Spanje 1964: Zigeuners blijven Europa's buitenbeentjes Friesland is meer dan een biljartlaken met koeien verlichte technocraten aan het roer <^Door óleclttc lezeró ZONDAGSBLAD ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1964 Jf/AT DENKT de niet met speciale toeristische kennis toegeruste Nederlander hij het horen van het woord „Friesland"? Blijkens een recente door de Nederlandse Spoorwegen gehouden enquête niet aan een land waar g iedereen een prettige vakantie kan doorbrengen. Fries- g land heeft altijd al moeten strijden tegen de misvatting, dat het een koud land zou zijn met een voortdurend S neersijpelend regentje, vlak als een biljartlaken en vol 5 weilanden, slechts gestoffeerd met koeien. De commis- •k saris van de Koningin in Friesland heeft er echter tijdens een bijeenkomst van*toeristisch zeer geinteres- ?- seerden op gewezen dat Friesland prachtige bosgebie- den kent, een rijk cultuurbezit heeft, om van de wat bekendere Friese meren maar te zwijgen. De commissaris bleek van Philips-Drachten is bijvoor mening, dat Friesland te lang beeld uitgegroeid tot een onder een eenzijdige agrarische struc- neming met tegen dc 3000 werk- tuur heeft gehad. Sedert 1950 is nemers. Dit bedrijf heeft ne- de industrialisatie op gang geko- ven-vestigingen in Australië, men. Dit proces is in deze pro- Spanje en Normandië en een vincie zeer succesvol verlopen, eigen vliegveld te Drachten. In het kader van de industrialisa tie heeft Friesland 143 gezinnen van ingenieurs geïmporteerd. Woonklimaat De omschakeling naar een deels industriële structuur vroeg voorzieningen ten opzich te van het woon- en leefkli maat. Een aantal van deze voorzieningen, bijv. meer en betere jachthavens, maakt Friesland tevens aantrekkelij ker voor een groeiende toeris- tenstroom. Zelfs de verbeterin gen in de landbouw komen de recreatie ten goede, waar bij grote ruilverkavelingen land bouwgebied teruggebracht wordt tot een recreatieve be stemming. Voor de economische positie van Friesland betekent een toene mend vreemdelingen-verkeer een welkome basisverbreding. De heer Linthorst Homan bleek van mening, dat de Friezen hun licht nog te veel onder de korenmaat houden. „Het zijn geen geboren Markers en Volendammers" al dus de commissaris. „Wel zult u in Friesland een gastvrije bevol king vinden, die u met een bijna aandoenlijke hartelijkheid en openheid wil ontvangen." Niet stilzitten Gedeputeerde mr. D. H. Okma was van mening dat op het ter rein van toerisme en recreatie de overheid geen dag mag stilzitten. Hij wees op de toekomstige weg verbinding Amsterdam-Lemmer die de afstand van het Westen naar Friesland terug zal brengen tot 78 km. ..Wat te doen als deze stroom losbreekt?" vroeg de heer Okma. Hij wees op de nog steeds rek bare capaciteit van de Friese wad den-eilanden. het 10.000 ha. grote merengebied, de oever-recreatie zoals die zich ontwikkelt te Ter- horne. maar ook langs de kust van het IJsselmeer en het vele aan trekkelijks dat overig Friesland heeft te bieden. De provincie telt alleen al 165 monumeqjale kerken, waarvan 40 Romaanse. Het gaat ons om de recreatie van betere klasse, aldus gedepu teerde Okma. die duidelijk maakte dat ook op het terrein van de bio logie en de ornithologie in Fries land veel te beleven valt. De drooggeworden Lauwerszee zal in de toekomst een uniek re- creatieaebied kunnen worden. De overheid heeft de grote verant woordelijkheiddeze integrale schoonheid, naast dc zeer welko me industrialisatie intact te hou den. In het meren-gebied is het ..Werenschap", waarin de provin cie en 15 gemeenten zijn verte genwoordigd, zeer actief bezig lage i de uitbreiding van de outil- het i De- voorzieningen moeten goed zijn. wil men de recreatie bevor deren. Sedert 1960 wordt hierin door het Rijk hulp geboden. Ge durende de laatste vier jaar zijn door rijk. provincie en gemeenten vijftien miljoen gulden voor toe ristische en recreatieve doeleinden besteed. Recreatieraad De het vorig jaar in het leven geroepen voorlopige recreatie- raad. waarin naast overheids vertegenwoordigers ook e-en or ganisatie als ,,It Fryske Gea", de Friese Natuurbeschermings organisatie zit, heeft tot doel te komen tot een totaal