DE VLOOT KIEST WEER Behouden VAART Visserij moet zien te komen tot een samenbundeling van krachten Yleetvisserij wordt steeds meer financieel avontuur Alleen dan zal men zich kunnen handhaven Jacobus Groen, één der eerste vissers die een diploma op zak had Goede vangst NIEUWE LEIDSE COURANT DONDERDAG 14 MEI 1964 Dit jaar geen reden tot feestvieren DE dag van de Nederlandse Zeevisserij die verleden jaar zo glorieus door 1 Jmuiden-Katwijk werd ingezet als moderne vervanging van de tra ditionele vlaggetjesdag zo<u dit jaar in Scheveningen worden gevierd. Maar er zal daar heel weinig te belleven zijn. Men voelt er na de nog vers in het geheugen liggende staking niet veel voor de bloemetjes buiten te zetten. Wij zullen ons aan deze situatie aanpassen. Onze ylaggetjesdagkramt adem de altijd een sfeer van blijdschap over het nieuwe haringseizoen, maar we zullen ons nu moeten matigen. Trouwens, over de hele linie is er weinig aanleiding in juichkreten uit te harsten. Elders in deze krant kunt u een verhaal lezen over de teleurstellende resultaten van de kottervloot, maar de trailers gaat het evenmin voor de wind. Verscheidene schepen van deze vloot worden te koop aangeboden, onder meer in België. Ook- trachten de re ders hun schepen buiten de visserij om rendabel te maken. De IJM 15 Emma bijvoorbeeld is al enige weken ingeschakeld bij het seismografisch on derzoek van de Noordzee. Voorlopig voor 5 maanden, maar als het aan de reder ligt duurt het veel langer, want hij kan met zijn schip in de olie meer verdienen dan met de visserij. Dit zijn symptomen die te denken geven. IETS MIS Betekent dit nu dat de Nederlandse treilervloot ten dode is opgeschreven? Gelukkig niet, er zijn nog vele vaar tuigen die goed voor de dag komen. De KW 41 Elisabeth Christina van de rederij Kennemerland, die in het be gin van dit jaar in gebruik werd ge steld. doet het zelfs uitstekend en zo zijn er nog wel meer schepen aan te wijzen, bijvoorbeeld de vier hektreilers van de Katwijkse rederij N. Parlevliet jr. Maar toch moet er iets mis zijn als men vaartuigen van enkele jaren oud wil af voeren. Ook hier zou het bemannings- vraagstuk wel eens een alles over heersende rol kunnen spelen. Zijn de kotters al niet erg meer in trek, de treilers staan bij de vissersjeugd in een nog veel kwadere reuk. Be wijzen voor deze stelling zijn in Vol doende mate aan te dragen. Op de IJmuider treilervloot vaart geen en kele IJmuidenaar meer, op dlie van Vlaardingen zal men vergeefs naar een Vlaardinger zoeken. Het is na tuurlijk niet toevallig, dat het hier twee industriesteden betreft. Op de Hoogovens in IJmuiden werken tal loze vissers die eerst moesten wen nen aan de voor hen geheel andere omstandigheden, maar nu met geen stok meer naar zee te krijgen zijn. Ook in Vlaardingen oefende de in dustrie een grote aantrekkingskracht uit. De treilers uit beide plaatsen worden dan ook voornamelijk be mand door Scheveningers, Katwij- kers, Noordwijkers en Egmonders. Uit laatstgenoemde gemeente trek ken overigens steeds minder inwoners naar zee. Nog niet zo heel lang gele den oefende bijna elke „Derper" het vissersberoep uit. De animo wordt evenwel voortdurend geringer. Vele Eg monders hebben zich een nieuw be staan op Hoogovens opgebouwd of vonden "emplooi in Alkmaar of omge ving. Bovendien hebben zich in Egmond kleine industrieën gevestigd, die uiter aard ook een concurrentie voor de vis- sery betekenen. Om aan deze situatie het hoofd te kunnen bieden, is het