'N KERK SCHREEUWT OM GEZEEFD LICHT e 2w<um SJP Delftse symfonie in gekleurd glas mag niet onvoltooid blijven Uit het dagboek van een Zuid-Afrikaanse vrouw m ZtWê alle kunstgrepen overboord ZONDAGSBLAD ZATERDAG 20 JUNI 1. Nu het hoofdkoor van de Oude Kerk te Delft een gloedvolle lichtwerking heeft gekregen door teglasing rnel gebrandschilderde amen. contrasteert daarmee e schriller de steriele nuch heid van het middenschip en n deel van de zijbeuken; olg van het feit dat men ■lig ramen blank en dus hard licht doorlatend glas wenst handhaven. IN KLEIN MAAT Achier de„0ude Jan'' botsen eeuwen en stijlen en godsdiensten SEDERT vorige week za terdag is de uit de der tiende eeuw stammende Oude Kerk van Delft een unicum, immers geen an der bedehuis in ons land bevat 24 gebrandschilderde ramen die de signatuur dragen van één man. Joep Nicolas, de nu 66- jarige Limburgse kunstenaar, gaf acht jaren van zijn leven voor deze beelddragende ven sters, of, zoals hijzelf het om schreef: „Voor wat mijn grote bekommernis; maar ook mijn vreugde was". Na de renaissan ce werd het een zeldzaamheid als een kunstenaar een zo gi gantisch levenswerk mocht vol voeren. De huidige hoogcon junctuur heeft zoiets weer mo gelijk gemaakt; terecht mag Nicolas zich daarom gelukkig prijzen. Toch schijnt zijn „psalm in kleur en licht" voor onze generatie onvoltooid te zul len blijven. Met deze „Unvollendete" is achter de al eeuwen scheef staan de „Oude Jan" een groot pro bleem geschapen, waarin geesten van tijden en stijlen en godsdien sten op elkander botsen. Het is de moeite waard, hierop wat die per in te gaan. Sinds in 1961 de twaalf jaar te voren begonnen restauratie werd voltooid, bezigden reeds vele scri benten de volzin: „Oude Kerk in is®» oude luister hersteld". Een slag in de lucht, want de oorspronke lijke praal van het eertijds aan St, Hippolytus gewijde bedehuis was die van het rooms-katholicis- me en van de in deze godsdienst wortelende gothiek. Gestremde glorie In het begin van de jaren 1500 kregen bouwers onder leiding van Vlaamse meesters de opdracht, aan de even stoere als sobere Hollandse architectuur de weel deriger allure van de gerijpte Franse gothiek te hechten. Zij kwamen echter niet verder dan de bouw van het noordertransept. Als uitvloeisel van de reformatie be kwam deze verrijking nimmer een waardige pendant naar het zuiden. Behalve een architectonische stremming, had het overgaan van rooms-katholieke in hervormde handen voor de Oude Kerk nog jen. De geschiedenis bekend: verwijdering van altaren, beelden en overige concretiseringen van de roomse leer ging gepaard met de, cul tuurhistorisch gezien, te betreu ren vernietiging van vele onver vangbare kunstschatten. Mee ver loren gingen ook een aantal kost bare gebrandschilderde ramen. De overige werden weggevaagd door de verschrikkelijke „Delftse Donderslag" in 1654. de ontplof fing van een kruitmagazijn die een groot deel var. de stad ver woestte. Uit het hiervoor gestelde is af te lelden, dat de belijders van de nieuwe leer in de tussen beide ca tastrofen liggende tijd niet de be hoefte hebben gevoeld, de bij de beeldenstorm onverlet gebleven glasschilderingen alsnog te verwij deren. Kennelijk had men destijds geen vrees voor de mystieke sfeer die men nu nog aan gebrandschil derde ramen toeschrijft. Evenmin schijnen de toenmalige predikan ten deze beeldvensters te hebben geducht* als aandacht afleidende objecten Waarom vrees Blijkens verscheidene uitspra ken rondom de recente overdracht van negen glazen, bestaat thans in hervormd Delft wel een zekere