Notities bij Rotterdams Kandinsky-bezit FRANSE LETTEREN in het grensgebied Momentopnamen bij afgesloten tijdperk k PIET CALIS Daling van temperatuur 1 1 ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1964 ZONDAGSBLAD Met de recente aankopen op de veiling van Sothe- by te Londen heeft het Rot terdamse Museum Boymans- Van Beuningen zich de faam vergaard, van alle musea in Europa het breedste beeld van de ontwikkeling van de Frans-Russische schilder Wassily Kandinsky te kun nen tonen. Hoewel bij de overzichtstentoonstelling van vorig jaar Kandinsky's leven alsook zijn betekenis voor de moderne kunst uitvoerig in ons blad werden belicht, heeft het zin de Maasstede- lijke aanwinst met enkele no tities te begeleiden en ver volgens enige vragen onder ogen te zien. Dertien schilderijen represente ren dus nu in Rotterdam vier epi soden uit het leven van deze grond legger voor absolute kunst. Het. doek .Zondag" (19041 dateert uit de tijd, waarin Kandinsky die een juridische carrière in Moskou had geruild voor artistieke explo raties te München zich in de schilderkunst bekwaamde en veel al herinneringen aan zijn geliefd Rusland impressionistisch in beeld bracht. ..Lyrisches" (een doek uit 1911 dat Boymans-Van Beuningen se dert 1936 bezit) en de kostbaar ste aanwinst ..Grote Studie" 400.000: uit 1914) tonen, hoe Kandinsky in zijn periode te Mün- chen en Murnau (1908-19141 evo lueerde naar een absolute kunst, waarin vormen en kleuren ge heel los van de realiteit lyri sche expressies zijn van het in- IFassüv Kandinsky Moskou 1866- Parijs 1944) tan wiens ontwikke ling het Museum Boymans-Van Beuningen met dertien werken een veelzijdig beeld kan tonen. Het hierna volgende citaat uit een publicatie van het Museum Boymans-Van Beuningen is in fei te een ondersteuning van onze beweringen: ..Wie zich in ons land een beeld wil vormen van de geboorte, en groei der abstrac te kunst, zal voortaan een tocht dienen te maken langs de drie musea waarin de drie meesters het rijkst vertegenwoordigd zijn die het meest hebben bijgedragen tot deze omwenteling in de we reld van de beeldende kunst: naar het Stedelijk Museum te Amster dam voor de kunst van Malewitsj, naar het Gemeentemuseum in Den Haag voor die van Mondriaan en naar het Museum Boymans-van Beuningen voor het werk van Kandinsky." In Rotterdam dus geen totaal beeld van Malewitsj en Mon driaan. Hetzelfde kan worden ge zegd van om slechts enkele na men te noemen Matisse, Lé ger, Picasso, Klee, Miró, Arp, Baumeister, Braque, Mare. Schwitters en Pollock. Doodlopend Bauhaustijd Dan volgt de tijd van het ,.Bau- haus" de Duitse kunstschool die zeer veel tot vernieuwing heeft bijgedragen en waaraan Kandin sky als leraar was verbonden, eerst in Weimar (tot 1925) en daar na te Dessau, totdat het ..Bau- haus" op last van Hitler in 1933 werd gesloten en Kandinsky's werk voor ontaard" was ver klaard. Van deze voor de ontwikkelipg van de moderne kunst belangrijke fase bezit het Rotterdamse mu seum thans negen werken en wel uit de jaren 1924. '25, '26. '27. '29 en 1930. Zij vertegenwoordigen wat Kandinsky zelf noemde zijn ..koe le tijd"; streng-geometrische vor men, die niet impulsief, doch na lang wikken en wegen zijn ont staan. Het zal menige beschouwer niet gemakkelijk vallen, op gezag van de kunstenaar aan te ne men. dat deze nooit een vorm heeft gebruikt die niet intuïtief was gegroeid. Zeker, het fonds onthullen in warme kleuren iets van een poëtisch levensgevoel, maar de daarop vastgelegde li neaire vlakvulling doet zich voor als koel verstandelijk en -eeds uit de tijd geraakt werk. Heimweedecoratie Van Kandinsky's slotfase in