WERELDCRISIS IN DE BIJBELVERSPREIDING EUROPA ACHTERGEBLEVEN GEBIED Vitale oude heer - OP 28 OKTOBER - 90 jaar EN HET VREEMDSTE: ZONDAGSBLAD ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1964 De kerk en de rekenmachine De Indiase studieseretaris van de Verenigde Bijbelgenoot schappen. de heer S. P. Ra- Ïi. heeft zijn vinger gelegd ij een wonde plek in de Europese kerkelijke samen leving. In zijn studie over de bijbelverspreiding, waarvan wij vandaag de hoofdgedach ten weergeven, komt hij tot de conclusie, dat slechts 5 tot hoog uit 20 procent van de mensen, die volgens de statistieken tot de kerk be horen, werkelijk meelevend ls. Als hij echter uitgaat van zijn Ideaal: ..Ieder protestants- christelijk gezin een bijbel." dan rekent hij echter zelf toch ook weer met de cijfers van de bevolkingsstatistie ken. Hij kan ook niet anders, want andere cijfers zijn er niet, en worden er ook niet verstrekt door de kerken zelf. Zijn cijfers voor Eurooa zou den echter een totaal ander beeld te zien geven, als hij kon uitgaan van de werkelijk heid. Want het ideaal is toch „een bijbel in ieder meele vend christelijk gezin", een bijbel die gelezen wordt, het zij door de gezinsleden af zonderlijk, hetzij gezamen lijk bijvoorbeeld aan tafel of voor het naar bed gaan. Als rekenen dat het aan tal christelijke gezinnen •- meelevende gezinnen wel te verstaan ongeveer tien procent bedraagt van het to tale aantal van Europa wor den de getallen geheel an ders. Er zijn in Europa 17.2 miljoen bijbels in de gezin nen. Er zijn in het totaal 37,5 miljoen christelijke gezinnen op papier. Nemen we aan dat tien procent meeleeft, dan zouden er dus 3,75 miljoen bijbels moeten zijn. Dan is er dus één bijbel op de 0.22 gezinnen, een aantal dat al leen eigenlijk door de pro testantse gezinnen van Zuid en Midden-Amerika benaderd wordt, waar men kan zeggen dat er één op de 0,36 gewin nen is. Er zijn in het verleden in de kerken stemmen opgegaan om toch niet langer te reke- met de werkelijk meelevende lidmaten en zich daarop al leen concentreren, is wel ge zegd. Dan zouden we ons wat de bijbelverspreiding be treft op onze borst kunnen slaan en zeggen: Het staat er in Europa niet zo slecht voor. Maar wij mogen niet vergeten dat de kerken bewust deze stap niet gedaan hebben. Het gaat hen er niet alleen om statisch een zo goed mogelijk figuur te slaan. Achter deze getallen staat een verant woordelijkheid. Een vereni ging kan een streep halen door de namen van leien die niet meer mee willen spelen. Een kerk blijft verantwoorde lijk voor allen die zien om welke reden dan ook niet mee laten zien. Een kerk heeft een verantwoordelijkheid voor ieder levend mens want de boodschap van de bijbel richt zich niet alleen tot de meelevende christenen. God wil spreken tot de wereld. En als deze papieren christe lijke gezinnen dan nog niet aan de bijbel toe zijn. dan blijft de verantwoordelijkheid dat zij tenminste die bood schap kunnen lezen door een bijbelgedeelte. En dan blijft het feit dat in Europa (zon der de Sowjetunie) voor de 425 miljoen mensen er slechts 28,57 miljoen bijbel gedeelten beschikbaar zijn en dat het met de huidige Siroduktie als de bevolking enminste niet toeneemt het nog negentig jaar zal du ren voor het eerste ideaal van de bijbelgenootschap- Kn leder mens een bij lgedeelte in vervulling is gegaan. De bijbel is een bestseller. Dat blijkt ieder jaar weer als de internationale lijst van meest verkochte boeken wordt gepubliceerd. Maar een studiesecretaris van de Verenigde Bijbelgenootschappen spreekt in een nieuwe studie van een: ïlIPMilllï, (Van kerkrèdactiè) In de Engelse taal is deze zómer een statistische studie verschenen over de bijbel verspreiding tn de wereld. De resultaten bleken van dien aard te zijn, dat de schrijver, de Indiase secre taris van de Verenigde Bij belgenootschappen S. P. Ra- ju, zijn rapport de titel gaf: „Crisis in World Scripture Circulation". (Crisis