be duchtheid. Joep Nicolas creëerde 24 beeldvensters, maar door eeu veertigtal blanke glazen stroomt nog hard licht, dat verkillend re flecteert op de koud-witte pleister lagen. De Oude Kerk schreeuwt deswege om verdergaande begla zing met lichtzevende kleuren. Doch de huidige kerkvoogden ge wagen van „zeer ernstige beden kingen" daartegen. De. bewering, als zou de" kerk te donker worden, houdt geen steek: Nicolas' ramen in hoofdkoor, zij beuken en noordertransept bewij zen het tegendeel. En wie nog overtuigender bewijs verlangt, be- zoeke de St. Jan van Gouda, die 54 gekleurde vensters bevat. Huiverig te zijn voor mystieke (men bedoelt roomse) sfeer, is al evenzeer ongegrond. Dit beseften reeds onze voorvaderen tijdens de tachtigjarige oorlog. Zij tooiden menige kerk met gebrandschilder de ramen, waarvan er vele religieuze voorstellingen droegen. (Prins Willem van öranje werd in 1601 vereeuwigd op een raam, dat Leiden in dankbare herinnering aan het ontzet schonk voor de Grote Kerk van Gouda, waar het de inval van vals licht op de s aanwezige gebrandschilderde ?n in het hoofdkoor te voor- en, tvas de plaatsing van drie rvensters noodzakelijk. Hier het i dat Abrahams offer en lofte in beeld brengt. Storm over Nederland Storm over Nederland, door Go Verburg. Uitgave G. F. Callcnbach N.V., Nljkerk. De watersnood van 1953 heeft heel wat schrijvers geïnspireerd tot het schrijven van al of niet geromantiseerde verhalen over de verschrikkingen van deze vloed golf, die ons deltagebied teister de. Aan deze verhalen heeft Go Verburg er thans een toegevoegd. Zijn verhaal leest prettig. Hij heeft er en dat kon ook moei lijk anders de bekende fa cetten in verwerkt, zoals het over rompelende karakter van deze wa tersnood, de massale hulpverle ning uit binnen- en buitenland, de wonderlijke reddingen e.d. Het is het bekende stramien, waarop wordt voortgeborduurd, zonder dat in het patroon nieuwe lijnen Worden aangebracht. Wat Carmiggelt, Annie noot maakt door haar moeder op assistentes Schmidt en D. van dn- Stoep onnaspeurlijke geraffineerd vr woii-iird» manier in te kapselen 'entje van een „teener". met hun kleinkust voor Neder land betekenen, betekent Audrey Blignault voor Zuid- Afrika. Haar twee bundels „In klein Maat" en „Die Vrolyke Lied" werden reeds vaak her drukt en geen wonder, want zij schrijft een lichtvoetig proza vol humor, doortrokken van een echt vrouwelijke tederheid die niets van doen heeft met sentimentaliteit. Humor gewoonlik selfverse- kerde mense, maar die ongenaak baarste in hul onbuigsame meer derwaardigheid is die korsetkun- diges". „Sodra jy dan gesê het:., .juffrouw, ek wil graag Is al halen geregeld terugkeren beho- nersblik van kop tot tone gemon- ren de broer Leon met zijn opvlie- ster en weet sy presies waar jou. gende Ierse aard, haar zelfbewus- QWO te zuster Trix die soms toch ra deloos bij Amanda komt binnen lopen als zij in de knoop zit Kaap heeft een eigen klimaat. Men ontmoet daar veel mensen !-talig zijn: Zuid-Afrikaana woonlijk met swakke plekke is maar so uit te druk." Met dezelfde overgave vertelt zij over de geheimen van „Pap pa se studeerkamer", „Die Troe- telkwaal" (lichte spot over li-- Als Ouma kom chamelijke ongemakken), „Lekker ia komt logeren), oud pantoffels" (Die waarheid is geeft de schrijfster een bijzonder dat 'n pens se verhouding met. fijn schetsje, waarin zij zoals ge- in" goedmoedige spot :hrii" zij toch, ondanl teit waar zij al gauw redactrice gemakkelijke manier van leven, werd van Die Stellenbosse Stu- na e]ke logeerpartij kan zeggen: