Zweefvliegen...
IEDEREEN
KAN HET
LEREN
ZONDAGSBLAD
<^lOincikooó
ontstaat bij 26 „gunstige voorwaarden"
ruim
2400
actieve
vliegers
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1961
wordt geboekt. Deze laatste test
is in Nederland niet af te leggen,
omdat de autoriteiten om verschil
lende redenen verbieden in de -wol
ken te vliegen.
De meesten gaan hiervoor naar
het Franse zweefvliegcentrum
Isoire bij Clermont Ferrand in
het Massif Central. Zeker voor
het behalen van het brevet met
de diamantjes. Daarvoor moet na
melijk een hoogtewinst van vijf
kilometer worden gemaakt «naast
een afstandsvlucht van 500 km en
een doelvlucht van meer dan 300
km). Dat is geen sinecure, zegt
de heer Manting. De vliegers wor
den er speciaal voor uitgerust: in
ieder geval krijgen ze een zuur
stofapparaat en radio mee, terwijl
is. Taifoens zoals zij in Japan wel
worden genoemd en de tornado's
in Amerika, zijn ook windhozen,
t i i Paar dan van een veel zwaarder
Lage druk kaliber.
ER GAAT VRIJWEL geen
zomer voorbij of ons land
wordt geteisterd door wind
hozen, die soms een spoor
van vernielingen achterlaten
en soms niet meer opleveren
dan een dreigende aanblik.
De echte windhoos vindt ech
ter altijd wel een aantal los
liggende dakpannen, weelde
rige boomkruinen en bouw
vallige kippenhokken op zijn
weg. Een enkele keer ontwik
kelt een windhoos zich even
wel tot zulk een vernielende
kracht, dat de schade in de
tienduizenden guldens loopt.
De vernielingen in Borculo
(10 augustus 1925), die in
Neede (1927) en de verwoes
tingen door de windhoos van
23 augustus 1950 op de Ve-
luwe en in Friesland aange
richt zijn hier enkele voor
beelden van.
verspreid zodat de schade duide
lijk op een bijzonder sterke cen
trifugale kracht wijst.
Tot de ..familie" van de wind
hoos behoort ook de waterhoos
maar die komt boven zee voor en
zuigt daarbij een grote hoeveelheid
water op (niet zelden ook vissen!)
om dit even later weer te laten
In de tijd van de vroegere Zui
derzee heeft men in Elburg wel
paling in de straten gevonden, die
door. een waterhoos uit de Zui
derzee was opgezogen. In het
boekje ..Hozen en Hozen-
theorieën" van A. Del ver (KNMI,
De Bilt) lezen wij, dat in de
meeste gevallen een hoos even
voorafgaat aan zware regen en bij
voorkeur optreedt in zogenaamde
■rij neerslaggebied,
Verspreid
In de slurf van de hoos is de
luchtdruk bijzonder laag, wij
zouden van een vacuum kunnen
spreken. Dit heeft tot gevolg dat
wanneer zo'n slurf over een huis
trekt waarin de luchtdruk op dat
moment in verhouding tot de
hoos zeer hoog is, dit huis als
het ware explodeert waarbij al
le voorwerpen naar buiteil 'wor
den geslingerd.
In ons land is een van de sterk
ste staaltjes dat een met hooi be
laden wagen te Staphorst werd op
genomen en een 200 meter verder
in het land werd neergeworpen.
In 1952. een berucht Tornado
jaar iS Amerika, werd een zware
ijskast zelfs 4 kilometer mee door
de llrchjt genomen. Een andere
tornado lichtte een trein van 83 ton
Een van de voorwaarden (en
volgens de Amerikaanse meteo
roloog dr. Humphreys moeten
er zelfs 26 gunstige omstandig
heden zijn die een windhoos in
leiden) is de aanwezigheid van
warme lucht (onder) en koude
lucht (boven) boven elkaar. Ook
moet de lucht een grote hoeveel
heid vocht bevatten.