noodzakelijk, dat het hele Nederlandse visserijbedrijf de krachten samenbundelt. Men zal alles in het werk moeten stellen om de op leiding op een andere leest te schoeien. Men zal het vissersberoep weer trekkelijk voor de jeugd moeten maken. Een eerste stap in de goede richting is gezet door het gemeentebestuur Den Haag. dat een logger aankocht voor de visserijschool in Scheveningen die nu door dit instituut als oefenschip wordt gebruikt. Allerwege was men enthousiast over deze aankoop. Men meende dat een logger niet het geëigen de type vaartuig was om de jeugd weer warm voor de visserij te doen lo pen. Maar het is hard meegevallen. Het schip wordt (ook door leerlingen van de Katwijkse visserijschool) g< bruikt voor reizen van een dag en d (nniiimiiiniiiuniiuniniiniiiniiiniiiiiiiiinniiiniiiiimniiii» Op deze Duitse kaart kan men goed zien, hoe de vissers de ha ring verschailken. Bovenaan een logger met een vleet, die als een gordijn in het water hangt, daar onder respectievelijk een kotter en een treil er een sleepnet achte r zich aan trekkend. Zo'n vleet met toebehoren kost tegenwoordig gauw een zestigduizend gulden. Voor een trawlnet met toebehoren moet zesduizend tot tienduizend gulden worden betaald. Zoals elders in dit nummer is te lezen, staat Katwijk er looit het bemanningsprobleem betreft gun stiger voor dan de meeste andere vissersplaatsen van ons land. Het varen en vissen zit de Katwijkers in het bloed. Al heel vroeg zijn zij ermee bezig. Zie nu hier die jon gens er eens aaji. ZijfSfyn. niet van het water weg te slaan en met een aaneen louw Vastgemaakt zelfvervaardigd zeilbootje dromen zij nun zeemansdromen. Tafereel tjes als deze zijn in Katwijk niet moeilijk te vinden. De knapen op de foto zijn Hans van der Boom en Teun Kuyt, allebei twaalf jaar. leerlingen stellen deze tochten zee prijs. Toch zullen er moderne oefenschepen in de vaart moeten komen. Een studie commissie zal hierover advies uitbren gen. Het is nu al bekend, dat dc ge dachten uitgaan naar twee nieuwe sche pen, een voor meerdaagse reizen en eendaagse reizen. Pas dan kan de opleiding in de juiste banen lei- Natuurlijk is het tekort aan voldoen de geschoold personeel niet de enige aanleiding voor de pessimistische stem ming. Ook de slechte uitkomsten dragen daartoe bij. Hoe moeilijk de situatie ligt blijkt uit het volgende. Zonder de conser vismeelindustrie zou de bodem uit markt vallen. Maar deze bedrijven erg geporteerd voor een zo laag mogelijke minimumprijs. Zij stellen zich op het standpunt dat bij heel grote oeren de prijs laag moet liggen. In tijden van schaarste zal dan auto matisch een herstel intreden. Voor de- redenering voelt men aan de aan voerlijn niets. De reders zijn van mening dat bij de huidige minimum prijzen een rendabele exploitatie niet mogelijk is. Op dit punt zijn partijen nog niet tot elkaar gekomen. Hieruit blijkt weer eens dat men in de visserij met teveel tegenstrijdigige belan gen te maken heeft. Hoewel het in andere landen ook niet altijd botertje tot de boom is, kan men daar over het algemeen van een hechtere eenheid spreken, vooral in West-Duitsland heeft men elkaar weten te vinden met als verheu gend gevolg een steeds betere afzet op de binnenlandse markt tegen prijzen die voor beide partijen lo nend zijn. In Nederland zal het dezelfde kant op moeten. Als alle betrokkenen van overtuigd kunnen raken dat slechts een gezamenlijk optreden de barrière kan doorbreken, is al veel gewonnen. Als dan de regering