Frankrijk van 1933 tot aan zijn dood in 1944 is ..Aangevuld bruin" (uit 1935) een typische re presentant. Hierin ziet men hoe de kunstenaar zijn heimwee naar jeugd en vaderland heeft weerge geven in aan de volkskunst ont leende motieven die hoewel zij artistiek niet verder reiken don het werk van eeijk goede decoratie schilder toch interessant zijn omdat zij zo duidelijk Kandins ky's Russisch-Aziatische afkomst verraden (hij had het bloed van een adellijke Mongoolse in ziin aderen). Met de vraag of de elf aanko pen wel 1.092.000 waard zijn. belanden we uiteraard bij de wet van vraag en aanbod en op de niet altijd helder verlichte inter nationale kunstmarkt. Ten slotte geldt voor meer" zaken dat zij dat gene waard zijn wat men er voor over heeft De Londense veiling van vijftig Kandinsky's uit de Newyorkse Guggenheim-colleciie was intussen een waarschijnlijk niet voor herhaling vatbare gele genheid om een representatieve groep werk te bemachtigen. Te laat Een andere vraag kan zijn, of dit per se op Rotterdams weg lag. De Maasstad jaagt deels begrijpelijk naar de vorming van een collectie moderne kunst die qua niveau en breedheid een waardige pendant kan zijn van de schitterende verzame ling oude kunst. Daarmee is Rotterdam echter te laat en wij hebben het gevoel dat zulks onvoldoende wordt beseft door die gemeentebestuurders die meer op basis van chauvinisti sche overwegingen dan met Kennis van kunstzaken actief ztin. Uitgesloten moet het worden geacht, dat Rotterdam op het ge bied van de moderne kunst een internationale faam kan berei ken. gelijk aan die welke Boy mans-van Beuningen bezit voor iaat de oude kunst betreft. Het grote werk 'van alle wezenlijk belangrijke modernen ligt reeds vast in musea of particuliere collecties. Als er een enkele keer iets van los komt, kan ver- Al mag het dan geen maat staf zijn voor het aankoopbe leid, toch is het nuttig zich af te vragen, hoe groot de groep is voor wie Rotterdam zich fi nanciële offers getroost om een figuur in de moderne kunst, in dit geval Kandinsky. veelzijdig te kunnen tonen. Er is geen voorzeggende geest voor nodig om vast te stellen, dat Kandin sky's werk als de eerste be langstelling voorbij is slechts voor een enkeling wezenlijk stu die-object zal blijken te zijn. Niet slechts de doorsnee mu seumbezoeker zal er, zo niet on geïnteresseerd, dan toch onaan gedaan aan voorbijgaan. Want naar geestelijke inhoud zowel als in vormentaal heeft Kan dinsky de mens van nu vrijwel niets meer te zeggen. Alleen kunsthistorisch is zijn werk nog van waarde als een van de vele momentopnamen van het verle den. Kandinsky legde, met an deren. de grondslag voor een verschijnsel dat nu al geruime tijd in doodsnood verkeert en dus niet bij machte is. naar het tijdloze, het eeuwige, te reiken. Ergo: Rotterdam heeft een zeer beperkte, ja kleine mees ter, topzwaar binnen zijn muren ,JV ouwelijks" uit 1930 is een koel-verstandelijk bezig zijn met geometrische vormen. Het hersen schimmig lijnenspel verdringt de impulsen van het hart. Slechts het col or iet van de achtergrond enkele kleuraccenten onthullen nog iets tan Kandinsky's diepste innerlijk. gehaald. De Kandinsky-epoque is voorbij: de mens van nu en later zal daarvan zijn wij op grond van „tekenen des tijds" overtuigd voor zijn erva ringswereld en zijn expressies elementen zoeken die hem in sterker mate beroeren. TON HYDRA In zijn aforismencyclus Die FröhJiche Wissenschaft vertelt Nietzsche van een dolgeworden man, die op een heldere mor gen een lantaren aanstak, de markt opliep en daar begon te schreeuwen: „Ik zoek God! Ik zoek God!". De meesten van die hem omringden, geloofden