WERELDCRISIS IN DE
BIJBELVERSPREIDING
EUROPA ACHTERGEBLEVEN GEBIED
Vitale oude heer - OP 28 OKTOBER - 90 jaar
EN HET VREEMDSTE:
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1964
De kerk en de
rekenmachine
De Indiase studieseretaris van
de Verenigde Bijbelgenoot
schappen. de heer S. P. Ra-
Ïi. heeft zijn vinger gelegd
ij een wonde plek in de
Europese kerkelijke samen
leving. In zijn studie over de
bijbelverspreiding, waarvan
wij vandaag de hoofdgedach
ten weergeven, komt hij tot
de conclusie, dat slechts 5
tot hoog uit 20 procent van
de mensen, die volgens de
statistieken tot de kerk be
horen, werkelijk meelevend
ls.
Als hij echter uitgaat van zijn
Ideaal: ..Ieder protestants-
christelijk gezin een bijbel."
dan rekent hij echter zelf
toch ook weer met de cijfers
van de bevolkingsstatistie
ken. Hij kan ook niet anders,
want andere cijfers zijn er
niet, en worden er ook niet
verstrekt door de kerken
zelf.
Zijn cijfers voor Eurooa zou
den echter een totaal ander
beeld te zien geven, als hij
kon uitgaan van de werkelijk
heid. Want het ideaal is toch
„een bijbel in ieder meele
vend christelijk gezin", een
bijbel die gelezen wordt, het
zij door de gezinsleden af
zonderlijk, hetzij gezamen
lijk bijvoorbeeld aan tafel of
voor het naar bed gaan.
Als
rekenen dat het aan
tal christelijke gezinnen •-
meelevende gezinnen wel te
verstaan ongeveer tien
procent bedraagt van het to
tale aantal van Europa wor
den de getallen geheel an
ders. Er zijn in Europa 17.2
miljoen bijbels in de gezin
nen. Er zijn in het totaal 37,5
miljoen christelijke gezinnen
op papier. Nemen we aan dat
tien procent meeleeft, dan
zouden er dus 3,75 miljoen
bijbels moeten zijn. Dan is
er dus één bijbel op de 0.22
gezinnen, een aantal dat al
leen eigenlijk door de pro
testantse gezinnen van Zuid
en Midden-Amerika benaderd
wordt, waar men kan zeggen
dat er één op de 0,36 gewin
nen is.
Er zijn in het verleden in de
kerken stemmen opgegaan
om toch niet langer te reke-
met de werkelijk meelevende
lidmaten en zich daarop al
leen concentreren, is wel ge
zegd. Dan zouden we ons
wat de bijbelverspreiding be
treft op onze borst kunnen
slaan en zeggen: Het staat
er in Europa niet zo slecht
voor.
Maar wij mogen niet vergeten
dat de kerken bewust deze
stap niet gedaan hebben. Het
gaat hen er niet alleen om
statisch een zo goed mogelijk
figuur te slaan. Achter deze
getallen staat een verant
woordelijkheid. Een vereni
ging kan een streep halen
door de namen van leien die
niet meer mee willen spelen.
Een kerk blijft verantwoorde
lijk voor allen die zien om
welke reden dan ook niet mee
laten zien. Een kerk heeft
een verantwoordelijkheid
voor ieder levend mens want
de boodschap van de bijbel
richt zich niet alleen tot de
meelevende christenen. God
wil spreken tot de wereld.
En als deze papieren christe
lijke gezinnen dan nog niet
aan de bijbel toe zijn. dan
blijft de verantwoordelijkheid
dat zij tenminste die bood
schap kunnen lezen door een
bijbelgedeelte. En dan blijft
het feit dat in Europa (zon
der de Sowjetunie) voor de
425 miljoen mensen er
slechts 28,57 miljoen bijbel
gedeelten beschikbaar zijn
en dat het met de huidige
Siroduktie als de bevolking
enminste niet toeneemt
het nog negentig jaar zal du
ren voor het eerste ideaal
van de bijbelgenootschap-
Kn leder mens een bij
lgedeelte in vervulling
is gegaan.