ook nog meer be langstelling gaat tonen, is de zaak rond. Overigens heeft men in Den Haag al meer begrip getoond dan ir het verleden. De subsidie van een mil joen gulden die nu al twee jaar be schikbaar werd gesteld om de verrt visserij op gang te brengen, is hier van een bewijs. STIMULANS Deze overheidssteun is voor dc Nederlandse visserij wereld een stimu lans geweest om het beste beentje voor te zetten. Het eerste jaar moest er nog veel geëxperimenteerd worden, maar in dit seizoen zijn de resultaten al een stuk beter. Sommige schepen koersten zelfs naar de omgeving de Beren-eilanden onder Spitsbergen. Zij kwamen met prachtige ladingen thuis, die jammer genoeg niet de be langstelling van de handel kregen die zij verdienden. Het doet vreemd aan, dat men de diepvriesinstallaties van de grote warenhuizen en zelfbedieningszaken meer buitenlandse dan Nederlandse diepgevroren vis aantreft. Uit de om zetcijfers van deze bedrijven blijkt, dat de vaderlandse huisvrouw dit pro- dukt niet veronachtzaamt. Er is - dus markt voor, maar die zal dan door de eigen visserij moeten worden bediend. Er zijn derhalve nog wel moge lijkheden voor de Nederlandse vis serij. Het staat er thans niet bijster rooskleurig voor;maar ook in het verleden heeft deze bedrijfstak vol doende veerkracht getoond bm pe rioden van neergaing te overwinnen. Ook nu zullen we heit daar maar op houden. Als men de handen ineen weet te slaan zullen er weer vettere jaren aanbreken. Een bedrijfstak die zo hecht in ons volksleven is ver ankerd kan niet aan de kant worden gezet. Het nauw met het visserijbedrijf verwante beroep van kuiper is het uitsterven. Onder de jon gelui is er geen liefhebberij meer voor. De tonnen worden dan ook tegenwoordig grotendeels machi naal gemaakt. ToCh vonden wij in Katwijk nog een paar kuipers, x die met grote liefde hun beroep uitoefenen. Visserijfoto's D. Kruyt JACOBUS GROEN T)1T is Kobus Groen, één der eerste Katwijkers, die een visserijdiploma had. Men kent de situatie: aanvankelijk bestond aan de wal geen vis serij-onderwijs. Men leerde het vak op zee en een diploma kwam daar niet aan te pas. Een jaar of zestig geleden kwam daarin verandering. Meester Boorsnna, die zeevaartonderwijs gaf aan koopvaardijlui, ging ook vissers les geven. De eerste negen die in Katwijk examen aflegden waren Leen Dubbelaar, Jacob Varkevisser, Dirk van den Oever, Dirk de Haas, Klaas Dubbelaar. Leen van der Pilos, J. van der Plas, Harmen Krijgsman en Ja cobus Groen. De examencommissie bestond uit gepensioneerde koopvaardij kapiteins van ivie er in die dagen heel wat woonden in Katwijk. TAE haringdrij fn et visserijeens de bedrijfstak waarom de vlaggetjesdag voornamelijk draaide, dreigt steeds meer in het hoekje te belanden waar de slagen vallen. Weliswaar boekten de ongeveer 60 vleetloggers die vorig seizoen aan deze mooie visserij deelnamen lang geen slechte resul taten, maar de opbrengst lag veel lager dan in de voorgaande jaren. Toen werd er heel wat nflnder gevamgen, maar deze schaarste veroorzaakte prij zen die voor sommige schepen een lonende exploitatie mogelijk maakten. Maar nu er eindelijk weer eens grote hoeveelheden haring in de vleetnetiten zwommen, lagen de besommingen veel lager. Zo'n paradoxale situatie kan alleen maar in de visserij voorkomen! De cijfers spreken een harde taal: 1963 werd 60,5 miljoen kilo gezouten haring aangevoerd met een opbrengst van 29,3 miljoen gulden. In 1962 deze totalen 41,4 miljoen kilo - miljoen