Zaterdag-avondje uit... DE GEIJKTE MOGELIJKHEDEN Zending-zonder-nikkertje-met-'n-gleuf "Ruimte voor ons.... Een-voudig jezelf zijn: tt i (Ge)VRAAG(d) GESPREK j en dan maar weer ZATERDAG 25 APRIL 1964 EEN PAGINA VOOR HE JEUGD, SAMENGESTELD DOOR EEN JONGERENREDAKTIE bomen. „Morgen is hot weer zondag", denk terwül "k mijn das een ruk geef, lardoor hij eindelijk recht komt te :ten, „maar eerst de zaterdagavond ig." Het gebruikelijke probleem: at doen we ermee. Je zou eigenlijk ns iets anders willen, maar de zaterdagavond kent slechts een paar Je kan natuurlijk gczellig-thuis-bly- ven-met-cen-boek (maar ik ben al de hele week thuis geweest met een boek) of naar de T.V. kijken (8.00 uur Journaal, 8.20 Achter het nieuws en dan een show) maar de huiselijke gezelligheid, waarvan in ons vader, land zo hoog wordt opgegeven, trekt zit weer een pluk haren en ik trek m'n haar strak om te zien hoever het met de inhammen is. „Verdraaid, kerel", snauw ik de persoon in de spiegel toe, „je begint afschuwelijk blasé te worden. Wat wil je eigen lijk?" Je wilt vanavond anders zyn dan door de week. „The world is a stage and each must play a part", zwijmelt iemand vrij naar Vondel door de radio, die voor de achtergrondmuziek moet zorgen. Maar je speelt niet één rol, het zijn er meer, al speel je ze onder dezelfde titel. Je zou vanavond een nieuwe rol willen gaan spelen, maar je hebt niet genoeg fantasie om er een te bedenken. En daarom vallen we maar terug in de geijkte mogelijkheden. De bioscoop-agenda vertoont het bekende scala, variërend van sex tot chantage en' dat kennen we nu wel. Een film over een schu we jongeman, die met do erotiek kennis maakt, had wel een goede recensie, maar hoewel ik niets tegen schuwe jongemannen en evenmin te gen erotiek heb, kan ik de combina tie toch niet opwindend vinden. Dan maar een fnif, je kunt er tenminste rustig wat mensen observeren. „Het wordt een mislukte avond, maar we hebben nog enige hoop", besluit ik met een knipoogje naar Van het Reve. De instuif, georganiseerd door een of ander orgaan, dat jongeren wil trekken, mag zich, zoals dat heet, in grote belangstelling verheugen. De jongens en meisjes zitten apart aan de tafeltjes, maar dat verandert nog wel. Ik ga aan een nog onbezet tafeltje zitten, waar na enige tyd nog een paar dpi. sld.-en (..onze jongens") by komen, die over dezelfde dingen praten als alle andere soldaten. Dan gaan er een paar lichten uit en een figuur met hoornen bril en strikje komt het toneel op om de zaal toe te spreken. Hy zegt dingen, die nu eenmaal door voorzitters gezegd moe ten worden, verdwynt (applaus) en er floepen nog meer lichten uit. Het cabaret, dat nu optreedt, weet enkele voortreffelijke (politieke) grappen te lanceren en dan volgt de pauze. On middellijk een stormloop naar de bar, waar niet-alcoholische dranken verkocht worden en na enige tyd is de zaal dan gevuld met mensen die met rietjes in flesjes zitten te peu ren. Naast me hoor ik een „Wanneer begint het dansen, Jan?", gevolgd dansvloer te begeven. De jongens die door een gerustellcnd „Nah, nog vyf niet dansen kijken onderzoekend en minuten maar". vergelijkend de zaal rond, terwijl Gedreun van elektrische gitaren hun objecten onverschillig naar de kondigt dit festijn aan en ineens dansvloer staren, hoewel by de mees hollen vele jongens de zaal door om ten de mengeling van angst en hoop zich even later in gezelschap op de wel te raden is. meisjes, die je nog ergens huis terug gaat, voel je je op gelucht, dat deze avond voorbij is. e nieuwe rol is niet gespeeld. KEES VAN ALDERWEGEN We gaan het dit maal hebben over iets dat elke week weer terug komt: de zaterdagavond. Dus óók elke week weer hetzelfde lied Hangt er van af, beter: dat hangt van jou af, want wat doe je op die net even anders dan anders avond, of zo vraagt Rolf Hoekstra wat laat je. Naast Rolf heeft ook Kees van Alderwegen over de zaterdagavond nagedacht en wat uiteindelijk de bedoeling van „Ruimte" is er over geschreven. De foto's er bij zijn van Robert Collette en Harry van de Weitering. Harry van den Bouwhuysen tekent voor het geVraag dGesprek. DE ZATERDAGAVOND is er om jezelf en elkaar te ont moeten. Afspraakjes worden