De bijbel is een bestseller. Dat blijkt
ieder jaar weer als de internationale
lijst van meest verkochte boeken wordt
gepubliceerd. Maar een studiesecretaris
van de Verenigde Bijbelgenootschappen
spreekt in een nieuwe studie van een:
ïlIPMilllï,
(Van
kerkrèdactiè)
In de Engelse taal is deze
zómer een statistische studie
verschenen over de bijbel
verspreiding tn de wereld.
De resultaten bleken van
dien aard te zijn, dat de
schrijver, de Indiase secre
taris van de Verenigde Bij
belgenootschappen S. P. Ra-
ju, zijn rapport de titel gaf:
„Crisis in World Scripture
Circulation". (Crisis in de
wereldverspreiding van de
Heilige Schrift.) Enkele op
merkelijke cijfers uit zijn
studie zijn:
We kunnen niet volstaan met bijbels drukken
en verkopen. Wil het ideaal van de bijbelge
nootschappen in vervulling gaan dan sullen
we ook de interesse in de bijbel moeten op-
Meer dan de helft van de protestants-christelijke gezinnen
in de wereld beschikt niet over een bijbel.
Zeven van de acht protestanten in de wereld hebben zelfs
niet eens een nieuwtestamentje.
In 1962 werden vier miljoen bijbels verkocht of uitgereikt.
Dat wil zeggen één bijbel voor 53 gezinnen die er nog
geen hebben.
In Europa wonen ongeveer 150 miljoen protestanten. Van
iedere twintig protestantse christenen heeft er één een nieuw
testamentje. Er is een bijbel beschikbaar voor ieder twee
en een half gezin.
Voor de heer Raju
meest opmerkelijke resultaat
het 212 miljoen bijbels. Er zijn
echter respectievelijk 150, 40,
dat ieder mens tenminste over verspreid,
een klein gedeelte van de bijbel ...r-p.,/
evangelietje in iijc taal AAN HET WERK
beschikt, dan komt Europa
achteraan. Terwijl twee-vijfde
van de bevolking van Europa
i zonder de Sowjetunie i zich pro
testants-christelijk noemt, is er „wclJkfc olll auHS10,0„u
slechts één bijbelgedeelte voor 15 halen. In de afgelopen maanden
- Natuurlijk zitten de bijbelge-
Europa nootschappen en de kerken in de
""h nrn- wereld niet stil. Er wordt hard
gewerkt om de achterstand
dat één
Ter-
j door de jubileumviering
openbaarheid getreden er
kunnen trots zijn op
Maar laten we onszelf
hard op de borst slaan.
De statistiek van de heer Raju
toont aan. dat vooral Europa
ACHTERGROND
De heer Raju gaat bij zijn stu- achterblijft als het er om gaat de
die uit van het drievoudig ideaal achterstand in te halen. In
van de bijbelgenootschappen
bijbelgedeelte op'de^zès, in Midden- en Zuid-
-- T-v i 4 Amerika één op de 6,8, in
Iedere protestante christen Europa één op de 14,8. Afrika
4„ w-4 *14— één op de 15 9 Oost-Azië één op
de 29 en West-Azië één op de 91
mensen. Terwijl in Noord-Ameri-
ka en Australië met de omringen
de eilanden snel voortgang ge-
Volgens de betrouwbaarste sta- boekt wordt deze in Zuid-Ameri-
stiek zijn er in de wereld onge- ka zeer redelijk is. is de voort-
Ieder men» moet kunnen be
sehikken
of evangelietje
Iedere pr
moet in het bezit zijn van
nieuwtastamentje.
Ieder protestants-christelijk
gezin moet in het bezit zijn van
olledige bijbel.
Zuid-Amerika één op de 2,5; in
West-Azië één op de 7; in Noord-
Amerika één op de 7,2; in Afri
ka één op de 7,7; in Australië
één op de 14,1; en Europa komt
helemaal achteraan met een op
de 19.1. Dat wil dua zeggen op de
19.1 protestanten, die officieel
aangesloten zijn bij een kerk is
er slechts een nieuwtestamentje.
