Kandidaat Pruim liet 26 coupletten zingen Uw probleem is het onze Samenwerking gewenst met maatschappelijk werkers Kanttekeningen Het werd twee kerkgangers Prof. J. Hovius geridderd Een woord voor vandaag te veel C.H. hulde voot mr. Biesheuvel NIEMOELLER MET EMERITAAT SLIK UW PIJN WEG MET EEN 'AKKERTJE' DINSDAG 3 NOVEMBER 1964 AMERIKA VANDAAG NAAR DE STEMBUS "y AND A AG gaat het Amerikaanse volk naar de stembus. Wij hebben het gevoel: het had geen dag langer moeten duren. Want de verkiezingsstrijd is geweest van een grote heftigheid. Beide kandidaten hebben elkaar niet gespaard. Vooral Goldwater is ver gegaan in het bejegenen van zijn tegen stander. In de politiek blijkt het vaak moeilijk, maat te houden. Zelf hebben wij geen stem in het kapittel. Deze verkiezingen vormen een Amerikaanse aangelegenheid. Maar we kunnen ons indenken dat er onder ons zijn geweest die hebben gepopeld. Om meer dan één reden. Omdat in Amerika de politiek zich toch wel zeer aan de oppervlakte voltrekt. Maar tegelijk omdat de hoogste belangen op het spel staan, en niet van Amerika alleen maar van heel de wereld. Vervult het Amerika van vandaag in de wereld van vandaag inderdaad een leidende functie en het is stellig het geval dan, zo zou men een stelling kunnen verdedigen, behoort die wereld ook enige inspraak te hebben in de keuze van de president. Intussen, dit is wellicht wat ver in de toekomst ge dacht; vandaag nog kiest Amerika, en Amerika alléén. De ontwikkeling van de communicatiemiddelen, de pers daarbij inbegrepen, heeft ons de wijze waarop in de Verenigde Staten het politieke spel wordt gespeeld overigens zeer nabij gebracht. Daarbij is veel wat ons boeit. We worden getroffen door de directheid van spreken. Het is volop een strijd in de openbaarheid, en de Amerikaan van vandaag is daarop ingesteld. Hij kent de mogelijkheid van de publiciteit, en weet ze te benutten. Daartegenover is er veel wat ons bevreemdt. Wat openbaar wordt is ook een gebrek aan diepgang. De strijd tussen de kandidaten is meer een strijd tus sen twee mannen uit wier karakterstructuur gekozen gaat worden, dan dat tussen hun partijen duidelijke grenslijnen vallen te onderscheiden. Maar dit bewijst dan eens te meer, hoezeer hier de persoon zelf meespreekt. En het onderstreept, welk een verantwoordelijkheid hier op een enkele mens komt te liggen. Een verantwoordelijkheid die voor een mens ook nauwelijks te dragen lijkt. Kandidaat Johnson, wiens kansen het best staan genoteerd, heeft eens van dit presidentschap gezegd en zijn woorden waren tekenend: „Dit ambt is een moeilijk ambt en ieder die tot deze functie geroepen wordt moet een nederig man zijn. Het ambt is veel groter dan de mens die het bekleedt, en verleent hem een kracht die veel groter is dan zijn eigen kracht." Zo is het inderdaad. En al is ons in deze geen stemrecht toegekend, wél heb ben wij een „inbreng" waaraan de gekozen kandidaat wellicht nog méér be hoefte zal hebben, namelijk die van een voorbede om wijsheid en hoger kracht. Daarnaast rust op ons allen de plicht zo goed en juist mogelijk geïnformeerd te zijn. We dienen te weten hoe het in Amerika toegaat. We moeten ons een beeld kunnen vormen van de man in wie zo grote verantwoordelijkheid is geconcentreerd. Ook onze krant heeft de lezer daarin steeds veel geboden. Bovendien ware de aandacht te vestigen op enkele publikaties in boekvorm die juist in deze weken van de pers zijn gekomen. We noemen dan: van Clinton Rossiter „Het Amerikaanse presidentschap" blijkbaar het re sultaat van een aantal universitaire colleges: een gedegen studieboek in ver taling van M. J. Schreuder (uitgave C. de Boer Jr./Paul Brand, Hilversum, 222 bl*.. 