niet meer in God en bespotten hem. Is Hij verdwaald, heeft Hij zich verborgen, is Hij scheep gegaan, geëmigreerd? De dolgeworden man doorboorde hen met zijn blikken. ,.Ik zal het jullie zeg gen! Wij hebben hem gedood, wij allemaal zijn zijn moorde- Grote Studie" voor f400.000 de duurste aanwinstis uit 1914. Hierin zijn het nog de verf op dracht, kleuren en compositie die schilderkunstig verhalen van Kandinsky's poëtisch levensgevoel. s! Maar hoe hebben we dat Iftjderd verband met elkaar kunnen doen? Hoe slaagden wij staan (bl. 253). erin de oceaan leeg te drinken? Wie gaf ons de spons om de horizon uit te wissen? Wat de den wij, toen wij deze wereld En wat voor gevolgen heeft dit alles voor de poëzie? Van schoon en lelijk kan niet meer worden gesproken zoals Kloos en Gorter haar Zon losmaakten? dit deden (bl. 161. Alledaagse Waarheen beweegt zij zich Waarheen bewegen wij ons? Weg van alle zonnen? Storten wij niet voortdurend naar bene den, achteruit, zijwaarts, voor uit, naar alle kanten tegelijk? Is er nog een boven en bene den? Dwalen wij niet door een daag door de werkelijkheid oneindig niels? Nadert niet voortdurend de nacht en steeds meer nacht? Voelen wc niet de ijskoude adem van dc lege ruim te? Is het niet kouder gewor den? woorden kunnen voor de dichter geen taboe meer zijn, zoals ze dit voor Boutens waren (bl. 31). Het eeuwenoude geloof in de priester lijke functie van het dichterschap zal een kalme dood sterven: de parade der profeten is voorbij hl. 44). De poëzr •dt van- concrete, momentele paald. anders dan bij Geerten Gossaert en Roland Holst (bl. 67>. Het logische, op de causaliteiten van een euclidisch wereldbeeld vertrouwende denken wordt tot voornaamste vijand van de mens verklaard (bl. 122). De inspiratie mythe wordt vervangen door een gretige belangstelling voor de mo gelijkheden van het materiaal (bl. Den Haag uit- 134". Het toeval Hier hebt u. lezers, dc Daling van temperatuur waarvan Piet Calis spreekt in zijn bij Bert Bak- ker/Daamen N.Vj gegevei tingen ten aanzien van de Neder landse poëzie. Niet dat Calis ziel: zo theologisch uitdrukt als Nietz sche tachtig jaar geleden deed. Niet dat hij blijk geeft van een tam zo universele, profetische visie als de ongelukkige domineeszoon /rn. r, r\rnrMr-\ in de heldere en vruchtbare perio- VERHELDEREND de voorafgaande aan zijn geeste lijke ineenstorting. In Calis' anti- idealistische beschouwingen is van God geen sprake meer; ter- loops wordt ergens gezegd dat de religie allang heeft afgedaan <ik dig' is ordt de opstellenbundel over de te uitdrukking van het feit dat de zestig jaar gewijzigde opvat- dichters zich in de werkelijkheid xt.j... meer thuis voelen (bl. 156 De dichter moet daarom le nig zijn. bereid om van afgeleef de waarden afstand te doen (bl. Een verhelderende beschouwing ..ant zo liggen de zaken, feitelijk. Natuurlijk blijft er de inconsequen- heb de plaats zelfs r discursief betoog an te tonen dat het discursieve denken voor de poëzie jindigt met de uitspraak: ..de mantische temperatuur is 0- uulj daald" en blijft daarmee in de spreken past het niet in Calis' denkwijze zoals hij op bl. 11 doet, te _.;en over iemand die ..behal- dichter ook politicus is", alsof sectoren bestaat, Op Nietzsches beeldspraak voort r borduren (en daarbij te zinspelen maken door b. op een gedicht van Rilke) üe de beide warmte, die nog in de oksels van de gestorven God is overgcble^ ven. anders gezegd licht en warmte na zonsondergang, geur van snijbloemen, tendom derhalve. voorwerp van vrije keuze kan b.v. in een bioscoop reldoorlogen te bele- i. Een beetje kiespijn is al vol doende om bij het