in de wereldverspreiding van de Heilige Schrift.) Enkele op merkelijke cijfers uit zijn studie zijn: We kunnen niet volstaan met bijbels drukken en verkopen. Wil het ideaal van de bijbelge nootschappen in vervulling gaan dan sullen we ook de interesse in de bijbel moeten op- Meer dan de helft van de protestants-christelijke gezinnen in de wereld beschikt niet over een bijbel. Zeven van de acht protestanten in de wereld hebben zelfs niet eens een nieuwtestamentje. In 1962 werden vier miljoen bijbels verkocht of uitgereikt. Dat wil zeggen één bijbel voor 53 gezinnen die er nog geen hebben. In Europa wonen ongeveer 150 miljoen protestanten. Van iedere twintig protestantse christenen heeft er één een nieuw testamentje. Er is een bijbel beschikbaar voor ieder twee en een half gezin. Voor de heer Raju meest opmerkelijke resultaat het 212 miljoen bijbels. Er zijn echter respectievelijk 150, 40, dat ieder mens tenminste over verspreid, een klein gedeelte van de bijbel ...r-p.,/ evangelietje in iijc taal AAN HET WERK beschikt, dan komt Europa achteraan. Terwijl twee-vijfde van de bevolking van Europa i zonder de Sowjetunie i zich pro testants-christelijk noemt, is er „wclJkfc olll auHS10,0„u slechts één bijbelgedeelte voor 15 halen. In de afgelopen maanden - Natuurlijk zitten de bijbelge- Europa nootschappen en de kerken in de ""h nrn- wereld niet stil. Er wordt hard gewerkt om de achterstand dat één Ter- j door de jubileumviering openbaarheid getreden er kunnen trots zijn op Maar laten we onszelf hard op de borst slaan. De statistiek van de heer Raju toont aan. dat vooral Europa ACHTERGROND De heer Raju gaat bij zijn stu- achterblijft als het er om gaat de die uit van het drievoudig ideaal achterstand in te halen. In van de bijbelgenootschappen bijbelgedeelte op'de^zès, in Midden- en Zuid- -- T-v i 4 Amerika één op de 6,8, in Iedere protestante christen Europa één op de 14,8. Afrika 4„ w-4 *14— één op de 15 9 Oost-Azië één op de 29 en West-Azië één op de 91 mensen. Terwijl in Noord-Ameri- ka en Australië met de omringen de eilanden snel voortgang ge- Volgens de betrouwbaarste sta- boekt wordt deze in Zuid-Ameri- stiek zijn er in de wereld onge- ka zeer redelijk is. is de voort- Ieder men» moet kunnen be sehikken of evangelietje Iedere pr moet in het bezit zijn van nieuwtastamentje. Ieder protestants-christelijk gezin moet in het bezit zijn van olledige bijbel. Zuid-Amerika één op de 2,5; in West-Azië één op de 7; in Noord- Amerika één op de 7,2; in Afri ka één op de 7,7; in Australië één op de 14,1; en Europa komt helemaal achteraan met een op de 19.1. Dat wil dua zeggen op de 19.1 protestanten, die officieel aangesloten zijn bij een kerk is er slechts een nieuwtestamentje. En als het gaat om de bijbel verspreiding dan hobbelt Europa eveneens achteraan. Het ideaal is ieder christelijk gezin een bijbel- Wat komt daarvan terecht? De verspreiding is in Zuid; en Mid- den-Amerika onder de protes tantse christenen aldaar het bes te: één op de 0.36 gezinnen. Zelfs Afrika is uitzonderlijk goed: éen op de 0.75. Dat wil dus zeggen: dat in deze streken de christelij ke gezinnen gemiddeld al over meer dan één bijbel beschikken In West-Azié heeft ieder christe lijk gezin al één bijbel, in Oost- Azië is dat één op de 1.7; >n Australië één op de 1.7a, in Noord-Amerika één op de 1,99. in Europa echter slechts één op de 2.2. De heer Raju geeft echter ln zijn statistiek een verklaring voor het feit dat Europa in alle ge vallen zo ver achteraan komt. Het aantal christenen dat op papier lid is van de kerk. is zeer groot. In werkelijkheid kan echter slechts van 5 tot 20 procent van deze papieren lidmaten gerekend worden tot werkelijk meelevende kerkgangers. De anderen staan in werkelijkheid onverschillig of soms ook vijandig tegenover de kerk en dat betekent dat -.rij ook onverschillig of vijandig staan tegenover de bijbel. CRISIS 3.000 miljoen mensen. Daar- gang