1.50) van William S. White een biografie „Lyndon B. Johnson, de vakman", waarin ons een in de politiek doorknede persoonlijkheid wordt getekend vertaling dr. J. van Reenen, voorwoord Paul van 't Veer (uitgave N.V. De Arbeiders pers, Amsterdam, 212 blz., ƒ6.90); en dan een verzameling uitspraken van Johnson zelf, onder meer de boven reeds aangehaalde: Lyndon B. Johnson „Amerika en ik", vertaling van Peter Verstegen (Uitgave J. M. Meulenhoff, Amsterdam, 108 blz., ƒ4.50). KAN „KUNST" GEEN VOLKSVERGIF ZIJN? CTAATSSECRETARIS dxs. L. J. M. van de Laar heeft zaterdagochtend tot de Raad voor de Kunst letterlijk gezegd: „Wanneer het om waarachtige kunst gaat, dan zal zij ertoe bijdragen, dat de verhouding van mens en wereld wort'L verhelderd ten bate van de mens, ook al lijkt zij destructief. Destructie kan immers noodzakelijk zijn, mits zij niet doel is. maar middel. En ik geloof dat het de ware kunst daarom gaat. Er is in de befaamde debatten in de Eer ste Kamer, die geëntameerd worden door de heer Algra, gesproken over volksvergiftiging. Ik geloof dat kunst, wanneer zij werkelijk kunst is, niet vergiftigen kan. Men zal er echter voor moeten waken, dat niet onder een etiket van kunst, volksvergif wordt binnengesmokkeld". Met deze heiligverklaring van de kunst want dat gebeurt hier in feite is naar onze mening noch de kunst noch het volk gediend. De kunst niet, omdat zij vastgespijkerd wordt op een ethische functie: „de verheldering van de verhouding van mens en wereld". Daarmee wordt alle kunst, die deze verhouding ~Tct verheldert, als niet-kunst afgewezen, tenzij men hier zo formeel redeneert, dat men kunst die deze verhouding niet heldert, ook als een bepaalde, zij het negatieve verheldering wil beschouwen, ervan uitgaande, dat de verhouding van mens en wereld nu eenmaal tot de zaken behoort, die niet verhelderd kunnen worden. Maar dan kan men deze definitie beter achterwege laten. Trouwens, er zijn andere menselijke bezigheden dénkbaar, die deze verhou ding veel beter verhelderen, bijv. de filosofie, de mathematica, de psychologie, ja, uiteindelijk iedere tak van wetenschap. Het is dodelijk voor de kunst om haar op te hangen aan een bepaalde functie, die zij in sommige gevallen óók nog kan hebben. Tegen dergelijke filosofische bepalingen moet de kunst juist beschermd worden. In de loop der tijden zijn er veel kunsttheorieën geweest, die de kunst alleen maar in een keurslijf hebben gestopt, waaruit een volgende generatie haar weer heeft moeten be vrijden. Kunst is een opzichzelf staande grootheid, die haar wezen en waarde niet ontleent aan toevallige functies, hoe hoog die ook door de heersende tijd geest of de overtuiging, die de theoreticus toevallig aanhangt, worden ge waardeerd. Wat kunst is, zal altijd moeilijk uit te maken zijn. Daarom doet men het beste zich maar tot een formele definitiebepaling te beperken. Bijv. kunst is een menselijke creatieve bezigheid, die opvalt door een zo groot mogelijke een heid van vorm, inhoud en functie. Met zo'n definitie kan men nog alle kan ten uit en beperkt men de kunst niet tot een bepaalde functie, die door de toevallig heersende tijdgeest of door de persoon die een toevallige overtui ging is toegedaan op dat moment ideaal wordt geacht. Maar de heiligverklaring door de staatssecretaris van de kunst dient ook het volk niet. De uitspraak „dat kunst, wanneer zij werkelijk kunst is, niet ver giftigen kan" is niet meer of minder dan opium voor het volk. Ook de duivel schept kunst. Er is een kunst van het boze (un art maudit), die op haar wijze evenzeer „de verhouding van mens en wereld verheldert", zij het dan „in malam partem". Die kunst wordt daardoor niet onschuldig en niet heilig, maar vergiftigt wel degelijk. Vergif blijft vergif, ook als dit vergif kunst ge noemd moet worden. De staatrsecretaris moge