Notities bij Rotterdams
Kandinsky-bezit
FRANSE LETTEREN
in het grensgebied
Momentopnamen bij afgesloten tijdperk k
PIET CALIS
Daling van temperatuur
1
1
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1964
ZONDAGSBLAD
Met de recente aankopen
op de veiling van Sothe-
by te Londen heeft het Rot
terdamse Museum Boymans-
Van Beuningen zich de faam
vergaard, van alle musea in
Europa het breedste beeld
van de ontwikkeling van de
Frans-Russische schilder
Wassily Kandinsky te kun
nen tonen. Hoewel bij de
overzichtstentoonstelling van
vorig jaar Kandinsky's leven
alsook zijn betekenis voor de
moderne kunst uitvoerig in
ons blad werden belicht,
heeft het zin de Maasstede-
lijke aanwinst met enkele no
tities te begeleiden en ver
volgens enige vragen onder
ogen te zien.
Dertien schilderijen represente
ren dus nu in Rotterdam vier epi
soden uit het leven van deze grond
legger voor absolute kunst. Het.
doek .Zondag" (19041 dateert uit
de tijd, waarin Kandinsky die
een juridische carrière in Moskou
had geruild voor artistieke explo
raties te München zich in de
schilderkunst bekwaamde en veel
al herinneringen aan zijn geliefd
Rusland impressionistisch in beeld
bracht.
..Lyrisches" (een doek uit 1911
dat Boymans-Van Beuningen se
dert 1936 bezit) en de kostbaar
ste aanwinst ..Grote Studie"
400.000: uit 1914) tonen, hoe
Kandinsky in zijn periode te Mün-
chen en Murnau (1908-19141 evo
lueerde naar een absolute kunst,
waarin vormen en kleuren ge
heel los van de realiteit lyri
sche expressies zijn van het in-
IFassüv Kandinsky Moskou 1866-
Parijs 1944) tan wiens ontwikke
ling het Museum Boymans-Van
Beuningen met dertien werken
een veelzijdig beeld kan tonen.
Het hierna volgende citaat uit
een publicatie van het Museum
Boymans-Van Beuningen is in fei
te een ondersteuning van onze
beweringen: ..Wie zich in ons
land een beeld wil vormen van
de geboorte, en groei der abstrac
te kunst, zal voortaan een tocht
dienen te maken langs de drie
musea waarin de drie meesters
het rijkst vertegenwoordigd zijn
die het meest hebben bijgedragen
tot deze omwenteling in de we
reld van de beeldende kunst: naar
het Stedelijk Museum te Amster
dam voor de kunst van Malewitsj,
naar het Gemeentemuseum in Den
Haag voor die van Mondriaan en
naar het Museum Boymans-van
Beuningen voor het werk van
Kandinsky."
In Rotterdam dus geen totaal
beeld van Malewitsj en Mon
driaan. Hetzelfde kan worden ge
zegd van om slechts enkele na
men te noemen Matisse, Lé
ger, Picasso, Klee, Miró, Arp,
Baumeister, Braque, Mare.
Schwitters en Pollock.
Doodlopend
Bauhaustijd
Dan volgt de tijd van het ,.Bau-
haus" de Duitse kunstschool
die zeer veel tot vernieuwing heeft
bijgedragen en waaraan Kandin
sky als leraar was verbonden,
eerst in Weimar (tot 1925) en daar
na te Dessau, totdat het ..Bau-
haus" op last van Hitler in 1933
werd gesloten en Kandinsky's
werk voor ontaard" was ver
klaard.
