Heel Toledo is beschermd kunstbezit De 70 (abrieken van Onkel Fritz en Doktor Braun ZONDAGSBLAD Nieuwe Lei else Courant ZATERDAG 13 JUNI 1964 I CCIN I I ECHTE i SPAANSEi 1 STAD i i WEELDE (Van onze speciale verslaggever Link van Bruggen) TOLEDO, JUNI QKERKLEURIG en rood bruin is de aarde rond Toledo. Tot ver in de om trek kronen olijfgaarden de heuvels, terwijl op de vlakte, de zogenaamde Vega, het graan wuift en fluistert. De Taag, die deze, misschien wel oud ste Spaanse stad in een lus gevangen houdt, heeft donkergroene tinten, die sterk met de omgeving contrasteren. typische kenmerken van de stad. Al even kenmerkend zijn de piep kleine winkeltjes, die zich in het centrum aaneenrijen. Het glin stert er van het goud en het zil ver en van het blankst denkbare staal. De graveerkunst, de' email leerkunst, het Damasceens be werken van edele en minder edele metalen sinds jaar en dag be hoort het allemaal bij Toledo. Omdat de stad klein is en door zijn natuurlijke ligging nooit eni« ge uitbreiding heeft kunnen on dergaan, staan de kunstwerken als het ware boven op elkaar. Het gebrek aan ruimte verklaart mis schien, waarom er uit de Romein se en Westgothische tijd zo wei nig restanten zijn overgebleven. Men moest afbreken om opnieuw te kunnen bouwen, laten verdwij nen om te kunnen laten verschij- MOSKEE waar de woorden in beeld zijn gebracht en dan met Duits on derschrift. De avonduren worden gevuld met muziek, televisie kij ken, handenarbeid in velerlei vorm. De resultaten sieren de wanden en de kamers der meis jes. Verloop Het ziet er allemaal gezellig uit: „Maar toch," zegt de heer Splcsshofer, „er is een enorm ver loop. Heimwee of de kans nog meer te verdienen. Alleen valt dat laatste vaak tegen, want voor deze huisvesting betaalt een meis je 25 Mark in de maand en voor zo'n bedrag komen ze nergens an ders terecht." We staan nu voor een raam, dat uitziet op het wijde golven de landschap. Hij wijst naar een langgerekt gebouw met vier ver diepingen: „Dat bouwden we eni ge jaren terug speciaal voor de vluchtelingen. Tsjechen, Honga ren. mensen uit de Oostzone. Het noodzakelijke meubilair staat in de flats. De mensen werken bij ons of bij andere fabrieken hier in de buurt. Gaat het goed dan komen ze in aanmerking voor een der huizen," hij wijst naar de 750 eengezinswoningen in de kersverse straten rechts. „Daar in_ dei nieuwe Triumphstadt. Huur zo'n honderd Mark per maand en na twintig «f dertig jaar is het eigendom. Kijk, de huizen zijn zo gebouwd, dat ieder een eigen bal kon en terrasje heeft, waar de buren niet op kunnen kijken en ieder huis heeft uitzicht op het bos. of op het dal of op de Schwabische Alp." Feest Die avond is er een personeels* feest omdat het Bildungscentrum officieel in gebruik is genomen. Onkel Fritz opent het bal met zijn vrouw in een echte Weense wals. Een hartelijk applaus be loont het solopaar. Als later op de avond de vreemde Hollandse eend wat opgenomen is in het gezelschap, hoor ik verhalen. Van Onkel Fritz, die op de helling van de R&senstein woont en iedere morgen om zeven uur gaat zwem men in zijn eigen zwembad. Van dr. Braun. die een grote Merce des op stal heeft staan, maar daar alleen in rijdt als het nood zakelijk is. omdat hij meer van zijn Volkswagen houdt. Van dr. Braun, die forenst tussen Heu bach en München met een sport vliegtuigje, waarvoor steeds twee piloten beschikbaar zijn. Geen er ger uitnodiging dan het: „Vlieg even met me mee naar huis". Dr. Braun verdwijnt op die feestavond al vroeg. Als ik hem opeens mis, zegt iemand: „Die zit alweer achter zijn bureau, Hij leeft om te werken. „Schaffen, schaffen, Hauslein bauen" Komend van Madrid, dat zo'n tachtig kilometer naar het Noorden ligt, ziet men de beige, door water en rotsen bescherm de vesting plotseling scherp tegen de horizon afgetekend. Het is alsof men even eeuwen terug wordt geplaatst. De stad van Ferdinand van Aragon en Isabella van Kastilië, van Karei V, El Greco en kardinaal Mendoza, lijkt op 't eerste gezicht op een plaatje, dat eeuwen geleden getekend werd. Behalve een openbaring is To ledo een échte Kastiliaanse stad. Beschavingen hebben elkaar daar ontmoet en wederzijds beïnvloed. Vernietigingen zijn deze Middel eeuwse residentie van vorsten en prinsen gespaard gebleven. Men vindt er de stijlen van de Go- thiek later aangevuld met die van