in dit verband dan spreken van „onder een etiket van kunsi maar h<j is een optimistisch en idealistisch man, die vanuit zijn overtuiging de „wart kunst niet van onheilige bedoelingen of uitwerkingen betichten wil, maar deze kunst zich ten onrechte ziet tooien met de naam kunst als onder een „vals" etiket van kunst. De staatssecretaris ziet in de kunst als zodanig een „heilige" zaak, maar iede re heiligverklaring van een menselijke bezigheid is uitermate gevaarlijk. Met „heiligverklaringen" moet men zeer spaarzaam omgaan. Beter is het ja zelfs gewenst ze helemaal achterwege te laten. De duivel bedient zich graag van „heiligen". Hij triomfeert als hij achter de „heiligen" aan het volk ten verderve kan leiden. Mogen die volksvertegenwoordigers, die vanuit het Woord van God geleerd hebben niet meer idealistisch te denken over de mens, de menselijke bezigheden cn de verhouding van mens en wereld, waakzaam zijn, extra waakzaam zijn als deze staatssecretaris over de kunst spreekt. Mogen zij waakzaam blijven als het om menselijke bezigheden gaat en deze nooit als „heilig" beschouwen. Ook niet als in bet algemeen de kunst aan de orde is, want de kunst is niet heilig, ook niet als zij „de verhouding van mens en wereld verheldert". Ja, zelfs niet, als zij de verhouding van mens en God verheldert. De kunst maakt geen uitzondering op al het menselijke. Zij kan te allen tij de wel degelijk volksvergif zijn, onder welk etiket dan ook. Hendrik Pierson Vereniging Gerepatrieerdenzorg kan afnemen Het Centraal comité kerkelijk en parti culier initiatief voor sociale zorg ten behoeve van gerepatrieerden heeft een aflopende taak. De komende jaren zullen op een inkrimping en aanpassing aan deze aflopende taak gericht zijn, aldus het verslag over de jaren 1960-1963 van het Centraal Comité. Hieraan wordt toe gevoegd dat het werk voor de gerepa trieerden en voor de collectief gehuisves- ji de contractpensions in het bijzon der tot de laatste dag ongestoord zal kunnen plaatsvinden. Een liquidatie van het Centraal Comité over enige jaren te verwachten. Gedurende veertien jaren zijn bijna 30.000 Nederlanders naar ons land over gekomen of teruggekeerd. Gedurende de jaren 1960 tot en met 1963 repatrieerden 12.126 personen uit Nieuw-Guinea en in dezelfde periode kwamen 2.666 Neder landers en 8.561 spijtoptanten en maat schappelijke Nederlanders uit Indonesië lar ons land. In het verslag van het Centraal Comité wordt o.m. melding gemaakt van enige duizenden nieuwe en herhalingsaanvra- gen voor een visum van spijtoptanten er maatschappelijke Nederlanders. Het co mité spreekt de wens uit, dat een ruim hartig toelatingsbeleid zal worden ge voerd. (Van een onzer verslaggeefsters) Gisteren is in Esplanade te Utrecht onder grote belangstelling van de leden van deze christelijke organisatie voor bijzonder maatschappelijk werk de jaarlijkse conferentiemiddag van de Hendrik Pierson Vereniging gehou den. Het thema van deze bijeenkomst, die een voortzetting was van de in de morgenuren gehouden ledenvergade ring, luidde: „Het kind onderwerp of lijdend voorwerp?" en werd ingeleid door de dames R. Potze en I. Alten. Beide spreeksters belichtten vanuit de praktijk de problemen, die er bestaan, wanneer de moeder in dit geval de ongehuwde moeder haar kind afstaat en tevens de moeilijkheden, die zich voordoen, wanneer een gezin een kind adopteert. Voorop staat, dat het om het geluk van moeder en kind beiden gaat. Beslissing Mej. Potze leiding gevend maatschappe lijk werkster der H.P.V. schetste de situatie, waarin de as. ongehuwde moeder verkeert, wanneer ze haar kind verwacht. Zij, die het eerst betrokken is bij het kind, moet beslissen afstand van het kind te doen of niet. De liefde van de moeder kan leiden tot het