gulden. Natuurlijk werd niet al deze gezouten haring door de vleet- loggers aangevoerd, ook de treilers na men een portie voor hun rekening, maar het aandeel van de drijfnetvisserij in het totaal was in jaren niet zo groot Ook de verse haring vertoonde dit te leurstellende beeld. De aanvoer van dit produkt steeg van 34 miljoen kilo tot 53,8 miljoen kilo, de opbrengst daalde echter van 16,5 miljoen gulden tot 14,7 miljoen gulden. Begrijpelijk t is onder deze omstandigheden begrijpelijk, dat de reders steeds min der animo aan de dag leggen zich in dit haringavomtuur te storten. Het gaat hen overigens wel aan het hart, de drijfnet visserij is een oer-Nederlandse bedrijfs tak, die men niet graag zou willen sen. Maar het draait tenslotte on. dubbeltjes. De reders zijn geen filantro pen, maar zakenmensen die ervoor Van deze eerste Katwijkse visserij studenten zijn alleen de heren Krijgs- en Groen nog in leven. De heer Groen behaalde het diploma toen hij achttien jaar was. Op zijn twaalfde jaar ging hij naar zee en op zijn 23ste reeds voer hij als schipper. Dat heeft hij volgehouden tot 1954. Maar niet alleen dat hij voer, leidde op zijn beurt ook jonge vi op. Van 1921 tot 1951 gaf hij 's win ters les aan visserjjscholen. In Katwijk, Vlaardingen, Scheveningen, Noordwijk, IJmuiden, Egmond en Marken. Dat gaf natuurlijk heel wat gereis, maar de heer Groen deed het met genoegen en bovendien plezierde hij zijn vrouw er mee. die het erg fijn vond haar man 's winters regelmatig thuis te hebben. De heer Groen telt thans 78 ja ren. Die ziet men hem evenwel geenszins aan. HU kan prettig ver tellen over vroeger en nu. „Mees ter Roorsma, die zelf geen diplo ma's had maar een wijs man was, is de grondlegger van liet visserij- ondcrwUs te Katwijk. Onderwijzer aan een lagere school had hy een bijzondere belangstelling voor alles wat met dc zeevaart had te ma ken. Het lesgeven was voor licin een lust. Hy maakte ontzettend lan ge dagen, 's Avonds stonden we bui ten in een kring om hem heen. HU wees ons jonge vissers dc ster renbeelden en leerde ons, hoe op zee de weg te vinden." Een aardige bijzonderheid is, dat de tegenwoordige directeur van de Katwijkse visserijschool, de Heer C. Varkevisser, onder leiding van de heer Groen zijn eerste zeereisen heeft gemaakt. Aanvankelijk als jongen, daarna als matroos. Later voer de heer Varkevisser als stuur man op de koopvaardij tot hij bij het visser ij-onderwijs kwam. Katwijkse schepen te pronk in IJmuiden WOENSDAGMORGEN 20 mei om acht uur mag de vloot zee kiezen. Hoeveel schepen dan zullen afvaren, is nog een open vraag Verwacht wordt dat van de Katwijkse rede rijen uitgaan de KW 44 van N. Parle vliet jr., de KW 22 en KW 130 van M. Parlevliet, de KW 62 van Den Duik, de KW 7 van Meerburg, de KW 70 van de Schoonenbergs, de KW 40 van Kennemerland, de KW 141 van Den Duik en de KW 121 Ouwehand. Dat zijn er negen in totaal. Er kunnen er nog meer bij komen, maar dal hangt van allerlei factoren af, onder andere of tijdig een volledige beman ning op de been kan worden ge bracht. Vorig jaar kozen tien Katwijkse drijf netschepen zee en het jaar daarvoor eenzelfde aantal. De Katwijkse vleetvisserij is taai. Er zullen ongetwijfeld ook kottervis- sers op haringjacht gaan. Die .zullen in verband met het feit, dat het Pro- duktschap heeft verordend, dat de eerste haring pas maandag 25 mei mag worden verkocht vermoedelijk een week later op de haringvangst overschakelen. De treilers blyven de eerste dagen