Van deze voor de ontwikkelipg
van de moderne kunst belangrijke
fase bezit het Rotterdamse mu
seum thans negen werken en wel
uit de jaren 1924. '25, '26. '27. '29
en 1930. Zij vertegenwoordigen wat
Kandinsky zelf noemde zijn ..koe
le tijd"; streng-geometrische vor
men, die niet impulsief, doch na
lang wikken en wegen zijn ont
staan. Het zal menige beschouwer
niet gemakkelijk vallen, op gezag
van de kunstenaar aan te ne
men. dat deze nooit een vorm
heeft gebruikt die niet intuïtief
was gegroeid. Zeker, het fonds
onthullen in warme kleuren iets
van een poëtisch levensgevoel,
maar de daarop vastgelegde li
neaire vlakvulling doet zich voor
als koel verstandelijk en -eeds uit
de tijd geraakt werk.
Heimweedecoratie
Van Kandinsky's slotfase in
Frankrijk van 1933 tot aan zijn
dood in 1944 is ..Aangevuld
bruin" (uit 1935) een typische re
presentant. Hierin ziet men hoe
de kunstenaar zijn heimwee naar
jeugd en vaderland heeft weerge
geven in aan de volkskunst ont
leende motieven die hoewel zij
artistiek niet verder reiken don
het werk van eeijk goede decoratie
schilder toch interessant zijn
omdat zij zo duidelijk Kandins
ky's Russisch-Aziatische afkomst
verraden (hij had het bloed van
een adellijke Mongoolse in ziin
aderen).
Met de vraag of de elf aanko
pen wel 1.092.000 waard zijn.
belanden we uiteraard bij de wet
van vraag en aanbod en op de
niet altijd helder verlichte inter
nationale kunstmarkt. Ten slotte
geldt voor meer" zaken dat zij dat
gene waard zijn wat men er voor
over heeft De Londense veiling
van vijftig Kandinsky's uit de
Newyorkse Guggenheim-colleciie
was intussen een waarschijnlijk
niet voor herhaling vatbare gele
genheid om een representatieve
groep werk te bemachtigen.
Te laat
Een andere vraag kan zijn, of
dit per se op Rotterdams weg
lag. De Maasstad jaagt deels
begrijpelijk naar de vorming
van een collectie moderne kunst
die qua niveau en breedheid
een waardige pendant kan zijn
van de schitterende verzame
ling oude kunst. Daarmee is
Rotterdam echter te laat en
wij hebben het gevoel dat zulks
onvoldoende wordt beseft door
die gemeentebestuurders die
meer op basis van chauvinisti
sche overwegingen dan met
Kennis van kunstzaken actief
ztin.
Uitgesloten moet het worden
geacht, dat Rotterdam op het ge
bied van de moderne kunst een
internationale faam kan berei
ken. gelijk aan die welke Boy
mans-van Beuningen bezit voor
iaat de oude kunst betreft. Het
grote werk 'van alle wezenlijk
belangrijke modernen ligt reeds
vast in musea of particuliere
collecties. Als er een enkele
keer iets van los komt, kan ver-
Al mag het dan geen maat
staf zijn voor het aankoopbe
leid, toch is het nuttig zich af
te vragen, hoe groot de groep
is voor wie Rotterdam zich fi
nanciële offers getroost om een
figuur in de moderne kunst, in
dit geval Kandinsky. veelzijdig
te kunnen tonen. Er is geen
voorzeggende geest voor nodig
om vast te stellen, dat Kandin
sky's werk als de eerste be
langstelling voorbij is slechts
voor een enkeling wezenlijk stu
die-object zal blijken te zijn.
Niet slechts de doorsnee mu
seumbezoeker zal er, zo niet on
geïnteresseerd, dan toch onaan
gedaan aan voorbijgaan. Want
naar geestelijke inhoud zowel
als in vormentaal heeft Kan
dinsky de mens van nu vrijwel
niets meer te zeggen. Alleen
kunsthistorisch is zijn werk nog
van waarde als een van de vele
momentopnamen van het verle
den. Kandinsky legde, met an
deren. de grondslag voor een
verschijnsel dat nu al geruime
tijd in doodsnood verkeert en
dus niet bij machte is. naar het
tijdloze, het eeuwige, te reiken.