recreatie plan voor de provincie Fries land. Streekplannen voor het Waddengebied, het meren-ge bied en het Bosgebied zijn in een meer of minder vergevor derd stadium gekomen. Een vierde plan houdt zich bezig met het overige Friese schoon in de vorm van terpen, stadhuizen, kerken en kerktorens. De heer Okma wees ten slotte op een reeks provinciale veror deningen die de landschapsbe scherming ten doel hebben, zo als de Landschapsverordening Friese meren, de molen-veror dening, de reclame-verordening Sportvisserij ,,De Friezen zijn van af komst boeren en vissers" zei gedeputeerde J. L. Hoogland, en als jongste in deze rij de die als hartstochtelijk jager en .ontgrondings-verordening. Ook visser deze afkomst niet verloo- het verbod om op bepaalde chent. „Het bekoorlijke van het plaatsen en tijden met snelbo- vissen is, dat je het nooit hele maal weet. Je probeert het al tijd weer". De heer Hoogland was van mening, dat de sport visserij zich ontwikkelt tot een vorm van recreatie die we nooit hoog genoeg kunnen aanslaan. Mensen uit alle lagen van de bevolking zijn aan de waterkant te vinden. Friesland is met zijn 10.000 ha. meren en 5.000 ha. vaarten, nog afgezien van de polders, een el&orado. van de Friese l deputeerde Hoogland. Hij van mening dat dit gevaar nog niet voldoende tot de rijksover heid is doorgedrongen. „De si tuatie in Friesland is momen teel nog gunstig, maar hoe zal die zich ontwikkelen?" zo luid de zijn klemmende vraag. (Van onze speciale verslaggever) MADRID, juli. J\z[EN ZEGT wel eens dat zich in Spanje hetzelfde ..Wirtschaftswunder' aan het voltrekken is als in het Duits land van de jaren vijftig. Zonder Marshall-hulp, of an dere gigantische dollartrans acties de financiële steun, die de Verenigde Staten bo den, is, relatief gezien, gering geweest is het Madrid gelukt vaste grond onder de voeten te krijgen. En dat de peseta thans „hard" is, vege terend als hij doet op een goud- en dollarreserve van zo'n vier miljard gulden, is niet te danken aan het econo misch knap manoeuvreren van het Franco-bewind, maar aan de zon, die heel Spanje met een gulden schijnsel overgiet. Aan de toeristen dus, die uit alle delen van Europa het Iberisch schier eiland binnenstromen dit jaar verwacht men er onge veer vijftien miljoen! om tegen betaling van vreemde valuta het mooie weer en de warmte op te zoeken. Ik heb het al meer geschreven: een staat als Spanje, die van het toerisme leeft, heeft in zijn finan ciële harija^-zwakkp plekken. Wei nig is zo gevoelig als een dienst verlenend apparaat. Het wordt be heerst door de conjunctuur, door de portemonnaie van een ander. Is deze vol, dan is er geen vuil tje aan de lucht: is deze minder goed gevuld, of raakt deze leeg, dan moet er bezuinigd worden, 't eerst op luxe, wat een toeristische reis altijd is. „Er bestaat geen koning der zigeuners en die heeft ook nooit bestaan. We moeten korte met ten maken met deze uitvinding van de journalisten". Deze uitspraak is te vinden in een studie van de Franse cultureel-anthropoloog Jean Paul Clébert wiens boek onder de titel De Zigeuners als Phoe- nixpocket (uitgegeven bij W. de Haan, Zeist) in het Nederlands Is verschenen. Clébert meent dat het de hoog ste tijd is om af te rekenen met de vele vooroordelen en onjuiste stereotypieën die nog dagelijks gevormd worden over dit volk, waarvan het totale aantal ge schat wordt op vijf miljoen. In zijn inleiding geeft hij een kernachtig beeld van deze groep die door de eeuwen heen haar oorspronkelijk karakter en cul tuur heeft bewaard. „Ondanks onderlinge verschil- le zijn zij allen één in vrij heidsliefde en hun voortdurende vlucht voor de greep der be schaving, hun leejwijze in har monie met de natuur en hun be hoefte heer en meester over zichzelf le zijn". Oorsprong Sprekend over de uitzwerving der zigeuners richt Clébert voor al zijn aandacht op hun komst in Europa, die tussen 1350 en 1515 heeft plaats gehad. langs deze groep»ti Europa zijn binnen getrokken en het tijd stip waarop ze in de verschillen de landen zijn verschenen. >*st te Langs drie wegen heeft men on ze gebieden bereikt. Centraal en West Europa via Turkije en de Balkan; naar Rusland en Scan dinavië volgde men de