Bijzonder gunstig voor deze
ontwikkeling is hiervoor het
stroomgebied van de Mississippi
waar koude droge lucht uit Ca
nada en zeer warme en vochtige
tropische lucht uit de Golf van
Mexico elkaar ontmoeten
„Stofzuiger"
Alle schade door ruk- en storm
winden tjjdens onweersbuien aan
gericht mag men niet in de schoe
nen schuiven van een windhoos,
hetgeen in de praktijk vaak ge-
Er kunnen ook zware zogenaam
de ..valwinden" voorkomen met
snelheden ver boven de 100 kilo
meter per uur die daken van de
huizen lichten en bomen ontworte
len. Om zeker te zijn dat de scha
de door een hoos is aangericht
moet een slurf zijn waargenomen
en de ontvelde bomen mogen niet
alle in één richting liggen maar
door dc lucht.
Daar in de slurf van een hoos
vrijwel sprake is van een lucht
ledig kregen mensen die in zo'n
slurf kwamen het gevoel dat hun
>ren en borstkas zouden springen,
als gevolg van de plotselinge
zwakke tegendruk. Andere gevol
gen zijn dat kurken van flessen
vliegen, haring- en biervaatjes
open springen, roet uit de schoor
steen wordt gezogen, autobanden
springen. Het is al enkele keren
voorgekomen dat kippen zonder
écn veertje op hun lijf kwamen
te staan, toen een hoos passeerde.
Zo wij al stelden behoren wind
hozen in ons land niet tot zeld
zame verschijnselen al zijn ze ge
lukkig minder hevig als de tor
nado's. Toch is het goed als men
een hoos, waarvan de slurf tot bij
de grond reikt, ziet naderen een
veilig heenkomen te zoeken. Bij
voorkeur ga men plat in het gras
liggen.
Een windhoos kenmerkt zich
door een meestal duidelijk zicht
bare slurf en een sterk draaiende
beweging, zodat een boom van
meer dan één meter doorsnee
even boven de grond wordt afge
draaid alsof het een luciferstokje
Vit een donkere wolkenrand
schuift een zwarte slurf omlaag.
Ontwikkelt deze zich goed, dan
zal hij kort daarna tot de grond
reiken. De schade in de baan die
deze slurf over het aardopper
vlak maakt is vaak aanzienlijk.
De windhozen (tornado's) die
daarbij ontstaan hebben een ge
middelde doorsnee de zwarte
alles vernielende slurf van 10
tot 50 meter, in sommige geval
len van enkele honderden meters.
Deze slurf verplaatst zich gemid
deld met een snelheid van 20 tot
60 kilometer per uur. De levens
duur schommelt tussen 1 minuut
en drie uur. De vernielingen
zijn onvoorstelbaar.
Tussen 1916 en 1949 werd Noord-
Amerika maar liefst door 5000 tor
nado's getroffen, die totaal 7892
slachtoffers hebben geëist. Ge
middeld per jaar komen er in de
Verenigde Staten ruim 200 men
sen door tornado's om het leven.
Een windhoos is eigenlijk een
luchtdraaikolk waarin de lucht
als door een stofzuiger met gro
te snelheid omhoog wordt ge
voerd. Door de snelle afkoeling
condenseert de lucht, waardoor de
draaikolk in de vorm van een
slurf, waarin ook veel stof en an
dere deeltjes mee omhoog worden
gevoerd, zichtbaar wordt.
Hoewel windhozen in ons land
over het algemeen nogal beschei
den zijn, moeten windhozen wel
tot de meest machtige natuurver
schijnselen worden gerekend, want
de vernielingen moet men hebben
gezien om ze te kunnen geloven.