dent. Zij_ vond e^ ook haar echt- ,En die lekkerste jou pantoffels baie makliker natuurliker is as met enige ander ding wat jy dra. Die besigste dag kan jy trotseer, die hardste pad onverskillig van die jare wat oór my gaan. Ek bly haar dogter- de radio kon zij haar tjie wat sy liefhet sonder voorbe- dat zij houd of perk." genoot, Andries Blignault. Als dactrice en medewerkster vrouwenbladen rubriek schrijflust botvieren, niet in de journalistiek bleef ste ken bleek wel toen zij ook de lei ding kreeg van een serie „Juweel novelles" en uit de publicatie van haar twee boekjes waarover Ik u iets wil vertellen. Uit die dagboek van 'n vrouw" kan jy bewandel, as jy net wete dat jou pantoffels aan die einde alles is dat daarvan wag. En hulle wag altyd haar haar dogtertjie bly, >~v—1 Zelfspot behalwe natuurlik jy 'n klein hondjie in die huis het. hulle wag vir jou, stil en ge- trou en aanpasbaar soos al tyd".). De schrijfster verstaat de kunst om over „Die balsem van dp bed" op een wijze te schrijven die Soms betrekt Audrey Blignault zowel openhartig als ingetogen kan alle vrouwen in haar goedmoedi- worden genoemd. „Dis 'n mylpaai ge zelfspot, zoals in het verhaal in 'n mens se lewe as jy jou eer-'. „Die inklimgordel", waarin zij ste eige bed kry; dan begin 'nuwe lijden peilt van iedere vrouw menslike verhouding tussen jou en, haar verhouding „van intiem jou bed. Dis nog 'n groter myl-_ persoonlike aard" tot haar haar- paal as jou enkelbed 'n dubbelbed, kapster, haar modemaakster en ,word; dan brei 'n bestaande ver kraamverpleegster. „En een van houding van jy en jou bed uit tot vernederende onder- ms en óns bed. En die lewe kry 'n. aaraan die gemiddel- nuwe inhoud van 'n gesamentlike haar de vrouw haar van tyd tot tyd bed-agtergrond". onderwerp, is om 'n inklim- „Die bed i zij persoonlijk in haar gezin omgeving meemaakt. Zij heeft kapster, haar modemaakster zich zelf de naam Amanda toege- kra wezen en haar man Johan, die die minder aan stemmingen onderhe- vindings vig is dan zij. Dan is er haar J dochter Marietje, die haar bij het r, - opgroeien tot bakvis tot bondge- gordel te gaan koop." „Winkel- wankelbare toevlugsoord teên die. aanslaê van die lewe. Teenoor jou bed het jy geen geheime nie, pro beer jy jou nooit voordoen as waf- jy werklik is nie. In jou bed is. genoeg; Ac Verhaal vail Frits Huël dat elkeen ons eie afsonderlike draaie kan draai en elkeen ons eige lê kan lé en daarem nog dp* vertroostende gemeenskap van. onverdeelbare ligging kan geniet.. As die wereld om ons vaal word, en ons voel ons wil gaan lê, is daar nog altyd slaaptyd en dio balsem van 'n bed." Delicatesse Wij wilden, aldus fen ander mo tief, de kerk het karakter ten tijde van de reformatie hergeven. Ander beeld Eiste het jonge protestantisme inderdaad het steriele, harde licht van blanke glazen en een streng versoberd interieur? Nog vele tien tallen in hervormingstijd overge nomen kerken alsook honderden schilderijen en tekeningen verto nen een ander beeld. Na 1566 werd als uiting van de reformatorische denkwereld zeker niet in meerderheid volstaan met het ijverig hanteren van de wit kwast. Rijke, nog wel met zeer aardse voorstellingen gedecoreer de grafmonumenten kwamen op de plaats van sacramentsaltaren en waar heiligenbeelden de kolom men hadden gesierd, verschenen rouwborden, wapenschilden en an dere op de mens gerichte attribu ten. Prachtlievende orgelfronten mensverheerlijkende beeldhouw werken waren even zovele sfeer- en wezenbepalende elementen voor de hervormde christenheid. En zou dan nu een algehele