgroep Albrecht". Maar meestal slaagden de crossers erin de posten, beschut door de rietkraag en de duis ternis. varend dwars door de grienden, te vermijden. 450 Crossings werden er tussen 5 november 1944 toen Brabant werd bevrijd en de 5de mei 1945 ondernomen door de dapperen uit de Biesbosch. Cornelis Visser zette er 12 op zijn naam, op één waarvan hij bijna word gegrepen. Dat was op de Sliedrecht-route: dwars over de Nieuwe Merwede naar Lage Zwaluwe en het gebeurde op de terugweg. In Lage Zwalu we had hij samen met Willem van Veen twee uit het krijgsgevangenkamp Oraniënburg Roekeloos „In het dorp hadden z tnige poort De Biesbosch was in die tijd de enige poort _iar bevrijd gebied. En een legertje van cros- «ers uit Werkendam en Sliedrecht zorgde er met hun bootjes voor, dat die poort open bleef. De mannen kenden de Biesbosch tot de smalste kreek en waren op hün uren durende tochten in aardedonkere en koude nachten vrijwel on grijpbaar voor de Duitsers die zich nooit vér in het moeras-gebied waagden Onbezet was de Biesbosch echter niet. Toen het gebied frontlinie werd, werden er 800 Duitsers gestationeerd: elke boerderij werd be zet en op vele plaatsen kwamen mitrailleurnes ten. Daarnaast vormden ook de Duitse patrouil leboten een levensgroot gevaar voor de cros- zou proberen door de linies te breken. Als we motoren hoorden, hoefden we dus niet te schrikken. Nou, die jongens haalden ons inder daad in. Maar ze gingen zo roekeloos te werk, dat de Duitse post op „De Oude Man" alarm sloeg, lichtkogels afschoot en begon te mitrail leren. Een uur lang hebben we tegen een krib liggen wachten. Maar toen de Duitsers met lichtkogels bléven werken, zijn we maar terug gekeerd. Als bevroren waren we, maar door de spanning hadden we dat niet gemerkt". De operaties van de crossers waren dikwijls levensgevaarlijk. Cornelis Visser herinnert zich nog goed die droeve dag toen zijn vriend Aaike van Driel werd aangehouden. 54 crossings had hij op zijn naam staan. Een lekke boot werd hem noodlottig. De Duitsers grepen hem en fusilleerden hem later in fort De Bilt Tóch waren arrestaties zeldzaam. Dank zij de door Canadezen, die later met speciale motor- kano's kwamen assisteren. Dikwijls hadden de crossings een tweeledig doel. Uit het bevrijde gebied werden dikwijls medicijnen mee teruggenomen. Met name voor de bestrijding van suikerziekte en difterie was dit van grote betekenis. De crossers heb ben zo eens het leven gered van 10.000 suiker zieken in het bezette gebied, die de dood nabij waren doordat de insuline vrijwel op was. Een paar onder- zending van 6.500.000 eenheden bracht uit komst Dank zij een levensgevaarlijke tocht dwars door de Biesbosch konden de pakken aan land worden gebracht. De Duitsers hebben deze crossings vermoed. Maar ze konden en durfden er weinig tegen te doen, doodsbang als zij waren voor het geheim zinnige moerasgebied, waar zij de weg niet kenden. Daarvan maakten de crossers dankbaar Sebruik. Trouwens, dat deed het hele verzet inderduikers. vliegers, zwaar gezochte verzets strijders werden hier schuilgehouden voordat zij naar bevrijd gebied werden getranipor- tot vember was het broodrantsoen te ruggebracht van 1400 naar 1000 gram per week. Dat waren 25 dun ne sneetjes klef. smakeloos brood, dat deze naam nauwelijks verdien de. En het zou nóg minder wor den. In plaats van melk was er voor babies taptemelkpoeder. Ha- ▼ermoutgehakt was een delicates se, men maakte stroop van suiker- bicten, men had tulpebollen (ge kookt, gestoofd, gebakken) als maagvulling ontdekt. Men was blij met het rantsoen theesurrogaat en de zwarthandelaars profiteerden: met de dag stegen de prijzen van alles, wat maar eetbaar was. Commandant zei: „Nuts!" Er geen margarine, geen Spanning Zelfs heeft men het staaltje uitgehaald een kleine 80 Duitsers krijgsgevangen te maken en hier op te sluiten in twee binnenvaartschepen. Toen de geallieerden eenmaal in Brabant wa ren zijn ze naar de overkant gebracht ..De Kerstmaand was voor ons het moei lijkst". zegt Cornelis Visser. „Met zoveel Duit gelukkig verdwenen. Een van de verzetsmensen. Jan de Rooy (die later is gefusilleerd) had de Cana dezen aan de overkant met zijn zendertje gewaarschuwd voor het Duitse nevenoffensief. De tanks, die al onderweg waren naar de Ar dennen werden daarop in allerijl teruggeroepen. Met een intensief trommelvuur uit honderden tank kanonnen zijn ze verdreven en kregen wij meer armslag: de poort naar de vrijheid bleef open! Maar het heeft er rond die Kerst wél om gespannen boter, wel wat raapolie. Op de zwarte markt werd in januari 1945 2000.