Renaissance en Barok van de Moren ook, die het Ibe risch schiereiland zo lang bezet hebben gehouden. Er is zelfs een vermenging ontstaan tussen de christelijke en de Arabische kunst. Wel nergens in Spanje is de unie ke mudéjarstijl zó goed vertegen woordigd als in Toledo. KLEIN Elk huis en gebouw in dc thans nog veertigduizend inwoners tel lende stad is openbaar kunstbezit. Zonder toestemming van de auto riteiten mag er niets verbouwd, of vertimmerd worden. Modernis men zijn niet toegestaan, ook al heeft men op het punt van ter rasjes en gemakkelijke zitjes langs de stoeprand concessies moeten doen aan de stroom van binnen- en buitenlandse toeristen, die Toledo in hun programma hebben opgenomen. Nauwe straatjes, die steil naar boven, of naar beneden gaan, xomede smalle steegjes, waai men elkaar net kan passeren, zijn Het enige gebouw, dat uit de tijd van vóór de christelijke herovering dateert afgezien van enkele Romeinse ruïnes buiten de vestingmuren is .de moskee van Christus van het Licht. Dit bedehuis, dat eerst voor mohammedaanse en later voor roonis-katholieke gods dienstoefeningen werd gebruikt, stamt uit de negende eeuw. Het telt negen koepels van een zeer uiteenlopende structuur, die op de grote moskee van Cordoba zijn geïnspireerd. In het hart van de stad staat de wereldberoemde kathedraal, die als de mooiste kerk van heel Spanje geldt. Aan dit gebouw, dat in zuivere, Frans-Go this che stijl werd opgetrokken, is men in het begin van de dertiende eeuw be gonnen. De negentig meter hoge toren is bijzonder slank; de ver sieringen van de spits doen aan een doornenkroon denken. (Van een onzer redactrices) JjjET IS OP geen gewone kaart te vinden. Het Duitse dorp Heubach, waar een raadhuisje verdroomd aan een bochtig straatje staat. Het ligt gedrukt tegen de voet van de machtige Rosen- stein, de groene berg, die door de toeristen nog niet ont dekt is. Heubach ligt in Baden- Württemberg, waar de Schwaben wonen, die als lijf spreuk hebben: „Schaffen, schaffen, Hauslein bauen". In Heubach stonden achtenze ventig jaar geleden ook zo'n paar Hauslein, waar gewerkt werd. In het ene woonde de familie Spiess- hofer, in het andere de familie Braun. Vader Spiesshofer was corsettenmaker, vader Braun koopman. Samen besloten ze tot een enorme stap. Ze zouden zes naaimachines kopen en de cor- settenmakerij op industriële ba sis beginnen. Er werden vijftien werkkrachten in dienst genomen. Een waagstuk voor beide gezin nen want zoals de huidige direc teur Frits Spiesshofer me vertel de: „Mijn wieg beeft als het wa- re naast die naaimachines ge staan, want er was geen geld om een fabriek te bouwen. Het is ge woon begonnen in een schuur en mijn ouders moesten hard werken om hun vijf kinderen, we waren met zijn zessen, maar één is ge storven, de kost te geven". Fritz Spiesshofer is nu ook 78 jaar, maar iedere dag zit hij in zijn kantoor te Heubach en houdt de vinger aan de pols van het be drijf. Plannen Tenminste.... als hij niet op reis is naar Thailand of Hong kong, naar Japan of Spanje, naar welke plaats ter wereld ook, waar een van de zeventig fabrieken van zijn concern in bedrijf is of geopend wordt. Onkel Fritz wordt hij genoemd. En dat weet hij. Hij is dan ook de oom van de jongere mededi recteur dr. Herbert Braun, want de zoon van oprichter Braun trouwde met de zuster van On kel Fritz. Iedere donderdag komt neef Herbert bij Onkel Fritz eten en dan bespreken ze de nieuwe plannen. Die zijn er altijd. Is Herbert, die iedereen plechtig Herr Doktor noemt, want hij is doctor in de staatswetenschap pen, de bezadigde denker, de uit kienende econoom en de taaie werker. Onkel Fritz is de bouwer. Hij bouwt niet alleen fabrieken. Hij bouwt dorpen, vormingscentra en heeft nu een wolkenkrabber in zijn hoofd. En die zal er komen Salaris Waarom ook niet, want de fir ma Spiesshofer-Braun is gewor den tot het concern Triumph In ternational, met 18.000 werkne mers, een export naar 75 landen, en alleen al langs de Donau vijf tig fabrieken. Merkwaardig ge noeg zijn de beide directeuren geen miljonairs. Zij krijgen een salaris. Het bedrijfskapitaal is namelijk onaantastbaar veran kerd in een speciale opzet, de „Wirtschaftlichen Vercin Spiess hofer und Braun, Reg.". De heer Spiesshofer vertelde me: „Ieder krijgt salaris naar prestatie. De kinderen kunnen studeren, zijn er weduwen dan worden zij verzorgd, maar nie mand kan aandelen uit het kapi taal halen. Er groeit nu een nieu we generatie op. Mijn oudste zoon is gevallen als oorlogsvlicgcr. de jongste reist nu en het is de be doeling, dat hij directeur van onze fabriek in Japan wordt De zoon van dr. Braun studeert ook en wordt tegelijkertijd inge werkt, de zoon van mijn oudste zoon studeert nog alleen. 