behouden het kind of tot het afstand doen. Voor beide mogelijkheden is een diep gaande analysering nodig om-bekend te worden met de motivering. Een belang rijke reden om het kind te willen behouden, meende mej. Potze, is wel de vrees van de moeder voor de publieke opinie. Daarbij is het pas een jaar of acht mogelijk afstand te doen. Noodzaak Mej. I. Alten, hoofdmaatschappelijk werkster van het Algemeen Bestuur der Vereniging Kinderhulp legde vooral de nadruk op de dringende noodzaak van samenwerking met de verschillende tak ken van maatschappelijk werk. „Informatie alleen is niet voldoende, maar we moeten heengroeien naar Receptie? DROSTE pastilles altijd welkom!^^. Organist had het druk o n grotere samenwerking en intensievere consultatie tussen het maatschappelijk werk en de Hendrik Pierson Vereniging", zei ook ds. G. van Loenen in zijn envatting aan het eind van de middag. De vergadering werd gepresideerd door mevr. E. G. van den Berg-Linde- boom, die als vice-voorzitster ds. mr. B. ter Linden, die om gezondheidsredenen verhinderd was, verving. In de morgenvergadering waren prof. dr. M J Langeveld ten Bilthoven en mr. H. Postma uit het bestuur getreden. Voor de laatste in de plaats is nu mr. E. J. v. d. Blom te Assen benoemd, terwijl mr. Hornstra. directeur van de Cicsa te Amsterdam eveneens bestuurslid werd. Prof. J. Hovius, hoogleraar aan de Theologische Hogeschool van de Christe lijke Gereformeerde Kerken in Apel doorn, is gisteren bij zijn veertigjarig ju bileum als predikant, benoemd tot Rid der in de orde vanv de Nederlandse Leeuw. De burgemeester van Apeldoorn, mr. A. L. des Tombe, speldde hem de bij de onderscheiding behorende versier selen op. De eerste gemeente van prof. Hovius, die in 1900 te Opende (Grootegast) gebo ren werd, was die van Sneek in 1924. In 1927 ging hij naar Nieuwe Pekela en in 1941 naar Zwolle. Zes jaar later ging hfj met emeritaat wegens zijn benoeming tot hoogleraar aan de Theologische Hoge school. Groningen wil zaak Van der Ziel openbaar behandelen Het besluit van de generale synode van de Gereformeerde Kerken (vrij gemaakt) om de zaak Van der Ziel in geheime ziting te behandelen, heeft een aantal leden van de kerk van Groningen- Zuid een telegram doen sturen. Het telegram aan de synode luidt: ..Met ontsteltenis kennis genomen be sluit tot geheime zitting behandeling zaak Groningen-Zuid tegen dominee Van der Ziel. Verzoeken dringend open baarheid. Alle kerkleden moeten mee leven en waarheid vernemen conform gevoelen 1944 Bij de ondertekenaars staat ook ds. Van der Ziel. kon hij zich ervan verzekerd weten zich I van zijn taak te hebben gekweten. De organist in Wijckels Gereformeer- Een bezetene is genezen. Het legioen van demonen dat hem had overweldigd is in zwijnen gevaren en met hen in zee gestort. Plotseling blijkt dat mensen meer waarde hechten aan 2000 varkens dan aan een mensenleven. Ze komen de Here Jezus vragen of Hij maar weg wil gaan. En dan komt het opmerkelijke. De genezene begrijpt dat hij in een onmogelijke positie is komen te verkeren. Men zal hem er op blijven aanzien dat hij schuldig is aan het verlies van die 2000 zwijnen, ook al zal men dat misschien niet hardop zeggen. Daarom, vraagt hij of hij bij de Here Jezus mag blijven. En dan schrijft Marcus: „Doch Hij stond het hem niet toe, maar zeide tot hem: Ga naar uw huis tot de uwen en bericht hun al wat de Here in Zijn ontferming u gedaan heeft." Deze man mag niet blijven in de veilige omslotenheid, dicht bij Christus. Hij moet de wereld in als het ware met de boodschap van zijn ervaring. In een waarschijnlijk betrekke lijk vijandige omgeving moet hij het bewijs zijn van Gods almacht. En dat geldt ook voor ons. Wie door Christus is aangeraakt is niet „van deze wereld", maar