kijken naar historische films de herinnering H aan je eigen identiteit en aan dc tworteld chris- datum levendig te houden, al was het maar vanwege de afspraak met de tandarts. Maar dit zijn kleinigheden. Inzover Calis consta teert heeft hij gelijk. Men ziet ove rigens weer voor de zoveelste Om zakelijk te blijven: Calis maal. dat het levensbelang en de is langs inductieve weg. de Ne- levenskijk dc literaire kunst bepa- derlandse poëzie sinds omstreeks len. Literatuur is ÉMlÉf INDUCTIEVE WEG dan litera- En op hoger niveau ziet men ringen gekomen die me, de tei- «UI»:IJP» v, 1900 afspeurend, tot constate- lerlei christelijke restanten. leeft nooit in idealitei- ten, maar in situaties die voort durend wisselen. Een conceptie breekt zich baan die de omrin gende werkelijkheid èn de mens in die werkelijkheid als een es sentiële eenheid ervaart. Het consequenties. Gesteld wordt scherpe blik van Nietzsche om streeks 1885. die de feitelijke en veelzijdige consequenties van de ze voortgaande ontkerstening voor- discursieve denken lijkt, in prin cipe althans, overwonnen (bl. 43). De buitenkant van de din- De band tussen de mens en zijn omstandigheden is niet lan- ger dwangmatig (bl. 150). De zie te verbannen mens vertegenwoordigt niet moet langer een onaantastbare een- aan t heid, maar hij is een doorgangs- ten j, hui, eewordeu van allerlei emo- de lezer te'vëlduTdeïijtaë ties, gedachten en indrukken, die causaal slechts in een ver- In de moderne Franse let terkunde loopt terzijde van de brede stroom van de traditio nele roman en de zich iets ver smallende rivier van de nou veau roman ook de bescheiden beek van de poëtische roman, die zich beweegt in het grens gebied tussen droom en wer kelijkheid. Daar is de plaats van Robert Vrigny, «oiens vierde prozawerk La Nuit de Mougins zonder veel moeite de Prix Femina heeft verkre gen. Hij staat dicht in de buurt van André Dhótel, Henri Tho mas en Georges Limbour, wiens laatste boek La Chasse au Mérou in deze kolommen is besproken, schrijvers wier in vloed hij in een interview grif nrkende. De auteur heeft wel iets van de techniek van sommige figuren uit de sector van de nouveau roman overgenomen, n.l. het werken op verschillende tijdni- veaux. De verteller, auteur van enkele romans, die als gastheer optreedt, leidt de lezer binnen bij een groepje vrienden dat met hem gezeten op het terras van een villa in Z.-Frankrijk, geniet van de mooie zomer avond. Hij geeft de gesprekken in dat gezelschap weer voegt er enkele persoonlijke opmer kingen aan toe. maar laat voor namelijk het woord aan een to neelspeler, Védrennes. die ver telt van persoonlijke belevenis sen. De kern van het boek ligt in deze jonge leider van een to neelgroep. die. op de been ge houden door stevige subsidies, tracht een publiek te vinden. Hij is de geboren toneelspeler; zon der enige moeite kruipt hij psychisch in de huid van de personages die hij wil voor stellen. Hij leeft hun leven, hun gevoelens zijn de zijne. Ook fy siek neemt hij hun individuali teit over. Waar blijft de zijne! Weggegleden. Terecht draagt het stuk dat de groep gaat spe len. de titel Le Miroir de la Vie et de la Mort. Geen vaste tekst moet zijn groep hinden; ze ontstaat bij het spelen, zoals dat ook bij het middeleeuwse to neel voorkwam. Met dat stuk nu dreigt het spaak te lopen; een telegram riep hem, toen de tournee zou beginnen. naar Straatsburg, waar zijn vader ernstig ziek lag. Dat is de aanleiding tot vele bladzijden over zijn kinderjaren en jeugd, het ouderlijk huis en het gezinsleven, waarin drama tische en komische elementen dooreenlagen. de scheiding tus sen de ouders en het