m Europa lang: zijn er 850 miljoen die op de als in Afrika. In of andere |j christen langzaam genoemd kunnen worden. Men neemt aan dat er 490 miljoen rooms-katholieken zijn, 260 mil- PIJNLIJK joen protestanten en ongeveer 100 miljoen oosters-orthodoxen. Uitgaande van deze getallen en van het ideaal van de bijbelge- het aantal nieuwtestamentjes per nootschappen moeten er in totaal christen, protestants-christen wel Wie de gigantische getallen op zich laat inwerken, beseft dat de heer Raju gelijk heeft, als hij spreekt van een crisis op het ge bied van de bijbelverspreiding. Een massale krachtsinspanning zal nodig zijn om het ideaal van ieder mens een bijbelgedeelte, iedere christen een nieuwtesta mentje. in ieder christelijk gezin een bijbel, in vervulling te doen gaan. Maar uiteindelijk gaat het hierbij alleen nog maar om de kwantiteit. De schrijver vertelt, dat hij en kele jaren geleden eens met bij bels colporteerde op een dorps- markt ergens in Noord-India. Hij stond er met zijn evange- lietjes in zijn hand en prees ze aan. Een jonge man kwam langs. Zonder zelfs maar stil te blij ven staan, zei de man tot zich zelf: „Bate tho hotha hai, sahib? Samjnana chahiye." Raju ver taald dat vrij met: „Het is niet voldoende om die boeken te ver kopen, mijnheer. U moet ze ook uitleggen." Daarom spreekt hij van een kwalitatieve crisis. Ach ten veel mensen de bijbel niet ouderwets en onrealistisch voor Raju schrijft: ,,Als we geloven dat het Woord van God waarde heeft voor de gehele wereld, dan moeten we een oplossing vinden voor die kwalitatieve crisis, een oplossing die begrepen kan wor den door de man in de kerkbank en de eenvoudige christenen, maar ook door de man van de straat en de eenvoudige mens van deze tijd. Maar hier bevinden we ons niet langer op het terrein van de statisticus en de bijbelgenoot schappen. Maar het is de taak van de kerkleden en de Kerk van Christus om de wereld weer het vertrouwen in de bijbel te doen hervinden, en onze tijdgenoten te helpen om de boodschap te ont dekken die de Heer van het heel al ook hun heeft geschonken." En daarom zullen de bijbelge nootschappen in de wereld moe ten komen tot een plan voor de toekomst, een plan dat zowel aan dacht schenkt aan de kwantitatie ve als aan de kwalitatieve crisis. Dit plan moet beginnen met een effectieve studie van de huidige situatie en de markt die er is voor de bijbel. Dan moet een effectieve publiciteit vol gen. De bijbel moet verspreid worden door een effectieve sa menwerking van de kerken met de bijbelgenootschappen en omgekeerd. Er moet een ef fectieve presentatie van de bij bel komen, daarna een effectie ve financiële opzet. Maar aan dat zesvoudige plan komt de heer Raju in zijn geschrift niet meer toe. Het is aan de bijbel genootschappen en de kerken om zijn gedachten verder uit te werken. tan de vele nieuwe lebui- die de Koninklijke Neder landse Militaire Bond Pro Rege. de voorbije tien jaar heeft laten bouwen. Het staat te Garde en het uerd op 2.3 november 1954 door soldaat Martin den Duik officieel geopend. jJE Koninklijke Nederlandse Militaire Bond Pro Rege hoopt op 28 oktober de eer biedwaardige leeftijd van negentig jaar te bereiken en de gedachten van het groot ste deel van Nederland zullen die dag beslist bij deze vitale grijsaard vertoeven, want, naar wijlen het Tweede- Kamerlid, L. T. Duymaer van Twist eens van hem heeft getuigd, „er zijn maar weinig verenigingen, die zo de liefde van ons christenvolk hebben als hij". Een kleine correctie op de woorden van Duymaer van Twist moge worden toegepast. Het zijn niet alleen de christe nen onder ons volk (geweest), die de bond een warm hart toe dragen en zijn werk daadwer kelijk steunen, het zijn ook zij (geweest), die zich geen chris tenen (willen) noemen. In het rijke archief van de bond lig gen daarvan talloze bewijzen, en ook menige tehuisleider heeft in zijn privé-archief een brief of meer brieven, waaruit dit