- betaald voor één mud tar webloem. Niet één keer, maar heel vaak. Voor een paar aardap pelen stond men gewillig in de rij. Begin januari zou de prijs in de grote stad tot 560 per mud oplo- Eén ons (leerachtige) 20+ kaas deed 20. En om dit alles te be machtigen moest men de weg we ten en ook over geld beschikken. Kostbare bezittingen moesten daar voor worden verkocht. In de ste den stonden duizenden vermagerde mensen dagelijks in queue bij de gaarkeukens, waar men op de bon rantsoenen w te. Succes op succes hadden de geallieerde troepen sinds D- 3 day geboekt tegen de Duitse legers, die onder druk van een geweldig offensief steeds verder moesten terugtrekken. De Duitse generaals geloofden allang niet meer in een Duitse overwinning. De geallieerden waren al tot aan de Siegfried- 3 linie doorgedrongen en het zou nog maar even duren of zij zouden doorstoten naar het hart van Duitsfand. Het was in j deze schijnbaar hopeloze situatie, dat Hitier bevel gaf voor een laatste vertwijfelde poging om in de Ardennen de geal- j lieerde opmars tot staan te brengen en een doorstoot naar het belangrijke bevoorradingscentrum Luik en uiteindelijk j ook naar Antwerpen te forceren. Als het Ardennen-offensief j is deze monster-aanval de geschiedenis in gegaan. Een of- fensief dat heel Europa in de weken rond Kerst 1944 in ang- j stige spanning hield. 2 Al lange tijd hadden de Duitsers voorbereidingen getroffen 2 voor de grote aanval, waarvoor al het materiaal, dat de vijand 2 nog tot zijn beschikking had, werd ingezet. Veldmaarschalk Von 2 Rundstedt, de man, die het plan had uitgewerkt, had al weken 2 van tevoren pantserafdelingen uit de frontlinie teruggetrokken en 2 daarnaast zes infanteriedivisies samengebracht. De geallieerde inlichtingendiensten hadden dit gerapporteerd, zodat het hoofdkwartier voorbereid was op een aanval. Dat deze 2 uiteindelijk in de Ardennen zou komen, wist men echter niet met 2 zekerheid. Von Rundstedt had deze plaats uitgekozen omdat het 2 voedsel verstrek- geallieerde front daar het zwakst v HARDE KLAP Op 16 december kwam het offensief. Met honderden tegelijk rukten de Duitse tanks op. Het was grimmig koud en over de heuvels hing een dichte mist, die de aanvallers ten voordeel was. maar die een nadeel betekende voor de geallieerden: er kon geen enkel vliegtuig opstijgen. Darwin om brandstof i te i 019, opduikend na spannende uren. Kerst 1944 betekende voor het grootste ieel van de Nederlandse onderzeebootvloot een rustpunt in een strijd, die jarenlang in volle hevigheid had gewoed. In de Ja- vazee en andere wateren rond het voor malig Ncderlands-Indië, in de Zuidchinese »an tc vallen, waren ook de Nederlandse onderzeeërs. Maar met Kerst lagen de meeste binnen, óf in Schotland, óf in een Australische haven. Alleen de 019 was buitengafits. Op 19 december was de onderzeeër onder com mando van luitenant ter zee der 1ste klas- te J. F. Drijfhout van Hooff (de huidige directeur-generaal van het loodswezen de naven van Fremantle uitgevaren op weg „Met Kerst varen we", had de dant de 50 bemanningsleden gezegd. En zo gebeurde. Op de avond van de Tweede Kerstdag verliet de 019 de haven van Darwin. Voor een patrouilletocht door de Indische wate ren. De opdracht was: een mijnenveld leg gen bij het eiland Babi én natuurlijk aanvallen waar dit maar mogelijk was. Opdracht Dat was in die dagen de opdracht aan alle onderzeeërs. Het was een dwingende noodzaak: ten koste van alles moesten de aanvoerlijnen van de Japanners worden verbroken. Nieuwe troepenzendingen naar het front en bevoorrading moesten worden voorkomen. En daarvoor was ook de 019 ingezet. De Kerstreis was de vijfde patrouille van de onderzeeër in de Indische wateren. Nuchtere woorden in de bewaard geble ven rapporten geven verslag van deze reis, die voor vijftig man uren van ondraaglijke spanning heeft betekend. slachtoffers en schade opleverden. zeebootjager gesignaleerd die enkele sche pen escorteerde. Omdat hij op dat moment in ondiep water voer, gaf de commandant bevel het convooi vooruit te varen om op die manier meer water onder de kiel te krijgen en beter te kunnen aanvallen. En kele uren later kwam men boven. Het was zeven uur 's avonds en inderdaad: door de periscoop werden de silhouetten van enkele vijandelijke schepen waarge nomen w.o. dat van een 3000 tonner. Nadat de onderzeeër in de juiste positie was gemanoeuvreerd, kwam het salvo: drie torpedo's doorkliefden het water. Een zware explosie volgde, maar niemand aan boord van de 019 kon zien welk schip werd getroffen (later bleek het een „gun boat" te zijn), want op hetzelfde ogenblik kraakte de onderzeeër in al zijn voegen. De 