uiteenval- len van het gezin. Indringend vertelt Vrigny van de ontmoeting met de doodïflf- ke vader, die allerlei herinnerin gen uit gelukkiger jaren bij hem oproept. Details over het ziekenhuis en het Straatsburgse milieu ontbreken niet. Dit alles rust in de door de schrijver ge ziene en doorleefde werkelijk heid. Droomfiguren Maar dan komt de jonge man opdagen, een jongen eigenlijk nog. die hij Arken noemt, een blonde Elzasser. die hem on middellijk boeit, en die van zijn kant, verrukt over de kennisma king met een toneelspeler, een kunstenaar. Védrennes niet los laat en van deze de belofte ver werft dat hij hem zal opleiden in de kunst. Als het de zieke iets beter schijnt te gaan, ondernemen de twee jongelui een wandeltocht, de Rijnbrug over. Duitsland in. Dat wordt een dag van kinder- lijfce genoegens. Ze improvise ren stukjes toneel, stoeien en ravotten, nemen een bad in een frisse beek. gevolgd door een siësta onder de bomen. Ze be sluiten de dag met een bezoek aan een landelijke herberg, in gericht in een oud kasteel, waar ROBERT VRIGNY ga stuk wordt opgezet de grote lijnen; de tekst groeit op uit de grondgegevens. In dat spel heeft Candie. de dienster, haar rol. Als de nacht nadert keert Arken terug naar Straats burg; Védrennes blfjft, vastge houden door de raadselachtige Candie. Een droomdas. een droomnacht! De volgende «lag de lezer vermoedt het... al moet de ontrouwe zoon, terug gekeerd in de stad. vernemen dat zijn vader de vorige avond in eenzaamheid is overleden. Levensvisie Drie componenten vormen het boek. Na de concrete gege vens van de jeugdherinneringen en de Straatsburgse ervarin gen, als een pentekening in scherpe lijnen neergezet, volgt het luchtig spel van de fanta sie, in wazige tinten gehouden, zodat de luisteraars op het ter ras Védrennes vragen of hij een droom weergeeft of wer kelijk beleefde dingen vertelt. Het eigenaardige is dat Lim bour in La Chasse au Mérou eveneens op een bepaald mo ment de controle van de rede afwijst en de grillige verbeel ding ruim baan laat Het derde element wordt gele verd door de bladzijden met be spiegelingen over leven en dood. zijn en niet-zijn. Védrennas ge voelt angst voor de dood. die hij overal tegenkomt, maar even zeer voor het leven, dat hij in zijn spel tracht te ontlopen. Wie bijbels denkt, heeft weinig aansluiting aan deze visie op het menselijk péstaan. geformuleerd -in yage, ingrjsaille, gebuide for muleringen. We leren Vrigny kennen als een gevoelig agnos ticus. innerlijk gewond, de voet rustend op schuivend drijfzand. Het boek draagt een zeer sub jectief karakater. De dood van Vrigny's vader in 1953 in een Straatsburgs ziekenhuis, waarbij hij. na aanvankelijke beterschap naar Parijs terug gekeerd, ontbrak was het start punt van dit verhaal. Zijn to neelbemoeienissen vindt de le zer er in terug: leiderschap van een jonge groep, speelsuccessen. financiële moeilijkheden, ideeën over de toneelkunst, liefde tot het middeleeuwse theater met kluchten en mysteriespelen, het is alles diskreet in dit boek verwerkt, dat geen literaire openbaring brengt, maar de le zer boeit en soms ook tot te genspraak dringt. Zonder basis boek Le Froid du Soleil de naam van roman gaf bij de lezer niet de gedachte wekken aan een intrige afgesloten door een ontknoping. Hij vindt er in de terugblik over zijn leven van een stervende. Bernard Causerie. vertegenwoordiger van een Sroothandel in allerlei zaken, ie in zijn auto Normandië be reist en daarbij het slachtoffer is geworden van een verkeers ongeluk. Ogenschijnlijk niet ern stig gewond, heeft hij inwendige bloedingen, die na enkele on rustige uren hem de laatste