Ergo: Rotterdam heeft een
zeer beperkte, ja kleine mees
ter, topzwaar binnen zijn muren
,JV ouwelijks" uit 1930 is een
koel-verstandelijk bezig zijn met
geometrische vormen. Het hersen
schimmig lijnenspel verdringt de
impulsen van het hart. Slechts
het col or iet van de achtergrond
enkele kleuraccenten onthullen
nog iets tan Kandinsky's diepste
innerlijk.
gehaald. De Kandinsky-epoque
is voorbij: de mens van nu en
later zal daarvan zijn wij op
grond van „tekenen des tijds"
overtuigd voor zijn erva
ringswereld en zijn expressies
elementen zoeken die hem in
sterker mate beroeren.
TON HYDRA
In zijn aforismencyclus Die
FröhJiche Wissenschaft vertelt
Nietzsche van een dolgeworden
man, die op een heldere mor
gen een lantaren aanstak, de
markt opliep en daar begon te
schreeuwen: „Ik zoek God! Ik
zoek God!". De meesten van die
hem omringden, geloofden niet
meer in God en bespotten hem.
Is Hij verdwaald, heeft Hij zich
verborgen, is Hij scheep gegaan,
geëmigreerd? De dolgeworden
man doorboorde hen met zijn
blikken. ,.Ik zal het jullie zeg
gen! Wij hebben hem gedood,
wij allemaal zijn zijn moorde-
Grote Studie" voor f400.000 de
duurste aanwinstis uit 1914.
Hierin zijn het nog de verf op
dracht, kleuren en compositie die
schilderkunstig verhalen van
Kandinsky's poëtisch levensgevoel.
s! Maar hoe hebben we dat Iftjderd verband met elkaar
kunnen doen? Hoe slaagden wij staan (bl. 253).
erin de oceaan leeg te drinken?
Wie gaf ons de spons om de
horizon uit te wissen? Wat de
den wij, toen wij deze wereld
En wat voor gevolgen heeft dit
alles voor de poëzie? Van schoon
en lelijk kan niet meer worden
gesproken zoals Kloos en Gorter
haar Zon losmaakten? dit deden (bl. 161. Alledaagse
Waarheen beweegt zij zich
Waarheen bewegen wij ons?
Weg van alle zonnen? Storten
wij niet voortdurend naar bene
den, achteruit, zijwaarts, voor
uit, naar alle kanten tegelijk?
Is er nog een boven en bene
den? Dwalen wij niet door een daag door de werkelijkheid
oneindig niels? Nadert niet
voortdurend de nacht en steeds
meer nacht? Voelen wc niet de
ijskoude adem van dc lege ruim
te? Is het niet kouder gewor
den?
woorden kunnen voor de dichter
geen taboe meer zijn, zoals ze dit
voor Boutens waren (bl. 31). Het
eeuwenoude geloof in de priester
lijke functie van het dichterschap
zal een kalme dood sterven: de
parade der profeten is voorbij
hl. 44). De poëzr
•dt van-
concrete, momentele
paald. anders dan bij Geerten
Gossaert en Roland Holst (bl. 67>.
Het logische, op de causaliteiten
van een euclidisch wereldbeeld
vertrouwende denken wordt tot
voornaamste vijand van de mens
verklaard (bl. 122). De inspiratie
mythe wordt vervangen door een
gretige belangstelling voor de mo
gelijkheden van het materiaal (bl.
Den Haag uit- 134". Het toeval
Hier hebt u. lezers, dc Daling
van temperatuur waarvan Piet
Calis spreekt in zijn bij Bert Bak-
ker/Daamen N.Vj
gegevei
tingen ten aanzien van de Neder
landse poëzie. Niet dat Calis ziel:
zo theologisch uitdrukt als Nietz
sche tachtig jaar geleden deed.