kleurbeglazing in de Oude Kerk van Delft afbreuk doen aan het reformatorisch karakter (dat waarlijk wel iets meer omvat dan koud licht op nuchtere muren)? De kerk kan slechts aan sfeer winnen, indien de „Unvollendete" van Nicolas wordt omgezet in een voltooide symfonie. Een symfonie, die, ter omkransing van de ruim te voor de eredienst, weliswaar niet de overladen barokke ver siering van het hoQfdkoor behoeft voort te zetten, maar waarin meer pastoraal getint de kleuring wordt gecontinueerd, welke nood zakelijk is om de nu door vals licht zo felle detonering te voor komen. Niet langer hinken Wie het huidig interieur van de Oude Kerk beschouwt, kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat hier op meerdere overigens weinig overtuigende gedachten wordt gehinkt. Reeds hebben wij de vraag gehoord, of de gedeel telijke, dus absoluut niet harmo nieuze beglazing met gebrand schilderde ramen slechts ten doel heeft, het godshuls voor het toe risme iets aanlokkender te ma ken. Als dat zo is, kan de vreem deling zich slechts verbazen over de halfslachtigheid en de op reli gieuze noch op artistieke gronden te verdedigen handhaving van evenwel nog 40 blanke vensters die een reeds... gigantisch werk onvol tooid houden. gumentatie, nog meent te moeten volhouden dat veiligstelling van de zuivere orthodoxie niet een ver dere kleurbeglazing gedoogt om dat zulke beelddragende vensters toch slechts ter meerdere glorie van de mens zouden worden aan gebracht, die moge bij zichzelf te rade gaan of hij (en zij) niet da gelijks eigen ij delheid streelt. Ten slotte nog dit over de vrees voor de mogelijke aandacht afleidende kracht van een totale gebrandschilderde beglazing: voor predikanten zou het een nobele competitie kunnen betekenen; een wedkamp waarvoor zij reeds bij het begin op winst staan, immers de ramen spreken voor zichzelf, de bedienaar van het Woord doet zulks niet. Is het niet een schoon ideaal, de Oude Kerk, zowel in uiterlijke verschijningsvorm en als centrum van geïntensiveerd geloofsbeleven te maken tot een ten volle glorie rijk monument? TON HYDRA Detail van de in rijke kleuren uit gevoerde voorstelling Noachs offet en hel verbond met God"; een van de 24 gebrandschilderde ramen van Joep Nicolas in de Oude Kerk van Delft. 0F De Bestemminggeschre ven door Frits Huël en uitgegeven hij H. P. Leopolds Uitgeversmij. N.V., Den Haag, 'een grote novelle of een .kleine roman moet, heten, is een vraag die er niet zoveel toe doet. Nergens zijn bin dende definities van wat eën roman en wat een novelle is, gedeponeerd, zoals de stan daard-meter van platina in het Bureau International des Poids et Mesures te Sèvres hij Parijs. En zelfs deze meter is niet voldoende nauwkeurig, want de achttiende-eeuw se graadmeting klopte niet hele maal, zodat niet meer gezegd kan worden dat één meter het veertigmiljoenste deel van de aardomtrek is. In ieder geval kan men ten aan zien van het boekje in kwestie van.een verhaal spreken. Er wordt gewoon iets verteld in 115 bladzijden ruime druk met grote letters. Gewoon, dat wil zeg gen in chronologische volgorde, zonder al die handigheidjes zoals terugblikken, indirecte vertelling, oude brieven, documenten, kran tenberichten enz. Op zichzelf vind ik het voor een keer heerlijk, wanneer iemand het aandurft el ke kunstgreep achterwege te la- Men zal er goed aan doen deze korte, fijnzinnige verhalen als een' delicatesse te consumeren. Je moet deze boekjes zo nu en dan, eens oppakken. De lectuur ervan is zeker in staat om een mens in de meest sombere gemoedstoe- van Toynbee, dan