Niet in de laatste plaats vanwe
ge de lage kosten. Er gelden na
melijk speciale tarieven voor, om
dat zowel KNVvL en het rijk (dat
het zweefvliegen subsidieert) er
grote waarde aan hechten dat de
Nederlandse jeugd luchtvaartge-
zind raakt. De ervaring heeft ge
leerd dat vele zweefvliegers later
terecht komen bij luchtmacht en
marine. Trouwens de kosten val-
De hangar aan de rand vOn he
veld: hier worden de tbesteller
's nachts ondergebracht en on
dergaan ze hun periodieke on
derhoudsbeurteh
len over het algemeen mee. Dat
zweefvliegen duur zou zijn is een
sprookje, zegt de heer Manting.
VOOR IEDEREEN
Kan iedereen leren zweefvlie
gen? Ja, zegt de heer Manting.
't Is net als met autorijden: de
een doet er wat langer over dan
de ander, maar in principe kan
iedereen zijn brevet halen. Daar
is in de eerste plaats het B-brevet.
Heeft de leerling dat eenmaal op
zak, dan mag hij solo. Door de
bank zijn daar zo'n veertig k vijf
tig starts voor nodig.
Maar geen rechtgeaarde zweef
vlieger zal het daarbij laten. De
meesten gaan door voor het vol
gende brevet: het C-brevet, waar
voor men tenminste 15 minuten
boven een bepaalde hoogte moet
blijven vliegen. Nog iets meer
wordt er gevraagd voor het beha
len van het zweefvliegbewijs, het
enige document dat door de Rijks
luchtvaartdienst wordt erkend. Om
dit overheidspapier in handen te
krijgen zal de vlieger behalve met
het vliegen zélf ook op de hoogte
moeten zijn van w.at theorie. Heeft
hij dit bewijs eenmaal dan kan
hij zijn prestatiebrevetten gaan
halen: het zilveren C-brevet, het
gouden brevet en het brevet met
de drie diamantjes.
Vooral voor beide laatste bre
vetten moet de vlieger dan echter
ook wel duidelijk tonen, dat hij
iets bijzonders presteert. Het gou
den brevet vraagt bijvoorbeeld een
afstandsvlucht van 300 km (bv.
naar Hamburg), een vlucht van
vijf uur en een vlucht waarin
een hoogtewinst van 8000 meter
!(Van een onzer verslaggevers)
DE WIND HUILT om de vleugels.
Steil schiet de ranke gele vogel
omhoog. De figuurtjes beneden
verkleinen. Drie-, vierhonderd
meters worden in een enkele mi
nuut genomen. Dan een lichte ruk.
De instructeur ontkoppelt de lier
kabel en de Rhönlerche hangt
horizontaal, gedragen door de koe
le avondlucht. Aan de horizon
verdwijnt juist de laatste vurige
schijf van de zon, die de hele dag
heeft gebrand op de hei. Een
vreemde gioed straalt uit over de
vlakte beneden, die aan de einders
vervaagt in een lichte nevel.
Een korte vlucht dit keer, zegt
de instructeur achter in het zweef
vliegtuig. De thermiek, die de kis
ten boven Teriet enkele ureri ge
leden nog duizenden meters om
hoog droeg, is met het jVndergaan
van de zon verdwenen.1JCn direct
nadat de kabel vanonder het toe
stel aan een parachute is weggeval
len begint de glijvlucht. Het is een
van de laatste vluchten, van van
daag op Teriet, dat de hele dag op
volle toeren heeft gedraaid. Vele
tientallen starts zijn er gemaakt;
met slechts korte tussenpozen
trokken de sterke 1300 meter lan
ge kabels de lichte vogels een voor
een naar boven naar de helwitte
stapelwolken, waaronder zich
dat weet iedere zweefvlieger
de snel stijgende luchtkolommen
bevinden.
ting: er zijn 33 bij de Koninklijke
Nederlandse Vereniging voor
Luchtvaart aangesloten zweef-
vliegclubs, waaronder een tiental
militaire. En het ledental van de
ze clubs groeit ieder jaar. Vooral
dit jaar hebben we een enorme
toeloop zó zelfs dat verscheidene
clubs een ledenstop hebben moe
ten afkondigen.