Niet dat hij blijk geeft van een tam
zo universele, profetische visie
als de ongelukkige domineeszoon /rn. r, r\rnrMr-\
in de heldere en vruchtbare perio- VERHELDEREND
de voorafgaande aan zijn geeste
lijke ineenstorting. In Calis' anti-
idealistische beschouwingen is
van God geen sprake meer; ter-
loops wordt ergens gezegd dat de
religie allang heeft afgedaan <ik dig' is
ordt de
opstellenbundel over de te uitdrukking van het feit dat de
zestig jaar gewijzigde opvat- dichters zich in de werkelijkheid
xt.j... meer thuis voelen (bl. 156
De dichter moet daarom le
nig zijn. bereid om van afgeleef
de waarden afstand te doen (bl.
Een verhelderende beschouwing
..ant zo liggen de zaken, feitelijk.
Natuurlijk blijft er de inconsequen-
heb de plaats zelfs r
discursief betoog
an te tonen dat het
discursieve denken voor de poëzie
jindigt met de uitspraak: ..de
mantische temperatuur is 0- uulj
daald" en blijft daarmee in de spreken
past het niet in Calis' denkwijze
zoals hij op bl. 11 doet, te
_.;en over iemand die ..behal-
dichter ook politicus is", alsof
sectoren bestaat, Op
Nietzsches beeldspraak voort r
borduren (en daarbij te zinspelen maken door b.
op een gedicht van Rilke) üe de beide
warmte, die nog in de oksels van
de gestorven God is overgcble^
ven. anders gezegd licht en
warmte na zonsondergang, geur
van snijbloemen,
tendom derhalve.
voorwerp van vrije keuze kan
b.v. in een bioscoop
reldoorlogen te bele-
i. Een beetje kiespijn is al vol
doende om bij het kijken naar
historische films de herinnering
H aan je eigen identiteit en aan dc
tworteld chris- datum levendig te houden, al was
het maar vanwege de afspraak
met de tandarts. Maar dit zijn
kleinigheden. Inzover Calis consta
teert heeft hij gelijk. Men ziet ove
rigens weer voor de zoveelste
Om zakelijk te blijven: Calis maal. dat het levensbelang en de
is langs inductieve weg. de Ne- levenskijk dc literaire kunst bepa-
derlandse poëzie sinds omstreeks len. Literatuur is ÉMlÉf
INDUCTIEVE WEG
dan litera-
En op hoger niveau ziet men
ringen gekomen die me, de tei- «UI»:IJP» v,
1900 afspeurend, tot constate-
lerlei christelijke restanten.
leeft nooit in idealitei-
ten, maar in situaties die voort
durend wisselen. Een conceptie
breekt zich baan die de omrin
gende werkelijkheid èn de mens
in die werkelijkheid als een es
sentiële eenheid ervaart. Het consequenties. Gesteld wordt
scherpe blik van Nietzsche om
streeks 1885. die de feitelijke en
veelzijdige consequenties van de
ze voortgaande ontkerstening voor-
discursieve denken lijkt, in prin
cipe althans, overwonnen (bl.
43). De buitenkant van de din-
De band tussen de mens en
zijn omstandigheden is niet lan-
ger dwangmatig (bl. 150). De zie te verbannen
mens vertegenwoordigt niet moet
langer een onaantastbare een- aan t
heid, maar hij is een doorgangs- ten j,
hui, eewordeu van allerlei emo- de lezer te'vëlduTdeïijtaë
ties, gedachten en indrukken,
die causaal slechts in een ver-
In de moderne Franse let
terkunde loopt terzijde van de
brede stroom van de traditio
nele roman en de zich iets ver
smallende rivier van de nou
veau roman ook de bescheiden
beek van de poëtische roman,
die zich beweegt in het grens
gebied tussen droom en wer
kelijkheid. Daar is de plaats
van Robert Vrigny, «oiens
vierde prozawerk La Nuit de
Mougins zonder veel moeite
de Prix Femina heeft verkre
gen. Hij staat dicht in de buurt
van André Dhótel, Henri Tho
mas en Georges Limbour,
wiens laatste boek La Chasse
au Mérou in deze kolommen is
besproken, schrijvers wier in
vloed hij in een interview grif
nrkende.