onomstotelijk blijkt. Een jon gen schreef na jaren aan de man, in wiens tehuis hij tijdens rijn diensttijd avond aan avond ■ïad doorgebracht: ,,Ik ben u niet vergeten, ik zou u ook niet kunnen vergeten, want in wat ik nu besef de moeilijk ste jaren van mijn leven hebt u mij voortreffelijk geleid. Ik blijf u er altijd dankbaar voor, dat u mij een echt .thuis" hebt gegeven. Maar het spijt me voor u, dat ik nog niet kan schrijven, zeggen, dat ik ook het geloof bezit, waarover u zo warm kon spreken". In die ene zin ligt het geheim van de bond besloten, het geheim waardoor hij negentig jaar het grootste deel van het Nederland se volk sterk aan zich heeft we ten te binden ..Gij hebt mij een echt „thuis" gegeven". Ne gentig jaar is de bond geweest als een rots in de branding, als een brok veiligheid, een brok be scherming die vaders en moeders de zekerheid gaf. dat hun zoon in een omgeving verkeerde, zoals zij die voor hem Offers Niet alleen dus het christenvolk, dat de bond zijn „liefde" heeft ge geven. maar het is wel het chris tenvolk geweest, dat op het ogen blik, waarop dat dwingend moest gebeuren, de stoot tot de oprich ting gaf. En het is altijd het christenvolk geweest, dat de kern van de bond heeft gevormd, ge neratie na generatie. Het is het christenvolk geweest. dat de toorts, in 1874 ontstoken, branden- i zijn 1 getroost, grot* financiële offers om tehuizen te kunnen stichten en te kunnen inrichten, om de tehuisleiders te kunnen be talen. Met kwartjes en dubbeltjes vooral is het eerste kapitaal bij eengebracht. En vandaag de dag nog spelen de kwartjes en de dub beltjes in de financiën van de bond een rol van betekenis. Maar zij worden in zo'n grote hoeveel heid geofferd, dat een trots hoofd bestuur eens met een enorm kapi taal op tafel tegen een minister van defensie kon zeggen: „Excel lentie. zie, dat doen wij, wat doet Om de daad. die tot de oprich ting van de bond leidde te be grijpen. dient men de tijd te ken nen. Die tijd was ruw, ook in het leger. De geschiedschrijver zegt, dat „de dienst veel vrije tijd over liet, dat gelegenheid tot nuttige ontspanning en tot zelfontwikke ling ontbrak, dat de geringe sol dij een beletsel vormde voor het zich verschaffen van gepaste amu sementen. dat de kazernes in de meeste garnizoenen uiterst sober waren en evenals de cantines. zo deze waren ingeruimd, alle gezel ligheid misten. Geen wonder, dat, waar de soldaat alles wat naar huiselijkheid zweemde, onthouden werd. hij zijn vertier zocht op plaatsen der verleiding en zich overgaf aan genietingen van laag gehalte. Aan zichzelf overgelaten ging menigeen ten onder en men ging tegenover hem voorbij". ..Eerst langzamerhand, vooral onder de nawerking van het Re veil, werd het christelijk deel der natie zich er van bewust, dat op dit terrein een reeds te lang ver waarloosd arbeidsveld voor haar leidene garnizoe nen. hier individueel door een en kele officier of burger, daar col lectief door meer personen of een gevangen, om te grijpen en te be houden wat dreigde verloren te gaan. en te zoeken wat verloren De stoot tot de oprichting van de bond werd gegeven op een vergadering van de afdeling „Jon- gelingsvereenigingen" van het Congres voor Inwendige Zending op 3 september 1874 te Amster dam gehouden. In die vergadering kwam onder meer het werk on der en voor de militairen ter sprake en werd besloten te trach ten een bond van militaire ver enigingen in de geest van de bond van jongelingsverenigingen op te Een drietal aanwezigen werd verzocht voorbereidende maatre gelen te treffen, en op hun uitno diging kwamen op woensdag 28 oktober 1874 in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht zestien mannen bijeen om tot de oprichting van een bond te geraken. De namen van enke len van hen mogen aan de verge telheid worden ontrukt. Het wa ren de toenmalige generaal-ma- joor W. von Wrangel auf Linden- berg, de eerste luitenant der ar tillerie