gemaakt, fuifjes georgani seerd of een instuif wordt provisorisch in elkaar ge draaid. Het klassieke zak doekje heeft haar plaats afge staan aan een brok vrijheid en ruimte. Deze ruimte opent het perspectief op een onge dwongen samen-zijnEn het liefst daar waar geen ouders de vermanende wijs vinger opheffen, of naar de televisie kijken. Nee. Doen en laten wat je wilt. Dat „doen en laten" wordt niet in de ongunstige zin bedoeld. Het gaat veel meer om het „laten wat je wilt" dan het „doen". Er wordt al zoveel gedaan. Daaram is het een kunst om het vele, het overweldigend vele waarmee je tegenwoor dig blasé gegooid 'wordt, te abstraheren tot een eenvou dig jezelf zijn. Of beter nog: samen jezelf zijn. FUNNY geen wezenlijk belang. Het gaat om de intentie van samen jong te zijn. Deze intentie wordt meer ingetogen genoten dan met bloed, zweet en tranen. Je respec teert elkaar, dè ander mag zelfs belachelijk zijn, zolang hij zich zelf maar blijft. Er zijn er die de tijd vullen met het bewegen van hun li chaam op het ritme van muziek die ,,cool" is. Anderen staren zwijgend langs de sigaret met veel rook. Een enkeling komt slechts tot het kammen van zijn haar onder het mompelen van de woorden: ,,Ik heb fun". En om dat de geleerden dit niet wfunny" vinden, maar zinloos, zijn zij nog steeds bezig met het samenstel len van een rapport over de vrijetijds-besteding van de he- „Dank u wel", knikte het negerjongetje blijmoedig on danks het feit dat zijn linker arm door een val ruw van zijn lichaam was gescheiden, wanneer met een onhandig gebaar een dubbeltje door de gleuf in zijn hals werd ge wurmd. Hij was van steen en werd elke maandagmorgen plechtig de klas binnengedra gen. Op het bordje onder zijn voeten stond: „Voor de zen ding". Samen met het lied „Hoort gij die stemme, roe pend uit de verteen de vage voorstelling van de zen deling als een enigszins welt- fremde idealist die gewapend met enige bijbels het oer woud introk, ondanks het feit dat zijn meeste voorgangers er het leven bij hadden inge schoten, behoorde hij tot de weinige voorstellingen die onder waren gebracht in het droombeeld dat ik mij van de zending had gevormd. Plaats waar deze droom werd verstoord: een stijlvol gebouw aan Amsterdams Heerengracht, bolwerk van de Nederlandse zendingsraad. Dramatis personae: mejuf frouw E. J. P. Jansen en de heer J. Dethmers, leden van deze raad. „Het is het gebruikelijke misver stand", zeggen zij, „we komen hem bijna dagelijks tegen. Onze taak als lid van de zendingsraad is natuurlijk dit misverstand uit de weg te ruimen. Daarom zijn we gestart met het geven van voor lichting aan de schooljeugd. Het begint al op de lagere school. Daar komen we uit met „De zendings jeugdkrant" en later op de Mulo wordt dat „Tifa" een blad met antwoorden: ,.N. is onze leider". De leider vervolgt: ,,N. doet nooit iets verkeerd". Antwoord: „N. is onze Messias". Leider: „N. doet nooit iets verkeerd". Antwoord: „N. zal nooit sterven." Daarna volgt het Nkrumah-lied. Dokumentatie „Het is interessant om te we ten", zegt juffrouw JanSen. „en het werpt weer eens een ander licht op de neger die vanuit de verte om redding smeekt. nen." In deze boekjes wordt iets verteld over het betreffende land, over de geschiedenis, de gods diensten, de ekonomie en derge lijke, maar ook over de methodes waarop de zending er te werk gaat. In Kameroen is dat o.m. door middel van een opleidings boerderij waar de bewoners ge leerd wordt hoe hun land te be werken en hoe vee te fokken zodat zij in staat zijn het probleem van de honger op effektieve wijze aan te pakken. „Dit is de tegenwoor dige zending," vervolgt de heer ongeveer dezelfde opzet. Het zijn geen bladen die bestemd zijn om tijdens een verloren kwartiertje te worden uitgedeeld om dan te verdwijnen in de diverse school tassen. De bedoeling is dat zij tij dens de lessen funktionerende artikelen zijn daarop afgestemd. Aardrijkskunde en geschiedenis bijvoorbeeld, zijn er al heel ge schikt voor". Er komt een exem plaar van ..Tifa" op tafel. „Hier", zegt de heer Dethmers, „als dat niet interessant is weet ik het niet meer". Hij wijst op een stuk van is. Jonkman over het Nkrumaï- nisme, een aan religie