De auteur heeft wel iets van
de techniek van sommige figuren
uit de sector van de nouveau
roman overgenomen, n.l. het
werken op verschillende tijdni-
veaux. De verteller, auteur van
enkele romans, die als gastheer
optreedt, leidt de lezer binnen
bij een groepje vrienden dat
met hem gezeten op het terras
van een villa in Z.-Frankrijk,
geniet van de mooie zomer
avond. Hij geeft de gesprekken
in dat gezelschap weer voegt
er enkele persoonlijke opmer
kingen aan toe. maar laat voor
namelijk het woord aan een to
neelspeler, Védrennes. die ver
telt van persoonlijke belevenis
sen. De kern van het boek ligt
in deze jonge leider van een to
neelgroep. die. op de been ge
houden door stevige subsidies,
tracht een publiek te vinden. Hij
is de geboren toneelspeler; zon
der enige moeite kruipt hij
psychisch in de huid van de
personages die hij wil voor
stellen. Hij leeft hun leven, hun
gevoelens zijn de zijne. Ook fy
siek neemt hij hun individuali
teit over. Waar blijft de zijne!
Weggegleden. Terecht draagt
het stuk dat de groep gaat spe
len. de titel Le Miroir de la
Vie et de la Mort. Geen vaste
tekst moet zijn groep hinden; ze
ontstaat bij het spelen, zoals
dat ook bij het middeleeuwse to
neel voorkwam.
Met dat stuk nu dreigt het
spaak te lopen; een telegram
riep hem, toen de tournee zou
beginnen. naar Straatsburg,
waar zijn vader ernstig ziek
lag.
Dat is de aanleiding tot vele
bladzijden over zijn kinderjaren
en jeugd, het ouderlijk huis en
het gezinsleven, waarin drama
tische en komische elementen
dooreenlagen. de scheiding tus
sen de ouders en het uiteenval-
len van het gezin.
Indringend vertelt Vrigny van
de ontmoeting met de doodïflf-
ke vader, die allerlei herinnerin
gen uit gelukkiger jaren bij
hem oproept. Details over het
ziekenhuis en het Straatsburgse
milieu ontbreken niet. Dit alles
rust in de door de schrijver ge
ziene en doorleefde werkelijk
heid.
Droomfiguren
Maar dan komt de jonge man
opdagen, een jongen eigenlijk
nog. die hij Arken noemt, een
blonde Elzasser. die hem on
middellijk boeit, en die van zijn
kant, verrukt over de kennisma
king met een toneelspeler, een
kunstenaar. Védrennes niet los
laat en van deze de belofte ver
werft dat hij hem zal opleiden
in de kunst.
Als het de zieke iets beter
schijnt te gaan, ondernemen de
twee jongelui een wandeltocht,
de Rijnbrug over. Duitsland in.
Dat wordt een dag van kinder-
lijfce genoegens. Ze improvise
ren stukjes toneel, stoeien en
ravotten, nemen een bad in een
frisse beek. gevolgd door een
siësta onder de bomen. Ze be
sluiten de dag met een bezoek
aan een landelijke herberg, in
gericht in een oud kasteel, waar
ROBERT VRIGNY
ga
stuk wordt opgezet
de grote lijnen; de tekst groeit
op uit de grondgegevens. In dat
spel heeft Candie. de dienster,
haar rol. Als de nacht nadert
keert Arken terug naar Straats
burg; Védrennes blfjft, vastge
houden door de raadselachtige
Candie. Een droomdas. een
droomnacht! De volgende «lag
de lezer vermoedt het... al
moet de ontrouwe zoon, terug
gekeerd in de stad. vernemen
dat zijn vader de vorige avond
in eenzaamheid is overleden.