En als het gaat om de bijbel
verspreiding dan hobbelt Europa
eveneens achteraan. Het ideaal is
ieder christelijk gezin een bijbel-
Wat komt daarvan terecht? De
verspreiding is in Zuid; en Mid-
den-Amerika onder de protes
tantse christenen aldaar het bes
te: één op de 0.36 gezinnen. Zelfs
Afrika is uitzonderlijk goed: éen
op de 0.75. Dat wil dus zeggen:
dat in deze streken de christelij
ke gezinnen gemiddeld al over
meer dan één bijbel beschikken
In West-Azié heeft ieder christe
lijk gezin al één bijbel, in Oost-
Azië is dat één op de 1.7; >n
Australië één op de 1.7a, in
Noord-Amerika één op de 1,99. in
Europa echter slechts één op de
2.2.
De heer Raju geeft echter ln
zijn statistiek een verklaring voor
het feit dat Europa in alle ge
vallen zo ver achteraan komt. Het
aantal christenen dat op papier
lid is van de kerk. is zeer groot.
In werkelijkheid kan echter
slechts van 5 tot 20 procent van
deze papieren lidmaten gerekend
worden tot werkelijk meelevende
kerkgangers. De anderen staan
in werkelijkheid onverschillig of
soms ook vijandig tegenover de
kerk en dat betekent dat -.rij ook
onverschillig of vijandig staan
tegenover de bijbel.
CRISIS
3.000 miljoen mensen. Daar- gang m Europa lang:
zijn er 850 miljoen die op de als in Afrika. In
of andere |j
christen langzaam
genoemd kunnen worden. Men
neemt aan dat er 490 miljoen
rooms-katholieken zijn, 260 mil- PIJNLIJK
joen protestanten en ongeveer
100 miljoen oosters-orthodoxen.
Uitgaande van deze getallen en
van het ideaal van de bijbelge- het aantal nieuwtestamentjes per
nootschappen moeten er in totaal christen, protestants-christen wel
Wie de gigantische getallen op
zich laat inwerken, beseft dat de
heer Raju gelijk heeft, als hij
spreekt van een crisis op het ge
bied van de bijbelverspreiding.
Een massale krachtsinspanning
zal nodig zijn om het ideaal van
ieder mens een bijbelgedeelte,
iedere christen een nieuwtesta
mentje. in ieder christelijk gezin
een bijbel, in vervulling te doen
gaan. Maar uiteindelijk gaat het
hierbij alleen nog maar om de
kwantiteit.
De schrijver vertelt, dat hij en
kele jaren geleden eens met bij
bels colporteerde op een dorps-
markt ergens in Noord-India.
Hij stond er met zijn evange-
lietjes in zijn hand en prees ze
aan. Een jonge man kwam langs.
Zonder zelfs maar stil te blij
ven staan, zei de man tot zich
zelf: „Bate tho hotha hai, sahib?
Samjnana chahiye." Raju ver
taald dat vrij met: „Het is niet
voldoende om die boeken te ver
kopen, mijnheer. U moet ze ook
uitleggen." Daarom spreekt hij
van een kwalitatieve crisis. Ach
ten veel mensen de bijbel niet
ouderwets en onrealistisch voor
Raju schrijft: ,,Als we geloven
dat het Woord van God waarde
heeft voor de gehele wereld, dan
moeten we een oplossing vinden
voor die kwalitatieve crisis, een
oplossing die begrepen kan wor
den door de man in de kerkbank
en de eenvoudige christenen,
maar ook door de man van de
straat en de eenvoudige mens van
deze tijd. Maar hier bevinden we
ons niet langer op het terrein van
de statisticus en de bijbelgenoot
schappen. Maar het is de taak
van de kerkleden en de Kerk van
Christus om de wereld weer het
vertrouwen in de bijbel te doen
hervinden, en onze tijdgenoten te
helpen om de boodschap te ont
dekken die de Heer van het heel
al ook hun heeft geschonken."