route tus sen de Kaspische en de Zwarte Zee; in Spanje kwam men via Egypte en Noord-Afrika. De ontvangst was over het al gemeen weinig vriendelijk. In het aller gunstigste geval werden zij geduld. Meestal echter trad men zeer hard tegen de nomadische stammen op. In centraal Europa bv. werden zij tot de 19e eeuw toe onderdrukt en als slaven be handeld. De aard van hun beroep (waarzegger, buikspreker, paar- dekoper. ketellapper e.d.) alsme de hun zwervend bestaan werkte verachting in de hand. Daarnaast was men bevreesd voor de zigeu ners om hun toverkunst en hek- Dit magisch element speelt ook in het dagelijks leven van deze mensen, b.v. bij ziektebestrijding en geboorte- en huwelijksritueel, een grote roL Uitvorig gaat Clébert in op de religieuze opvattingen der zigeu ners. Voorop dient hierbij gesteld te worden dat zij hun godsdienstig leven sterk geassimileerd hebben met de godsdienst in de streek waar zij zich bevonden. Zo kan men christelijke en mohamme daanse zigeuners aantreffen, ter wijl ook wel vermenging van christendom en islam voorkomt. De grondslag wordt echter ge vormd door de religieuze overtui ging die dit volk van oudsher be- Organisatie Talloos zijn de mythen die de oorsprong der zigeuners trachten te verklaren. Zo meent men wel dat deze mensen afstammelingen zijn van het verdoemde geslacht van Kaïn. Hierop wijzen ook de beroepen van de zonen van La- mech: Zij die tenten bewonen, de citer en de fluit bespelen en zij die koper en ijzer bewerken. Met behulp van de onderzoek methodes der ethnologie. voorna melijk de linguïstiek en ethnogra- fische gegevens maakt de schrij ver ons duidelijk, dat de baker mat der zigeuners gezocht moet worden ln Voor-Indië met name het Indusgebied. Wanneer zij daar gekomen zijn is niet duide lijk. Omstreeks het jaar 1000 be- Oorzaken In een hoofdstuk over Traditie en Overlevering verklaart de schrijver deze houding nader. Door him nomadische bestaans wijze. hun sterke gebondenheid aan de natuur en de geringe tech nische kennis, die zij bezitten, speelt de magie in het dagelijks leven der zigeuners een grote rol. Hierdoor hebben zij evenals de meeste niet-Westerse volken veel aandacht voor mysterieuze, niet stoffelijke verschijnselen in de wereld waar de technisch ge oriënteerde West Europese mens geen kijk meer op heeft. De groepsvorming heeft bij de zigeuners een gesloten karakter. Personen van andere origine wor den nooit blijvend in de groep op genomen. zij kunnen geen lid van een zigeunersamenleving zijn. Ook hier ligt een verklaring voor de voortdurende botsing met de gevestigde bevolking. In het laatste hoofdstuk van het boek wordt de huidige positie van de zigeuners in Europa behan deld. Het is jammer dat gegevens over Nederland hierin niet voor- Het essentiële probleem vormt volgens de schrijver het onder wijs. Regelmatig lesgeven wordt ernstig belemmerd doordat men meestal maar korte tijd op een bepaalde plaats is en de kinderen bovendien het dagelijks leven in de schoolbanken niet gewend zijn In Spanje, waar de positie der zi- eeuners zeer gunstig is. heeft men wel proeven genomen met mobie le scholen en onderwijs in de bui tenlucht. Zolang dit vraagstuk niet is op gelost besluit Clebert. zullen de zigeuners nog lang aan de bosran den bivakkeren, er hun vuren sto ken en heen en weer wiegen op de zwaarmoedige liederen van het verre Azië en het oudste Europa. Opus Dei en induslri PLAN Dat Spanje, dat druk doende is zich naar een algemeen aanvaard baar Europees welvaartspeil op te weken, dit inziet, is niet Maar dat het zich gaat pantseren met een plan, dat ten doel heeft binnen vier jaar de produktiviteit met 25 procent te verhogen, is wél nieuw. De betekenis h: is dat het, verhoudingsgewijs, twee keer zo hard moet roeien als de Verenigde Staten op 't ogenblik doen. En misschien wel vijf keer zo hard als de welvaartsstaten in Europa, die op een zeker punt van verzadiging zijn gekomen. Het zogenaamde Plan de Desar- rollo. of ontwikkelingsplan, heeft in zijn algemene lijnen ten doel I de binnenlandse produktie te ver hogen (meer export om de zwaar negatieve handelsbalans beter in evenwicht te brengen), de werkge- legenheid te bevorderen, en de economische