Spij-be(l)len geblazen fk.hoU/'$ Gezalf met een tik „Happy end'* "Ruimte voor ons. ZATERDAG 6 JUNI 1964 EEN PAGINA VOOR DE JEUGD, SAMENGESTELD DOOR EEN JONGERENREDAKTIE Het visseizoen en de honger onder de scholieren naar de vakantie, die met muizenstapjes schijnt te naderen, zijn er de oorzaak van dat de spijbel- epidemie die bij tijd en wijle hele scholen aan tast, weer in volle hevigheid is uitgebroken. Dit bracht Harry van den Bouwhuysen en Rolf Hoek stra, zelf enthousiaste spijbelaars, ertoe deze pagina samen te stellen. Omdat het hun bedoe ling niet is slapende lezers wakker te maken, wordt Ruimte aan iedereen wie het woord „spij belen" niets zegt deze keer ten sterkste ontraden. De overigen wensen wij veel genoegen, met de belofte dat wij vragen, die naar aanleiding van deze pagina misschien rijzen, met veel genoe gen zullen beantwoorden. DE GOUDEN ROOS-WINNAAR REEDS op de kleuterschool stond ik bekend als een fanatiek spijbeltje. Klein en gedrongen was ik, met daar bovenop een laaiende haardos die even rood als lang was. De ogen keken naar verre horizon ten die er eigenlijk niet waren. De handen stonden spijbelachtig. Kort om, mijn figuur had ik mee: een spijbelaar in de dop, dat zag je zo. Toch verzuimde ik de school in kinderlijke onschuld. Eigenlijk was het meer een „te laat" komen. De weg van huis naar school werd in de gepaste langzame pas afgelegd. Er waren zo veel wonderlijke din gen te zien. En dan nog die verten die er eigenlijk niet waren, Mijn verbazing om dit alles sloeg over in schrik, wanneer plotseling het kleuterverblijf op doemde. Dat lag daar in de leeg te van het plein. Uit de klassen klonken ijle stemmen. Dan was er de dichte deur, zo gesloten dat het leek of zij nooit weer open wilde. En ik worstelde buiten met de laatkomersangst en met de bel die te hoog zat. Soms gebeurde het. dat het plein krioelde van de vele kinde ren. Verheugd dromde ik bij het luiden der bel mee naar binnen. Op tijd, op tijd. Tot de juffrouw naar me toekwam en mij over de haren streek: ,,Het is net pauze geweest, je bent weer te laat". In mij sloeg de schaamte. Als straf moesten er eentjes geschre ven worden ik kon nog niet tot enz. een blad vol, allemaal streep jes. Het kwam mij toen vrij zin loos voor. maar later heb ik. dank zij de school, er het nut van in gezien. Ik schrijf nu vrij redelijk een 1. Ondanks al deze strafmaatrege len, van eentjes schrijven tot het vullen van blokkendozen, bleef ik een getrouwe laatkomer Toen leerde de juffrouw mij klokkijken. Zij deed mij inzien dat afstand ..tijd" is. Van huis naar de kerk: vijf minuten, van de kerk naar het park: acht minuten, van het park naar school: zeven minuten. Samen twintig minuten. Binnen door, over sloten en door weilan den, was de afstand korter èn de tijd. Toen kwam ik zelden meer te laat. DROGE DREUN He ging naar de lagere -school. Daal" werd niet meer gespijbeld; zó fijn was het daar. Lezen zou ik leren. Vol enthousiasme betrad ik de eerste klas. Maar daar zat een onderwijzer met een stok. De ze stok gebruikte hij om op het bord te wijzen waar letters ston- dem Wanneer hij wees, en wees, en weer wees, galmde de gehele klas in koor: ,,A. B. C... enz. De ze droge klassikaal gedreunde a's, b's en c's hebben mij nooit kun nen boeien. Evenmin de gebeds molen van aardrijkskunde: Rot terdam, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Hoek van Holland. - de klas wat al te abrupt hokte. RECIDIVIST Waren de verzuimde uren op de kleuterschool vol van een kinder lijke ongekunsteldheid geweest, nu werd ik overtuigd' spijbelaar. Er kwamen vele morgens dat de ge bruikelijke zoen voor moeder enigszins ingetogen was. Een moe der heeft echter wel iets anders te doen dan ingetogen kussen te analyseren. Zodoende liep ik, door niemand gewantrouwd, met vaste tred schoolwaarts. Deze tred ging weldra over in langzame pas. om in een slenterend steentjesschop pen te eindigen. Kwart voor negen rinkelden al de schoolbellen