En daarom zullen de bijbelge
nootschappen in de wereld moe
ten komen tot een plan voor de
toekomst, een plan dat zowel aan
dacht schenkt aan de kwantitatie
ve als aan de kwalitatieve crisis.
Dit plan moet beginnen met
een effectieve studie van de
huidige situatie en de markt die
er is voor de bijbel. Dan moet
een effectieve publiciteit vol
gen. De bijbel moet verspreid
worden door een effectieve sa
menwerking van de kerken
met de bijbelgenootschappen en
omgekeerd. Er moet een ef
fectieve presentatie van de bij
bel komen, daarna een effectie
ve financiële opzet. Maar aan
dat zesvoudige plan komt de
heer Raju in zijn geschrift niet
meer toe. Het is aan de bijbel
genootschappen en de kerken
om zijn gedachten verder uit
te werken.
tan de vele nieuwe lebui-
die de Koninklijke Neder
landse Militaire Bond Pro Rege.
de voorbije tien jaar heeft
laten bouwen. Het staat te Garde
en het uerd op 2.3 november
1954 door soldaat Martin den
Duik officieel geopend.
jJE Koninklijke Nederlandse
Militaire Bond Pro Rege
hoopt op 28 oktober de eer
biedwaardige leeftijd van
negentig jaar te bereiken en
de gedachten van het groot
ste deel van Nederland zullen
die dag beslist bij deze vitale
grijsaard vertoeven, want,
naar wijlen het Tweede-
Kamerlid, L. T. Duymaer van
Twist eens van hem heeft
getuigd, „er zijn maar weinig
verenigingen, die zo de liefde
van ons christenvolk hebben
als hij".
Een kleine correctie op de
woorden van Duymaer van
Twist moge worden toegepast.
Het zijn niet alleen de christe
nen onder ons volk (geweest),
die de bond een warm hart toe
dragen en zijn werk daadwer
kelijk steunen, het zijn ook zij
(geweest), die zich geen chris
tenen (willen) noemen. In het
rijke archief van de bond lig
gen daarvan talloze bewijzen,
en ook menige tehuisleider
heeft in zijn privé-archief een
brief of meer brieven, waaruit
dit onomstotelijk blijkt. Een jon
gen schreef na jaren aan de
man, in wiens tehuis hij tijdens
rijn diensttijd avond aan avond
■ïad doorgebracht: ,,Ik ben u
niet vergeten, ik zou u ook niet
kunnen vergeten, want in
wat ik nu besef de moeilijk
ste jaren van mijn leven hebt
u mij voortreffelijk geleid. Ik
blijf u er altijd dankbaar voor,
dat u mij een echt .thuis" hebt
gegeven. Maar het spijt me
voor u, dat ik nog niet kan
schrijven, zeggen, dat ik ook
het geloof bezit, waarover u zo
warm kon spreken".