Levensvisie
Drie componenten vormen
het boek. Na de concrete gege
vens van de jeugdherinneringen
en de Straatsburgse ervarin
gen, als een pentekening in
scherpe lijnen neergezet, volgt
het luchtig spel van de fanta
sie, in wazige tinten gehouden,
zodat de luisteraars op het ter
ras Védrennes vragen of hij
een droom weergeeft of wer
kelijk beleefde dingen vertelt.
Het eigenaardige is dat Lim
bour in La Chasse au Mérou
eveneens op een bepaald mo
ment de controle van de rede
afwijst en de grillige verbeel
ding ruim baan laat
Het derde element wordt gele
verd door de bladzijden met be
spiegelingen over leven en dood.
zijn en niet-zijn. Védrennas ge
voelt angst voor de dood. die hij
overal tegenkomt, maar even
zeer voor het leven, dat hij in
zijn spel tracht te ontlopen.
Wie bijbels denkt, heeft weinig
aansluiting aan deze visie op het
menselijk péstaan. geformuleerd
-in yage, ingrjsaille, gebuide for
muleringen. We leren Vrigny
kennen als een gevoelig agnos
ticus. innerlijk gewond, de voet
rustend op schuivend drijfzand.
Het boek draagt een zeer sub
jectief karakater. De dood
van Vrigny's vader in 1953 in
een Straatsburgs ziekenhuis,
waarbij hij. na aanvankelijke
beterschap naar Parijs terug
gekeerd, ontbrak was het start
punt van dit verhaal. Zijn to
neelbemoeienissen vindt de le
zer er in terug: leiderschap van
een jonge groep, speelsuccessen.
financiële moeilijkheden, ideeën
over de toneelkunst, liefde tot
het middeleeuwse theater met
kluchten en mysteriespelen, het
is alles diskreet in dit boek
verwerkt, dat geen literaire
openbaring brengt, maar de le
zer boeit en soms ook tot te
genspraak dringt.
Zonder basis
boek Le Froid du Soleil de
naam van roman gaf bij de lezer
niet de gedachte wekken aan
een intrige afgesloten door een
ontknoping. Hij vindt er in de
terugblik over zijn leven van een
stervende. Bernard Causerie.
vertegenwoordiger van een
Sroothandel in allerlei zaken,
ie in zijn auto Normandië be
reist en daarbij het slachtoffer
is geworden van een verkeers
ongeluk. Ogenschijnlijk niet ern
stig gewond, heeft hij inwendige
bloedingen, die na enkele on
rustige uren hem de laatste kreet
ontlokken: ..Merde, je meurs!"
Niemand valt hem lastig die na
middag; hij laat ongestoord de
film van zijn leven terugdraaien.
Zijn kinderjaren en jeugd heb
ben er een plaats in: de oude
grootmoeder, die hem heeft op
gevoed. de kruidenierster wier
helper hij was. slimmigheidjes
en tegenvallers. Daarna zijn
manneleven. als hij jarenlang
van dorp tot dorp trekt, overal
vrienden vindt en behoudt door
zijn jovialiteit en flair om met
mensen om te gaan. Een goed
verkoper, een graag geziene be
zoeker! Liefdesavonturen pre
senteren zich als vanzelf; ze wor
den delikaat behandeld en snel
afgewikkeld. Aan het stuurrad
van zijn wagen voelt hij zich als
een ridder te paard, een engel
die overal vreugde rondstrooit.
Er zijn ook wel eens stormen,
moeilijke momenten, maar hij
komt er door, deze Vliegende
Hollander te land.
Wat ontbreekt
Wat aan dit leven ontbreekt is
de wortel, de voedingsbodem.