L. Rooseboom, J. Wolbers. C. Geel. H. W. van Marle en de eerste luitenant der artillerie J. G. U. Sehoch, die kort daarna een stuwende kracht zou worden bij de oprichting van het Leger des Heils (van William Booth) in Nederland. Levenspad Het begin was moeilijk. „Zon der buidel en zonder male al dus de geschiedschrijver begon de bond zijn levenspad te lopen, zo zelfs dat bij het einde van de (eerstel vergadering een collec te moest worden gehouden voor betaling van de zaalhuur". Ook waren er moeilijkheden op een ander vlak. „Tegenwerking was, vooral in het begin, het deel van de bond. Zelfs tal van mili taire verenigingen, op de mede werking waarvan werd gerekend, traden niet tot hem toe. uit vrees een deel van zelfstandigheid te moeten inboeten. Eerst in de loop van de jaren werd door hen, die zich eerst afzijdig hielden, begre pen, dat ook bij deze arbeid een heid tot de grootste krachtsont plooiing voert en dat bij samen werking wel een gedeelte van de zelfstandigheid moet worden los gelaten, doch dat de bloei van de vereniging daardoor niet ge schaad, maar integendeel gebaat De bond gaf aan zijn bestaan bekendheid door het verspreiden van een veertienhonderd circulai res o.m. onder de garnizoenscom mandanten met het verzoek de in houd onder de aandacht van de officieren te brengen. „Veel suc ces werd hiermee niet verkregen. Zeer velen antwoordden niet, an deren, vooral hoger geplaatste mi litairen, deelden mee de bond niet te willen steunen, omdat zij vreesden, dat door zijn arbeid partijschap in het leger zou wor den gebracht en gekweekt. Maar aldus de geschiedschrijver toch bedroeg het aantal leden op 1 april 1376 reeds 205 met een ge zamenlijke contributie van 870. en werd tot die datum aan giften ineens 750 ontvangen". Wel werd intussen een beroep op de bond gedaan, „enerzijds een bewijs, dat het hem niet aan arbeid zou ontbreken, anderzijds een blijk, dat velen het ontvan gen zaliger achtten dan het ge- Een tikkeltje vermakelijk is het in deze tijd te lezen: „Vlissingen opende de rij van de aanvragers en werd, nadat aldaar door de bondsleden een afdeling was ge vormd. gesteund met 100 voor de oprichting van een tehuis, terwijl voorts 50 als jaarlijkse subsidie werd toegezegd. Ook uit Arnhem bereikte het hoofdbestuur een der gelijk verzoek teneinde aldaar een meer geschikt tehuis te krijgen. Het lokaal toch, waarover de mi litaire vereniging beschikte, be stond slechts uit een enkele ka mer. overdag bij een bewaar school in gebruik". Kon. Ned. Mil. 1 J^Bond Pro Rege De bond ging op dat laatste ver zoek niet inhet werd met het oog op de geringe inkomsten wenselijk geacht de financiële steun tot enige weinige tehuizen te beperken, waardoor het moge lijk was deze van enige betekenis te doen zijn". Maar kort daarop werd Arnhem „voor een meer aan de eisen beantwoordend huis" voor drie jaar een jaarlijkse sub sidie van 650 in- het uitzicht ge steld. Uitbreiding Naarmate het beroep op de bond in omvang toenam, werd uitbrei ding van het aantal leden en be gunstigers dringend nodig. De fi nanciën moester sterker worden. ..Op een bestuursvergadering werd besloten een advertentie te plaatsen en sollicitanten op te roe pen voor de betrekking van ge volmachtigde of vertegenwoordi ger". Uit de gegadigden werd een keus gedaan. Zijn vergoeding werd vastgesteld „op 1200 per jaar. de reis- en verblijfkosten kwamen voor rekening van de bond. De instructie, die hij ont ving was vaag en luidde: 1. het opwekken van belangstelling voor de bond. 2. het wijzen van de ouders van de in dienst zijnde of komende miliciens, op hetgeen de bond voor hun zonen deed. en 3. het houden van toespraken voor de militairen in de tehuizen. Hoe dit nu geschieden moest, daarover liet het bestuur zich niet uit. waarschijnlijk, wist het dit zelf Schoen Zo is het allemaal begonnen. Op een schoen en een slof. of. zoals wijlen dr. J. J. van Dijk. toen minister van oorlog bij het vijf tigjarig