zou men, onge* aan. „Jasper Laars, in de hoek stand weer te laten glimlachen, meen geboeid, hebben verder ge- gaan staan en schoolblijven", Wie de kunst verstaat op zulk een lezen. Nu weet men, dat men, bij ze„t de onderwijzer, zonder de filosofische humoristische wijze A as dan de weerbarstige jongen het terugdenken aan dit boekje, j0„ffen over het geval te horen over dagelijkse dingen van het let ii verhalen Jasper Laars, voortijdige zoon altijd gehinderd zal worden door \0 ven te schrijven moet wel uit het slechte huwelijk tussen de de geschiktheid van dit ongeluk., Aasper Kwam, na ajioop van ae boren schrijfster zijn. pat zij een Onderwijzer, later leraar Laars Schrijvers moeten met ongeluk-'.scnoatUjOs een" Kwartier- Later Uitgesproken neiging'heeft tot be- met het meisje uit de sigarenwin- ken heel voorzichtig zijn, willen dan-de andere jongens en rheis^ spiegelen, bewijst hèt verhaaltje kei. Z is hét' 'sélfrfladë'fècfihïSthè fë'Hi&Verór genie, Laars jr., die van een schitterende directeursplaats in de L' J autornatiekbranche afziet om als /riddr Dl Cider kapitein op een eigen coaster te gaan varen. Bewijs van moed En nu krijgt men ook meer hin der van de tamelijk stuntelige manier van vertellen. De auteur behoort als schrijver tot hetzelf- jes, het schoolgebouw uit. Hij .iïeHrïïStEeid moest stilzitten en daarna, in scm." De aanblik van een oude zijn huiswerkboekje, de strafre- versleten bezem is voor haar ge- S dfcteeSe f'" onderwi>- df le°ga„?cliikhdl va" hetTJ eer aicieerae. yen te mediteren Wilt u dus weten hoe het in een gezin in Kaapstad en omgeving Na de durf van het vertellen van a tot z is dit een tweede be wijs van moed: het tekenen van geniaal aangelegde jongen ir de plaatsvond. Op bl. 24 leest men: de type als b.v. H. J. Heynt-, vergeten dominee-humorist uit de jaren dertig, de beschrijver van Noordhollandse mensen in een ko- uvr oe./lUK„ wn zijn ontwikkeling tot man. Wie jjeynes had^de^ges^hiedenkant het hoofd een genie beschrijft moet zieh ™y£asarha£ °§ng^o0Mkunnen steken." bewust wezen begaafd te zijn. ^aar dan op. Die indruk maakt Wie erin slaagt de werkelijkheid het boekje van Huël ook. Hij is van die geniale begaafdheid te een intelligent man, die een in- 'suggereren, is opzijn zachtst ge- teressant geval goed heeft door- zegd niet dom. Natuurlijk is het dacht en dat daarna te boek "-"-.ienlijk gemakkelijkec techni- heeft gesteld. Maar stijl heeft 'hij buiten het schoolgebouw dat ook daar r._ ven zoals u zelf bent. Op elke blad zijde proef je de liefde voor het le- De schrijfster dringt haar schilderkunstige aanleg vigheid. Bij dichters-zal gestieve titels moeten noemen (zoals De Wolken en De Sterren in Herman Robbers' Een Man nenleven); bij componisten, nog moeilijker, zal men creatieve stemmingen trachten te schilde ren, zoals Romain Rolland deed in zijn romancyclus Jean Christo- phe; bij schilders zal men er niet aan ontkomen op lyrische toon weer te geven wat bepaalde ge fingeerde doeken voorstellen. Laars jr. heeft alles direct door en leert spelenderwijs. Hij is ge speend van alle naïveteit en pië teit. Ouderliefde kent hij niet, be halve als aancfuiding daarvan, de vluchtige, mislukte zoen tegen zijn moeders slaap op bladzijde 53, die van een heel magere deer nis blijk geeft. Voor liefde tot een vrouw is hij, door het voorbeeld thuis, weinig of niet geschikt. De eenzijdigheid, die bij vele spe- ciaal-begaafden zo opvalt, is dus ook hier aanwezig. Zijn brutali teit hangt onverbrekelijk met zijn en kunnende zwemmen, wist hij zich te redden. Ook staat ergens