Bernard is een woekerplant ge
lijk. zonder vast bestand, voort
kruipend van steunpunt tot
steunpunt. Van Josiane, zijn
vrouw horen wij alleen de naam;
kinderen heeft hij niet. Geen
eigen levenskring, geen dieper-
gaand contact met wie dan ook.
geen geloof, geen ware liefde,
geen hoop.
°P
e innerujise iccgZw
vreemd leven, waarin ik de kost
ganger ben. Maar wie is de
eigenaar? Wie zal het van me
opeisen
Er is zon geweest in zijn le
ven. maar alleen de kille schit
tering. geen warmte in de kern
van zijn bestaan.
Nu en dan worden, vooral op
het laatst, zijn gedachten onder
broken door koortshallucinaties,
symbolen van het failliet van
zijn leven: zijn glanzende wa
gen in vlammen; een duikeling
in de diepe rivier, ten laatste
berovingsscène, waarbij hem
Achtergrond
de auteur weten. Cayrol
wordt gerekend tot dc christe
lijke schrijvers, maar dan moet
cr onmiddellijk op gewezen wor
den dat we hier veraf zijn van
de triomfantelijke bazuinsto
ten van een Paul Claudel. en
vlak bij figuren als Pierre-Hen
ri Simon en Luc Estang, die de
openlijke of stille tragiek teke
nen van een leven zonder wor
tel. zonder horizon, een prooi
van onbeheerste lusten.
VOOR T
T 1
J GELEZEN: 1
ten kloppen. Velen in onze tijd
proberen zich van het Plato- rnomd als idealiteiten,
nisch verleden van de westerse kaak gesteld. Wie niet meer ui
cultuur te ontdoen (bl. 159). God gelooft moet zijn wereldbeeld
Tussen haakjes: men moet hier consequent ontdoen van cryptische
(«en „platonisch-christelijk'1. ïvïr'dï
geveer dat de intelligentie de taak
g. inspiratie heeft over
genomen. Hoe is dit te rijmen met
gen is bedriegelijk gebleken (bl. de venvi:dtrlng VBn llle „tjonele
elementen uit de poëzie? Gebruikt
de dichter zijn verstand
alle verstandelijkheid uit zijn poë-
Maar waarom
r dan weer een essayist
pas komen om de gedich-
discursief betoog voor
Iets beters dan de dood. door
Rogier van Aerde. Uitgave De
Spaarnestad, Haarlem.
Lenko Swoboda is een Oekrain-
se student, die door de Russische
geheime politie met zijn fami
lie als onderpand wordt ge
prest inlichtingen over de Oekra-
inse verzetsbeweging te geven,
wordt zover ..opgevoed", dat hij
een bijna geheel overtuigd Rus
sisch agent wordt. In deze hoe
danigheid likwideert hij in dc
Bondsrepubliek eerst een profes
sor en later de verbannen leider
van het verzet in zijn geboorte
land.
Zijn verkering (later huwelijk)
met een Oostberlijns meisje,
Hedwig Weber, en de sporen van
twijfel aan de onfeilbaarheid van
het communisme zijn er oorzaken
van dat hij met Hedwig de wijk
neemt naar het Westen, wat niet
dan met zeer veel moeilijkheden
gepaard gaat. Hier wacht hem de
berechting wegens moord op zijn
oud-landgenoten. Wel gevangen
schap. toch bevrijding. Iets be
ters dan de dood.
Dit op ware gebeurtenissen ge
baseerde verhaal is zeer knap
uitgewerkt tot een eerlijke, fasci
nerende roman.
Grot® Mac. door Erih Ros.
Uitgave De Tijdstroom, Lo-
chem.