van de wereld in mij: ,,Pluk de dag". In plaats van de meester „goedemorgen" te wensen, werd ik begroet door zon en zee, door de hemel en al de vrijheid die om mij was. Echter.. lezen, zo slecht. Maar mijn spijbelen werd spreek woordelijk. Later, tijdens een les Neder lands, schreef de meester een zin op het bord. Daar stond het, wit op zwart: „Rolf Hoekstra, een jongen die graag spijbelt, werd hedenmiddag om tien minuten voor drie onder politiegeleide naar school gebracht". De klas sloeg vrolijk aan het ontleden, maar ik het onderwerp of liever het lijdend voorwerp, boog geslagen het spijbelachtige hoofd om mezelf taalkundig en redekundig te benoemen. Dit ve nijnige zinnetje en de vele straf- opstellen voor „onwettig school verzuim", hebben mij in school ser sporen geleid. Zo heb ik het lager onderwijs toch nog tamelijk vlot afgespijbeld. ROLF HOEKSTRA HELAAS, hij die een maal de school ver zuimt, blijft een spijbelaar. Het zit immers in het bloed, dat zat van onrust is. Daar komt nog iets bij: van de steden Rotterdam, Den Haag, Leiden en Dordrecht neemt Den Haag wel een zeer bijzondere spijbelplaats in. Daar is het strand, een oase bij mooi weer. Daar in het Haagje is echter ook een befaamde vluchthaven wan neer de Hollandse hemel vol regenwolken loopt: een bio scoop. Bij ingewijden be kend als de „spijbelbios". voor half tien 's morgens, de eerste scholieren al anngedren- leld. Welke film er draait, is van geen belang; misschien hebben ze er gisteren al tegenaan gekeken en uellicht komen zij voor de derde keer terug, 't Doet er niet Aan het loket kopen ze et parterre. Ze deponert dden en houden daar iu in over om een ijsje beginnende schoolontrlui- aal je er zo uit. Schichtig ert hij door de bios; de vol- ekentas als het toppunt van akelijk kwaad tegen de geklemd. Hij speelt opval- comediewant in de ijle die aan de film vooraf gaat, haalt de snoodaard een boek voor den dag en begint woordjes te leren, of zoiets der gelijks. Dat druist natuurlijk in tegen alle principes van de op rechte spijbelaar. Soms prevelt hij zelfs half-luid voor zich heen alsof het hem bittere ernst is met de studie. Ook scherts. Dan de ware spijbelaar; een onverschillige houding, een koele blik en een achteloos hanteren van de schooltas die leeg is. Zo heb ik heel wat keren het op vangcentrum voor onbehuisde scholieren betreden. Maar nooit heb ik er een leraar gezien. Toch zouden de heren schoolhoofden de koppen eens bij elkaar moeten Een „razzia" op maandag bij voorbeeld kan zeer effectief zijn. Maar waarom zou ik een tip in deze richting geven? De spijbel bios zal echt wel open blijven, want ze is uniek in Zuid-Hol land. ROLF HOEKSTRA Wist tot voor kort de gemid delde Nederlander niet of nau welijks wat er jaarlijks in Montreux gebeurde, tegenwoor dig, nu onze eigen Rudi Carell daar een zilveren roos heeft ge plukt, is Montreux een begrip. De Nederlandse televisie-indus trie heeft heel wat good-will ge kweekt en we voelen ons samen met Rudi Carell erg trots op deze onderscheiding. De show hebben we inmid dels al twee keer kunnen zien. 't Was allemaal heel leuk. Toen de vreugderoes om Carell al aan zijn kater toe was, ver scheen de Gouden Roos-win naar op het scherm: de Zwit serse inzending „Happy End". Ook in de Zwitserse show draait alles om één persoon maar daar houdt de vergelij king met de Nederlandse in zending dan ook wel mee op. Het geheel is lang zo leuk niet. eerder wat weemoedig zo nu en dan, echter zonder zwaarmoe dig te worden. We proefden wat sur-realisti- sche trekjes rondom de hoofd persoon, dwalend door een veld, waarin overal filmlampen en andere apparaten stonden op gesteld. Dan die eenzame zweefmolen met twee gelieven, waarvan er een zoetgevooisd was. Als topstuk de ontvoering in een bos, waarin dertig „twens" op hun gitaren dreun den. Er gebeurden in de show vol maakt onlogische dingen, maar de merkwaardige mengeling had stellig iets poëtisch. Als we de Zwitserse