blijft wel „in deze wereld". Hij is een vertegenwoordiger geworden van Gods almacht en genade. (Van een onzer redacteuren) Het is de wens van veel predi kanten, dat over de door hen ge leide kerkdiensten door de ge meente zal worden nagepraat, Medestanders niet, zo zeggen zijvanwege de persoon van de prediker, maar vooral met betrekking tot de in houd van de dienst. Helaas gaat werken." Deze^groi (Van parlementsredactie) Het Tweede-Kamerlid voor de C.H.U., de heer J T. Mellema, heeft gisteravond in een radiocauserie nadrukkelijk het be leid van de minister van landbouw, mr Biesheuvel, geprezen ..Het vertrouwen dat wij in deze bewindsman hadden, is volkomen gerechtvaardigd gebleken", al dus de c.h. parlementariër, die vaststelde, dat de Kamer met veel instemming van de landbouwbegroting voor 1965 kennis heeft genomen. Ook het beleid, dat de minister dit jaar heeft gevoerd, heeft veel waardering ondervonden. „Ik wil", zo vervolgde de heer Mellema, ,.het hier heel openhartig uitspreken, dat ik van mening ben dat de huidige bewindsman terug kan zien op een goed beleid in het afgelopen jaar. Terecht is hij begonnen met hoognodige prijscorrecties van ver schillende produkten en in zijn aange- kondigde beleid handelt hij wederom i ds. J. W. Schokking. Medewerking juist door aan het structuurbeleid meer leent het Gereformeerde kerkkoor „De aandacht te besteden en meer eeld be-Roepstem" schikbaar te stellen. Mijn fractievoorrit- Bij de ingang geldt zeker voor minister Biesheuvel" En passant drong de heer Mellema bij de regering op aan om na te gaan of het ruimtelijke ordeningsbeleid niet meei thuishoort bij het -departement van land- Nationale dienst voor koopvaardij De bekende nationale dienst van her denking en voorbede voor de Nederlands; koopvaardij wordt dit jaar zondagavond H november in Rotterdam gehouden. De nlaats van samenkomst Is de Remon strantse kerk op de hoek van de Wes tersingel en de Mathenesserlaan Sprekers z'jn ds. K. S. G Zijlstra Beroenin&swerk NED. HERV. KERK Beroepen te Vinkeveen (toez.): J. v. Sliedrecht te Baarn; door de prov. kerk- verg. v. Z.-Holland (pred. Immanuel- kerkgem. te Waddinxveen); dr. A van "aarlem te Nieuw- en Sint-Joostland. Bedankt voor Amsterdam-W. (Jeruza- de verzorging van de eredienst toe- j lemkerkgem. A): P. H. de Pree te^ H.L gemeten gekregen. Kandidaat Pruim liet I Ambacht;_ voor Harskamp: namelijk behalve psalm 136 ook nog drie gezangen in zijn geheel zingen voor de dienst had de gemeente reeds twee verzen aangeheven, zoals dat in de kerkelijke terminologie van een kwart eeuw geleden heette. In totaal heeft organist Post zondagmorgen de zang van veertig verzen begeleid. Weinig organis ten valt deze eer te beurt. Twee kerk gangers in Wijckel hebben de kerk ver laten tijdens het zingen. kamp te Groenekan. GEREF. KERKEN Aangenomen naar Rotterdam-Overschie (vac. J. Ribberink): J. v. Dalen te hoorn, die bedankte voor Franckcr (verb, ber.); naar Wilsum (Ov.): W. F Zwerver te Munnekezijl. GEREF. KERKEN (vrRgem.) Kandidaat Pruim is afkomstig uit Den Haag. Hij is secretaris van de Sjaloom- eroep waarin mensen van diverse pro-, Beroepen te Middelstum (accl T. J. testantse kerken en de r.k. kerk samen- Keegstra Tiel-Zaltbomrhel"te Opendi Surhuisterveen (Gr.): B. Meijer, kand. iep streeft naar oecu- qroot qedeelte van het kerk- Imenische samenwerking en naar active- y -a ring vnn het ners volk onder het koffiedrinken na de morgendienst vrij spoedig over j tot de zaken pan het gevmn» niier- daagse leven en dat verdriet te- I lie; recht veel predikers. i man. die zondagmorgen echter de dienst leidde in de Gereformeerde kerk te Wijckel hij diende deze gemeente omdat de plaatselijke predikant in het naburige Balk moest voorgaan mag klacht