kreet ontlokken: ..Merde, je meurs!" Niemand valt hem lastig die na middag; hij laat ongestoord de film van zijn leven terugdraaien. Zijn kinderjaren en jeugd heb ben er een plaats in: de oude grootmoeder, die hem heeft op gevoed. de kruidenierster wier helper hij was. slimmigheidjes en tegenvallers. Daarna zijn manneleven. als hij jarenlang van dorp tot dorp trekt, overal vrienden vindt en behoudt door zijn jovialiteit en flair om met mensen om te gaan. Een goed verkoper, een graag geziene be zoeker! Liefdesavonturen pre senteren zich als vanzelf; ze wor den delikaat behandeld en snel afgewikkeld. Aan het stuurrad van zijn wagen voelt hij zich als een ridder te paard, een engel die overal vreugde rondstrooit. Er zijn ook wel eens stormen, moeilijke momenten, maar hij komt er door, deze Vliegende Hollander te land. Wat ontbreekt Wat aan dit leven ontbreekt is de wortel, de voedingsbodem. Bernard is een woekerplant ge lijk. zonder vast bestand, voort kruipend van steunpunt tot steunpunt. Van Josiane, zijn vrouw horen wij alleen de naam; kinderen heeft hij niet. Geen eigen levenskring, geen dieper- gaand contact met wie dan ook. geen geloof, geen ware liefde, geen hoop. °P e innerujise iccgZw vreemd leven, waarin ik de kost ganger ben. Maar wie is de eigenaar? Wie zal het van me opeisen Er is zon geweest in zijn le ven. maar alleen de kille schit tering. geen warmte in de kern van zijn bestaan. Nu en dan worden, vooral op het laatst, zijn gedachten onder broken door koortshallucinaties, symbolen van het failliet van zijn leven: zijn glanzende wa gen in vlammen; een duikeling in de diepe rivier, ten laatste berovingsscène, waarbij hem Achtergrond de auteur weten. Cayrol wordt gerekend tot dc christe lijke schrijvers, maar dan moet cr onmiddellijk op gewezen wor den dat we hier veraf zijn van de triomfantelijke bazuinsto ten van een Paul Claudel. en vlak bij figuren als Pierre-Hen ri Simon en Luc Estang, die de openlijke of stille tragiek teke nen van een leven zonder wor tel. zonder horizon, een prooi van onbeheerste lusten. VOOR T T 1 J GELEZEN: 1 ten kloppen. Velen in onze tijd proberen zich van het Plato- rnomd als idealiteiten, nisch verleden van de westerse kaak gesteld. Wie niet meer ui cultuur te ontdoen (bl. 159). God gelooft moet zijn wereldbeeld Tussen haakjes: men moet hier consequent ontdoen van cryptische («en „platonisch-christelijk'1. ïvïr'dï geveer dat de intelligentie de taak g. inspiratie heeft over genomen. Hoe is dit te rijmen met gen is bedriegelijk gebleken (bl. de venvi:dtrlng VBn llle „tjonele elementen uit de poëzie? Gebruikt de dichter zijn verstand alle verstandelijkheid uit zijn poë- Maar waarom r dan weer een essayist pas komen om de gedich- discursief betoog voor Iets beters dan de dood. door Rogier van Aerde. Uitgave De Spaarnestad, Haarlem. Lenko Swoboda is een Oekrain- se student, die door de Russische geheime politie met zijn fami lie als onderpand wordt ge prest inlichtingen over de Oekra- inse verzetsbeweging te geven, wordt zover ..opgevoed", dat hij een bijna geheel overtuigd Rus sisch agent wordt. In deze hoe danigheid likwideert hij in dc Bondsrepubliek eerst een profes sor en later de verbannen leider van het verzet in zijn geboorte land. Zijn verkering (later huwelijk) met een Oostberlijns meisje, Hedwig Weber, en de sporen van twijfel aan de onfeilbaarheid van het communisme zijn er oorzaken van dat hij met Hedwig de wijk neemt naar het Westen, wat niet dan met zeer veel moeilijkheden gepaard gaat. Hier wacht hem de berechting wegens moord op zijn oud-landgenoten. Wel gevangen schap. toch bevrijding. Iets be ters