uizending verge lijken met het Vlaamse Manne ke bij wie toch ook fantasie en werkelijkheid door elkaar lopen, dan willen wij dit Man neke aan Herman Stok geven om hem te bewerken met zijn floptoeter, want de Vlaamse capriolen waren doorgaans al leen maar flauw maar de bele venissen van de hoofdpersoon in de Zwitserse show daarente gen kwamen naar de kijker toe gis een sprookje zonder ver- Aan een waardevergelijking met de Rudi Carell-show ontsnap pen we liever. Was-ie beter? H«e het zij, het gelijk is wel aan de kant van de opmerking die wij bi een blad lazen: „De Nederlandse kijker geeft meer om zijn eigen Carell-show dan om een voorbij vliegende eendagsbromvlieg. KEES VAN ALDERWEGEN. De klas: „invallen der Noor mannen! t De meester: „duizendzesen negentig? De klas „eerste kruistocht! De meester: „twaalfhonderd- zesennegentig? De klas: ,J?loris de V door de edelen vermoord! De beatles zijn er niets bij. Mijn mond bewoog op de ca dans, dat heerlijke ritme, maar veel geluid kwam er niet uit. Soms een zwaarmoedig gekreun, .Ecu van de ontel bare vergeten groe pen in onze aan lief de zo arme maat schappij, wordt ge vormd door de lij ders aan een even geheimzinnige als veelverbreide ziekte, die voornamelijk voorkomt onder de schoolgaande jeugd en daar bij tijd en wijle als een zware epidemie huishoudt. Deze ziekte die in de allerprilste experi mentele medische wetenschap bekend is als „Absentofilie", staat in Nederland, waar volgens Heine immers alles vijftig jaar later gebeurt, nog voornamelijk te boek als „spijbelen", een begrip dat door veel onverstand en misplaatst gebruik een ongunstige ge voelswaarde heeft gekregen. Het roept onwillekeurig asso ciaties op met ver dorven en onverbe terlijke kinderen die zich in hun onver stand koste wat kost tegen de lessen van hun leermeesters, die het beste met hen voorhebben, verzet ten, ja die zelfs ont lopen. Het mag een geluk worden genoemd, dat tegen dit voor oordeel de laatste tijd een aantal stem men zijn opgegaan van medische en psychologische zijde. Maar te weinig wordt nog naar deze stem men geluisterd en slechts zelden wordt de spijbelaar (of lie ver de absentofiel) gezien als de zieke, de patiënt die hulp behoeft. Barbaarse straffen zijn helaas (wij schrijven 1964) geen zeldzaamheid. De verklaring hiervoor zal wel gelegen zijn in het feit dat ieder mens het absenteren in het bloed zit, maar door allerlei fatsoens- en andere normen wordt deze latente neiging met geweld on derdrukt en zo wordt alle schuld geschoven op mensen bij wie het verschijnsel, door welke oor zaak dan ook, zich wél manifes teert. De onredelijkheid van de ze gang van zaken ontgaat de maatschappij meestal. ZALF Over de oorzaak van het plot seling optreden van Absentofilie tast men nog in het duister. Ook is men er niet in geslaagd een afdoende remedie te vinden. Poeders noch pillen, noch zal ven baten hier. Er bestaat zelfs een theorie dat de een of ande re zalf een spontane aanval van de ziekte in de hand werkt. Deze theorie is naar men zegt zelfs zo goed als bewezen. Proeve tol een welenschappelijke benadering van absentofilie De verschijnselen van de ziek te zijn naar mag worden ver ondersteld, bekend genoeg. Een aanval, die meestal plotseling opkomt, gaat gepaard met he vige hoofpijnen, misselijkheid, griep, e.d. Het verraderlijke in deze is echter dat dit de patiënt niet is aan te zien. Uiterlijk schijnt hij volkomen gezond, zelfs zijn hoesten, kuchen, proesten of niezen, al naar keuze, komt enigszins onecht over het voet licht. Dat dit slechts schijn is, blijkt uit het langdurig herhalen van de klachten tegenover 'de op dat moment verantwoorde lijke instanties. Maar zodra de ze overtuigd zijn van de ernst der situatie, vraagt de patiënt eerst schuchter, vervolgens dringend om frisse lucht. Ge woonlijk is dat voor genoemde instanties aanleiding om de gegrondheid van de klachten nogmaals in twijfel te trekken. Zij schijnen maar niet te be seffen dat