bestaan in het Gedenk boek schreef: ..Met kleine kracht en geringe middelen, maar met onwankelbaar vertrouwen op Hem, van Wie alle hulpe komen moet: op een standvastig volhou den onder tegenwerking, vergui zing en spot; op een groei on der druk en zorg; op het over winnen van de tegenstand door de kracht van het beginsel: op een rijke zege door Gods gunst geschonken op de stille arbeid van zovele mannen en vrouwen, wier namen in liefdevolle en dankba re herinnering zullen blijven." Zo is het begonnen. Het is be gonnen „in een tijd, toen onge veer memand zich het lot van de soldaat aantrok: toen bijna heel ons christenvolk de kazerne en de vloot liet wegzinken in onge loof en zonde: toen het een schan de was om zich met de militair te bemoeien in die tijd is de bond opgericht. Door mannen, die onze soldaten niet konden en niet durfden loslaten. Omdat ze die verachte soldaten lief hadden. Maar vooral, omdat zij Jezus lief hadden. Om Christus' wil is die arbeid begonnen, En om Christus- wil is die voortgezet en volgehou den trots duizend moeilijkheden en bezwaren" (S. J. Hagen). De geschiedenis van de Ko ninklijke Nederlandse Militaire Bond Pro Rege is groots. Zij is geschreven door duizenden en duizenden enthousiaste mannen en vrouwen, wier namen niet eens bewaard zijn gebleven. Zij is geschreven door de tehuislei ders, door de mannen en vrou wen van het eerste uur vooral, die in alle eenvoud het werk zo maar ter hand namen, zo maar begonnen en ook volhielden. Mannen en vrouwen, die geen weet hadden van psychologie, maar die een warm hart beza ten, in de ware zin een vader en een moeder voor de soldaten wa ren, hen wisten te grijpen en te binden. Zij hebben het militaire tehuis een vaste plaats gegeven in het militaire leven. De geschiedenis is geschreven door de duizenden, mannen en vrouwen, die er in de loop van de decennia op uittrokken om leden te werven, om geld in te zamelen, om acties te doen slagen. Avond aan avond, weer of geen weer, gingen zij op pad, niet alleen in de steden, maar ook in de dorpen en in de gehuchten, over gebaan de en ongebaande wegen. De ge schiedenis is geschreven door al die mannen en vrouwen, die de plaatselijke besturen hebben ge vormd. die bij al hun drukke werkzaamheden altijd de tijd wis ten te vinden om de belangen van de soldaat te behartigen. Nooit hebben zij eigen eer gezocht. Wat zo deden, deden zij om Christus' Macht ig' In negentig jaar hebben duizen den mannen en vrouwen een machtig, imposant gebouw op getrokken. De Koninklijke Neder- andse Militaire Bond Pro Rege heeft op het ogenblik bijna zes tig militaire tehuizen, waaronder zeer fraai ingerichte. Zij staan m Nederland en in Duitsland, en zij zullen overal komen waar Ne derlandse militairen zijn. Want al znjn de tijden veranderd, al is er meer begrip en waardering ont staan voor de plaats die de sol daat in het Nederlandse leven in neemt. nog altijd heeft het mili taire tehuis een taak. En die taak is de decennia door nooit veran derd. Nog altijd is het doel de sol daat een ..thuis" te ppvon rio Ko. --^6 j— nei aoei ae SOI daat een „thuis" te geven, de be schermende intimiteit var ouderlijk huis. waar hij het daar behoefte aanFheeft "zijn hart kan uitstorten en raad kan vragen, waar met hem wordt ge zocht naar het antwoord op de ve le vragen, die het leven bij een jongeman kan oproepen. Negentig jaar Koninklijke Ne derlandse Militaire Bond Pro Rege. Negentig jaar is hij dui zenden soldaten van allerlei rang en stand tot zegen ge weest. De archieven spreken er van. Zij spreken van een dank baarheid. die ontzagwekkend stil maakt. Briefjes en brieven lig gen er: „U zult mij wel niet kennen, maar ik n des te beter. Door u en uw bond heb ik de juiste weg in het leven gevon den. Ik zal uw trouw aan mij nooit vergeten". Dat is de realiteit. Zo is de Ko ninklijke Nederlandse Militaire Bond Pro Rege.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 14