uiten over „de na-preek". De door kandidaat E. Pruim uit Den Haag geleide dienst is gisteren in Wijc kel urenlang onderwerp van gesprek ge weest en tal van kerkgangers zullen zich deze dienst nog lang blijven herin- Beurtzang Kandidaat Pruim kondigde namelijk „tot verbazing der beschouwers" aan dat hij de gemeente uitnodigde alle 26 zen van psalm 186 te zingen. Dit is bekende psalm, waarvan alle verzen eindigen met „Want Zijn gunst alom verspreid, zal bestaan in eeuwigheid". De voorganger vroeg de gemeente deze en bij beurtzang mannen en vrou- te zingen. Het laatste vers zou den alle kerkgangers samen moeten zin- ren en dat was voor de organist een inorme steun. Hij hoefde daarom geen itreepjes te zetten om het aantal ge speelde verzen bij te houden: na het ihoog klinken van hoge vrouwenstem- in en zware mannenstemmen samen, het persoonlijk geloofsleven zoekt naar nieuwe vormen om uiting geven aan het getuigenis van de christenheid. Kandidaat Pruim heen verbonden aan Jeugd ei Evange- Het komt tegenwoordig nagenoeg niet voor dat in protestantse kerkdiensten al le verzen van een psalm worden gezon- Ssn. Toch vindt kandidaat Pruim in de eref. Kerken wel medestanders. In r.k. kloosters worden dikwijls In een week alle psalmen gezongen. te Kampen. CHRIST. GEREF. KERKEN Beroepen te Amstcrdam-W (vac. M W. Nieuwenhuijze): I. de Bruijne te Rot terdam-C.; te Steenwijk: A. C. Noort te Groningen. Wij lezen vandaag: Psalmen 144. Verliefd? DROSTE pastilles altijd welkom'.N^. Tegenstander van Hitier en van de moderne bewapening (Van onze kerkredactie) Gisteren heeft ds. Martin Nie- möller zijn werk als praeses van de Evangelische Kirche van Hes sen en Nassau neergelegd. De 72- jarige Duitse theoloog, die altijd meer pastor was, gaat met eme ritaat. Hjj was een van de laatste principiële tegenstanders van het Duitse nationaal-socialisme die nog actief werkzaam was in de Duitse kerk. Zjjn heengaan be tekent welhaast de afsluiting van een bewogen tijdperk uit de kerk geschiedenis. Niemoeller werd in 1947 in zijn huidige functie gekozen. In tegenstellng tot an dere Duitse kerken kent de kerk van Hessen en Nassau geen bisschop -die be last is met de geestelijke leiding van de kerk. Toch was hij als praeses van de kerk, niet tevens de voorzitter van de synode. Zijn kerkelijke functie had meer weg van die van een president in een re publiek die naast zich een ministerraad met een minister-president heeft. Nie- möller was in hart en nieren altijd een pastor pastorum, maar vaak meer van de wereldkerk dan van zijn eigen kerk. Hij blijft tot de volgende assemblee presi dent van de Wereldraad van Kei-ken. Deze Duitse predikant is bekend ge worden door zijn verzet tegen het na tionaal-socialisme. Na in de eerste we reldoorlog commandant geweest te zijn van een duikboot en een poosje met de gedachte rondgelopen te hebben om ge rant te worden in een hotel, besloot nii 1919 theologie te gaan studeren. Hij werd in 1924 in het ambt bevestigd en leidde een aantal jaren het werk van de inwendige zending in Westfalen. In 1930 werd hij predikant van Berlijn-Dahlem. VERZET Hoewel hij in 1933 nog geen princi piële tegenstander was van het nationaal- socialisme doorzag hij al spoedig dc ge vaarlijke tendensen. Hij verzette zich vooral tegen dc zogenaamde „Duitse christenen" die hun geloof cn nationa lisme op één noemer terugbrachten. Nie möller werd in deie tijd ongetwijfeld be ïnvloed door zijn collega in Bcdlijn, Die trich Bomhoeffcr. die zijn gemeente reeds in 1932 oproep om te waken. Reeds in 1934 kwam Niemöller in bot sing met Hitler, die hem uit zijn ambt wilde laten ontzetten. Zijn gemeente weigerde hem echter te laten gaan. Nie möller werd toen tevens een van de voormannen van de „Bekennende Kir