LOFTLEIDIR:
gewapende
vrede
n
We leven in
m
A
Washington op de korrel in komische kolom
HET ZOEKEN IS AAN DE GANG
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1964
(Van een onzer verslaggevers)
ALFRED ELIASSON is een man van weinig woorden. Hij spreekt slechts
als hem een vraag wordt gesteld en zijn antwoorden zijn kort. Ongeduldig
schuift hij telkens zijn stoel achter het mahoniehouten bureau waarop het vlag
getje met zijn maatschappij-embleem prijkt: Loftleidir. ,,Ja, dat kan je wel
zeggen, een gewapende vrede. Maar we blijven vriendelijk. Trouwens, we
louden ons geen openlijke ruzie kunnen veroorloven. Er zou niet dat hoeven te
gebeuren of alle grond zou ons onder de voeten worden weggenomen." En
dat met ons bedoelt Alfred Eliasson dan de 700 personeelsleden van zijn (IJs
landse) luchtvaartmaatschappij, de maatschappij, die hij twintig jaar geleden
met twee collega's, hartstochtelijke jachtvliegers, oprichtte. Hij was de man,
die Loftleidir in deze twee decennia opbouwde en haar naam zowel op het
Europese vasteland als in Amerika bracht. Hij moet toegevenhet is een dwerg
onderneming gebleven. „Maar tóch", zo voegt hij er met een veelbetekenende
grijns aan toe, „een maatschappijtje, dat heel wat grotere broers nijdig heeft
gemaakt al willen ze dat nooit openlijk toegeven."
concurrerend zijn. Dat betekende
dus vliegen tegen lagere tarieven.
We wisten dat we er ons het on
genoegen van de andere lucht
vaartmaatschappijen mee op de
hals zouden halen, maar we heb
ben de gok gewaagd, aldus de
heer Eliasson. We sloten ons niet,
zoals onze grotere broers, aan bij
de IATA. Wij wilden onze eigen
tarieven bepalen.
En dtt b het resultaat. Alfred
Eliasson schuift laden open en
haalt een tarieventabel te voor
schijnt 1392 voor een retourtje
Amsterdam-New York, of wel:
twintig procent goedkoper dan de
tarieven van de IATA-maataehap-
pljen (w.o. ook KLM)Vanaf
Luxemburg kan het zelfs nog
goedkoper. Daar hoeft de passa
gier slechts 1165 neer te tellen
of wel dertig procent minder! En
ondanks die lage prijzen renderen
we best. Ja, ieder jaar een forse
Dwerg I uchtvaartmij
is felle concurrent
voor grote broers
BEZETTING
Alfred Eliasson laat zijn blik
naar buiten dwalen. Vanuit zijn
nieuwe kantoor aan de rand van
het vliegveld van Reykjavik, kijkt
hij uit over de houten barakken,
die als aankomst- en vertrekhal
len fungeren.
Voor de ingang staat juist een
in wit en blauw geschilderde
Cloudmaster (DC-6b) met draaien
de motoren klaar voor de sprong
naar New York. Dat is er eentje,
die juist uit Oslo komt en hier een
tussenlanding maakt, zegt hij. Je
kunt er zeker van zijn. dat hij
tot de laatste plaats bezet is. We
vliegen bijna altijd met volle kis-
tere onderneming: zij vliegt met
een zeer hoge bezettingsgraad.
Waar de K.L.M. het op de lijn naar
New York met een slordige 55
pet-bezetting moet doen vliegt Loft
leidir met een jaargemiddelde van
80 procent, 's Zomers ligt dit per
centage nog aanzienlijk 'hoger.
Zeker 120 procent. Niet zelden
hebben we hele wachtlijsten, al
dus de heer Eliasson. van men
sen die met een ..stand-by" plaats
wel genoegen nemen. Zij rekenen
dan op de afvallers, die er na
tuurlij ie altijd zijn.
SLAG TERUG
WIJ hebben de klok een slag
teruggedraaid, zegt Alfred Elias
son. Want die goedkope tarieven
kunnen wij natuurlijk niet zómaar
handhaven. In tegenstelling tot de
grote I AT A-m a atsch appi jendie
op de transatlantische trajecten
allemaal „jets" hebben ingezet,
houdt Loftleidir het op de zuiger
toestellen.