's Avonds klaar „Waarom we in Japan een eigen fabriek vestigen? Ziet u dit pak?" Hij trekt de lapel van zijn keurige donkerblauwe zijden kos tuum even naar voren, „Dat heb ik in Hongkong laten maken. Maat opnemen, de volgende mor gen passen en 's avonds werd het keurig in mijn hotel afgeleverd. En wat kost het? Precies hon derd twintig Mark. Hoe komt dat? Het arbeidsloon! Met onze Europese kostprijs kunnen we in die landen nooit concurreren, dus moet je in die landen zelf een fabriek neerzetten." We staan met elkaar te praten op de stoep van Onkel Fritzs jongste troetelkind. Dat is het Fortbildungscentrum, dat in de gemeente Aaien, vlak bij Heu bach en een negentig kilometer van Stuttgart af ligt. Het is een modern gebouw met logeerka mers, een grote zaal, een biblio theek, een cantine en leslokalen. De bevolking wisselt steeds. Uit heel de wereld komen hier werk nemers een cursus volgen, waar door de promotiekansen verbete ren. In Heubach is een dergelijk centrum maar dan speciaal voor de werkneemsters in de verkoop. Het Fortbildungscentrum ligt in het hart van een wonderlijk mo deldorp, Triumphstadt. Hoog bo ven alles uit torent een gebouw van acht verdiepingen. Het is geen Dreimaderlhaus, maar een huis van honderd meis jes. Overdag ligt het verlaten, dan zitten de meisjes achter de machines in de fabriek te Aaien. Maar omstreeks zes uur gonst het van leven. Dat is het bedrijvig- ste uur van de dag. De meisjes zijn druk in de weer met het be reiden van haar maaltijd. Op iedere zes meisjes is er een keu ken. Onder de aanrecht voor ieder een kastje en in ieder kastje een eigen elektrische kookplaat. „Nooit ruzie." zegt een van de meisjes in voorzichtig Duits. Het is een Tsjechische. In de volgen de keuken heersen de Spaanse meisjes en een verdieping lager kwetteren de Grieksen. Een op gewekte blonde jonge vrouw, ze is sociaal-jeugdwerkster. is de „moeder" van het huis. Ze strijdt tegen hèt heimwee van deze hon derd meisjes, die ver van huis een stevige boterham verdienen niet alleen voor zichzelf maar ook voor thuis. Ze probeert ze de mid denweg te doen vinden tussen be houd van eigen gewoonten en aanpassing aan het vreemde. Daarom eten de meisjes tussen de middag gewoon Duits eten in de fabriekskantine en 's avonds kun nen ze hun nationale heerlijkhe den klaarmaken. Zij krijgen ook les in de Duitse taal op borden, De kathedraal, die de zetel is van de primaat van Spanje, bergt 1 een onvoorstelbare rijkdom aan sculpturen uit alle tijden en aan kerkschatten in zich. Het inte rieur, dat uit vijf schepen be staat, is meer dan honderd me ter lang, bijna zestig meter breed en dertig meter hoog. Niet min der dan zevenhonderdvijftig ge brandschilderde ramen van de fraaiste kleuren temperen het scherpe, binnenvallende zonne licht tot zachte, bijna aandoenlij ke stralen. De vóorgevel, die pas in de zestiende eeuw werd vol tooid, telt drie immense portalen, die met rijk beeldhouwwerk zijn versierd. Behalve enkele bekende, Spaan se kardinalen zijn in de kerk ook vele Kastiliaanse koningen en ko ninginnen begraven. Het koor, dat ln het hart van het grondvlak ötaat, is eèn juweel op zichzelf. De kunstig bewerkte banken wer- enige allure heeft ook Toledo zijn Alcazar. Het kasteel, dat op de rand van steile klippen staat, werd in zijn huidige v.orm gebouwd en ingericht door Karei V. Eerder was het een Moors bolwerk, nóg eerder een Romeinse vesting. MONUMENT Het Alcazar is overigens het enige gebouw in Toledo, dat een stukje moderne geschiedenis heeft. Een handvol nationalisten hield hier in de Burgeroorlog gedurende zeventig dagen stand tegen een overmacht van repu blikeinse troepen. De gedyna- miteerde muren zijn thans weer gerestaureerd, met uitzondering van een hoek bij de hoofdingang. Het regime heeft er een soort nationaal monument van ge maakt, ter nagedachtenis van de verdedigers, die, tot de ladt- ste man toe sneuvelden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 13