che" waarin het verzet op de theologische] basis van de Barmer thesen een groeien de kracht kreeg Niemöller bleef preken tot eind 1937 Toen hij echter zich openlijk in eenj kerkdienst verzette tegen Hitiers poli tiek en aan het einde van de dienst de namen van dertig predikanten voorlas die gevangen genomen waren en de ge meente vroeg voor hen te bidden, werd i hij zelf gearresteerd. Na de oorlog werd Niemöller een van de sterkste Duitse tegenstanders van de bewapening. Hij werd een pacifist, kreeg contacten met het ijzeren gordijn en reisde de gehele wereld af om de mensen op te wekken tot geloof en eenheid. Scherp keerde hij zich tegen het nieu we Duitse leger. In 1957 verklaarde hij zelfs van een kansel in Kassei, dat de militaire dienst gezien moet worden als een hogeschool voor beroepsmisdadigers. Opnieuw kwam hij in conflict met een regering, ditmaal de regering van de Bondsrepubliek. Er zit een zekere mate van tragiek in het leven van deze prediker van het evangelie. Zijn kracht die hem dwong om vanuit het evangelie ook over de politiek te spreken, werd eigenlijk tevens door velen gezien als zijn zwakheid. Velen ook in de kerk aanvaardden zijn politieke inrichten niet. Het gevolg was dat hij in 1958 met slechts drie stemmen meerderheid werd herkozen als prae ses van de kerk van Hessen-Nassau. Het gevolg was ook dat hij in het westen aan invloed inboette maar, naar wij van Oostduitse predikanten hoorden, ook achter het ijzeren gor dijn. Hoewel hij pas in 1966 behoeft af te treden heeft hij nu besloten om per l januari 1965 zijn functie neer te leggen. De synode van de kerk pan Hessen-Na'ssau is op het ogenblik bij een om een opvolger te kiezen, Hogeschool Tilburg krijgt noodgebouw Bij de rooms-katholieke hogeschool in Tilburg zal binnenkort een noodgebouw verrijzen. Het slechts enkele jaren oude gebouw van dc hogeschool is te klein en er is dringend behoefte aan een tweede, als gevolg van de toename van het aan tal studenten en de toevoeging van een derde faculteit, die der rechtswetenschap- Den. Financiering door rijk of curato- torium is on korte termijn echter niet te verwezenlijken. Nu is een tijdelijks oolo«;ng gevonden, dank zij de vem-^en- te Tilburg. Deze zal voor een bedrag van 3 miljoen gld investeren in een nood gebouw, bestaande uit 90 elementen, die in de fabriek worden vervaardigd en ter plaatse worden gemonteerd. Vraag: Twee jaar geleden brachten bladgrond, wij een stek van een oleander J!- 11 - nu is uitgegroeid tot met veel knoppen er a_~ spijt vallen deze af voor ze tot ontwik keling komen. Sommige doen het nog wel doch vallen ook spoedig af. De bloemen zijn dan nog heel mooi. Ik bedoel daarmee dat die kelkjes niet verdorren zoals bij andere planten. Wat kan de oorzaak zijn. Ik gaf voldoende water en ook af en toe pokon. De plant staat in het volle licht en krijgt de m uccl, ochtendzon. Hoe moet ik haar in de ansichten winter bewaren? De plaats waar zij nu staat in de vensterbank, is zeker te koud. Moet ik haar nog inkorten, want Reactie van lezer: De heer J. H. v. d. Burgh, Woudenbergscheweg 44a te Zeist (wiens naam en adres we met diens toestemming bekend maken) schrijft naar aanleiding van een vraag over gegevens en foto's betreffende een groot aantal predikanten en kerken uit de vorige eeuw, dat hij een grote verzame ling heeft van foto's van kerken, ook ■ordt tamelijk hoog, en hoe moet dit gebeuren? Antwoord: De oleander of eigenlijk nesium oleander geheten, is niet gemak kelijk als kamerplant. Zij vraagt in hui; een zeer lichte, zonnige standplaats liefst in de serre. Zij vraagt in de groe- en bloei zeer veel water (steeds lauw) en om de veertien dagen bijmesten. Dc plant kan in de zomer ook buiten staar op een warm en zonnig plaatsje. U kun de plant in september beter bimenha len. 