Al deze clubs hebben hun vaste
vliegvelden, maar hét grote cen
trum blijft toch Teriet. De vlie
ger weet het uit ervaring: daar
heeft hij de meeste mogelijkheden.
Door de terreingesteldheid is hier
de kans op de zo nodige thermiek
het grootst en uren boven blijven
is er lang zo'n kunst niet als bij
voorbeeld boven het vliegveld Val
kenburg.
Daarom ook houden vele clubs
er regelmatig kampen. Dan komen
zij met wagens vol tenten en trek
kers mèt hun eigen toestellen er
op uit. Maar ook individueel komen
de zweefvliegers naar de hei bij
Arnhem. Zo maar, voor een mid
dag. dikwijls ook voor een heel
weekend. En 's zomers dikwijls
is Teriet voor eèn groot gedeelte
bezit van de scholieren.
Zegt de heer Manting: op 5
augustus komen weer zo'n 45
schooljongens hier ruim drie we
ken doorbrengen. Ze zijn er in
tern en vliegen, als ze weer naar
huis gaan, solo met het B-brevet
op zak. Voor deze scholierencur
sussen bestaat steeds opnieuw
grote belangstelling.
ook de warme laarzen niet ontbre
ken, want op zulke hoogtes kun
nen de temperaturen tot ver on
der het nulpunt dalen.
Overigens zijn er maar weini
gen in Nederland, die deze brevet
ten hebben: 50 vliegers bezitten
het gouden brevet en slechts vijf
hebben het diamanten in de zak.
70-JARIGE
Zweefvliegen is een sport voor
jong en oud. Onder zijn geregel
de gasten telt Teriet zelfs een 70-
jarige. de heer J. Robinson, die
's zomers van zijn pensioen ge
niet in een caravan aan de rand
van het veld. Hij is 'Nederlands
oudste zweefvlieger.
Pas enkele jaren geleden is hij
er mee begonnen. Ik was er in
eens door gegrepen, zegt hij. Het
is een heerlijke belevenis te zwe
ven, helemaal alleen, met alleen
het zachte ruisen van de wind om
de vleugels. Het is iets overwel
digends daar hoog boven de we
reld in je cockpit te zitten en uit
te zien over het wijdse landschap.
Toen ik dat eenmaal had onder
gaan besloot ik direct: ik moet
in'n brevet halen.
Sindsdien maakte hij een klei
ne 400 starts, en heeft hij inmid
dels het zilveren C-brevet gehaald.
Nog dagelijks klimt de opgewekte
grijsaard met zijn parachute in
de cockpit van een van de vele
toestellen. Voor de jongeren, die
lachend over ,,opa Robinson"
spreken, is hij een goede en po
pulaire collega" geworden, die in
niets voor hen onderdoet. Zelfs
's avonds, als in De Thermiekbei
dé dag wordt ..uitgeluid", is hij
dikwijls van de partij.
Het is een vergissing dat zweef
vliegen een specifieke mannen-
sport is. zegt de heer Manting.
Natuurlijk, we hebben hier meest
mannen maar er zijn toch ook vele
,,KNVvL-zweefvliegeentrum Ter-
let". Het bord in de berm van de
rijksweg Arnhem-Apeldoorn wijst
naar" een smalle zijweg, die dwars
door de hei naar een groen houten
gebouw kronkelt: het centrum
voor de zweefvliegers. Het ligt er
wat verscholen tussen het geboom
te met aan één kant een wijds uit
zicht op de hei, die zich tot aan de
einder uitstrekt. Even ernaast ver
rijst de grote hangar, waarin nu
slechts enkele vliegtuigen „in rus
te" zijn. Ze krijgen hun grote
beurt: hier moet een latje worden
vervangen of is de verfkwast no
dig en daar wordt het instrumen
tarium nagekeken. De meeste toe
stellen zijn echter op het veld of
cirkelen ergens hoog boven de hei,
zich wentelend in de thermiek.
2400 VLIEGERS
Een kleine 14 jaar bestaat dit
centrum, zegt de heer M. J. Man
ting, die er zélf enthousiast
zweefvlieger sinds de start de
scepter zwaait.