dan de dood. Dit op ware gebeurtenissen ge baseerde verhaal is zeer knap uitgewerkt tot een eerlijke, fasci nerende roman. Grot® Mac. door Erih Ros. Uitgave De Tijdstroom, Lo- chem. De Joegoslavische schrijver Erih Kos heeft in ..Grote Mac" een satire opgedist. Zijn hoofd persoon, de vrijgezel Desptisj. weigert in zijn woonplaats Split te gaan kijken naar een walvis die in zee gevangen is en in de stad tentoongesteld wordt. Hij wil niet achter de hollende C. RIJNSDORP. kijken, i de i i be- wenst zijn eigen wil te dden. Hij komt daarmee in conflict met zijn gehele om geving De druk die op hem wordt uit geoefend. zijn twijfel en de wan kelmoedigheid geven aanleiding om in dit boek de spot te drij ven met de mentaliteit van de kleine man en het oordeel dat hij heeft over iemand die op zich zelf staat en doet wat hij wil. Desptisj is echter ook een klein burgerlijke figuur. Dit alles maakt ..Grote Mac" tot een aan trekkelijk verhaal. Dc psychiatrische patiënt, door prof. dr. J. H. van den Berg. Uitgave G. F. Callen- bach N.V., Nijkerk. De hoogleraar J. H. van den Berg is een even oorspronkelijk als vruchtbaar, een even vrucht baar als oorspronkelijk schrijver. Zijn ..Metabletica" is door vele andere publicaties gevolgd en al tijd weer heeft men de neiging, in één adem te blijven lezen. Zo ook met deze ..kleine algemene psychopathologie op fenomenolo gische grondslag", zoals de on dertitel luidt. Hier wordt name lijk een kleine algemene psycho pathologie geboden in de vorm van de beschrijving van de zieke lijke toestand van één enkele pa tiënt. Daartoe heeft, zoals te ver wachten valt, de schrijver wel eens een zijpad moeten inslaan, maar om toch na verloop van een aantal bladzijden weer bij de patiënt te belanden. Een ste'iing van de schrijver is. dat de enkel® patiënt, onverschillig zijn ziekte, de gehele psychopathologie aan de orde stelt. Een interessante studie die weer heel wpt los maakt; en dat is reeds op zich zelf niet zelden een nuttige bezig heid. JEAN CAYROL Cayrols christen-zijn wordt verzinnebeeld door de Samedi- Salnt, de Stille Zaterdag, wel na het Kruis, maar vóór de Paasmorgen. Hij staat naast de arine Lazarus en verfoeit de Rijke Man. belde in geestelijke zin genomen. Een dergelijk gedachtenkli- laatste boek minder in mineur dan de bekende cyclus Je vi- vrai l'amour des autres. waar voor hem de Prix Renaudot 1?47 ten deel viel. Enkele personalia mogen nog volgen. Geboren te Bordeaux (1911) heeft Cayrol daar Rech ten en Letteren gestudeerd. Reeds in zijn gymnasiumjaren is hij met het leiden van een literair tijdschrift zijn letter kundige werkzaamheid begon nen. gedurende de universiteits jaren en als bibliothecaris voort gezet. Vele gedichtenbundels zijn gevolgd, waarin geen wel sprekende retoriek is te vin den. maar waaruit een stille stem klinkt, die spreekt van eenzaamheid, gemis en armoe de. Uit al zijn werk rijst op de figuur van de bedelaar op de Weg des Levens. Zo zijn Grote verkoopsuccessen heeft poëzie is. zo is ook zijn proza, teriële basis ligt in zijn arbeid Cayrol nooit f-ekend. Zijn na bij Les Editions du Seuil, zijn uitgever, waar hij werkt met gelijkgezinden als Estang en Si- kendheid verkregen als scena- De laatste tijd heeft hij be- rio-schrijver in samenwerking met Alain Resnais. aan wie Le Froid du Soleil is opgedragen. Met hun laatste film Muriel ou le temps d'un retour hebben ze groot succes behaald op het Festival te Venetië. V. D PANNE Robert Vrigny. La Kult de Mougins. Ultg. Gallimard, Parijs, Jean Cayrol. Le Froid du Soleil. Uitg. Les Editions du Seuil, Parijs.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 13