iedere ziekte zijn eigen-aardigheid heeft en dat elke patiënt een andere men tale instelling van de hem om ringende figuren behoeft. KAT Het verdere verloop van het ziektebeeld vertoont een merk waardige overeenkomst met dronkenschap. Kort na de er kenning van zijn ziekte geraakt de patiënt in een lucide toe stand waarin zelfoverschatting en grote vrolijkheid de boven toon voeren. De vrolijkheid neemt allengs toe en gaat geleidelijk aan over in de be kende stemming van „Laat nu de kat maar komen!" Op dat moment kan de patiënt niet langer verantwoordelijk voor zijn daden worden geacht. Er gens in het grensgebied van zijn onderbewuste behoudt hij wel het vage gevoel dat er eigen lijk iets niet in de haak is, maar door verschillende oorza ken wordt dit gevoel met kracht uit het bewustzijn verdrongen. De patiënt komt nu pas aan het echte „spijbelen" toe, een gewaarwording die evenals de alkoholroes een zekere vreugde schijnt te geven. Hij brengt de gehele dag door met zaken die hij heeft geleerd van patiënten met recidiverende absentofi lie*) en met bezigheden die bij hemzelf spontaan opkomen. Het creatief vermogen is bij spij belaars dan ook meestal van groot tot hevig. Naar mate het einde van de dag nadert, ^be kruipt hem echter het onrustig gevoel dat iets of iemand hem heeft verraden. Gewoonlijk is de nacht, die op de aanval volgt, tamelijk onrustig. De volgende morgen krijgt hij inderdaad de beruchte kat, echter niet op de wijze die hij zich oorspronkelijk heeft ge dacht. Meestal blijkt het een flinke kater te zijn en het kan niet worden gezegd dat het ge voel van diepe deceptie, dat hierop gewoonlijk volgt, uitslui tend ontspruit aan deze biolo gische tegenvaller. ANONIEM Het is gebleken dat de absento fiel zich het zekent voelt in ge zelschap van soortgenoten. Dat is misschien d* oorzaak dat velen sedert d» laatste jaren verenigd zijn in een organisatie die verbreid is in bijna alle lan den van de beschaafde wereld. Wij bedoelen de A.S.; de Ver eniging der Anonieme Spijbe laars, nooit officieel opgericht maar spontaan gegroeid en strikt genoraen nauwelijks een vereniging in de gebruikelijke zin des woords omdat de leden nergens staoji ingeschreven en ook (dit is een zeldzaamheid) geen kontributie of vrijwillige bijdragen betalen. De bijeenkomsten worden meestal niet van te voren ge pland, de tijden zijn zeer on regelmatig, met een duidelijke piek bij mooi weer, tijdens repetitietempeesten, het vissei zoen enz. Een verklaring hier voor is niet te geven. De meest gebruikelijke plaats van sa menkomst is de bioskoop, een ruimte die het A.S.-lid een wei nig schuchter betreedt, onze ker om zich heen kijkend, op zoek naar een soortgenoot. Aanvankelijk groeten zij elkaar met een verholen knip oog, maar even later met on bedekt enthousiasme. Met een gezicht vol afschuw beginnen zij met het noemen van namen die gezien de reakties nadere uitleg overbodig maken. Het zijn de namen van mensen die, als alles normaal zou zijn ver lopen, hen op dit uur van de dag behoorden te kwellen. Juist deze handelwijze neemt veel mensen tegen de absentofiel in; zij vinden het ronduit ongepast. Toch moeten wij ook hier ob- jektief en zonder hypocrisie tegenover staan. Want heeft niet ieder mens en met name de vergeten mens, recht op zijn eigen inkonsekwenties? En heb ben wij, goedbeschouwd, niet allen èrgens een tik? Ziekte die de patiënt bij her haling doet spijbelen. Op lijders aan deze kwaal wordt meestal geen straf meer toegepast. De maatschappij geeft hen eenvou dig op. sicprogrami een gedicht in „ongekuiste" taal geschreven. Wij weten een leuk boekje voor Remco Campert: „Spin- en wevers liedjes" bij De Slegte voor 2,47. Drie paar ogen zijn per vliegtuig naar Singapore vervoerd ten behoe ve van transplantaties. De ogen, al dus het bericht in een krant, waren afkomstig van een oude man sn van twee mensen die pas zijn overleden. heeft hij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 18