In die ene zin ligt het geheim
van de bond besloten, het geheim
waardoor hij negentig jaar het
grootste deel van het Nederland
se volk sterk aan zich heeft we
ten te binden ..Gij hebt mij
een echt „thuis" gegeven". Ne
gentig jaar is de bond geweest
als een rots in de branding, als
een brok veiligheid, een brok be
scherming die vaders en moeders
de zekerheid gaf. dat hun zoon in
een omgeving verkeerde, zoals zij
die voor hem
Offers
Niet alleen dus het christenvolk,
dat de bond zijn „liefde" heeft ge
geven. maar het is wel het chris
tenvolk geweest, dat op het ogen
blik, waarop dat dwingend moest
gebeuren, de stoot tot de oprich
ting gaf. En het is altijd het
christenvolk geweest, dat de kern
van de bond heeft gevormd, ge
neratie na generatie. Het is het
christenvolk geweest. dat de
toorts, in 1874 ontstoken, branden-
i zijn
1 getroost, grot* financiële
offers om tehuizen te kunnen
stichten en te kunnen inrichten,
om de tehuisleiders te kunnen be
talen. Met kwartjes en dubbeltjes
vooral is het eerste kapitaal bij
eengebracht. En vandaag de dag
nog spelen de kwartjes en de dub
beltjes in de financiën van de
bond een rol van betekenis. Maar
zij worden in zo'n grote hoeveel
heid geofferd, dat een trots hoofd
bestuur eens met een enorm kapi
taal op tafel tegen een minister
van defensie kon zeggen: „Excel
lentie. zie, dat doen wij, wat doet
Om de daad. die tot de oprich
ting van de bond leidde te be
grijpen. dient men de tijd te ken
nen. Die tijd was ruw, ook in het
leger. De geschiedschrijver zegt,
dat „de dienst veel vrije tijd over
liet, dat gelegenheid tot nuttige
ontspanning en tot zelfontwikke
ling ontbrak, dat de geringe sol
dij een beletsel vormde voor het
zich verschaffen van gepaste amu
sementen. dat de kazernes in de
meeste garnizoenen uiterst sober
waren en evenals de cantines. zo
deze waren ingeruimd, alle gezel
ligheid misten. Geen wonder, dat,
waar de soldaat alles wat naar
huiselijkheid zweemde, onthouden
werd. hij zijn vertier zocht op
plaatsen der verleiding en zich
overgaf aan genietingen van laag
gehalte. Aan zichzelf overgelaten
ging menigeen ten onder en men
ging tegenover hem voorbij".
..Eerst langzamerhand, vooral
onder de nawerking van het Re
veil, werd het christelijk deel der
natie zich er van bewust, dat op
dit terrein een reeds te lang ver
waarloosd arbeidsveld voor haar
leidene garnizoe
nen. hier individueel door een en
kele officier of burger, daar col
lectief door meer personen of een
gevangen, om te grijpen en te be
houden wat dreigde verloren te
gaan. en te zoeken wat verloren
De stoot tot de oprichting van
de bond werd gegeven op een
vergadering van de afdeling „Jon-
gelingsvereenigingen" van het
Congres voor Inwendige Zending
op 3 september 1874 te Amster
dam gehouden. In die vergadering
kwam onder meer het werk on
der en voor de militairen ter
sprake en werd besloten te trach
ten een bond van militaire ver
enigingen in de geest van de bond
van jongelingsverenigingen op te
Een drietal aanwezigen werd
verzocht voorbereidende maatre
gelen te treffen, en op hun uitno
diging kwamen op woensdag 28
oktober 1874 in het Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen te
Utrecht zestien mannen bijeen om
tot de oprichting van een bond
te geraken. De namen van enke
len van hen mogen aan de verge
telheid worden ontrukt. Het wa
ren de toenmalige generaal-ma-
joor W. von Wrangel auf Linden-
berg, de eerste luitenant der ar
tillerie L. Rooseboom, J. Wolbers.
C. Geel. H. W. van Marle en de
eerste luitenant der artillerie J.
G. U. Sehoch, die kort daarna
een stuwende kracht zou worden
bij de oprichting van het Leger
des Heils (van William Booth) in
Nederland.
Levenspad
Het begin was moeilijk. „Zon
der buidel en zonder male al
dus de geschiedschrijver begon
de bond zijn levenspad te lopen,
zo zelfs dat bij het einde van de
(eerstel vergadering een collec
te moest worden gehouden voor
betaling van de zaalhuur".
Ook waren er moeilijkheden op
een ander vlak. „Tegenwerking
was, vooral in het begin, het deel
van de bond. Zelfs tal van mili
taire verenigingen, op de mede
werking waarvan werd gerekend,
traden niet tot hem toe. uit vrees
een deel van zelfstandigheid te
moeten inboeten. Eerst in de loop
van de jaren werd door hen, die
zich eerst afzijdig hielden, begre
pen, dat ook bij deze arbeid een
heid tot de grootste krachtsont
plooiing voert en dat bij samen
werking wel een gedeelte van de
zelfstandigheid moet worden los
gelaten, doch dat de bloei van de
vereniging daardoor niet ge
schaad, maar integendeel gebaat
De bond gaf aan zijn bestaan
bekendheid door het verspreiden
van een veertienhonderd circulai
res o.m. onder de garnizoenscom
mandanten met het verzoek de in
houd onder de aandacht van de
officieren te brengen. „Veel suc
ces werd hiermee niet verkregen.