iemand in het verhaal „als vast genageld". En niet eens tegen een wand. Ik heb me er echt over verwonderd dat critici zoals Greshoff, Van der Hoogte, Van der Vet, Bulthuis en Panhuysen „Hij (een jongen) moet zich ^SreTenf °°s llebben verantwoorden en wijst Jasper c. RIJNSDORP. bedrij- gende fragment op bl. 8: „Het venster stond half open, genoeg om, staande op een positieve levenshouding nooit buiten te de lezer op. Maar telkens voel je een schokje van herkenning: Ja, precies, zo heb ik dat toen en toen Jaja, de vijver niet diep zijnde ook gevoeld. Met dat verschil, dat a. Audrey Blignault de gave heeft dit alles op sublieme wijze te ver woorden. Ook voordrachtkunstenaars zul len van deze boekjes veel genoegen kunnen beleven. P. J. RISSEEUW Audrey Blignault: In Klein Maat Die vrolijke Lied Uitgave: Nasio- nale Boekhandel Bpk., Kaapstad. De Lydia en de zwaan aldus zakelijke aanleg samen. Hij ziet terstond hoe alles in elkaar zit, zowel in het menselijke als technische. Door een onzichtbaar te ledigen werktekening de fout niet alleen Helleentje, aan te wijzen, maar tevens aan te geven hoe die manipulatie kan van Jos Ruting (uitgave J. M. Meulenhoff te Amsterdam) is eigenlijk niet geschikt voor een recensie: men zou er een soort studie over moeten schrijven. Het boek is namelijk opzettelijk r.._ verward en tegelijkertijd compact automaat geschreven. Een jong meisje heeft gefantaseerd vriendinnetje, mijn aanvankelijke indruk, raliseer. dit pleidooi rVi.„,4te^| ket j-aiiof,.,-:- hybridisch geheel, al ook geschreven in één stijl toon. Ook in de herinnering drong zich nu eens het ene, dan weer gen: dit boek het andere op. Moraliseren Tugend" (Nietzsche) :>gisch accent, waar- ijna geneigd is te zeg- >ek is een moderne Emile. Ik sprak van een opzettelijke verwardheid. Realistische en sur realistische trekken spelen door- Maar als men het boek op- nieuw ter hand neemt, om er - ontmoet later, in tenijiinste iets zinnigs over te veer<I- Dit t de eerste klas van het gymna- kunnen zeggen, ontdekt men dat vrucht van de psychologie. Ook de werkelijkheid dus, het accent ligt op het moralise- constateerde ik, dat het werk De werkelijkheid wordt door licht en tegelijkertijd gerelati- kunnen doen is Dat blijkt wel hieruit, dat compact is geschreven. Dat is e iflalr rsr, Ac ,«J„llil,„ eiSenSChan van Ho mnHov innige de kritiek op de zedelijke delen van overheidsinstanties er het jonge. eigenschap van de moderne auteur, die van het ene essen- i,iële moment naar het andere amoraltetische en 20 d°or-' de mitrailleren de quasi-onschuldigc de stijl van de hedendaagse eenzelfde meisje, ook Helleentje geheten, met wie ze een innig< vriendschap sluit. In de achten- twintig hoofdstukjes gebeurt dan kerk niet alleen enorm veel wanneer men het beeldschone aneedotiscb bekijkt, maar nage- meisje noeg niets al6 men vraagt verhaalontwikkeling. tje Rommie, het schoolvriendin- daag. als ze schrijftalent hebben. Een studie zou deze kaleidos- netje Annetje en ook nicht Aga- snel tot een zekere perfectie, coop in sterk vertraagde bewe- tha op precies dezelfde manier, vooral wanneer ze hun milieu ging moeten volgen en langs die in dezelfde geest en in dezelfde hebben meegehad. Men kan hier kunnen herleiden stijl de huichelachtige ethiek Worden buitengesloten, weet hij, tegen de vijandschap in zijn on middellijke omgeving in, de aan dacht van de hoofddirectie op zich te vestigen. Maar dan gebeurt er iets dat de gewekte suggestie al thans bij mij verstoort. De jonge man krijgt bij het voetballen van een oude tegenstander in