De Joegoslavische schrijver
Erih Kos heeft in ..Grote Mac"
een satire opgedist. Zijn hoofd
persoon, de vrijgezel Desptisj.
weigert in zijn woonplaats Split
te gaan kijken naar een walvis
die in zee gevangen is en in de
stad tentoongesteld wordt. Hij wil
niet achter de hollende
C. RIJNSDORP. kijken,
i de i
i be-
wenst zijn eigen
wil te dden. Hij komt daarmee
in conflict met zijn gehele om
geving
De druk die op hem wordt uit
geoefend. zijn twijfel en de wan
kelmoedigheid geven aanleiding
om in dit boek de spot te drij
ven met de mentaliteit van de
kleine man en het oordeel dat hij
heeft over iemand die op zich
zelf staat en doet wat hij wil.
Desptisj is echter ook een klein
burgerlijke figuur. Dit alles
maakt ..Grote Mac" tot een aan
trekkelijk verhaal.
Dc psychiatrische patiënt,
door prof. dr. J. H. van den
Berg. Uitgave G. F. Callen-
bach N.V., Nijkerk.
De hoogleraar J. H. van den
Berg is een even oorspronkelijk
als vruchtbaar, een even vrucht
baar als oorspronkelijk schrijver.
Zijn ..Metabletica" is door vele
andere publicaties gevolgd en al
tijd weer heeft men de neiging,
in één adem te blijven lezen. Zo
ook met deze ..kleine algemene
psychopathologie op fenomenolo
gische grondslag", zoals de on
dertitel luidt. Hier wordt name
lijk een kleine algemene psycho
pathologie geboden in de vorm
van de beschrijving van de zieke
lijke toestand van één enkele pa
tiënt. Daartoe heeft, zoals te ver
wachten valt, de schrijver wel
eens een zijpad moeten inslaan,
maar om toch na verloop van
een aantal bladzijden weer bij de
patiënt te belanden. Een ste'iing
van de schrijver is. dat de enkel®
patiënt, onverschillig zijn ziekte,
de gehele psychopathologie aan
de orde stelt. Een interessante
studie die weer heel wpt los
maakt; en dat is reeds op zich
zelf niet zelden een nuttige bezig
heid.
JEAN CAYROL
Cayrols christen-zijn wordt
verzinnebeeld door de Samedi-
Salnt, de Stille Zaterdag, wel
na het Kruis, maar vóór de
Paasmorgen. Hij staat naast de
arine Lazarus en verfoeit de
Rijke Man. belde in geestelijke
zin genomen.
Een dergelijk gedachtenkli-
laatste boek minder in mineur
dan de bekende cyclus Je vi-
vrai l'amour des autres. waar
voor hem de Prix Renaudot 1?47
ten deel viel.
Enkele personalia mogen nog
volgen. Geboren te Bordeaux
(1911) heeft Cayrol daar Rech
ten en Letteren gestudeerd.
Reeds in zijn gymnasiumjaren
is hij met het leiden van een
literair tijdschrift zijn letter
kundige werkzaamheid begon
nen. gedurende de universiteits
jaren en als bibliothecaris voort
gezet. Vele gedichtenbundels
zijn gevolgd, waarin geen wel
sprekende retoriek is te vin
den. maar waaruit een stille
stem klinkt, die spreekt van
eenzaamheid, gemis en armoe
de. Uit al zijn werk rijst op
de figuur van de bedelaar op
de Weg des Levens. Zo zijn
Grote verkoopsuccessen heeft
poëzie is. zo is ook zijn proza,
teriële basis ligt in zijn arbeid
Cayrol nooit f-ekend. Zijn na
bij Les Editions du Seuil, zijn
uitgever, waar hij werkt met
gelijkgezinden als Estang en Si-
kendheid verkregen als scena-
De laatste tijd heeft hij be-
rio-schrijver in samenwerking
met Alain Resnais. aan wie Le
Froid du Soleil is opgedragen.
Met hun laatste film Muriel ou
le temps d'un retour hebben ze
groot succes behaald op het
Festival te Venetië.
V. D PANNE
Robert Vrigny. La Kult de
Mougins. Ultg. Gallimard,
Parijs, Jean Cayrol. Le
Froid du Soleil. Uitg. Les
Editions du Seuil, Parijs.