Zij heeft zich niet laten mee
liepen in de genadeloze concur
rentiestrijd tussen de reuzen, die
steeds moderner en sneller mate
riaal aanschaffen om de concur
rent te overtroeven en die daar
door financieel gezien klap op
klap te verwerken kregen. Wij
hebben nog steeds de oude trou
we DC-6b in dienst, een toestel
dat in de afgelopen tien jaar zijn
sporen wel heeft verdiend. Bij al-
economisch toestel ge
bleken.
We hebben er vijf, zegt de heer
Eliasson. En sinds kort ook een
Canadair CL-144, een Canadees
(zuiger) toestel, dat plaats biedt
aan 190 passagiers (de DC-6 be
vat 85 plaatsen). Om zoveel mo
gelijk comfort te bieden hebben
we het toestel zo laten inrichten,
dat 160 passagiers er ruim plaats
kunnen vinden. Voor het einde
van dit jaar nog komt het tweede
toestel van dit type.
Voor ons betekent dit een flmke
vooruitgang. De Canadair is met
zijn 650 km per uur aanzienlijk
sneller dan de Cloudmaster (460
km) en levert de passagier een
behoorlijke brok t. jdwinst op.
NOODOPLOSSING
Eenling met winst
AL ENKELE JAREN
lang kampen vele gro
te luchtvaartmaatschap
pijen met grote financiële
moeilijkheden. Als gevolg
van de intrede van het
passagiers-straalvliegtuig
kregen tal van maatschap
pijen klap op klap te ver
werken. Onze K.L.M.
maakte daarop geen uit
zondering. Vooral de
noordatlantische route
(Amsterdam-New York)
bleek een „bottle-neck",
waarop miljoenen guldens
verlies werden geleden,
omdat men de grote DC-8
niet vol kon krijgen.
Er is echter één maat
schappij aan wie al deze
moeilijkheden voorbijgaan
en die in tegenstelling tot
alle andere grote maat
schappijen ieder jaar forse
winsten maakt, juist op de
diensten van Europa naar
New York: de IJsland
se luchtvaartmaatschappij
Loftleidir.
Een onzer verslaggevers
had in Reykjavik een in
terview met de president-
directeur van de maat
schappij, Alfred Eliasson,
die hem vertelde hoe Loft
leidir zich in deze voor de
luchtvaart zo moeilijke tijd
met succes weet staande
te houden.
Op Schiphol krijgt de passagier
een bepaald nummer op zijn ticket
geschreven en in Reykjavik wordt
dit nummer voor de doorvlucht
naar New York veranderd, zodat
de indruk wordt gewekt dat er
twee vluchten worden gemaakt.
Natuurlijk heeft iedereen dit sys
teem door, lacht de heer Elias-
Luxemburg is het enige land,
dat geen voorwaarden stelt. Al
leen omdat het geen eigen lucht
vaartmaatschappij heeft. Daarom
kunnen vandaar nog lagere tarie
ven worden berekend: ook op het
traject naar Reykjavik kunnen we
de goedkope prijzen handhaven.
BASIS
Of Amerika dan geen bezwaren
maakt? De heer Eliasson wil niet
ontkennen, dat het feit dat IJsland
gastvrijheid verleent aan 3000
Amerikaanse militairen (lucht
macht- en marinemannen) op een
basis enkele tientallen kilometers
van Reykjavik, de Amerikaanse
autoriteiten waarschijnlijk een
soepele houding doet aannemen.
Maar, zo voegt hij er onmiddel
lijk aan toe. het is nog nooit zo
scherp gesteld.
Tot nu toe heeft Loftleidir met
de meeste landen geen moeilijk
heden gehad. Alleen met de SAS
is er enige tijd geleden wat on
enigheid geweest. Maar die zaak
is opgelost, aldus de heer Elias
son, die er verder niet meer over
wU praten. We mogen overal lan
den zoveel we maar willen. Al
leen echter met de (overigens
nooit officieel uitgesproken) res
trictie. dat we geen „jets" inzet
ten. We zouden er een berg klan-
van andere maatschappijen
weghalen en daartegen maakt
natuurlijk bezwaren. Wellicht
gaan we in de toekomst nog eens
over op het straalvliegtuig. Maar
dat zal dan pas kunnen als de
anderen al lang supersonisch vlie-
BEPERKT
Het luchtnet van Loftleidir is
beperkt. Maar over uitbreiding
denkt men niet. Er is wel eens
sprake geweest van diensten van
landen achter het IJzeren Gordijn
naar Amerika, maar dat denk
beeld hebben we nu opzij gescho
ven, zegt de directeur. Zo als we
nu draaien, gaat het goed. We
verdienen allemaal een beste bo
terham. Ons bedrijf is compact
en gemakkelijk hanteerbaar.