0 19 was aan de grond gelopen. Om niet als een muis in de val te ko men. werd direct bevel gegeven de ballast- tanks te laten leeglopen. Een poging, die succes had, want even later kwam het schip weer boven. Slechts voor enkele se conden echter, want wat men door de periscoop te zien kreeg, deed de c dant onmiddellijk bevelen opnieuw te duiken. In volle vaart joeg een Japanse onder zeebootjager af op de plaats vanwaar de torpedo's waren gekomen. Op de asdic onder in de benauwde centrale van de onderzeeër hoorde men het geluid van zeer snelle schroeven. Iedereen haalde op- Jelucht adem toen het geluid verstierf: e jager was voorbij gevaren. De commandant nam echter het zekere voor het onzekere en bleef liggen. Dat bleek een gelukkig besluit, want ruim een uur later kwam de jager wéér, speu rend naar zijn vijand. En dit keer peilde hij beter. Vijf dieptebommen kwamen terecht vlak bij de stilliggende onderzeeër. Het schip schudde hevig. Een regen van gloeilampen kwam naar beneden. De lichten vielen uit. Maar wat ernstiger was: er kwam water naar binnen en bovendien raakte de lucht verversingsinstallatie onklaar met het ge volg dat koolzuurdampen naar binnen drongen. Dit defect bleek zó ernstig dat in de centrale gasmaskers moesten worden gedragen. Uren van schier ondraaglijke spanning bracht de bemanning door. Be neden was de atmosfeer vergiftigd en bo ven dreigde het gevaar van de zoekende en dieptebommen afwerpende vijand. Toen dit laatste gevaar geweken leek, besloot de commandant naar de opper vlakte te gaan om lucht te verversen. Maar veel tijd kreeg hij daarvoor niet; eenmaal boven signaleerde men op 1500 meter afstand twee schepen, waarop weer onmiddellijk werd gedoken. Pas na vele uren slaagde de bemanning erin de machines, die door het binnenge drongen water onklaar waren geraakt weer te repareren. En in de middag van de volgende dag kon men pas een uitweg zoeken uit de penibele situatie. De zee was toen weer verlaten en op volle kracht tornde de 019 terug, terug naar de veilige haven van Darwin, waar de (ernstige) schade zou worden gerepareerd. De ontvangst aan de wal was enthousiast Lovende woorden werden gesproken over het optreden van commandant en beman ning op deze enerverende Kerstreis van de 019, die ondanks een zware aanval veilig was thuisgekomen. Weinig kon men toen echter nog ver moeden dat het een van de laatste reizen was geweest van de onderzeeër. Op 8 juli ging het schip, dat zoveel wapenfeiten op zijn naam had staan, ten onder in de Zuidchinese Zee na op een rif te zijn ge lopen. De bemanning werd gered, maar het schip moest door Amerikaanse sche pen worden vernietigd om het met in han den van de vijand te laten..- Eisenhower had onmiddellijk ingegrepen. Generaal Bradley kreeg opdracht beide flanken te verstevigen. Legers, tientallen divisies werden uit het zuiden en noorden naar het bedreigde gebied gedirigeerd. Maar deze steun kwam te laat voor Bastogne, het zo belang rijk wegenknooppunt, dat de geallieerden ten koste van alles in handen wilden houden. Als een geallieerde enclave was de stad midden in Duits gebied komen te liggen en hulp aan de verdedigers kon alleen maar door de lucht worden gegeven. Het was de 101ste luchtlandingsdivisie die deze steun bracht. De geallieerden moesten ook nu echter nog vechten tegen een negen maal sterkere Duitse overmacht. LEGENDARISCH De strijd om Bastogne is legendarisch geworden. Evenals de woorden van de commandant van de stad, MacAuliffe. Duitse onderhandelaars voor de overgave verwees hij terug met een kort „nuts" („te krankzinnig om los te lopen"). Bastogne zou blijven strijden tot de laatste man. Elf lange dagen heeft de strijd geduurd. Toen kwam de met spanning verwachte steun van de tanks van generaal Patton. die uit het zuiden oprukte. Even voor Kerst was de mist opgetrok ken en konden de vliegtuigen in actie komen en de tanks weer rollen. De dag na Kerst bereikte hij het totaal verwoeste stadje. Enkele dagen later arriveerde uit het noorden ook het eerste Amerikaanse leger. De geallieerden konden weer in de aanval gaan. Hitiers laatste vertwijfelde aanval was afgeslagen. Europa was gered en eind januari waren de Duitsers weer tot aan de oude frontlinie teruggedreven. Niet echter dan met grote verliezen aan beide kanten. De Duit sers verloren 220.000 man, van wie de helft krijgsgevangenen en de andere helft doden en gewonden, 600 tanks en lichte kanonnen 6000 vrachtauto's en 1620 vliegtuigen. De geallieerden kostte de slag 8000 man aan doden, 21000 gevangenen of vermisten en 48.000 gewonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 19