Zeer velen antwoordden niet, an
deren, vooral hoger geplaatste mi
litairen, deelden mee de bond
niet te willen steunen, omdat zij
vreesden, dat door zijn arbeid
partijschap in het leger zou wor
den gebracht en gekweekt. Maar
aldus de geschiedschrijver
toch bedroeg het aantal leden op
1 april 1376 reeds 205 met een ge
zamenlijke contributie van 870.
en werd tot die datum aan giften
ineens 750 ontvangen".
Wel werd intussen een beroep
op de bond gedaan, „enerzijds
een bewijs, dat het hem niet aan
arbeid zou ontbreken, anderzijds
een blijk, dat velen het ontvan
gen zaliger achtten dan het ge-
Een tikkeltje vermakelijk is het
in deze tijd te lezen: „Vlissingen
opende de rij van de aanvragers
en werd, nadat aldaar door de
bondsleden een afdeling was ge
vormd. gesteund met 100 voor de
oprichting van een tehuis, terwijl
voorts 50 als jaarlijkse subsidie
werd toegezegd. Ook uit Arnhem
bereikte het hoofdbestuur een der
gelijk verzoek teneinde aldaar een
meer geschikt tehuis te krijgen.
Het lokaal toch, waarover de mi
litaire vereniging beschikte, be
stond slechts uit een enkele ka
mer. overdag bij een bewaar
school in gebruik".
Kon. Ned. Mil. 1
J^Bond Pro Rege
De bond ging op dat laatste ver
zoek niet inhet werd met
het oog op de geringe inkomsten
wenselijk geacht de financiële
steun tot enige weinige tehuizen
te beperken, waardoor het moge
lijk was deze van enige betekenis
te doen zijn". Maar kort daarop
werd Arnhem „voor een meer aan
de eisen beantwoordend huis"
voor drie jaar een jaarlijkse sub
sidie van 650 in- het uitzicht ge
steld.
Uitbreiding
Naarmate het beroep op de bond
in omvang toenam, werd uitbrei
ding van het aantal leden en be
gunstigers dringend nodig. De fi
nanciën moester sterker worden.
..Op een bestuursvergadering
werd besloten een advertentie te
plaatsen en sollicitanten op te roe
pen voor de betrekking van ge
volmachtigde of vertegenwoordi
ger". Uit de gegadigden werd een
keus gedaan. Zijn vergoeding
werd vastgesteld „op 1200 per
jaar. de reis- en verblijfkosten
kwamen voor rekening van de
bond. De instructie, die hij ont
ving was vaag en luidde: 1. het
opwekken van belangstelling voor
de bond. 2. het wijzen van de
ouders van de in dienst zijnde of
komende miliciens, op hetgeen de
bond voor hun zonen deed. en 3.
het houden van toespraken voor
de militairen in de tehuizen. Hoe
dit nu geschieden moest, daarover
liet het bestuur zich niet uit.
waarschijnlijk, wist het dit zelf
Schoen
Zo is het allemaal begonnen. Op
een schoen en een slof. of. zoals
wijlen dr. J. J. van Dijk. toen
minister van oorlog bij het vijf
tigjarig bestaan in het Gedenk
boek schreef: ..Met kleine kracht
en geringe middelen, maar met
onwankelbaar vertrouwen op
Hem, van Wie alle hulpe komen
moet: op een standvastig volhou
den onder tegenwerking, vergui
zing en spot; op een groei on
der druk en zorg; op het over
winnen van de tegenstand door
de kracht van het beginsel: op
een rijke zege door Gods gunst
geschonken op de stille arbeid van
zovele mannen en vrouwen, wier
namen in liefdevolle en dankba
re herinnering zullen blijven."