Waarom zouden we ongewisse
sprongen maken? Mét hem den
ken alle 700 man personeel er zo
over. Personeel in Reykjavik,
maar ook in de Europese kanto
ren en in New York en San Fran-
En méér dan in andere bedrij
ven gelden ook hün stemmen. De
meestcn van lien zijn namelijk
aandeelhouder. Van ieder directie
besluit worden zij op de hoogte
gesteld. Dat werkt prettig, zegt
de heer Eliasson, er heerst overal
een echte teamgeest. Logisch ook,
want iedereen heeft het gevoel
voor zijn eigen boterham te wer
ken....
12 x NEW YORK
Voorlopig blijft Lofleidir met de
zelfde frequenties vliegen. Dat be
tekent twaalf vluchten per week
van Europa naar Amerika (waar
van er een in de week van Am
sterdam). Voorlopig ook zullen liet
Cloudmasters zijn, die de oceaan
oversteken.
De toestellen voldoen nog uit
stekend en wat comfort betreft
doen ze vrijwel niet onder voor
de DC-8. De charmante blonde
IJslandse stewardessen doen alles
om de gast tevreden te stellen.
Dat begint al bij het vriendelijke
..verid velkomin um bord" (wel
kom aan boord) en dat gaat door
bij het (in vrijwel onbeperkte ma
te) serveren van whisky en cog
nac en maaltijden. Ook Loftleidir
heeft „service" bovenaan de lijst
van verkoopargumenten gesteld.
Die service gaat zelfs zover, dat
mocht er een vliegtuig uitval
len de passagiers direct wor
den overgeboekt op een toestel van
een andere maatschappij. Loftlei
dir past dan het verschil in ta-
MIDDENKLASSE
Bij vele Amerikanen Is het
dwergmaatschappijtje de afgelo
pen jaren een goede bekende ge
worden. Velen tienduizenden vlo
gen er mee de oceaan over om
Europa „te doen" (vorig jaar
80.000). Meestal zijn het mensen
uit de middenklasse, zegt de heer
Eliasson Toeristen, die graag en
kele honderden guldens uitsparen,
scholieren, de (in Amerika slecht
betaalde) geleerden, die een stu
diereis willen maken en in om
gekeerde richting de ouders,
die geëmigreerde kinderen gaan
opzoeken.
Zakenmensen hebben we vrijwel
nooit. Voor hen wegen een paar
honderd gulden niet zwaar
snelheid gaat voor hen boven al
les. Die moeten dus niet bij on«
zijn.
Voor de meeste andere passa
giers is de omweg via IJsland
echter geen bezwaar. Velen van
hen maken van de gelegenheid
gebruik een bezoek aan het eiland
te brengen. Daarbij fungeert Loft
leidir dan als de IJslandse V.V.V.
door speciale 24-uurs tickets te
verkopen, waarvoor men eet, over
nacht en een excursie in de om
geving van Reykjavik (met be
zoek aan enkele geisers) maakt.
De IJslandse regering en de
middenstand, die het aantal van
20.000 toeristen per jaar graag
omhoog ziet gaan, ontvangt ze
met een hartelijk welkom. En
voor de toerist is het een ver
rassende belevenis, dit ruige
eiland met zijn 180.000 bewo
ners, met zijn vulkanen en gei
sers, met zijn zomerse nachten,
waar geen duisternis intreedt,
even „mee te nemen".
niet concurreren met de grote
maatschappijen. De DC-8 van de
K.L.M. bijvoorbeeld vliegt in min
der dan acht uur van Amsterdam
naar New York. De Cloudmaster
heeft er een slordige 15 uur voor
nodig. Dat komt met name omdat
er een tussenlanding in Reykjavik
moet worden gemaakt. Dat zijn
we wel verplicht, al zouden we
liever rechtstreeks vliegen.