zijn ge boorteplaats een schop tegen de onderbuik, ten gevolge waarvan hij voor het huwelijk ongeschikt wordt. Dit ongeluk bevestigt al- weg de rom; leen maar door een fysieke greep, wat mentaal reeds aan zig was: het onvermogen normaal kelijk te huwen en een gezin te stich ten, dit niet op grond van inver sie. maar krachtens een psy chisch tekort. Hier ligt de cala miteit dus in het verlengde van aanleg en karakter, wat de hele geschiedenis voor mij ongeloof waardig maakt. Of wil de auteur zo ver gaan als te suggereren, dat de ongelukken die ons overko- Ëmilë" men met ons karakter verband schriften van Nietzsche. Bij "de ken dat houden? Hier zou men in de buurt eerste lezing dacht ik dat het komen van de denkwijze van wij- tweeslachtig werk was. Ik m cultuurhistoricus Egon de dat de schrijver op een geraf- kindermond wordt gelegd, tellectueel. Mensen met i dat Lydia zelf, Helleentjes' broer- zondere intelligentie komen tot zijn eigenlijke bestanddelen, de officiële samenleving n-i i- intelligent, oorspron- kaak stellen. Dit feit doet aan "sch perfide boek; de auteur de waarde van het boek als i sprook- schrijver die veel af. Het is heeft lets in zich jesverteller maar is in moralist. De benaming rom zo nietszeggend geworden, r men Lydia en de zwaan gerust genaamd^onbevangen noemen mag, de touwtjes hedendaagse intelligentie. Wie Friedell. Maar naar mijn mening fineerde manier de sexuele gebeuren er te veel ongelukken, trekkelijkheid wilde tekenen vooral indirect, om door het ka- het meisje op de grens va: rakter van het slachtoffer te kun- puberteit èn tegelijk ee nen zijn uitgelokt. Het verhaal, intelligent opgezet, faalt hier voor mijn besef. Wanneer het ongeluk als een ruwe, blinde ingreep op zijn carrière was geschied en hij, krachtens zijn genialiteit, deze slag had opgevangen, als het ant woord op een uitdaging in de zin is trekt en door de mond dat sujetten praat. Door kinderen zo- jfifiÉ genaamd onbevangen over de ero- temensen-wereld te laten oordelen, zuivere verkrijgt zijn satire een bijzon- rubricering zou men het moeten dere raakheid. De auteur had zich 13 het toevallig opbergen in^de buurt van de hiertoe kunnen, misschien moe- faire, de Beatles ten beperken. Nu kan mei ken dat deze wijsneuzen ook hun omgeving napraten. Nietzscnes literaire schap is indertijd Rousseau il beschrijven, moet niet alleen letten op de nu en dan voorkomende, explosieve uitingen van ma."sale hysterie, ten goede of ten kv/ade (actie Het Dorp, Zo jg jUfi 1 de Irene-af- llluc. --- wat misschien den_ alweer de sensatie van de dag als dit stukje wordt gedrukt), ook op de beangstigende i- der de titel Die Unscnuld des moderne communicatiemidde len. de Ter Braken en de Du Perrons van 1964. Deze nieuwe elite en haar invloed onderschat- die. op zichzelf genomen, niets met elkaar te maken hebben. Soms sloeg de aandacht van door naar de pedofilie naar een bijna anarchistisch non- conformisme. Het resultaat was. Werdens. Leven dat zich an de immanente wetten ontwikkelt is satire onschuldig; wanneer die ontwik- J ":eling zuiver wetmatig verloopt tG men niet- al staan hun ■oltrekt zij zich aan gene zijde niet dagelijks in de krant ■an goed en kwaad. Dit is pre- de strekking van Rutings geen club. Ook daarom Lydia en. de zwaan een stu- paar heel die waard zijn en voelt de criti- de auteur boek. En omdat hij jonge meisjes, geestelijke tweelin- c"s ,dat hij met een gen, als centrale figuurtjes heeft als deze tekort schiet, gekozen, krijgt dit amorele gemo- C.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 17