op verse vis uit. De laatste trekken wordt dan naar ha ring uitgezien. De drjjfnetschepen kunnen donderdag avond aan schot gaan. Zaterdag had men dan in Nederland haring kun nen eten, ware het niet, dat met hel oog op de haringworm de haring 3 x 24 uur in het zout moet stuan, zodat niet eerder dan maandag worden verkocht. De eerste schepen worden zondagavond terugverwacht. De eerste keer mag elk schip 50 kantjes aanvoeren. De Katwijkse schepen zullen traditie getrouw in IJmuiden van vlaggen worden voorzien en gedurende de pinksterdagen te pronk liggen, 's avonds in het lichtt van schijnwer pers. Het zwaartepunt van de viering van de Dag van de Nederlandse Zee visserij valt dit jaar op Schevenin gen, maar in IJmuiden zal men er toch nog wel iets aan doen. Er wordt onder andere muziek ten gehore ge bracht. ten zorgen dat de zaken rendabel mar cheren. Zoals de zaken er nu voorslaan zullen er niet meer dan veertig log gers straks de vleten uitzetten. Vooral in KatwUk merkt men wei nig van het nieuwe seizoen. Nog niet zo lang geleden heerste daar om deze tUd van het jaar een koorts achtige bedrijvigheid, maar het ls nu een stille bedoening. De aftandse schepen van meer dan een halve eeuw oud worden steeds zeld zamer. Hiervoor kan men helemaal geen bemanning meer aantrekken en zU verdwijnen dan ook de een na de ander naar de sloper. De Arend KW 7 (500 pk) echter en nog enige andere Katwijkse schepen van jongere datum kunnen nog wel volledig bemand wor- den. Wist u overigens nog, dat de Arend het vorige seizoen de eerste Katwijkse nieuwe haring aanvoerde Dit ge schiedde onder commando van schip per Kees Kuyt, die ook thans het bevel over de logger zal voeren. Traditie In Scheveningen rekende men er twee weken voor vlaggetjesdag op ongeveer twintig schepen naar zee te kunnen zenden, uit Vlaardingen zullen er niet meer dan tien aan de jacht op de Hol landse Nieuwe deelnemen. Verhou dingsgewijs is dat laatste aantal veel, maar Vlaardingen is altUd een echte haringplaats geweest en de traditie speelt daar nog een grote rol. De be manning besbaat weliswaar voornamelijk uit Scheveningers, maar de Vlaardmg- se reders zijn echte haringmensen cn willen wel wat risico lopen. Ondermeer zullen uit Vlaardingen vertrekken de VL 85- Bertina. de VL 114 Voorlichter de VL 190 Koningin Wilhelmina. Dit drietal heeft de afgelopen maan den met de treil achter de tong en an dere platvis aangezeten. Vroeger wer den de drijfinetschepen na het eindigden 'iet seizoen opgelègd om pas in mej het daarop volgende jaar in de vaart te komen. Dit kunnen de reders zich thans niet meer veroorloven. Zij moeten hun schépen wel laten varen om de bemanning niet kwijt te raken. De matrozen die vier of vijf maanden aan de wal hebben gewerkt, zijn in de meeste gevallen voorgoed voor de vis serij verloren. Zij merken dat er in de fabrieken en de bedrijven ook goed kan worden verdiend en dat men daarvoor geon onregelmatige en lange werktij den behoeft te maken. De treil visserij levert voor de drijf netschepen meestal geen lonende re sultaten op, maar de reders hebben er altijd zonder morren geld op toe gelegd in de hoop dat het haringsei zoen alles goed zou maken. Met de bittere ervaringen van 1963 nog vers im het geheugen beginnen zij ech ter meer aarzeling te tonen om hun vleetschepen üj de vaart te houdea Nog is het einde van deze bedrijfstak niet daar. maar het kan niet zo heel lang meer duren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 15