Maar als we dat zouden doen,
zouden we gelijk worden geweigerd
op de meeste Europese luchtha
vens omdat we dan te grote con
currenten zouden zijn. Daarom
hebben we een noodoplossing ga-
zocht en gevonden. Van Europa
van de Scandinavische landen,
Finland, Nederland en Luxem
burg maken we eerst een
sprong naar Reykjavik. Voor dit In Fur O DO
traject berekenen we IATA-tarie- LU,UHU
ven. Daarop kan dus niemand iets
aanmerken. Pas op het traject
van Reykjavik ons eigen ge
bied naar New York komt de
In de grote armee
van Amerikaanse jour
nalisten, die dagelijks
de dikke dagbladen van
hun land vullen, vor
men enkele „column"-
schrijvers de élite.
Voor een Amerikaanse
„newsman" is het een
(doorgaans niet te ver
wezenlijken) ideaal om
eens zelf een eigen
hoekje in de krant te
mogen vullen, want dat
kan zijn werk uit de
massa der dagelijkse
krantenpagina's doen
uitspringen en dat geeft
hem de mogelijkheid
om, via een nieuws-
syndicaat, zijn scriepro-
duktie te slijten aan
bladen, verspreid over
alle Verenigde Staten
en, als het meezit, zelfs
naar kranten in de
hele wereld.
Slechts weinigen sla
gen. We kennen „coluinn-
writers" als de gebroe
ders Alsop, Walter Win-
chell. Dorothy Dix en
nog een handjevol namen,
die ook in Europa ver
maard zijn geworden en
daaruit springt dan in de
eerste plaats die van Art
Buchwald naar voren.
In 1949 werd de Ameri
kaanse journalist met de
onafscheidelijke sigaar de
komische kolomschrijver
van de Parijse editie van
de New York Herald
Tribune.
Art Buchwald bleek
een nieuw, fris komisch
schrijftalent te zijn. Zijn
hoekje in de ..Paris Herald" viel
op en amuseerde dagelijks duizen
den lezers. Via het Newyorkse
moederblad kregen ook de Ameri
kanen hun dagelijkse portie ironi
sche humor uit de schrijfmachine
van Art Buchwald voorgeschoteld
en de Newyorkse aanhang van de
talentvolle stukjesschrijver groei
de iedere dag.
Art Buchwald was gearriveerd.
Hij bereikte het ideaal, waarvan
de meeste Amerikaanse journalis
ten dromen. Zijn „column" werd
doorverkocht en gepubliceerd in
twaalf talen in meer dan twee
honderd kranten over de gehele
wereld.
dryving, steeds vol zelfspot, levens
wijsheid, rake woordkeus, en een
grenzeloze fantasie.
In 1962 ging Buchwald naar de
States terug en hij koos de hoofd
stad Washington als standplaats.
het Kapitool, het Pentagon,
het Witte Huis en al die andere
plaatsen, die ook voor ons, Euro
peanen, niet onbekend zijn. De ge
beurtenissen, de dingen, de mensen
en het leven van alledag in de
federale hoofdstad werden nu de
ingrediënten voor Buchwalds stuk
jes.
Boek
de heer Eliasson,
foefje is dat in Reykjavik de
vluchtnummers worden gewijzigd,
Dertien jaar lang bleef Buch
wald m Europa en steeds vergastte
hij zijn trouwe supporters op een
stukje amusement. opgebouwd
uit voorvallen in het nieuws, de
politiek, het dagelijks leven, voor
de lezer waar gebeurd, maar altijd
met een sausje van lichte over-
In het bjj de Londense Uitge
verij Heinemann verschenen boek
I chose Capitol Punishment (een
aardige woordspeling met capital
punishment de zwaarste straf)
zyn enkele tientallen Buchwald-
stukjes bijeen gébracht. In zijn
verhaaltjes over Washington en de
mensen, die er wonen, steekt hij
fijntjes de draak met zün nieuwe
woonplaats. In ieder stukje zit een
glimlach, of een hartelijke grinnik
over een goede vondst en vaak ook
toont Buchwald zijn grote mensen
kennis en levenswijsheid, die hij
op een droogkomische manier in
zijn werk etaleert.
Terecht wordt hij als één van
de grootste komische stukjesschrij
vers ter wereld aangeduid. Mis
schien is hij wel de grootste van
allemaal. Om de lezer iets van
de stijl van Buchwald te laten
proeven, hebben wij hier zijn in
het boek I chose Capitol Punish
ment opgenomen satire The Search
is On opgenomen.
i H.