en sociale structuur van Spanje te hervormen, ten ein de het land met de rest van West- Europa te kunnen integreren. Zowel in de overheids- als in de particuliere sector zijn voorzienin gen getroffen voor de investering van liefst 20 miljard gulden, in die zelfde vier jaar. Het benodig de kapitaal wordt verkregen van de overheid, die door een beter fiscaal systeem meer' belasting gaat innen zonder tot belasting verhoging over te gaan, van par ticuliere beleggers, die er steeds meer komen, en van buitenlandse investeerders, die als het ware staan te dringen. Ook komen er enkele leningen van internatioale organisaties de Wereldbank waarschijnlijk aan te pas. BESTEMMING Greep uit de bestemmingen: Bijna 5 miljard gulden voor ver betering van de transportvoorzie ningen. 4 miljard gulden voor woning bouw en stadsplanning. 3 miljard gulden voor irrigatie- projecien. 1 miljard gulden voor andere agrarische hervormingen. 100 miljoen gulden voor telecom- Ruim 80 miljoen gulden voor wetenschappelijk en technisch on derzoek. Tot de ziel van het vierjaren plan, behoren drie, betrekkelijk jonge ministers. Het zijn Alberto Uilastres, minister van handel, Gregorio Lopez Bravo, minister van industrie, en Mariano Navar ro' Rubio. minister van financiën. Een protégé van de eerste, Lopez Al deze vier mannen, zijn lid van de lekenorganisatie Opus Dei. die o.m. de kruisbanier van denken misschien nog tief. zijn ze op 'het sociaal-econo mische en financiële vlak liberaal en progressief. Waar ze mee doende zijn en wat het plan de Desarrollo mede beoogt, is de slechting van de eigenlijk eeuwenoude muren, die de protectionistisch ingestelde «brieven moeien nog veraer behvfdm, de import moet nog verder worden geliberaliseerd. De invloed van het log werkende en hinderlijk interveniërende over heidslichaam Instituto Nacional de Industria dient tot een minii te worden beperkt. Inefficiënt kende industrieën mogen niet lan ger beschermd worden. Kartels en monopolies behoren ontmanteld te worden. In de grote, doch pri mitieve agrarische sector moeten landhervormende en mechanisa- tie-bevorderende maatregelen wor den doorgevoerd. Een jonge liberaal op een mi nisterie in Madrid zei tegen me: KRITIEK „Dit vierjarenplan is het beste, dat we ooit hebben gehad. Het is belangrijker voor de openlegging van Spanje dan ons lidmaatschap van vijftig internationale organi saties. Als onze ministers in hun opzet slagen, hebben ze het volk een grotere dienst bewezen dan welk kabinet onder Franco ook". Kritiek is er natuurlijk ook. Nog niet op de resultaten die zijn er nog niet; het plan, dat me de tot stand kwam op grond van uitgebrachte adviezen van de We reldbank, is dit jaar pas gestart maar wel op de opzet. Uit de rechtse hoek van het voornamelijk standen, klassen en beroepen vertegenwoordigend par lement, de zogeheten Cortes, werd het verwijt gehoord dat het ont wikkelingsplan de traditionele, Spaanse manier van leven zal aan tasten. In de linkse hoek die of ficieel dichtgemetseld is wordt gefluisterd dat de herverdeling van inkomen en bezit nauwelijks aan de orde komt. Een enkeling hoort men ten slotte beweren dat het uitgangspunt van het plan du bieus is. Het is namelijk geba seerd op een, ook in de komen de jaren nog altijd opgaande lijn in de toeristenindustrie. Hoe het ook zij, het voor Spanje ambitieuze vierjaren plan is waard een kans te krijgen. Na 25 jaar Franco- bewind, dat zich gekenmerkt heeft door isolationisme en traditionalisme ook in econo misch opzicht, waren land en volk er eindelijk wel aan toe. "AAAWWV) Sommige christenen schijnen hun bijbel erg slecht te lezen, getuige hun handel en wandel. Hieronder vindt men enkele zaken genoemd, die heel anders in de Heilige Schrift staan dan velen blijkbaar menen. 2 Niet: Verwijt elkaar de mis daden en scheldt op elkander. maar: Belijdt elkander uw misdaden en bidt voor elkaar (Jak. 5 16). lette ook op dat (Filip. 2 4). maar: Wcest in geen ding be zorgd (Filip. 4 6). (Kol. 3 5 Niet: Le, 20). d vergelde, ar kwaad v-rgeldi Niet: God wil, dat sommige mensen behouden worden, maar: God wil, dat alle men sen behouden worden (1 Tim.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 14