's Winters moet u haar koel plaal sen en alleen begieten als de gron< droog is. maar dan ook rijkelijk gieter en nooit met koud water. Ne oe bloe moet u haar flink insnoeien en u moet ha:.r slechts clan verpotten als d't strik nodig is. F?t grondmengsel moet voecl kerken. Tevens bezit hij de Haagse kerkboden van 1900 tot 1940 en zelfs exemplaren van 1887. Zijn grootvader is namelijk drukker geweesi van de Haagse kerkbode. De enige kerk waarvan hij geen foto heeft (althans van de buitenzijde) is de Gereformeer Ie Kerk Bazarlaan 21 (uit 1887). Het is nem niet mogelijk thans foto's te maker omdat er altijd auto's voor staan, ook •nist hij foto's van de hulpkerk Kaapse olein (1923-1926) en Fahrenheitstraa' 1920-1923) en interieurfoto's van de )osterkerk en Noorderkerk, wel heefi hij foto's van het interieur en exterieur an de Nobelstraatkerk waar zijr •rootvader voorlezer en koster was )ok van de kerk te Zeist heeft hij oud- 'oto's. Hij bezit foto's van alle Gerefor meerde predikanten, die de kerk in Der Haag sinds 1836 hebben gediend me litzondering van de foto's van ds. A. loffers en ds. R. Veldman. Aangezien zaam zijn, bijvoorbeeld twee delen vele belangrijke stukken cn foto's den weggegooid of verdwijnen, is het i het grootste belang, dat de verza- imet Vraag: Een vrouw is gehuwd met een weduwnaar, die 24 jaar ouder is. De man is ziekelijk en niet sterk. Hij heeft een zaak. Tegenover de goederen van de zaak staan grote schulden. De vrouw heeft een auto, radio, naaimachine en meubels ten huwelijk meegebracht, of later gekocht van het geld van haar spaarbankboekje. Het huwelijk is in ge meenschap van goederen gesloten. Uit het eerste huwelijk van de weduwnaar zijn kinderen geboren. Toen de eerste vrouw stierf, namen de oudste kinderen er genoegen mee dat zij zelf niets ont vingen, maar alles ten goede kwam aan le jongere kinderen. Hoe moet het nu >ls de man eens eerder kwam te sterver lan de vrouw? De echtgenoten hebber :en notaris om raad gevraagd, doch he' intwoord bevredigde hen niet erg. Zijr ;r andere mogelijkheden? De vrouv. voelt er niets voor de schulden van d( ian te betalen en dan nog van haa> eigen goederen en geld uit te delen aar ■ie kinderen uit het eerste huwelijk Antwoord: Dat het antwoord van de otaris onbevredigend was. laat zich 'enken, want de gehele toestand is on- icvredigend. Waren beiden op huwe- 'ijksvoorwaarden getrouwd dan had men de nodige veiligheidsmaatregelen ku-.nen treffen, die ook de man waren ten goede gekomen. Nu is hot wel mo- drieven, die atet cijn voorzien van naam en adres, kannen niet uj behandeling worden genomen. Geheimhnudig is verzekerd. Vra» gen, die niet onderling met elkaar In verband staan moeten in af zonderlijke brieveD worden ge steld. Per orlef dient eeD galden aan postzegels te worden Ingesler felijk un als het huwelijk reeds drie jaar heeft geduurd, huwelijkse voor waarden te maken, maar in dit geval ;eeft dit weinig baat omdat er schuld eisers zijn. Als het geld, dat de vrouw meebracht op een spaarbankboekje tond, heeft men een bewijs. Wat de •.ckochte en meegebrachte voorwerpen letreft, moeten er bewijsstukken wor- len verzameld, waaruit blijkt dat de voorwerpen door de vrouw met haar •lgen geld gekocht of ten huwelijk neegebracht zijn. Men moet dus verkla ringen van de leveranciers los krijgen of duidelijk aantonen waar het geld vandaan kwam. Ook moet er een rege- 'ing worden getroffen, waaruit de af wikkeling van het versterf der eerste vrouw blijkt Voorts is het verstandig als de man de vrouw een levensonder houd nalaat. Men zal lenslotte de hole zaak aan een notaris motten voorleggen om te redden wat er te redden valt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 2