Reeds zolang de negers aan
het protesteren zijn tegen de
discriminatie bij het vinden van
werk en gedreigd hebben iede
re maatschappij, die geen ne
ger aanneemt, Je zullen boycot
ten, zijn de grote maatschappij
en wanhopig bezig om ten min
ste één neger op hun werkne-
merslijst te hebben, die iets
meer is dan handarbeider.
Voor het eerst wordt nu door
de grote maatschappijen naar
de gunsten gedongen van de ne
ger met een middelbare oplei
ding, omdat zij hem broodnodig
hebben om een nationale boycot
te voorkomen.
Aangezien de meeste grote
bedrijven nooit eerder negers
hebben aangenomen voor het
vervullen van verantwoordelijke
posten, voelen ze zich werkelijk
verloren, als het er om gaat,
hoe zij daarbij te werk moeten
gaan.
Het zoeken verloopt zeer rus
tig en niemand wil er over pra
ten, maar de onderlinge concur
rentie is zo hevig, dat ik niet al
te verbaasd zou zijn, als het on
geveer op deze manier ging:
Twee vice-presidenten van de
Mackeral Soda Co. worden er
op uit gestuurd om een onder
houd te hebben met Thomas
Jefferson Jones, die na zijn
kandidaatsexamen tot doctor
in de filosofie is gepromoveerd.
Vóór Birmingham werkte de
heer Jones als magazijnbedien
de in een groot Newyorks wa
renhuis. Maar nu is alles ver
anderd.
„Meneer Jones", zegt de eer
ste vice-president, „wij zouden
het op prijs stellen als u op een
verantwoordelijke post bij ons
bedrijf zou willen komen."
„Als ik u goed begrijp", zegt
de heer Jones, „zou u van mij
uw verantwoordelijke neger wil
len maken."
„Nee, nee, beslist niet", ant
woordt de tweede vice-presi
dent, „wij zijn al een poosje
aan het zoeken naar iemand
met uw opleiding om hoofd te
worden van onze verbindingsaf
deling tussen de afdelingen,
speciaal voor flessen en ver
koop."
„Wat is dat precies?"
„Het is een nieuwe baan,
waarbij het er om zal gaan op
het niveau der bedrijfsleiding
te consulteren, rapporteren en
adviseren over zaken die de
belangstelling van de consu
ment voor ons bedrijf zouden
kunnen verhogen".
„Ik begrijp het", zegt de heer
Jones, „maar u wilt natuurlijk,
dat ik vlak bij de deur zit."
„Inderdaad, dat zouden wij
zeker, maar het heeft met het
eigenlijke werk niets te maken.
Waarom vraagt u dat?"
„Van de Star Rubber Co.
kreeg ik een soortgelijke baan
aangeboden, als ik maar bij de
deur wilde gaan zitten, zodat
iedereen kon zien, dat zij ne
gers aan hun bedrijf verbonden
hadden."
„Maar dat is niet het belang
rijkste, meneer Jones. Wij vin
den het veel belangrijker het
best mogelijke team voor ons
bedrijf te hebben."
„Daar ben ik van overtuigd".,
antwoord de heer Jones, „wat
zou mijn titel zijn?"
Daaraan hebben we nog niet
gedacht."
„De Ezra Light and Gas Co.
bood mij aan verantwoordelijk
vice-president van de afdeling,
kapotte meters te worden."
„Wij zouden u vice-president,
belast met het statiegeld der
flessen kunnen maken."
„Dat klinkt heel aardig. Wat
betaalt het?"
„U krijgt 25.000, plus een
jaarlijkse bonus, plus een huis
in een volkomen blanke buurt
en politiebescherming tijdens
de week, dat u daarheen ver
huist."
„De Wagon Train Food Co.
bood me 35.000 plus bonus er,
het lidmaatschap van de
country-club van de maatschap
pij-"
„Dat kunnen wij u ook ge
ven."
„Aan de andere kant", zegt di
heer Jones, „bood de Frothf
Dairy Co. mij S 50.000 per jaar
optie op aandelen, een bonus eti
een extra aandeel in de winst.'
„Goed. Dat doen wij ook,
Wilt u hier maar tekenen?"
„Dat is onmogelijk, heren."
„Waarom?"
Het warenhuis, waar ik ma
gazijnbediende was heeft m4
president-commissaris ge
maakt."
„Wat gaat u voor hen doen?"
vraagt één der vice-presidenten
„Vlak bij de deur zitten."