Als men weet dat toen in 1950
de zweefvliegsport nog maar in de
kinderschoenen stond en dat er nu
ruim 2400 actieve zweefvliegers
zijn in ons land, blijkt wel dat de
ze liefhebberij de afgelopen jaren
een enorme vlucht heeft genomen.
De heer Manting en zijn instruc
teurs hebben er honderden zien
komen. Meest jongeren, schooljon
gens, maar ook vele ouderen, die
na hun eerste kennismaking met
de sport zó enthousiast waren, dat
zij direct intakenden voor een cur
sus. In enkele tientallen jaren tijds
is het zweefvliegen van een sport
voor alleen welgestelden geworden
tot een populaire vrije tijdsbeste
ding. De tijd dat het zweefvliegen
nog als een luxe sport werd be
schouwd behoort al lang tot het
verleden.
GROEI
Zegt de heer Manting: de finan
ciën zullen voor niemand een be
zwaar hoeven te vormen. Voor
ruim tweehonderd gulden kan
ledereen vrijwel onbeperkt vliegen.
Reken maar eens uit wat andere
sporten kosten en vergelijk dan
maar. Zweefvliegen behoort zeker
niet meer tot de duurste hobbies.
Over het hele land zijn de zweef
vliegers te vinden. De heer Man-
tientallen meisjes die het brevet
haalden. Meisjes dikwijls van een
jaar of 14. Ook hier wordt de
emancipatie langzaam maar zeker
doorgevoerd, lacht hij.
„KRAAKJES"
Per jaar worden er zo'n 80.000
vluchten gemaakt op Teriet.
Maar ondanks deze bedrijvig
heid komen ongelukken vrijwel
niet voor. Door de bank worden
per jaar zo'n 22 kraakjesge
registreerd. Maar dat betreft
dan meestal lichte beschadigin
gen aan de toestel.
Lichamelijk letsel komt zelden
voor. Alleen hebben we dit jaar
een jongen gehad, zegt de heer
Manting, met een gebroken
been. Die was aan de rand van
het veld tegen een populier aan
gevlogen en daarna in een aard
appelveld geploft. Hij was ech
ter gauw over de schrik heen.
Ongelukken kunnen er haast
niet gebeuren. Trouwens, de sta
tistieken wijzen wel uit dat ze
tot de zeldzame uitzonderingen
behoren. Ondanks het feit dat de
vliegers dikwijls in verre en on
bekende streken komen. Want
wie eenmaal het vliegbewijs
heeft, mag overland^vluchten
gaan maken. Meestal gaan die
vluchten tot honderden kilome
ters over de grens. Naar Duits
land, naar België en zelfs tot
voorbij Parijs. Springend van
thermiekbei naar thermiekbei
zoekt de vlieger dan zijn weg
totdat hij uiteindelijk wel moet
landen. Met auto's en speciale
trekkers worden vlieger en toe
stel dan van Teriet opgehaald.
STËcQS HOGER
Meéstal zijn de vliegtuigen,
waarmee wordt gevlogen club
eigendom. Maar er zijn enkele
mensen, die een toestel privé heb
ben, zegt de heer Manting. Op het
ogenblik nog maar acht, de prij
zen zijn vrij hoog: elf tot dertien
mille. Maar het aantal zal snel
stijgen in de naaste toekomst, zo
wordt verwacht.
Op Teriet is die stiJb.-nde be
langstelling duidelijk te merlcen.
Bij goed weer in de weekends ko
men de vliegers er uit alle delen
van het land en draait het be
drijf op volle toeren. Dan is de
zware lier constant in bedrijf en
worden de toestellen achter elkaar
de lucht ingetrokken. Zegt chef-
instructeur J. Minoli: als het je
eenmaal te pakken heeft houd je
er niet meer mee op. Het is alsof
je in een thermiekbei terecht
komt. Als je er eenmaal inzit ga
je steeds hoger....