gren zende verering van Ghana's pre sident, die in zijn land meestal wordt aangeduid als „Osagyefo". de overwinnaar". Op elke bijeen komst van Ghana's nationale jeugdvereniging „The Young Pio neers" wordt door de aanwezigen een soort geloofsbelijdenis afge legd. Op een gegeven moment zegt de leider: „Nkrumah doet nooit iets verkeerd". De jongeren Bovendien geeft de tendens van dit stukje onze bedoelingen goed weer. Die is nl. niet uitsluitend nieuws over de zending te geven. Verre van dat. Wij willen de mensen hier zoveel mogelijk be kend maken met hun medemen sen uit andere werelddelen. Ze moeten iets weten over hun le venswijze, over hun manier van denken enzovoort. In de eerste plaats is dat al buitengewoon fas cinerend en verder moet het de basis zijn voor begrip en een ge voel van medeverantwoordelijk heid. Natuurlijk komt dit proces niet razendsnel op gang, maar wij proberen mede de groei ervan te stimuleren. Ook voor de middelbare scho len gaan we iets doen. We hebben het plan om over de ongeveer 15 landen waar de kerken die ver enigd zijn in de zendingsraad wer ken, dokumentatiemappen uit te geven. De eerste hiervan (over Kameroen) is zojuist versche- Dethmers, „er worden vandaag geen mannen met tropenhelmen naar praktisch onontdekte gebie den gestuurd. Overal op de we reld staan Christelijke kerken. Tegenwoordig vragen we: Wat is nodig? Er wordt tegen de jonge kerken gezegd: Wat kunnen we voor jullie doen? Het is mogelijk dat je als je voor de zending wordt uitgestuurd, op een of ander kolle ge terecht komt als docent num mer 10 of 11 te midden van Mo hammedanen. Begrijp je, dat is weer een heel ander geluid." Lektuur „En dan is er nog een ander zeer groot probleem, nl. die van de lektuurvoorziening. Het aantal lezenden onder de jongeren van Afrika en Azië neemt jaarlijks met vele miljoenen toe. Al deze mensen verkeren door de voort durend wisselende ekonomische en politieke situatie in aanhouden de spanning. Dit maakt hen bij zonder vatbaar voor de geschrif ten die de Islam en het kommunis- me over hen uitstorten. Op dit moment is het nog mogelijk dat christelijke lektuur een beslissen de rol gaat spelen. Niemand kan zeggen hoe lang die kans nog open blijft. Daarom is het juist nu dringend noodzakelijk dat er lektuur van de hoogste kwaliteit en in de groot ste hoeveelheid in deze gebieden voor distrubutie vrijkomt. Op de lektuurconsultatic van 1962 in Be- thel-Bienefeld werden de zendings organisaties aangezet tot de grootst mogelijke krachtsinspan ning. Daarom is onlangs gestart de aktie „Brood voor het hart", die, zoals het informatieblad mee deelt faciliteiten wil scheppen voor lectuurorganisaties in Azië, Afrika en Zuid Amerika die hun bestaansrecht reeds hebben be wezen en aan anderen die nog in statu nascendi verkeren. Ook hier weer geen initiatief van de wel doende kerken in Europa, maar een verzoek van de kerken in de betreffende gebieden. Deze grote en eenmalige aktie moet twee mil joen gulden opbrengen om de ge plande projekten op te zetten en voortgang te doen vinden". Ook dit is iets anders dan de reeds genoemde zendeling in kor te broek, en met tropenhelm. De zendingsinstanties pakken hun werk modern en dus groots opge zet aan. Twee miljoen gulden moet worden opgebracht. Moet worden opgebracht, want de ker ken van overzee hebben erom ge vraagd. Voor alle zekerheid daar om het gironummer van de aktie Dat is 50Q100 te Amsterdam. Want dat we er met een dubbeltje op maandagmorgen in het zo dank baar knikkende negertje niet van af zijn is mij op de Heerengracht, wel duidelijk geworden. dendaagse jeugd. Dat „heden daagse" moet er natuurlijk bij, dan weet een ieder waar zij het precies over hebben. De jeugd die niet meer hedendaags is houdt ons hun vrije tijd voor. We moe ten toegeven dat het allemaal veel zinvoller is: televisie kijken Op zaterdagavond jezelf zijn is de vrijetijds-besteding in de meest ruime zin. Deze hobby is name lijk niet afhankelijk van bioscoop, schouwburg, stad, of van andere plaatsen waar gezamenlijk pas sief de vrije tijd gepasseerd wordt. Velen, die niet zonder de wekelijkse zaterdagse film kun nen, zijn te beklagen. Zij vluchten uit de werkelijkheid, en