Zo is het begonnen. Het is be
gonnen „in een tijd, toen onge
veer memand zich het lot van de
soldaat aantrok: toen bijna heel
ons christenvolk de kazerne en
de vloot liet wegzinken in onge
loof en zonde: toen het een schan
de was om zich met de militair
te bemoeien in die tijd is de
bond opgericht. Door mannen, die
onze soldaten niet konden en niet
durfden loslaten. Omdat ze die
verachte soldaten lief hadden.
Maar vooral, omdat zij Jezus lief
hadden. Om Christus' wil is die
arbeid begonnen, En om Christus-
wil is die voortgezet en volgehou
den trots duizend moeilijkheden
en bezwaren" (S. J. Hagen).
De geschiedenis van de Ko
ninklijke Nederlandse Militaire
Bond Pro Rege is groots. Zij is
geschreven door duizenden en
duizenden enthousiaste mannen
en vrouwen, wier namen niet
eens bewaard zijn gebleven. Zij
is geschreven door de tehuislei
ders, door de mannen en vrou
wen van het eerste uur vooral,
die in alle eenvoud het werk zo
maar ter hand namen, zo maar
begonnen en ook volhielden.
Mannen en vrouwen, die geen
weet hadden van psychologie,
maar die een warm hart beza
ten, in de ware zin een vader en
een moeder voor de soldaten wa
ren, hen wisten te grijpen en te
binden. Zij hebben het militaire
tehuis een vaste plaats gegeven
in het militaire leven.
De geschiedenis is geschreven
door de duizenden, mannen en
vrouwen, die er in de loop van de
decennia op uittrokken om leden
te werven, om geld in te zamelen,
om acties te doen slagen. Avond
aan avond, weer of geen weer,
gingen zij op pad, niet alleen in
de steden, maar ook in de dorpen
en in de gehuchten, over gebaan
de en ongebaande wegen. De ge
schiedenis is geschreven door al
die mannen en vrouwen, die de
plaatselijke besturen hebben ge
vormd. die bij al hun drukke
werkzaamheden altijd de tijd wis
ten te vinden om de belangen van
de soldaat te behartigen. Nooit
hebben zij eigen eer gezocht. Wat
zo deden, deden zij om Christus'
Macht ig'
In negentig jaar hebben duizen
den mannen en vrouwen een
machtig, imposant gebouw op
getrokken. De Koninklijke Neder-
andse Militaire Bond Pro Rege
heeft op het ogenblik bijna zes
tig militaire tehuizen, waaronder
zeer fraai ingerichte. Zij staan
m Nederland en in Duitsland, en
zij zullen overal komen waar Ne
derlandse militairen zijn. Want al
znjn de tijden veranderd, al is er
meer begrip en waardering ont
staan voor de plaats die de sol
daat in het Nederlandse leven in
neemt. nog altijd heeft het mili
taire tehuis een taak. En die taak
is de decennia door nooit veran
derd. Nog altijd is het doel de sol
daat een ..thuis" te ppvon rio Ko.
--^6 j— nei aoei ae SOI
daat een „thuis" te geven, de be
schermende intimiteit var
ouderlijk huis. waar hij
het
daar behoefte aanFheeft "zijn
hart kan uitstorten en raad kan
vragen, waar met hem wordt ge
zocht naar het antwoord op de ve
le vragen, die het leven bij een
jongeman kan oproepen.
Negentig jaar Koninklijke Ne
derlandse Militaire Bond Pro
Rege. Negentig jaar is hij dui
zenden soldaten van allerlei
rang en stand tot zegen ge
weest. De archieven spreken er
van. Zij spreken van een dank
baarheid. die ontzagwekkend stil
maakt. Briefjes en brieven lig
gen er: „U zult mij wel niet
kennen, maar ik n des te beter.
Door u en uw bond heb ik de
juiste weg in het leven gevon
den. Ik zal uw trouw aan mij
nooit vergeten".
Dat is de realiteit. Zo is de Ko
ninklijke Nederlandse Militaire
Bond Pro Rege.