daarom gaan zij uit. Omdat dit „uitgaan" gewoonlijk in de stad geschiedt, dien ik mij nader te verklaren. Misschien weten verschillenden nog niet wat de stad eigenlijk voor een voorwerp is. Het de nigrerend ondertoontje dat ver moed wordt, is ten onrechte Ik prijs deze lezer gelukkig. De stad zijn slechts de riemen waar vele stedelingen de vrije tijd mee wegroeien. Wat onze jeug dige plattelander zonder stad op zaterdagavond pleegt te doen is mij totaal onbekend. In ieder ge val moet het heerlijk zijn. Mis schien gaat hij de hoeve rond. Of loopt hij de lange dijk af. Heerlijk. Toch. ook bij onze, of beter. Juist bij de jongeren van de stad is er nog een nostalgisch verlan gen naar de prille natuur. Daar toe zijn de paar stadsparken na zonsondergang gesloten. Zodoende schets ik hier de stad als vrije- tijdstoneel, zonder vijvers of bo- We nemen een handvol donkere gebouwen. Tussen deze gebou wen rollen we het asfalt uit. Hier en daar een stoplicht, wat tram leidingen en veel straatverlich ting. In de etalages ontsteken we fel de lampen en zodanig, dat je van het laveloze licht de nachte lijke lucht er boven niet ziet. Terloops brengen we aan, plus een taxi-standplaats en een telefooncel. Om nog wat ho rizontale diepte te suggereren plakken we als „finishing touch" hoog tegen de hemel een straal jager. Dit decor noemen we stad. Nu gaan we dit decor bevolken met mensen in hun vrije tijd. Aan de tramleidingen hangen we trams vol mensen. Het asfalt gooien we willekeurig dicht met wat bussen, veel auto's, fietsers en brommers. Voor de oversteek plaatsen zetten we een blok voetgangers. Rest ons nog om de stilte tot berstens toe vol .te prop pen met authentiek straatgeluid ook electronische muziek of „modern jazz" leent zich uitste kend. Echter van zeven uur tot kwart over negen, en vqn kwart over negen tot half twaalf, is deze stad zeer rustig. Het grootste gedeelte van de stedelijke bevolking bezet dan na melijk de vele bioscopen. Andere groepen achten het meer aan hun status verplicht om naar de schouwburg of naar een concert te gaan. Sommigen voelen zich dan cultureel en omdat het een prettig gevoel schijnt te zijn, wordt het culturele zeer aange moedigd door de „voordelige" serie-voorstellingen van a-z. Toch zijn deze mensen ongevaarlijk. Het enige wat zij willen is col lectief cultuur consumeren, en daar betalen ze voor. Zó is de stad op zaterdagavond een wei nig interessant blok vermaak. DE AVONDEN Hoe collectief de tijd ook door gebracht kan worden, sommigen willen en zijn niet samen. Een zamen. worden ze genoemd. Voor hen is de avond als het tikken van een klok. Ze zoeken wat sur rogaat in een film, of in een zak je patat. Ze slenteren door de stad, vervelen zich in bars, met brommers, en weten ook met zichzelf geen raad. En zo komt komt misschien een enkeling tot die avonden, welke G.K. van het En zó komen misschien dr. C. G. N. de Vooys en dr. G. Stui veling er toe om te schrijven in hun schets van de Nederlandse Letterkunde, dat in „de avon den" niting wordt gegeven aan het levensbesef van de na-oor- logse generatie: Wrevel, weerzin, walging, innerlijke radeloos heid, endat het geenszins een zelfportret van de auteur is. „Jammer voor de auteur, maar gezonder voor de na-oorlogse ge neratie: „De avonden" is wel de gelijk een zelfportret van de Zolang de jeugd elkaar nog op zoekt in een eigen stijl, en in een eigen omgeving, is er hoop. De zaterdagavond is daar een sym- Als de zaterdag weer zondag is geworden, is er veel liefde, cultuur, blijdschap en leed gele den. Het is een troost voor allen die met deze avond woekeren, dat de zaterdagavond een veel voorkomend verschijnsel is. Aan de ouders, die hun vrije avond besluiten met het vol smart wachten op de thuiskomst van de kinderen, kunnen we slechts zeggen, dat aan alles een eind komt. De jeugd is nog niet volwas sen, maar wel geëmancipeerd. En dan weten we wel dat men te veel samen naar de bioscoop gaatja, gezellig, en te weinig samen met een boekja, ge zellig. En dan praten we niet eens over „samen met Het Boek" als voorbereiding op de zondag. Of laten we dat aan de televisie i M

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 18